In een drietal recente arresten komt het productbegrip uit de richtlijn productaansprakelijkheid (85/374/EEG) aan de orde. De arresten laten zien dat wat een product is lang niet altijd eenduidig valt te beantwoorden, hetgeen consequenties kan hebben voor het verhaal van schade door letselschadeslachtoffers op grond van de regeling productaansprakelijkheid. Reden genoeg om deze arresten te bespreken, aan de hand daarvan bepaalde aspecten van het productbegrip uit te lichten en in te gaan op welke voor de letselschadepraktijk relevante aanpassingen in het verlengde van die drie uitspraken mogelijk in de toekomst ophanden zijn. |
Zoekresultaat: 51 artikelen
Artikel |
Het productbegrip bij productaansprakelijkheid aan de hand van drie arresten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | kanalisatie, software, AI, informatie, product |
Auteurs | Mr. dr. G.M. Veldt |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De plaats van de contractuele beëindigingsvergoeding bij de begroting van de billijke vergoeding |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | beëindigingsvergoeding, Billijke vergoeding, vertrekvergoeding, Transitievergoeding, begroting |
Auteurs | mr. Youssef el Harchaoui en mr. Jan C.T.F Lokin |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het artikel gaat in op de vraag of de contractuele beëindigingsvergoeding betrokken dient te worden bij de begroting van de billijke vergoeding. Om deze vraag te beantwoorden, gaan de auteurs in op de billijke vergoeding, de contractuele beëindigingsvergoeding en de transitievergoeding. Laatstgenoemde vergoeding vertoont gelijkenissen met de contractuele beëindigingsvergoeding en moet volgens de Hoge Raad (New Hairstyle-arrest) bij de begroting van de billijke vergoeding betrokken worden. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | erkenning, genoegdoening, slachtofferparticipatie |
Auteurs | Dr. C.J. Ruppert |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds de Tweede Wereldoorlog heeft de Nederlandse overheid allerlei collectieve schaderegelingen gemaakt. Het overgrote deel van deze schaderegelingen wordt uit de publieke middelen gefinancierd. In een onlangs verschenen onderzoek worden de 44 Nederlandse regelingen voor collectieve schade geanalyseerd. De algemene uitkomst is dat veel van deze regelingen hun doel voorbijschieten. Ze zijn niet goed doordacht en onvoldoende uitgewerkt. Ook geven ze slachtoffers lang niet altijd voldoende erkenning voor wat hun is overkomen. In dit artikel wordt ingegaan op het in het onderzoek gehanteerde beoordelingskader en op de schaderegelingen die werden ingesteld naar aanleiding van seksueel misbruik en geweld in de jeugdzorg. Geconcludeerd wordt dat hier wel geheel of gedeeltelijk gecompenseerd werd, maar dat slachtoffers slechts deels erkenning en genoegdoening kregen. In deze schaderegelingen zaten weeffouten die in de toekomst moeten worden vermeden. Algemene lessen voor de toekomst zijn om beter te luisteren en zo veel mogelijk aan te sluiten bij wat slachtoffers wensen, om de uitvoering van een collectieve schaderegeling niet louter bureaucratisch en formalistisch te doen verlopen, om ruimte te creëren waardoor uitzonderingen mogelijk zijn ten faveure van de slachtoffers, en om de uitvoering te monitoren en collectieve schaderegelingen periodiek te evalueren. |
Actualia contractspraktijk |
Non-conformiteit en klagen verder ingekaderd: over gecedeerde vorderingen en beroepsfouten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | klachtplicht, Non-conformiteit, Algemene voorwaarden, huurkoop |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad heeft in 2021 het recht over conformiteit en de klachtplicht van verdere kaders voorzien. Non-conformiteit van gecedeerde vorderingen lijkt erg contractueel te worden ingekleurd en klagen hoeft niet als in het geheel niet is gepresteerd. Daarmee lijken contractuele bepalingen over klachtplicht en non-conformiteit nog belangrijker. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | omgevingsrecht, energietransitie, gedoogbeschikking, grondbeleid, belemmeringen |
