In deze bijdrage worden twee van de drie wetsvoorstellen voor een ‘eerlijke economie’ aan een kritische evaluatie onderworpen. Uit de historische en actuele schets die volgt, blijkt dat de wens om tot versterking van de positie van werknemers te komen bijzonder toepasselijk is in het huidige tijdsgewricht, waarin de factor arbeid op verschillende niveaus aan betekenis heeft ingeboet. |
Zoekresultaat: 188 artikelen
Artikel |
Ondernemingskamer en geschillen over de erfenis (deel II) |
Tijdschrift | AdvoTip, Aflevering 1 2021 |
Auteurs | Mr. dr. G.T.J. Hoff |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2021 |
Trefwoorden | aandeelhouderskapitalisme, werknemersaandelen, medezeggenschap, structuurregeling, certificering van aandelen |
Auteurs | Mr. J.E. Devilee |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De Nijmeegse beeldenstormBeschouwingen bij Hof Amsterdam (OK) 21 juli 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:2033 |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2021 |
Trefwoorden | enquêterecht, onmiddellijke voorzieningen, benoeming bestuur, kerkgenootschap, stichting |
Auteurs | Mr. J. Verstoep en Mr. L.Z. Bosman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreken auteurs de beschikking van de OK van 21 juli 2020, waarin zij onmiddellijke voorzieningen en een enquête heeft gelast bij de Stichting Katholieke Universiteit. Ze bespreken bepaalde juridische aspecten van onderhavige beschikking en de wijze waarop de OK die juridische begrippen in dit concrete geval heeft ingevuld. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 10-11 2020 |
Trefwoorden | jaarrekening, verzoekschriftprocedure, belanghebbende, kring van belanghebbenden, Timmerman |
Auteurs | Mr. C.E.J.M. Hanegraaf |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wetgever heeft de invulling van het begrip ‘belanghebbende’ in de jaarrekeningprocedure aan de rechtspraak overgelaten. Datzelfde geldt voor andere verzoekschriftprocedures waarbij rechtspersonen betrokken zijn. In de rechtspraak is het onderscheid ontwikkeld tussen twee kringen van belanghebbenden. A-G Timmerman stelt in een recente conclusie voor aan de kringenleer in de jaarrekeningprocedure dezelfde invulling te geven als aan de kringenleer zoals die ontwikkeld is buiten de jaarrekeningprocedure. De auteur gaat in op het voorstel van Timmerman. |
Artikel |
Naschrift bij de reactie van mr. J. Winkels |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2020 |
Trefwoorden | SNS-enquête, enquêtepraktijk, verschoningsrecht |
Auteurs | Mr. P.H.M. Broere |
SamenvattingAuteursinformatie |
Onlangs besprak de auteur in dit tijdschrift de SNS-beschikking waarin de Hoge Raad oordeelde dat aan het verschoningsrecht in het enquêterecht ook betekenis toekomt. Mr. J. Winkels schreef een reactie op die bijdrage, waarbij in dit naschrift enkele kanttekeningen worden geplaatst. |
Artikel |
Reactie op ‘Verstoppertje in het enquêterecht’ van mr. P.H.M. Broere |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2020 |
Trefwoorden | verschoningsrecht, weigeringsrecht, SNS, enquête, geprivilegieerd |
Auteurs | Mr. J. Winkels |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur geeft een reactie op het artikel van Broere over het verschoningsrecht en weigeringsrecht in enquêteprocedures. Ze bespreekt het belang, de grondslag en de reikwijdte van het verschoningsrecht en haar bezwaren tegen de door Broere geopperde mogelijkheden om aan de gevolgen van een beroep op het weigeringsrecht te ontkomen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2020 |
Trefwoorden | aanvangsmoment, art. 3:310 BW, art. 6:2 BW, rechtsverwerking, redelijkheid en billijkheid |
Auteurs | Mr. D.L. Barbiers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Er bestaat onduidelijkheid over de ratio van het subjectieve verjaringsrecht. In de literatuur is verdedigd dat de korte verjaringstermijn in conceptuele zin een vorm van rechtsverwerking is, maar niet elke uitspraak van de Hoge Raad over het subjectieve verjaringsrecht lijkt door die gedachte te kunnen worden verklaard. Met dit artikel beoog ik een bijdrage te leveren aan het inzicht in de normatieve achtergrond van het subjectieve verjaringsrecht en ga ik in op de verhouding tussen rechtsverwerking en subjectief verjaringsrecht. |
Wetenschap |
De concernenquête na SNS |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | concernverhoudingen, rechtszekerheid, economische werkelijkheid, houders van (certificaten van) aandelen, Landis |
