|
Zoekresultaat: 114 artikelen
Artikel |
‘Wij zijn het tegenwicht’ |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 1 2021 |
Auteurs | Sabine Droogleever Fortuyn en Hans Roggen |
Auteursinformatie |
Wetenschap |
De Wet opheffing verpandingsverbodenEen kritische bespreking van de nieuwe regeling van art. 3:83 lid 3 en 4, 3:94 lid 5 en 3:239 lid 5 BW, alsmede van het overgangsrecht |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | cessie- en verpandingsverboden, Overdraagbaarheid, Nietigheid, Vormvoorschrift, goederenrecht |
Auteurs | Mr. dr. M.H.E. Rongen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt aandacht geschonken aan het wetsvoorstel ‘Wet opheffing verpandingsverboden’. Na inwerkingtreding van de wet kunnen de overdraagbaarheid en verpandbaarheid van een geldvordering op naam die voortkomt uit de uitoefening van een beroep of bedrijf niet meer door een beding tussen schuldenaar en schuldeiser worden uitgesloten of beperkt. De Wet opheffing verpandingsverboden beoogt de kredietmogelijkheden van het bedrijfsleven te vergroten door zeker te stellen dat bedrijfsmatig verkregen geldvorderingen als onderpand voor financieringen kunnen worden ingezet. De nieuwe regeling, de daarin opgenomen uitzonderingen en het overgangsrecht worden kritisch besproken. |
Actualia contractspraktijk |
Ontwikkelingen jurisprudentie agentuurovereenkomsten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Agentuur, Klantenvergoeding, Beëindiging agentuurrelatie, Artikel 7:428 BW, Provisie |
Auteurs | Mr. drs. H.S. Kleinjan |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt de in 2017 tot en met 2020 gewezen jurisprudentie over agentuurovereenkomsten besproken. Een breed scala aan onderwerpen met betrekking tot agentuurovereenkomsten passeerde de afgelopen drie jaar de revue bij de rechtbanken, de gerechtshoven en het Europese Hof van Justitie. |
Actualia contractspraktijk |
Lessen uit de eerste rechterlijke uitspraken over de COVID-19-crisis en onvoorziene omstandigheden en overmacht bij commerciële contracten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | COVID-19, Onvoorziene omstandigheden, Overmacht, Commerciële contracten, Overheidsmaatregelen |
Auteurs | Prof. mr. R.P.J.L. Tjittes en Mr. J.V. Tetelepta |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | familiebedrijf, nalatenschap, conflictvaardigheden, familievermogen |
Auteurs | Alain Laurent Verbeke en Katalien Bollen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this article the authors describe briefly the legal aspects of liquidation of an estate and the alternative way of mediation. Besides that they investigate what should better be done before the estate will be liquidated. It turns out that also in that case the facilitation of mediation is a wise choice. |
Annotatie |
Annotatie bij Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao 1 oktober 2018, zaaknr. CUR201601727, ECLI:NL:OGEAC:2018:267 |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | kwalificatie overeenkomst, art. 7A:1759 lid 1 BW, art. 7:201 lid 1 BW, huurovereenkomst, bruikleen |
Auteurs | Mr. P. Klik |
Auteursinformatie |
Artikel |
Contractvrijheid voor de bank? Opzegging van een betaalrekening |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2020 |
Trefwoorden | opzegging overeenkomst, bankrekening, contractdwang, integriteitsrisico |
Auteurs | Mr. I.S.J. Houben |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij opzegging door een bank van een overeenkomst inzake een betaalrekening kan spanning ontstaan tussen het belang van de bank, die moet voldoen aan internationale afspraken en toezichtswetgeving, en het belang van de klant, die zonder betaalrekening niet kan functioneren. In twijfelgevallen prevaleert in de civiele jurisprudentie vaak het belang van de klant. |
Annotatie |
Gedeeltelijke beëindiging en het toetsingsmoment in ontslagzakenHR 21 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:283 (werkneemster/Schoonmaakbedrijf Victoria B.V.) en ECLI:NL:HR:2020:284 (werknemer/werkgever) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | Gedeeltelijke ontbinding, Ex tunc, Ex nunc, Vermindering arbeidsduur, Wijziging arbeidsvoorwaarden |