Auteurs | Mr. A.P. (Arjan) van Delden en Mr. S.A. (Sheila) van Gemeren |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de praktijk worden regelmatig bij beschikking gedoogplichten opgelegd voor de realisering van nutsvoorzieningen, al dan niet in het kader van de energietransitie. De Omgevingswet verruimt de bevoegdheden om gedoogbeschikkingen te kunnen verlenen en gaat uit van het principe dat voor een onteigeningsbeschikking geen plaats is indien met een gedoogbeschikking een ‘vergelijkbaar resultaat’ kan worden bereikt. Daarmee ontwikkelt de gedoogbeschikking zich tot een belangrijk grondbeleidsinstrument. In deze bijdrage bespreken en vergelijken de auteurs de oude en de nieuwe wettelijke regeling en de daaraan verbonden rechtsbescherming, de verhouding tussen onteigenen en gedogen, het beginsel van de volledige schadeloosstelling en de voorzichtige wettelijke introductie van een gebruiksvergoeding. De auteurs doen aanbevelingen voor de praktijk. |
Documentairebespreking |
Alleen tegen de staat |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 3 2021 |
Auteurs | Renée Kool |
Auteursinformatie |
Artikel |
Leren exonereren: een update |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | exoneratie, artikel 6:233 onder a BW, art, 6:248 lid 2 BW, algemene voorwaarden |
Auteurs | T.H.M. van Wechem |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn arrest van 29 januari 2021 (Bart’s retail) lijkt de Hoge Raad af te wijken van de lijn die leek te zijn uitgezet in het arrest GTI/Zurich uit 2004. In dat als laatstgenoemde arrest overwoog de Hoge Raad, ten overvloede, dat bij overeenkomsten tussen professioneel dan wel commercieel handelende grote partijen in de regel extra terughoudendheid gepast is waar het gaat om het op grond van art. 6:248 lid 2 BW buiten toepassing laten van exoneratiebedingen. In de literatuur werd ervan uitgegaan dat deze regel zich uitstrekte tot overeenkomsten waarbij er sprake was van een gelijkwaardigheid tussen partijen. In de casus die ten grondslag lag aan het Hoge Raad arrest van 29 januari 2021, was dat niet het geval. Het betrof een overeenkomst tussen een grote franchiseorganisatie (die tevens optrad als verhuurder) en een kleine franchisenemer. De Hoge Raad lijkt te benadrukken dat ook dan de rechter tot extra terughoudend is gehouden, voor zover het het buiten spel zetten betreft van een tussen partijen overeengekomen exoneratie. De auteur plaatst dit arrest in context en vraagt zich af of een weging van de exoneratie over de boeg van artikel 6:233 onder a BW, tot hetzelfde resultaat zou hebben geleid. |
Artikel |
Moeders, let op uw dochters! Over multinationals en human rights due diligenceHof Den Haag 29 januari 2021, ECLI:NL:GHDHA:2021:132 (Oguru c.s./Shell Petroleum NV c.s. en Royal Dutch Shell Plc c.s.) |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 5-6 2021 |
Trefwoorden | concernaansprakelijkheid, foreign direct liability, business and human rights, duty of care |
Auteurs | Prof. mr. M.L. Lennarts |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het gerechtshof Den Haag heeft recent in een spraakmakend arrest geoordeeld dat Royal Dutch Shell moet zorgen voor een adequaat lekdetectiesysteem op een pijpleiding die wordt geëxploiteerd door een Nigeriaanse (klein)dochtervennootschap. De auteur laat zien welke rol Engelse precedenten hebben gespeeld bij de beslissing van het hof en bespreekt de invloed die mandatory human rights due diligence kan hebben op dit type zaken. |
Artikel |
De vordering tot vergoeding van koersgerelateerde schade geleden door aandeelhouders en optiebeleggersOver afgeleide schade van aandeelhouders en ‘dubbel afgeleide’ schade van optiebeleggers |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 10-11 2020 |
Trefwoorden | Poot/ABP-doctrine, afgeleide schade, benadeelde aandeelhouder, benadeelde optiebelegger, optiemarkt |
Auteurs | Mr. H.W. Haksteeg en Mr. drs. A.C.W. Pijls |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij koersschade dient onderscheid te worden gemaakt tussen schade die beleggers direct lijden als gevolg van misleidende berichtgeving en schade die zij indirect lijden als gevolg van de normschending van een derde jegens de beursvennootschap. Laatstgenoemde afgeleide of ‘dubbel afgeleide’ schade komt slechts in zeer uitzonderlijke gevallen voor vergoeding in aanmerking. De auteurs behandelen beide vormen van afgeleide schade en de bijbehorende Poot/ABP-doctrine en bespreken de (al-dan-niet) vergoeding van directe en ‘dubbel afgeleide’ schade geleden door optiebeleggers. |
