Sinds de invoering van de WAMCA dient iedere claimorganisatie voldoende representatief te zijn, wil zij ontvankelijk zijn in haar collectieve actie. Het is onduidelijk wat het representativiteitsvereiste inhoudt en wat de toegevoegde waarde daarvan is. Bovendien kan een strikte toepassing van dit vereiste de doelstellingen van de collectieve actie ondermijnen. |
Zoekresultaat: 244 artikelen
Artikel |
Representativiteit onder de WAMCA |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2022 |
Trefwoorden | collectieve actie, ontvankelijkheid, representativiteitsvereiste, The Privacy Collective, claimorganisatie |
Auteurs | Mr. drs. T.S.F. Hautvast |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Het onderzoek door de advocaat in een veranderd compliance landschap |
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | Interne onderzoeken, Compliance, onafhankelijkheid |
Auteurs | Prof. mr. D.V.A. (Dian) Brouwer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Er is veel te doen over ‘onafhankelijk’ onderzoek door advocaten. In de afgelopen 20 jaar lijkt deze vorm van advocatuurlijke dienstverlening uitgegroeid van een absolute nicheactiviteit tot een naar het lijkt vanzelfsprekend stukje advocatuur. Maar er zijn ook hier grenzen aan de groei. Die worden tegenwoordig voor een belangrijk deel bepaald door de publieke opinie. |
Artikel |
Kroniek Burgerlijk Procesrecht 2021 |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 2 2022 |
Auteurs | Robert Hendrikse, Floris-Jan Werners, Judith van der Linden e.a. |
Column |
Onbegrijpelijk |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 2 2022 |
Auteurs | Najima Khan |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | artikel 3:305a BW, collectieve actie |
Auteurs | Mr. M.V.E.E. de Monchy en Mr. T.D.A. Kluwen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De WAMCA is sinds 1 januari 2020 van kracht en heeft de collectieve actie ingrijpend veranderd. Tientallen vonnissen en rolbeslissingen hebben meer duidelijkheid gegeven over de toepassing van de WAMCA in de praktijk. Dit artikel bespreekt in vogelvlucht de meest relevante uitspraken, signaleert trends en waagt een blik vooruit. |
Jurisprudentie |
Mag een advocaat (zijn cliënt laten) liegen?RvD ’s-Hertogenbosch 6 december 2021, ECLI:NL:TADRSHE:2021:204 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | tuchtrecht, fraude, personenschade |
Auteurs | Mr. P. Oskam |
SamenvattingAuteursinformatie |
Twee verzekeraars dienen tuchtklachten in tegen de advocaat van een slachtoffer. Naar het oordeel van de Raad van Discipline heeft de advocaat tuchtrechtelijk verwijtbaar gehandeld, omdat hij zich niet als advocaat heeft teruggetrokken nadat zijn cliënt leugenachtige verklaringen aan de verzekeraar had verstrekt. De advocaat heeft een verkeerde voorstelling van zaken aan de verzekeraar gegeven. De klacht wordt gegrond verklaard en aan de advocaat wordt de maatregel van berisping opgelegd. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | onafhankelijke expertise, letselschade, privaatrecht, aansprakelijkheidsrecht, Ongevalsgevolgen |
Auteurs | Drs. A.M. Reitsma, Dr. L.G. Koudstaal, Drs. D. van Arkel e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
De ‘Vraagstelling causaal verband bij ongeval’ van de Interdisciplinaire Werkgroep Medische Deskundigen (IWMD) is sinds haar verschijnen in 2004 uitgegroeid tot de standaardvraagstelling voor onafhankelijke deskundigen in letselschadezaken. De meest recente versie van de zogenoemde IWMD-vraagstelling dateert van januari 2010 en is dus inmiddels ruim twaalf jaar in gebruik. Vanuit de praktijk wordt al enige tijd aangedrongen op een revisie. In overleg tussen De Letselschade Raad, de Nederlandse Vereniging van Geneeskundig Adviseurs in particuliere Verzekeringszaken (GAV) en de Vrije Universiteit Amsterdam is een werkgroep gevormd, die eind 2019 een enquête over de IWMD-vraagstelling heeft verspreid onder professionals werkzaam in de letselschade. In dit artikel bespreken de auteurs de resultaten van deze enquête en de opties voor mogelijke revisie die daaruit lijken voort te vloeien. De volledige resultaten van de enquête, de hier geformuleerde opties voor revisies en andere relevante documenten zijn te raadplegen op de website van De Letselschade Raad. Professionals uit de letselschadebranche wordt gevraagd daarop hun visie te geven. |
Artikel |
Gedragsrechtelijke aandachtspunten voor de erfrechtadvocaat |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | gedragsregels advocatuur, tuchtrecht, (financiële) integriteit, doelmatig optreden |
Auteurs | Prof. dr. D.J.B. de Wolff |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat het gedragsrecht voor de erfrechtadvocaat centraal. Ingegaan wordt onder meer op het risico van belangentegenstellingen in de erfrechtpraktijk, de omgang met derdengelden, typische honorariumperikelen, de noodzaak van doelmatig en tactvol optreden in de soms emotionele erfrechtelijke geschillen en het optreden van een advocaat in de rol van executeur of vereffenaar. |
Artikel |
Kroniek functioneel verschoningsrecht; belangwekkende uitspraken in coronatijd |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | subject, object, afgeleid verschoningsrecht, corpora et instrumenta delicti, artikel 98 Sv |
