Het praktisch belang van gewoonterecht is sterk afgenomen. De auteur wijst vier oorzaken aan: toenemende codificatie, de opkomst van gedetailleerde contracten, de opkomst van concurrerende open normen, en maatschappelijke ontwikkelingen. Gewoonterecht blijft echter in sommige gevallen van belang, bijvoorbeeld in de internationale handel en bij de invulling van open normen. |
Zoekresultaat: 559 artikelen
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | gewoonte, codificatie, algemene voorwaarden, redelijkheid en billijkheid, lex mercatoria |
Auteurs | Mr. J.J. Valk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2021 |
Trefwoorden | platformen, algemene voorwaarden, p2b-Verordening, servicenormen, rechtsbescherming |
Auteurs | Prof. dr. mr. V. Mak |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de platformeconomie zijn consumenten niet de enige zwakke partij. Ook aanbieders die hun producten of diensten aanbieden via een platform dat ook eigen aanbod heeft (‘derde-aanbieders’), hebben vaak een zwakke onderhandelingspositie en worden gebonden aan strenge voorwaarden en prestatienormen. In dit artikel onderzoekt de auteur welke bescherming derde-aanbieders genieten tegen strenge servicenormen van online platformen, in het bijzonder onder de Europese platform-to-business-Verordening en de algemenevoorwaardenregels uit het BW. |
Kroniek |
Insolventieprocesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2021 |
Auteurs | Evelyne Groot |
Auteursinformatie |
Artikel |
Kroniek Burgerlijk Procesrecht 2020 |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 2 2021 |
Auteurs | Robert Hendrikse, Floris-Jan Werners, Justin Interfurth e.a. |
Artikel |
Het ontbinden van een overeenkomst en de Tenzij-jurisprudentie |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | Ontbinding, Tekortkoming, Tenzij-clausule, Rechtszekerheid, Eigen Haard |
Auteurs | Mr. A.J. Rijsterborgh |
SamenvattingAuteursinformatie |
Meijers heeft een ontbindingsregime ontwikkeld dat voornamelijk was geënt op het (eenzijdig) belang van de schuldeiser. De Hoge Raad heeft zowel voor als na de invoering van het BW het door Meijers ontworpen regime mijns inziens gerelativeerd door bij de beoordeling van de ontbindingsbevoegdheid de belangen van de schuldenaar via een open belangenafweging te laten meewegen. In de Tenzij-jurisprudentie heeft de Hoge Raad zijn eerdere – meer gefragmenteerde – rechtspraak op het gebied van ontbinding bevestigd en gepresenteerd als een meer coherent systeem. Alhoewel het misschien (rechtspolitiek) wenselijk kan zijn om de belangen van een schuldenaar zwaarder te laten meewegen, wordt hiermee wel afbreuk gedaan aan het – aanvankelijk – scherpe normenkader van artikel 6:265 lid 1 BW. De auteur betoogt dat als gevolg daarvan de ontbindingsrechtspraak minder voorspelbaar is. Zo valt in het Tenzij-arrest op dat voorzieningenrechter en hof tot verschillende uitkomsten komen. De onvoorspelbaarheid wordt volgens de auteur versterkt doordat de omstandigheden die de rechter bij een beslissing over een ontbinding kan meewegen, zowel aan de kant van de schuldeiser als aan die van de schuldenaar, tot het moment van vonnis moving targets kunnen zijn. |
Actualia contractspraktijk |
Het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst anno 2021 |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | Franchise, Franchiseovereenkomst, Wet franchise, Non concurrentiebeding, Jurisprudentie |
Auteurs | Mr. J.H. Kolenbrander |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven van de jurisprudentie op het gebied van het postcontractuele non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst. Ook wordt stilgestaan bij de invloed van de Wet franchise op postcontractuele non-concurrentiebedingen in franchiseovereenkomsten. |
Artikel |
Groene ketenaansprakelijkheidGeen ontkomen aan |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | georganiseerde misdaad, ecologische misdaad, corruptie, fraude, Oekraïne |
Auteurs | Em. prof. dr. P.C. van Duyne |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt verslag gedaan van onderzoek naar ontbossing in Oekraïne. Uit door Earthsight en plaatselijke onderzoeksjournalisten uitgevoerd onderzoek blijkt dat een groot deel van het naar de EU uitgevoerde hout onwettig gewonnen is, mogelijk gemaakt door corruptie van hooggeplaatste ambtenaren. De in de EU gebruikte duurzaamheidscertificaten blijken de lading niet te dekken. Voorgesteld wordt een systeem van objectieve risicoaansprakelijkheid voor elke schakel in de handelsketen in te voeren: van oorsprong tot eindhandelaar. |
|
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtTweede helft 2020 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. J. Boonstra, mr. dr. S.S. Buisman e.a. |
Covid-19 |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | Covid-19, staatssteun, mededingingsregels, Tijdelijke Kaderregeling, Tijdelijk Raamwerk |
Auteurs | Mr. M.C. van Heezik, Mr. drs L.N.M. van Uden en Mr. L.G.J. Fiorilli |