Artikel |
Cybersecurity anno 2020Het is niet de vraag of je gehackt wordt, maar wanneer |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | cybercrime, cybersecurity, ransomware, (cyber)verzekeringen, losgeld |
Auteurs | Mr. N. van der Voort en Mr. W.M. Warnaars |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds enkele jaren neemt de dreiging van ransomware wereldwijd toe. Deze kwaadaardige gijzelsoftware kan elke organisatie treffen die geen of onjuiste maatregelen neemt. De laatste jaren is er een nieuwe trend zichtbaar: gerichte aanvallen met gebruik van ransomware op bedrijven (veelal grote multinationals) die een hoger losgeldbedrag kunnen en in sommige gevallen noodzakelijkerwijs zullen betalen. Deze trend is het afgelopen jaar veelvuldig door de media onder de aandacht gebracht en bedrijven zagen zich massaal genoodzaakt na te denken over het afsluiten van een zogenoemde cyberverzekering, met de achterliggende gedachte zich hiermee te beschermen tegen potentiële gevolgschade. |
Actualia contractspraktijk |
Faillissement is niet (altijd) het bankroet van een contract |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Contract, Faillissement, Nebula, Verrekening, Opzegging |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard en Mr. M.P. Van Eeden-van Harskamp |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staan de auteurs stil bij de inwerking van de insolventieprocedure op overeenkomsten. Zij bespreken aan de hand van recente rechtspraak de hoofdregel dat het faillissement bestaande overeenkomsten niet beïnvloedt, het recht van de curator om tekort te schieten, de gevolgen van het faillissement voor verplichtingen uit huur-, pacht-, arbeids- en agentuurovereenkomsten en de mogelijkheden tot verrekening. |
Artikel |
Het toepasselijk recht op gebundelde kartelschadeclaimsVan mozaïek tot Rubik’s Cube |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2020 |
Trefwoorden | kartelschade, Rome II, WCOD, marktregel, lex fori |
Auteurs | Mr. dr. L.M. van Bochove |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een internationale kartelschadevordering wordt beheerst door het recht van het land waar de markt is beïnvloed. In de praktijk blijkt deze marktregel echter moeilijk toepasbaar, vooral wanneer vorderingen gebundeld worden ingediend. Dit artikel bespreekt de knelpunten van de marktregel en onderzoekt de praktische en juridische haalbaarheid van alternatieve aanknopingspunten. |
Actualia contractspraktijk |
Ingebrekestelling: misschien minder formeel, maar het blijft oppassen |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Ingebrekestelling, Verzuim, Redelijke termijn, Deformalisering |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 11 oktober 2019 wees de Hoge Raad het arrest Fraanje/Alukon. In dit arrest behandelde hij de vraag hoe de redelijke termijn in een ingebrekestelling moet worden bepaald. Ook oordeelde de Hoge Raad dat een ingebrekestelling niet aan formaliteiten gebonden is, maar dat de rechter er praktisch mee om moet gaan. Het arrest en zijn gevolgen worden in deze bijdrage besproken. |
Serie-artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2019 |
Trefwoorden | schadepreventie, versterking, NPR, Nieuwbouwregeling, NAM |
Auteurs | Mr. J.S. Knot en Mr. P. van Eijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Auteurs onderzoeken de praktijk van vergoeding van kosten voor versterkingsmaatregelen in nieuwbouwprojecten. Zij analyseren de legitimiteit van de daarvoor in het leven geroepen Nieuwbouwregeling. Verder bespreken auteurs waar die regeling verbeterd zou kunnen worden in het licht van de aankomende nieuwe regeling die door de overheid zal worden uitgevoerd. |
Over de grens |
Minder ruimte voor hypothetische ‘onderhandelingsschadevergoeding’ bij schadevergoeding na ‘breach of contract’ in het Verenigd KoninkrijkMorris-Garner and another (Appellants)/One Step (Support) Ltd (Respondent) [2018] UKSC 20 |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | schadevergoeding, wanprestatie, schadevaststelling, Engels recht, ‘breach of contract’ |