Auteurs | Mr. dr. N.A.M.E.C. (Nathalie) Fanoy |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek becommentarieert de auteur een selectie van recente uitspraken van civiele en strafkamers van de Hoge Raad en de gerechtshoven (en een enkele van de belastingkamer), mede aan de hand van de uit de jurisprudentie voortvloeiende regels over het functionele verschoningsrecht. Onder meer de grondslag en het belang van het verschoningsrecht, de omvang en de reikwijdte van het subject en het object van het verschoningsrecht, het afgeleid verschoningsrecht en ‘corpora et intrumenta delicti’ komen aan de orde. De auteur bespreekt verder twee – met name procedurele – aspecten van het verschoningsrecht die in haar optiek nog niet (volledig) zijn uitgekristalliseerd. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | class action, massaschade, afwikkeling, exclusieve belangenbehartiger, rechtsmiddel |
Auteurs | Elselique Hoogervorst, Carla Klaassen en Albert Knigge |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan het instellen van een rechtsmiddel in een WAMCA-procedure is weinig aandacht besteed in de parlementaire geschiedenis en literatuur. In deze bijdrage wordt een aantal vragen met betrekking tot hoger beroep en cassatie in een collectieve actie besproken, zoals welke partijen een rechtsmiddel kunnen instellen, wat rechtens is als niet door of tegen alle partijen hoger beroep wordt ingesteld, tegen welke beslissingen een rechtsmiddel kan worden ingesteld, welke complicaties tussentijds hoger beroep meebrengt en of de bijzondere procedureregels van titel 14A Rv ook in hoger beroep en cassatie moeten gelden. Geconcludeerd wordt dat nadere wetgeving gewenst is. |
Artikel |
Stop de cowboys in de letselschademarkt |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 9 2021 |
Auteurs | Veeru Mewa |
Auteursinformatie |
Artikel |
Procesfinancieringseisen in de Richtlijn representatieve vorderingen en de WAMCANiets nieuws onder de zon of werk aan de winkel voor de Nederlandse wetgever? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2021 |
Trefwoorden | collectieve actie, massaschade, ontvankelijkheid, procesfinanciering, implementatie |
Auteurs | Mr. A.J. Meijerink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel analyseert de auteur de ontvankelijkheidseisen voor belangenorganisaties ten aanzien van procesfinanciering in collectieve acties in de Richtlijn representatieve vorderingen en de WAMCA. De auteur concludeert dat de gestelde procesfinancieringseisen in beide wetgevingsinstrumenten verschillen en plaatst enkele kanttekeningen bij het op 1 mei 2021 ter consultatie aangeboden voorontwerp dat strekt tot implementatie van de Richtlijn. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 2 2021 |
Trefwoorden | Tailor-made social support, Discretionary space, Role-ambiguity, Coping strategies, Multi-actor network |
Auteurs | Eline Marie Linthorst en Lieke Oldenhof |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this article we study a case of responsive law, i.e. the Dutch Social Support Act, which entails the open norm to provide tailored support as the antithesis of universal ‘one-size-fits-all-solutions’. Rather than assessing clients’ needs based on check lists, street-level bureaucrats are expected to jointly explore fitting solutions in dialogue with citizens during a so-called kitchen table talk. The space to tailor support to the individual situation, however, creates ambiguity about the interpretation of this open norm and conflicting expectations with regard to stakeholders’ roles. This role-ambiguity is not only situated in the interaction between professional and citizen at the kitchen table, but is nested in a multi-actor network of policy makers, frontline workers, clients of social support, lawyers and judges. In this article we zoom in on this network to investigate how multiple stakeholders cope with ambiguity regarding the interpretation of the open norm and each other’s roles. The conducted qualitative study (observations, interviews and document analysis) provides revealing insights into the strategies employed by multiple actors when role-ambiguity emerges, including strategies of standardization, proto professionalization and objectification. These strategies cannot be seen in isolation from one another and their interaction results in the unintended effect of more rules and administrative burden and less discretionary space for tailored support. Based on these findings we argue that mutual trust and insights into the various roles within this network is of great importance in order to prevent rule-reflex. In addition, professionals should be better equipped to conduct open dialogues about what constitutes appropriate support with the client. Finally, sufficient financial leeway is needed for municipalities so that they are not forced to constantly seek the legal boundaries of what can be regarded as the minimum variant of social support. |
Artikel |
De positie van de belanghebbende in het enquêterecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 7-8 2021 |
