In deze bijdrage belicht de auteur de onderwerpen mededinging, duurzaamheid en klimaatverandering vanuit economisch perspectief en probeer hij te duiden wat de bijdrage van de economische wetenschap aan de discussie over mededinging en duurzaamheid zou kunnen zijn. Zijn belangrijkste stelling is dat mededinging niet slechts een instrument is, maar een publiek belang dat bescherming verdient, dat onze Mededingingswet dit belang onvoldoende beschermt en dat de ACM zich sterker als hoeder van dit belang zou moeten opstellen. |
Zoekresultaat: 13 artikelen
Artikel |
Concurrentie en duurzaamheid gaan hand in hand |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4-5 2020 |
Trefwoorden | duurzaamheid, artikel 101 VWEU, concurrentie, artikel 6 Mw, Mededingingsrecht |
Auteurs | Eric van Damme |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | selectieve distributieovereenkomsten, Coty, onlinemarktplaatsen, luxeproduct |
Auteurs | Elske Raedts en Felix Roscam Abbing |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt getoetst of er door de Coty-uitspraak van het Hof van Justitie een verandering is ontstaan in de toelaatbaarheid van bepaalde verboden binnen selectieve distributieovereenkomsten. Hierbij worden met name de Metro-criteria en bestaande rechtspraak (zoals Pierre Fabre en L’Oréal) vergeleken met de Coty-uitspraak en recente nationale rechtspraak in arresten zoals Asics en Nike. Uiteindelijk wordt geconcludeerd dat recente rechtspraak op een aantal vlakken duidelijkheid heeft gebracht, maar dat er nog steeds onduidelijkheden bestaan over de vragen of vanuit mededingingsrechtelijk perspectief een totaalverbod op verkoop via onlinemarktplaatsen toelaatbaar kan zijn en wanneer een product als luxeproduct kwalificeert. |
Redactioneel |
Zomerse beschouwingen |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2018 |
Auteurs | Erik Pijnacker Hordijk |
Auteursinformatie |
Mededinging |
Coty: beperking verkoop via internetplatforms magHet Hof van Justitie corrigeert Pierre Fabre maar had krachtiger leiding kunnen geven |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2018 |
Auteurs | Mr. G. Oosterhuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage betreft de prejudiciële uitspraak van het Hof van Justitie in het geschil tussen Coty Germany GmbH (Coty) en Parfümerie Akzente GmbH (Akzente).1x HvJ 6 december 2017, zaak C-230/16, Coty Germany GmbH/Parfümerie Akzente GmbH, ECLI:EU:C:2017:91 (hierna: Coty). Het Hof van Justitie oordeelt dat een selectief distributiestelsel verenigbaar kan zijn met het Europese mededingingsrecht indien het is vormgegeven om het luxe-imago van de betreffende producten te beschermen. In dat kader kan ook een verbod aan distributeurs om luxeproducten via platforms van derden te verkopen toegestaan zijn en vormt een dergelijk platformverbod geen hardcore beperking als bedoeld in Verordening (EU) nr. 330/2010. De uitspraak corrigeert Pierre Fabre maar geeft minder krachtig leiding dan had gekund. Noten
|
Jurisprudentie |
Misleidende informatie als strekkingsbeding: ontwikkelingen in de nieuwste Hoffmann-La Roche-zaakHvJ EU 23 januari 2018, zaak C-179/16, F. Hoffmann-La Roche Ltd e.a./Autorità Garante della Concorrenza e del Mercato, ECLI:EU:C:2018:25 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | artikel 101 TFEU, strekkingsbeding, nevenrestricties, relevante markt, Hoffmann-La Roche |
Auteurs | Alexander Hoogenboom |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de nieuwste Hoffmann-La Roche-zaak staat de vraag centraal of een overeenkomst om misleidende informatie te verspreiden naar zijn strekking de mededinging beperkt. Bij de beantwoording van deze vraag lijkt het Hof van Justitie een nieuwe definitie van het strekkingsbeding te introduceren: er moet sprake zijn van een concurrentievervalsing die zo evident is dat er geen redelijke twijfel bestaat dat de partijen beoogden de mededinging te vervalsen. Op bepaalde punten stelt de zaak echter teleur: de redenering inzake nevenrestricties is twijfelachtig in het licht van eerdere rechtspraak, en de overwegingen inzake de relevante markt lijken niet aan te sluiten bij de economische realiteit van de (geneesmiddelen)markt. |
Column |
De digitale economie & marktmacht |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2018 |
Auteurs | Tom Ottervanger |
Auteursinformatie |
Praktijk |
Kroniek civiele rechtspraak mededingingsrecht 2017 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2018 |