Auteurs | Mr. drs. M. van Kogelenberg |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Over de grens |
Het recht van verhaal van de eindverkoper: in Duitsland, in Nederland en in de toekomst |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | consumentenkoop, recht van verhaal, beknelde eindverkoper, regresrecht, voorschakel |
Auteurs | Mr. T.J.K. van Santen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het recht van verhaal is in Nederland geregeld in artikel 7:25 BW en beoogt de beknelde eindverkoper te beschermen. Wanneer een consumentkoper zijn rechten jegens de eindverkoper heeft uitgeoefend, moet hij verhaal kunnen nemen op zijn voorschakel zodat hij niet met de aansprakelijkheid ‘blijft zitten’. De regeling beoogt dat de voor het gebrek verantwoordelijke partij uiteindelijk aansprakelijk is. Duitsland heeft op 1 januari 2018 enkele aanpassingen in het BGB doorgevoerd en ook het recht van verhaal aangepast. |
Artikel |
De begroting van de billijke vergoeding in het arbeidsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Billijke vergoeding, 681, Schadebegroting, New haistyle, Ernstig verwijtbaar handelen |
Auteurs | mr. Niels Jansen en mr. Rachel Rietveld |
SamenvattingAuteursinformatie |
Al sinds de inwerkingtreding van de Wwz bestaat de vraag hoe de hoogte van de billijke vergoeding moet worden bepaald. In het New Hairstyle-arrest beantwoordde de Hoge Raad onder andere de vraag of de gevolgen van het ontslag als gevolg van het ernstig verwijtbaar handelen van de werkgever mogen worden meegenomen bij de bepaling van de hoogte van de billijke vergoeding bevestigend. De auteurs bezien hoe het arrest van invloed is op de verschillende billijke vergoedingen en maken daartoe een vergelijking met de oude 681-schadevergoeding. Uiteindelijk worden handvatten gegeven tot een juiste onderbouwing van de hoogte van de billijke vergoeding te komen. |
Diversen |
Exoneraties voor indirecte schadeOver de uitleg van dit boilerplate-beding naar Nederlands en Anglo-Amerikaans recht |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | Uitleg, indirecte schade, Gevolgschade, Anglo-Amerikaans recht, Exoneratie |
Auteurs | Mr. J.W.A. Dousi |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een veelgebruikte aansprakelijkheidsbeperking (exoneratie) is een uitsluiting voor zogenoemde ‘indirecte schade’. Deze term is afkomstig uit het Anglo-Amerikaanse recht. De auteur bespreekt deze Anglo-Amerikaanse achtergrond en betoogt dat deze achtergrond, afhankelijk van de omstandigheden van het geval, een gezichtspunt kan zijn bij de uitleg van dit begrip naar Nederlands recht en bovendien een bron van inspiratie voor contractspartijen wanneer zij bij het opstellen van het contract een definitie opnemen van de term ‘indirecte schade’. De auteur concludeert dat de Anglo-Amerikaanse betekenis goed is in te passen in het Nederlandse recht, omdat zij aansluit bij (en kan fungeren als een verdere verfijning van) het element voorzienbaarheid in de toerekeningstoets van artikel 6:98 BW. |
Artikel |
Schadevergoeding voor gewezen verdachte in de schijnwerpers |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 1 2017 |
Auteurs | Mirthe Docter en Mirjam Ekkart |
Artikel |
De natuur in het gedingOver toekenning van rechten aan de natuur |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | milieu, rechten van de natuur, juridische mogelijkheden |
Auteurs | Mr. M.A.M. Bury |
SamenvattingAuteursinformatie |
Er zijn dermate veel voorbeelden in de (staten)praktijk waarbij het milieu wordt opgeofferd voor economische groei dat de vraag rijst wat de juridische mogelijkheden zijn voor het toekennen van rechten aan de natuur. Onderzocht wordt wat deze rechten mogelijk inhouden, waarna dit wordt afgezet tegen de Natuurbeschermingsverordening van Aruba. Kunnen de belangen van de natuur (wereldwijd) beter behartigd worden als zij rechten heeft? Een universele verklaring van de rechten van de natuur leidt ertoe dat de natuur in alle situaties waarin zich (grensoverschrijdende) milieuschade voordoet voor haar rechten kan opkomen. |