SamenvattingAuteursinformatie |
De mededingingsregels, waaronder de staatssteunregels, bieden ruimte aan overheden en ondernemingen om de ingrijpende economische gevolgen als gevolg van de Covid-19-crisis op te vangen. In tijdelijke kaders heeft de Europese Commissie uiteengezet welke bijzondere steunmaatregelen en welke samenwerkingsvormen tussen concurrerende ondernemingen zijn toegestaan. Om snel ingrijpen mogelijk te maken heeft de Commissie voorzien in flexibele procedures die op korte termijn rechtszekerheid bieden. In deze bijdrage bespreken wij de specifieke invulling van de mededingingsregels in de tijdelijke kaders en gaan wij in op de vraag wat de tijdelijke materiële en procedurele flexibiliteit betekent voor de toekomst van deze regels. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2020 |
Trefwoorden | algemene voorwaarden, voorrangsregels, verkeersvrijheden, uitvoerbeperking, discriminatieverbod |
Auteurs | Mr. L.M. van Bochove en Mr. T.J. de Graaf |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs onderzoeken hoe art. 6:247 lid 2 BW, dat de algemenevoorwaardenafdeling uitschakelt voor internationale overeenkomsten, zich verhoudt tot het Europese recht. Zij concluderen dat de bepaling verenigbaar is met de Rome I-Verordening, maar strijdig met het discriminatieverbod dat voortvloeit uit de verkeersvrijheden. Ook doen zij een voorstel tot wetswijziging. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | ruimtelijke ordening, Europees recht, pakketbenadering, evenredigheid |
Auteurs | Mr. G.H.J. (Gijs) Heutink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel gaat auteur in op een aantal uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak in navolging op de zaak Appingedam. Auteur bespreekt hoe de Afdeling de ‘pakketbenadering’ toepast in deze jurisprudentie. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4-5 2020 |
Trefwoorden | Concept Leidraad Duurzaamheidsafspraken, duurzaamheid, ACM |
Auteurs | Pim Jansen en Sarah Beeston |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 9 juli 2020 heeft de ACM de Concept Leidraad Duurzaamheidsafspraken ter consultatie op haar website gepubliceerd. Hiermee beoogt de ACM te verduidelijken onder welke omstandigheden afspraken met een duurzame doelstelling met artikel 6 Mw en 101 VWEU verenigbaar zijn, inclusief op basis van de in het derde lid vervatte efficiencytoets. In deze bijdrage wordt eerst een historische parallel getrokken met de verhouding tussen de theorie van de ‘tragedy of the commons’ enerzijds en het Nederlandse poldermodel anderzijds. Vervolgens wordt de Leidraad gecontextualiseerd, beschreven en, tot slot, geanalyseerd. |
Artikel |
Wetsvoorstel ruimte voor duurzaamheidsinitiatieven: een reddingsboei voor duurzaamheid? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4-5 2020 |
Trefwoorden | Concept Leidraad Duurzaamheidsafspraken, duurzaamheid, wetsvoorstel, ACM, Wet ruimte voor duurzaamheidsinitiatieven |
Auteurs | Arnout Koeman en Paul Deza de Massiac |
SamenvattingAuteursinformatie |
In haar recent gepubliceerde Concept Leidraad Duurzaamheidsafspraken oppert de Autoriteit Consument & Markt dat het wetsvoorstel ruimte voor duurzaamheidsinitiatieven als mogelijkheid gebruikt kan worden om duurzaamheidsafspraken die in strijd zijn met de Mededingingswet toch verder te brengen. In dit artikel bespreken de auteurs dit wetsvoorstel en geven zij hun mening over de verschillende kanttekeningen die de Afdeling advisering van de Raad van State er eerder bij heeft gemaakt. Zij sluiten het artikel af met enkele fundamentele opmerkingen bij het wetsvoorstel. |
Titel |
De verstrekking van juridische voorwaarden in het voorportaal van de cloud |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | account, cloudcontract, algemene voorwaarden, toestemming, gegevensbescherming |
Auteurs | Mr. dr. Evert Neppelenbroek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Steeds meer particulieren maken gebruik van een cloudprovider voor het delen of bewaren van documenten. Bij het aanmaken van het account voor de toegang tot deze digitale dienst moeten deze gebruikers akkoord gaan met de juridische voorwaarden. In deze bijdrage wordt de terbeschikkingstelling van deze voorwaarden kritisch bekeken vanuit de regelingen over algemene voorwaarden in het Burgerlijk Wetboek en over toestemming als grond voor gegevensverwerking in de Algemene Verordening Gegevensbescherming. |
Artikel |
Een decennium oordelen over doorlopende kredieten: uiteenlopende interpretaties van het contractuele rentewijzigingsbeding |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | rentewijzigingsbeding, kredietovereenkomsten, marktrente, doorlopend krediet, Kifid |