Trefwoorden | enquêteprocedure, verzoekschriftprocedure, belanghebbenden, kring van belanghebbenden |
Auteurs | Mr. dr. C.E.J.M. Hanegraaf |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur gaat in deze bijdrage in op de kwesties wie in het enquêterecht als belanghebbenden kwalificeren en wat de bevoegdheden van belanghebbenden zijn. Tevens besteedt hij aandacht aan enkele ‘knelpunten’ in wetgeving en jurisprudentie. De auteur stelt onder meer de introductie van een ‘Leidraad Belanghebbenden’ voor. |
Artikel |
De financiering van collectieve schadevergoedingsacties onder de WAMCAEen inventarisatie van onzekerheden en mogelijkheden vanuit het perspectief van een procesfinancier |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2021 |
Trefwoorden | common fund, exclusieve belangenbehartiger, kostenveroordeling |
Auteurs | Mr. C.E. Santman en Mr. R.J. Philips |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de WAMCA is Nederland klaar om ook de komende decennia een leidende rol te vervullen in de afwikkeling van massaschades. Zoals bij iedere nieuwe wet, bestaan er ook onzekerheden over de toepassing ervan. In dit artikel staat de vergoeding van de belangenorganisatie en de procesfinancier centraal. Aan de orde komen: (i) de toepassing van de common fund doctrine; (ii) de toetsing van de vergoeding door de rechter; (iii) de kostenveroordeling; en (iv) de vergoeding van de niet-exclusieve belangenbehartiger. |
Artikel |
De summiere ondeugdelijkheidstoets in de WAMCA: het brede belang van een zwaardere invulling |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2021 |
Trefwoorden | collectieve actie, ontvankelijkheid, ondeugdelijk |
Auteurs | Mr. D. Horeman en Mr. M.V.E.E. de Monchy |
SamenvattingAuteursinformatie |
De WAMCA voorziet in een summiere toets door de rechter in een collectieve actie. Blijkt de vordering summierlijk ondeugdelijk, dan leidt dit tot niet-ontvankelijkheid. Het serieus uitvoeren van die toets is in het belang van gedupeerden, van de aangesproken partij en van procesefficiëntie. Daarvan blijkt in de praktijk te weinig. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | WAMCA, concurrerende vordering, exclusieve belangenbehartiger, collectieve actie, collectief schadeverhaal |
Auteurs | Branda Katan en Marnix Wallinga |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs onderzoeken de figuur van de exclusieve belangenbehartiger in de WAMCA. De exclusieve belangenbehartiger treedt in een samengevoegde procedure op voor de belangen van alle personen voor wie de collectieve actie is ingesteld, en als vertegenwoordiger van de mede-eiseressen. Deze bijdrage verkent de knelpunten die zich kunnen voordoen bij conflicten tussen concurrerende belangenbehartigers en andere complicaties in verschillende fases van een collectieve procedure. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Afwikkeling Personenschade, Aflevering 2 2021 |
Trefwoorden | Gedragscode afhandeling, Beroepsziekteclaims, Personenschade |
Auteurs | mr. H. de Hek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Werknemers die ziek worden door hun werk – die dus een beroepsziekte oplopen – hebben recht op vergoeding door hun werkgever van de schade die zij lijden, ten minste wanneer die werkgever zijn zorgplicht voor een veilige werkomgeving heeft geschonden (art. 7:658 BW). |
Artikel |
De SER van letselschadelandVerslag van een gesprek met directeur Remco Heeremans over de positie van De Letselschade Raad in de branche en over de actuele projecten van De Letselschade Raad |
Tijdschrift | Afwikkeling Personenschade, Aflevering 2 2021 |
Trefwoorden | Letselschade, Letselschade Raad |
Auteurs | mr. H. de Hek en mr. N.C. Haase |
SamenvattingAuteursinformatie |
Verslag van een gesprek met directeur Remco Heeremans over de positie van De Letselschade Raad in de branche en over de actuele projecten van De Letselschade Raad. |
Artikel |
De geestelijk verzorger in het perspectief van de verhouding tussen kerk en staatNoodzaak van heldere verantwoordelijkheden |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 2 2021 |
Trefwoorden | spiritual care, chaplaincy, labour law, church and state, secularisation |
Auteurs | Ryan van Eijk en Sophie van Bijsterveld |
SamenvattingAuteursinformatie |
Spiritual caregivers in the Netherlands are available in the military and in penitentiary institutions, in health care institutions and, recently, in the police. Within the military and the justice system, the spiritual care is traditionally characterised by a clear division of responsibilities between church and state. Due to domain specific developments in health care institutions and within the police, positions and responsibilities are less clear-cut. Developments such as the increased number of denominations that provide spiritual care tends to regard spiritual caregivers as ‘ordinary employees’. This article analyses the position of spiritual caregivers in the various domains and discusses current developments. It asserts that the church-state arrangement in the classic spiritual care areas requires respect and that the gist thereof should be taken into account in legal arrangements in the other domains. |