Auteurs | Mr. dr. D.M.A. Bij de Vaate |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 21 februari 2020 wees de Hoge Raad een tweetal beschikkingen waarin de vraag naar de mogelijkheid van gedeeltelijke ontbinding en het toetsingsmoment van ontbindingsbeschikkingen in hoger beroep centraal stond. Op beide punten was nadere richting gewenst. De Kolom-beschikking kon vermoeden dat een belangrijke stap gezet was richting de mogelijkheid van een gedeeltelijke ontbinding. Niets blijkt minder waar, getuige het oordeel in de Victoria-beschikking, of toch…? Ook de vraag naar het toetsingsmoment van ontslagzaken in hoger beroep heeft de gemoederen beziggehouden. De Hoge Raad komt niet tot een uniform antwoord. Gaat het om een afgewezen ontbindingsbeschikking, dan is de toetsing in hoger beroep ex nunc; gaat het om een toegewezen ontbindingsbeschikking, dan is de toetsing ex tunc. Deze bijdrage onderwerpt de twee beschikkingen aan een nadere analyse. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | franchise, precontractuele informatie, goodwill, bedenktermijn, wetsvoorstel |
Auteurs | Prof. mr. H.N. Schelhaas en Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nadat eerdere voorontwerpen uit 2017 en 2018 kritisch werden onthaald tijdens de internetconsultatie, heeft de wetgever toch een wetsvoorstel voorgelegd aan de Tweede Kamer. Het voorontwerp uit 2018 diende als blauwdruk. In dit artikel wordt het wetsvoorstel besproken. De auteurs gaan in op de ratio legis, de precontractuele informatieverplichting en de goodwillplicht. Deze onderwerpen bespreken zij tegen de achtergrond van de huidige wettelijke regelingen, doctrine en rechtspraak. |
Ad Rem |
Zijn boilerplates ter zake van de beperking van het rechterlijk ingrijpen bij dwaling acceptabel? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | artikel 6:230 BW, dwaling, wijziging, redelijkheid en billijkheid |
Auteurs | Prof. mr. dr. T.H.M. van Wechem en Mr. A.J. Rijsterborgh |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs onderzoeken de vraag of partijen de rechtsgevolgen van dwaling, voor zover deze betrekking heeft op de wijzigingsbevoegdheid van de rechter op grond van artikel 6:230 lid 2 BW, contractueel regelen; kunnen partijen afstand doen van een rechtsvordering (of verweer) op grond van laatstgenoemd artikel en de rechter op dit punt buitenspel zetten? Alhoewel de Hoge Raad zich nog niet over deze vraag heeft uitgelaten en er goede argumenten voor een ander standpunt zijn, beantwoorden de auteurs de door hen gestelde vraag voorshands ontkennend. |
Actualia contractspraktijk |
Faillissement is niet (altijd) het bankroet van een contract |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Contract, Faillissement, Nebula, Verrekening, Opzegging |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard en Mr. M.P. Van Eeden-van Harskamp |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staan de auteurs stil bij de inwerking van de insolventieprocedure op overeenkomsten. Zij bespreken aan de hand van recente rechtspraak de hoofdregel dat het faillissement bestaande overeenkomsten niet beïnvloedt, het recht van de curator om tekort te schieten, de gevolgen van het faillissement voor verplichtingen uit huur-, pacht-, arbeids- en agentuurovereenkomsten en de mogelijkheden tot verrekening. |
Artikel |
De benchmarktransitie: van IBOR’s naar RFR’s door een civielrechtelijk labyrint? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | IBOR, benchmark, transitie, fallback, risk-free rate |
Auteurs | Mr. S. Uiterwijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bekende benchmarks om renteverplichtingen mee te berekenen, zoals LIBOR en EURIBOR, zullen mogelijk verdwijnen. Dit zal een impact hebben op allerlei financiële producten, met een marktwaarde geschat op honderden biljoenen euro’s. Naast professionele partijen kunnen ook consumenten hierdoor worden geraakt. Dit artikel beschrijft de benchmarktransitie en de civielrechtelijke aandachtspunten. |
Wetenschap en praktijk |
(On)zekerheden bij het financieren van het product-als-dienstmodel |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | zekerheden, circulaire economie, product-als-dienstmodel, natrekking, financiering |