Auteurs | Marieke Bredenoord-Spoek en Stijn de Jong |
Auteursinformatie |
Impressies |
Wat is de impact van de Algemene Verordening Gegevensbescherming van de EU op internationale franchiseovereenkomsten? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Algemene Verordening Gegevensbescherming, Franchiseovereenkomsten, Nationaal en internationaal contracteren, E-commerce, Bescherming persoonsgegevens |
Auteurs | Mr. M. de Koning en Mr. dr. H.H. de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Algemene Verordening Gegevensbescherming (AVG) zal per ingang van 25 mei 2018 van toepassing zal zijn in alle EU-lidstaten. Het artikel zet de belangrijkste veranderingen die de AVG met zich meebrengt en de betekenis voor franchiseovereenkomsten uiteen. In het kort verruimt de AVG de rechten van betrokkenen (natuurlijke personen) op basis van hun fundamentele recht op gegevensbescherming en scherpt het de verplichtingen aan van de bij verwerking van persoonsgegevens betrokken ondernemingen. Ook verzwaart de Verordening het sanctieregime. |
Redactioneel |
De wendbaarheid van het mededingingsrecht |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5-6 2017 |
Auteurs | Rein Wesseling |
Auteursinformatie |
Artikel |
Eindrapport E-Commerce Sector Inquiry: extra aandacht voor geoblocking en verticale prijsbinding |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2017 |
Trefwoorden | E-commerce, Sector inquiry, Verticale prijsbinding, Geoblocking, Mededinging |
Auteurs | Mr. drs. D.P. Kuipers en Mr. G.P. Sholeh |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 10 mei 2017 heeft de Europese Commissie als onderdeel van haar Digital Single Market-strategie een eindrapport gepubliceerd waarin de conclusies van haar e-commerce sector inquiry zijn opgenomen. Dit eindrapport brengt handelspraktijken aan het licht die tot een beperking van de concurrentie zouden kunnen leiden op (digitale) e-commerce markten. In dit artikel bespreken wij onder andere de belangrijkste en interessantste bevindingen uit het eindrapport. Daarnaast bespreken we de beleidsconclusies van de Europese Commissie, en recente en nieuwe (inbreuk)zaken op het gebied van e-commerce. Wij sluiten af met enkele opmerkingen over de (mogelijke) betekenis van het eindrapport voor de (Nederlandse) rechtspraktijk. |
Column |
‘Creative destruction’ van het mededingingsrecht |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2017 |
Auteurs | Martijn Snoep |
Auteursinformatie |
Artikel |
E-commerce sector inquiryDe voorlopige (mededingingsrechtelijke) bevindingen van de Europese Commissie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 10 2016 |
Trefwoorden | E-commerce, Sector inquiry, mededinging, SWD(2016) 312, Sectoronderzoek |
Auteurs | Mr. drs. D.P. Kuipers en Mr. M.A.M.L. van de Sanden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 15 september 2016 heeft de Europese Commissie als onderdeel van haar Digital Single Market-strategie een rapport gepubliceerd waarin de voorlopige bevindingen van haar e-commerce sector inquiry zijn opgenomen. Dit rapport brengt de praktijken aan het licht die tot een beperking van de concurrentie zouden kunnen leiden. De bevindingen uit het rapport kunnen mogelijk een grote impact hebben op de e-commerce sector in de Europese Unie. In dit artikel worden de belangrijkste door de Commissie geïdentificeerde ontwikkelingen en praktijken beschreven alsmede of die ontwikkelingen en praktijken aanleiding geven tot mededingingsbezwaren. Het definitieve rapport wordt in het eerste kwartaal van 2017 verwacht. |
Artikel |
L’Oréal/eBay-arrest, genoeg voer voor nieuwe merk-jurisprudentie en aansprakelijkheid voor ISPs een stap dichterbij? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9 2011 |
Trefwoorden | merk, gebruik merk in het economisch verkeer, wezenlijke werking merk, aansprakelijkheid tussenpersonen, e-commerce richtlijn, hosting |
Auteurs | Mr. M.J. Heerma van Voss en Mr. V.A. Zwaan |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie heeft zich onlangs uitgelaten over bepaalde aspecten van het aanbieden van de online veilingsite eBay. De Engelse rechter heeft een aantal prejudiciële vragen aan het Hof van Justitie voorgelegd met betrekking tot het gebruik van merken van derden door adverteerders en aanbieders van online marktplaatsen in advertenties op hun sites en als key word voor Adwords-campagnes op sites van zoekmachines. Ook de vraag in hoeverre eBay aansprakelijk is voor merkinbreuk door adverteerders. |