Auteurs | Mr. dr. R.P. Jager |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn Landis-beschikking uit 2005 heeft de Hoge Raad de concernenquête gesanctioneerd, zodat aandeel- of certificaathouders van een moedermaatschappij de Ondernemingskamer (mede) bevoegdelijk, ex art. 2:346 lid 1 onder b of c BW, kunnen verzoeken om een onderzoek bij een daaronder hangende dochtermaatschappij. Vijftien jaar later heeft hij opnieuw een beschikking gegeven over deze enquête, en wel in de SNS-zaak. Die beschikking wordt in dit artikel onder de loep genomen. Met de Landis-beschikking is onze cassatierechter weggedobberd van de rechtszekerheid. In zijn SNS-beschikking roeit de Hoge Raad daar weer naartoe. Niettemin heeft hij die bestemming, de rechtszekerheid, nog niet bereikt. |
Wetenschap |
|
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Wet toetreding zorgaanbieders, IGJ, Wet toelating zorginstellingen, wetsvoorstel Wet bestuur en toezicht rechtspersonen, governance zorginstellingen |
Auteurs | Prof. mr. W.J. Oostwouder |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het artikel bespreekt de auteur de belangrijkste wijzigingen voor de interne toezichthouder (raad van commissarissen/raad van toezicht) in het nieuwe aangescherpte Kader goed bestuur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza), het (concept-)Uitvoeringsbesluit Wtza en het wetsvoorstel Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR). Vervolgens wordt nagegaan of deze wijzigingen logisch op elkaar aansluiten en in de praktijk leiden tot wenselijke resultaten. De conclusie is dat zowel de Wtza als het (concept-)Uitvoeringsbesluit Wtza niet aansluit bij het in het WBTR neergelegde governancemodel en het Kader goed bestuur in de praktijk niet goed uitvoerbaar is. |
Wetenschap |
Het wetsvoorstel wettelijke bedenktijd beursvennootschappen onderzocht |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | bedenktijd, openbaar bod, bestuurstaak, Aandeelhoudersrichtlijn, beursvennootschap |
Auteurs | Prof. mr. H. Koster |
SamenvattingAuteursinformatie |
Eind 2019 is het wetsvoorstel over het inroepen van een bedenktijd door het bestuur van een beursvennootschap bij de Tweede Kamer ingediend. De voorgestelde wettelijke regeling behelst dat het bestuur op basis van het voorgestelde art. 2:114b BW de mogelijkheid heeft een bedenktijd van maximaal 250 dagen in te roepen. Hiermee krijgt het bestuur de tijd voor inventarisatie en weging van de belangen van de onderneming en de stakeholders als zich bepaalde omstandigheden voordoen. Daarnaast bevat het wetsvoorstel een codificerende aanvulling van de wettelijke omschrijving van de bestuurstaak in art. 2:129 lid 1 BW. In dit artikel onderzoekt de auteur dit voorstel. |
Artikel |
Ondernemingskamer en geschillen over de erfenis (deel I) |
Tijdschrift | AdvoTip, Aflevering 12 2020 |
Auteurs | Mr. dr. G.T.J. Hoff |
Forum |
Ondernemingskamer stelt wanbeleid vast bij zorginstelling DeSeizoenenHof Amsterdam 24 januari 2020, ECLI:NL:GHAMS:2020:144 (CCr/DeSeizoenen) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | enquêteprocedure, wanbeleid zorginstelling, besluitvorming, governance |
Auteurs | S.M. van Rheenen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Ondernemingskamer stelt wanbeleid vast bij zorginstelling DeSeizoenen, vanwege onzorgvuldige besluitvorming en governance bij de totstandkoming van de vastgoedconstructie binnen de groepsstructuur. Deze bijdrage behandelt de toelaatbaarheid van de vastgoedconstructie, het daarmee samenhangende winstuitkeringsverbod, de vereiste zorgvuldigheid in de besluitvorming en governance van zorginstellingen en de cliëntenraad als interne toezichthouder. |
Jurisprudentie |
Het verschoningsrecht van de rechtspersoon |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Verschoningsrecht, Interne onderzoeken, Waiver doctrine, Advocaten, Enquêterecht |
Auteurs | Mr. J. Boonstra-Verhaert |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan wie het verschoningsrecht toekomt, welke informatie in beginsel onder het verschoningsrecht valt en wie zich op het verschoningsrecht kan beroepen, is recent door de Hoge Raad in civilibus verduidelijkt in het kader van het onderzoek van de Ondernemingskamer inzake SNS Reaal c.s. De Hoge Raad heeft bepaald dat aan de rechtspersoon die zich tot een advocaat of notaris heeft gewend geen afgeleid verschoningsrecht toekomt. De rechtspersoon kan wel een gerechtvaardigd belang hebben om te weigeren mee te werken aan een onderzoek. In dat geval kan ‘de rechtspersoon zich ook op de vertrouwelijkheid van de met de advocaat of notaris uitgewisselde informatie beroepen, indien de advocaat of notaris zich ter zake van deze informatie niet op het verschoningsrecht beroept’. Ook notulen en bestuursbesluiten kunnen informatie bevatten die onder het verschoningsrecht valt. Dit geldt eveneens voor informatie die door de rechtspersoon met derden, zoals in dit geval DNB en het ministerie van Financiën, is uitgewisseld. |
Artikel |