Auteurs | Mr. dr. C.H.A. van Oostrum |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ondernemingen die ondernemen conform de uitgangpunten van de circulaire economie ervaren moeilijkheden bij het aantrekken van vreemd vermogen. Dit komt omdat hun innovatieve verdienmodellen voor kredietverstrekkers onzekerheden bevatten. Deze onzekerheden komen ook tot uitdrukking bij het op waarde schatten van de geboden zekerheden. Deze problematiek speelt met name bij circulaire ondernemingen met een product-als-dienstmodel. De problematiek komt voort uit het gegeven dat deze ondernemingen het product-als-dienstmodel toepassen op producten die een lage waarde vertegenwoordigen of die vatbaar zijn voor natrekking. Dit in tegenstelling tot ondernemingen met een traditionele toepassing van het product-als-dienstmodel zoals autoleasemaatschappijen. In dit artikel bespreekt de auteur onzekerheden die een rol spelen bij het bieden van zekerheid voor de financiering van het product-als-dienstmodel zoals dat wordt toegepast door circulaire ondernemingen. Ook wordt ingegaan op mogelijke oplossingen die zijn aangedragen in de literatuur en de praktijk. |
Actualia contractspraktijk |
Ingebrekestelling: misschien minder formeel, maar het blijft oppassen |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Ingebrekestelling, Verzuim, Redelijke termijn, Deformalisering |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 11 oktober 2019 wees de Hoge Raad het arrest Fraanje/Alukon. In dit arrest behandelde hij de vraag hoe de redelijke termijn in een ingebrekestelling moet worden bepaald. Ook oordeelde de Hoge Raad dat een ingebrekestelling niet aan formaliteiten gebonden is, maar dat de rechter er praktisch mee om moet gaan. Het arrest en zijn gevolgen worden in deze bijdrage besproken. |
Artikel |
De accountantsorganisatie en het inzagerecht van art. 843a Rv |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2019 |
Trefwoorden | accountant, beroepsaansprakelijkheid, AFM, interne positiebepaling, controledossier |
Auteurs | Mr. J.C. van Nass |
SamenvattingAuteursinformatie |
In procedures over de beroepsaansprakelijkheid van accountants speelt de administratie van de accountantsorganisatie een belangrijke rol. Het inzagerecht van art. 843a Rv geeft onder omstandigheden toegang tot het controledossier van de accountant, maar niet tot vertrouwelijke informatie die is uitgewisseld met de AFM en evenmin tot informatie die dient ter interne positiebepaling. |
Artikel |
Het vereiste van de zwaarwegende grond bij opzegging van duurovereenkomsten: niet dood en begraven |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2019 |
Trefwoorden | duurovereenkomst, opzegging, zwaarwegende grond, maatschappelijk belang, netwerkbedrijven |
Auteurs | Mr. I.S.J. Houben en Mr. J. Nijland |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ondanks het uitgangspunt dat een duurovereenkomst waarvoor geen wettelijke of contractuele opzeggingsregeling geldt in beginsel opzegbaar is, is opzegging soms alleen mogelijk bij een voldoende zwaarwegende grond. De aanwezigheid van een maatschappelijk belang kan een indicatie zijn dat een voldoende zwaarwegende grond is vereist. |
Artikel |
Kroniek Vermogensrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 7 2019 |
Auteurs | Coen Drion, Anna Zwalve, Bastiaan Kout e.a. |
Artikel |
Het nieuwe goud: betalen met data |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | persoonsgegevens, data, ontbinding, consumentenbescherming, toestemming |
Auteurs | Mr. dr. C. Spierings |
SamenvattingAuteursinformatie |
Gebruikers betalen voor veel online diensten niet met geld, maar met gegevens In dit artikel onderzoekt de auteur welke bescherming consumenten kunnen ontlenen aan de op 11 juni 2019 in werking getreden richtlijn over digitale inhoud en digitale diensten (2019/770) en de Algemene verordening gegevensbescherming. |
Artikel |
Kroniek IT-recht 2016-2018 |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 2 2019 |
Auteurs | Samantha d’Azevedo, Kirsten Gerhards, Pim Hesselink e.a. |