Auteurs | Mr. drs. Ruud van de Meerakker |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recent hebben zowel de Commissie van Beroep financiële dienstverlening als diverse rechters uitspraken gedaan over rentewijzigingsbedingen. Dergelijke bedingen gebruikten kredietverstrekkers van doorlopende kredietovereenkomsten om de variabele rente van die kredieten aan te passen. De uitspraken markeren de verschuiving van een nadruk op contractvrijheid en marktwerking naar de focus op een zekere mate van marktregulering en consumentenbescherming. In deze bijdrage wordt uiteengezet via welke weg deze verschuiving het afgelopen decennium heeft plaatsgevonden en wordt bijzondere aandacht gegeven aan de huidige stand van zaken, waarin twee wegen te herkennen zijn. Door de Commissie van Beroep is het beding uitgelegd – zodat consumenten mochten verwachten dat hun rente in de pas zou blijven met de marktrente. In de rechtspraak is in veel gevallen besloten tot vernietiging van het beding. Geconcludeerd wordt welke van de beide oordelen het meest overtuigt. |
Annotatie |
Bindende minimumtarieven voor echte zelfstandigen: een analyse van Nederlands en Europees rechtHvJ EU 4 juli 2019, C-377/17, ECLI:EU:C:2019 (Commissie/Duitsland) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Minimumtarief, Zelfstandigen, Verkeersvrijheden, Mededingingsrecht, Avv-cao’s |
Auteurs | Prof. mr. Femke Laagland |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het zzp-dossier houdt de politieke gemoederen in Nederland al geruime tijd bezig. Een van de maatregelen waarover wordt nagedacht is een minimumtarief voor zelfstandigen. Een conceptwetsvoorstel minimumtarief zelfstandigen kon op draagvlak rekenen in politiek, wetenschap en praktijk, maar sneuvelde op de uitvoerbaarheid. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft zijn hoop nu gevestigd op de sociale partners. Ook andere landen trachten bindende minimumtarieven voor zelfstandigen te realiseren. In 2019 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie zich uitgelaten over de Duitse HOAI, waarin vaste honoraria voor architecten en ingenieurs zijn vastgelegd. De Duitse wet bleek in strijd met de vrijheid van vestiging. In deze annotatie wordt het arrest geanalyseerd en wordt nagegaan hoe de Nederlandse initiatieven zich verhouden tot het Europese recht. De annotatie sluit af met aanbevelingen voor een Nederlandse coherente aanpak die de Europese toets kan doorstaan. |
Wetenschap |
De Wet opheffing verpandingsverbodenEen kritische bespreking van de nieuwe regeling van art. 3:83 lid 3 en 4, 3:94 lid 5 en 3:239 lid 5 BW, alsmede van het overgangsrecht |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | cessie- en verpandingsverboden, Overdraagbaarheid, Nietigheid, Vormvoorschrift, goederenrecht |
Auteurs | Mr. dr. M.H.E. Rongen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt aandacht geschonken aan het wetsvoorstel ‘Wet opheffing verpandingsverboden’. Na inwerkingtreding van de wet kunnen de overdraagbaarheid en verpandbaarheid van een geldvordering op naam die voortkomt uit de uitoefening van een beroep of bedrijf niet meer door een beding tussen schuldenaar en schuldeiser worden uitgesloten of beperkt. De Wet opheffing verpandingsverboden beoogt de kredietmogelijkheden van het bedrijfsleven te vergroten door zeker te stellen dat bedrijfsmatig verkregen geldvorderingen als onderpand voor financieringen kunnen worden ingezet. De nieuwe regeling, de daarin opgenomen uitzonderingen en het overgangsrecht worden kritisch besproken. |
Artikel |
De betekenis van grondwettelijke grondrechten voor de wetgever: dode letter of zelfstandig ijkpunt? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | Grondwet, beperkingssystematiek, constitutionele toetsing |
Auteurs | Mr. dr. L.C. Groen en Prof. mr. L.F.M. Verhey |
SamenvattingAuteursinformatie |
Uit de letterlijke tekst van de grondrechtenbepalingen in de Grondwet volgt strikt genomen alleen de eis dat een grondrechtsbeperking op een formele wet moet zijn gebaseerd. Hieruit moet echter niet worden afgeleid dat er geen materiële vereisten gelden waaraan beperkingen van grondwettelijke grondrechten moeten voldoen: het grondwettelijk wetsbegrip leent zich voor een materiële invulling. Uit diverse passages in de parlementaire stukken blijkt dat de grondwetgever deze materiële invulling ook voor ogen had, en ook in de ontwikkelingen na de grondwetsherziening van 1983 zijn daarvoor aanknopingspunten te vinden. Met een dergelijke invulling kan de toetsing aan de Grondwet in het wetgevingsproces meer inhoud en diepgang krijgen. Het artikel beschrijft dit en biedt handvatten voor deze toetsing. |
Artikel |
De huurprijsbetalingsverplichting van huurders van middenstandsbedrijfsruimte in coronatijd |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Coronacrisis, Huurprijsvermindering, Opschorting huur |
Auteurs | Mr. dr. M.V.R. Snel |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt onderzocht of en zo ja onder welke condities de huurder van middenstandsbedrijfsruimte bevoegd is zijn verplichting tot betaling van de huurprijs tijdelijk uit te stellen en/of vermindering van de huurprijs te vorderen indien de coronacrisis tot een verminderd gebruik van het gehuurde heeft geleid. |