De materiële wijzigingen van de geschillenregeling onder het voorontwerp Wet aanpassing geschillenregeling en verduidelijking ontvankelijkheidseisen enquêteprocedure |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | toetsingsnorm, uitstoting, uittreding, duurzame ontwrichting, verwijtbaarheid |
Auteurs | Mr. J.A.G. de Boer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage behandelt de auteur de materiële wijzigingen van de geschillenregeling van het voorontwerp. Het voorontwerp is een stap in de goede richting naar een effectieve(re) geschillenregeling, maar komt niet aan alle bezwaren tegemoet. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | onderneming, vennootschap, stakeholderdenken, digitalisering, corporate governance |
Auteurs | Prof. mr. L. Timmerman |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur zet uiteen hoe de verhouding tussen onderneming en vennootschap zich vanaf 1900 heeft ontwikkeld. De auteur verwacht dat de invloed van de politiek op de onderneming en vennootschap in de komende jaren zal toenemen. Aan het slot van zijn beschouwing maakt de auteur een paar opmerkingen over de invloed van digitalisering op het vennootschapsrecht. Noten
|
Artikel |
Verstoppertje in het enquêterecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | SNS-enquête, enquêtepraktijk, verschoningsrecht |
Auteurs | Mr. P.H.M. Broere |
SamenvattingAuteursinformatie |
Onlangs oordeelde de Hoge Raad in de SNS-enquête dat aan het verschoningsrecht in het enquêterecht ook betekenis toekomt. De auteur bespreekt de beschikking van de Hoge Raad en de implicaties daarvan voor de enquêtepraktijk. Om aan de gevolgen van SNS te ontkomen wordt een drietal oplossingsrichtingen aangereikt. |
Artikel |
De voorzitter van de raad van commissarissen, of: de éminence grise van het vennootschapsrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 10-11 2019 |
Trefwoorden | toezicht en advies raad van commissarissen, bemiddelingsrol raad van commissarissen, enquêterecht, Corporate Governance Code, overnamebod |
Auteurs | Mr. dr. G.N.H. Kemperink |
SamenvattingAuteursinformatie |
De voorzitter van de raad van commissarissen vervult een spilfunctie in de vennootschap. Hij is voor de raad het contactpunt met bestuur en aandeelhouders. Hij wordt geacht de regie te nemen in crisissituaties. Dit roept de vraag op of de juridische positie van de voorzitter niet nader omlijnd zou moeten worden. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2019 |
Trefwoorden | economisch marktdenken, social entrepreneurship, externaliteiten, BVm |
Auteurs | Mr. J.E. Devilee |
SamenvattingAuteursinformatie |
Verslag van het MvO-symposium van 29 mei 2019, met lezingen over hoe het economisch marktdenken het sociale in het ondernemingsrecht in de verdrukking heeft gebracht, social entrepreneurship en tot slot de rol van het vennootschapsrecht in relatie tot externaliteiten. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2019 |
Trefwoorden | Xeikon, enquêteprocedure, oproeping, vormverzuim, cassatie |
Auteurs | Mr. T. Drenth |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad casseert bij beschikking van 19 juli 2019 een deel van de (tweede-fase)beschikking en de daarop volgende verbeteringsbeschikking van de Ondernemingskamer met betrekking tot de enquêteprocedure inzake Xeikon N.V., kort gezegd wegens vormverzuim door de Ondernemingskamer. Deze bijdrage bespreekt de beschikking en de gevolgen daarvan. |
Wetenschap |
Twee heren (in één transactie) dienen, mag dat nu wel of (soms) toch niet? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | tegenstrijdig belang, belangenverstrengeling, Bruil, corporate governance, Wet bestuur en toezicht rechtspersonen |
Auteurs | Prof. mr. W.J. Oostwouder en Mr. T. Spronk |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wet bevat geen duidelijke definitie voor het begrip ‘tegenstrijdig belang’. Ook de wetsgeschiedenis biedt onvoldoende aanknopingspunten voor een eenduidige interpretatie van dit begrip en zijn toepassing. De minister verwijst wel naar het in 2007 gewezen Bruil-arrest. Hieruit blijkt dat ook in het sinds 2013 geldende recht moet worden uitgegaan van de in dit arrest aangenomen verschuiving van de abstracte leer naar de materiële leer. Dit neemt niet weg dat er twijfels ontstaan over de ex-antetoepassing van de ex post geformuleerde Bruil-norm, de specifieke invulling van het materiële begrip en de verhouding tussen de tegenstrijdig-belangregeling en de Linders/Hofstee-regels. Deze onduidelijkheid wordt versterkt door de verschillende interpretaties van dit begrip in de governancecodes en recente uitspraken van de Ondernemingskamer en de Governancecommissie Gezondheidszorg. Een verheldering van dit begrip door de wetgever in het kader van de behandeling van het wetsvoorstel Wet bestuur en toezicht rechtspersonen zou derhalve gewenst zijn. |