Hoewel het aanbestedingsrecht ten aanzien van niet-economische doelstellingen voorop lijkt te lopen ten opzichte van het mededingingsrecht, laten de in dit artikel besproken denkrichtingen zien dat ook binnen dit rechtsgebied mogelijk ruimte is om de aanbestedingsregels responsiever te maken ten aanzien van de maatschappelijke context waarin aanbestedingen momenteel plaatsvinden in Nederland en de EU. |
Zoekresultaat: 225 artikelen
Artikel |
Duurzaamheid en het aanbestedingsrecht: wel toekomstbestendig? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4-5 2020 |
Trefwoorden | duurzaamheid, aanbesteding, niet-economische doelstelling |
Auteurs | Willem Janssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Territoriale leveringsbeperkingen tussen de Benelux-landen: werkt de interne markt voor iedereen? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | territoriale leveringsbeperkingen, prijsverschillen, territorial supply constraints, detailprijzen, economische afhankelijkheid |
Auteurs | Christian Huveneers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het uitgangspunt van deze bijdrage is de vaststelling van prijsverschillen tussen lidstaten van de Europese Unie, in het bijzonder de vaststelling van hogere detailprijzen in België dan in naburige landen. Het artikel hanteert het begrip ‘territoriale leveringsbeperkingen’ (territorial supply constraints) als één van de belangrijkste oorzaken van die prijsverschillen en hoe deze in mededingingszaken worden behandeld. Ook biedt de bijdrage een overzicht van de empirische economische literatuur over andere mogelijke economische oorzaken van prijsverschillen. Ten slotte worden andere juridische instrumenten (dan het mededingingsrecht in enge zin) ter beschikking van mededingingsautoriteiten en rechtbanken gehanteerd, in het bijzonder het begrip ‘economische afhankelijkheid’ |
Artikel |
Privaatrecht en publiekrecht in de consumentenbescherming |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Private regulering, duaal stelsel WHC, consumentenrecht, publiekrechtelijk toezicht, strooischade |
Auteurs | Mr. E. Verviers |
SamenvattingAuteursinformatie |
De verhouding tussen bestuursrecht en privaatrecht, onderwerp van dit themanummer, speelde onder andere bij de totstandkoming van de Wet handhaving consumentenbescherming. Aan de hand van de relevante openbare documenten wordt aangetoond dat de vraag of het wenselijk is om op het privaatrechtelijke terrein van het consumentenrecht een publiekrechtelijke toezichthouder in te schakelen, zonder theoretische discussie bevestigend werd beantwoord. Met betrekking tot de vraag welke instrumenten de publiekrechtelijke toezichthouder daarbij ter beschikking staan, was er een gestage ontwikkeling van ‘zo min mogelijk publiekrechtelijke instrumenten, want het gaat om privaatrecht’ naar ‘volledig publiekrechtelijk handhaven, omdat er effectief toezicht moet zijn’. |
Artikel |
Het toepasselijk recht op gebundelde kartelschadeclaimsVan mozaïek tot Rubik’s Cube |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2020 |
Trefwoorden | kartelschade, Rome II, WCOD, marktregel, lex fori |
Auteurs | Mr. dr. L.M. van Bochove |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een internationale kartelschadevordering wordt beheerst door het recht van het land waar de markt is beïnvloed. In de praktijk blijkt deze marktregel echter moeilijk toepasbaar, vooral wanneer vorderingen gebundeld worden ingediend. Dit artikel bespreekt de knelpunten van de marktregel en onderzoekt de praktische en juridische haalbaarheid van alternatieve aanknopingspunten. |
Artikel |
Securitisatieverordening van kracht! |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2019 |
Trefwoorden | securitisatie, STS, cessie, CRR, toetsingsvermogen |
Auteurs | Mr. M. Kuilman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds 1 januari 2019 is een raamwerk voor simple, transparant and standardised (STS) securitisaties van kracht. In deze bijdrage wordt een aantal vermogensrechtelijke en prudentiële gevolgen van een securitisatie besproken en de impact van het nieuwe raamwerk. Daarbij wordt gekeken naar de richtsnoeren en de toelichting van de EBA. |
Asiel en migratie |
Integratie in het EU-migratierecht; uniformiteit of maatwerk? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2019 |
Trefwoorden | inburgering, verblijfsrechten, objectieve rechtvaardigingsgrond, evenredigheidsbeginsel |
Auteurs | Mr. H. Oosterom-Staples |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het arrest C en A is het derde arrest waarin het Hof van Justitie oordeelt over de bevoegdheid van lidstaten om integratievoorwaarden te stellen. Het uitgangspunt, dat kennis van de taal en de samenleving bijdraagt aan de integratie van vreemdelingen in hun gastlidstaat, wordt bevestigd. Dit is ook het geval voor de invulling van de beoordelingsruimte die lidstaten genieten in de uitvoering van deze bevoegdheid; integratievoorwaarden mogen geen selectiemiddel zijn. Integratie komen we ook tegen in de rechtspraak van het Hof van Justitie als doel van een wetgevingsmaatregel dat bepalend is voor de uitleg van rechten in die wetgevingsmaatregel en als objectieve rechtvaardigingsgrond in de context van de stand still-bepalingen in het Associatierecht EEG-Turkije. Zijn de rechtsregels in deze ‘integratierechtspraak’ onderling inwisselbaar, of is de invulling van het begrip integratie afhankelijk van de juridische context waarin het wordt gebruikt? De aanleiding voor deze bijdrage zijn de recente uitspraken van het Hof van Justitie in de zaken C en A en Yön. Om deze onderzoeksvraag te kunnen beantwoorden worden deze arresten ingebed in de eerdere arresten van het Hof van Justitie over integratie. |
Strafrecht |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2019 |
Trefwoorden | Europees Openbaar Ministerie, EOM, Rechtsbescherming, OLAF, Onderneming |
Auteurs | Mr. Y. de Vries en Mr. S.J. Lopik |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 augustus 2018 heeft de Europese Commissie (hierna: Commissie) bevestigd dat Nederland gaat deelnemen aan het Europees Openbaar Ministerie (hierna: EOM). Het EOM is een onafhankelijk vervolgingsorgaan dat, in het kort, bevoegd is om strafbare feiten die ten koste gaan van de EU-begroting te onderzoeken, vervolgen en voor de nationale strafrechter te brengen, een taak die tot dusver was voorbehouden aan de nationale vervolgingsautoriteiten (in Nederland het Openbaar Ministerie). Dit past in een trend waarbij de Unie, die historisch gezien indirect handhaaft, steeds vaker aan directe handhaving doet. Ook past het bij een Unie die steeds meer strafrechtelijke taken naar zich toetrekt: waar strafrechtelijke samenwerking tot het Verdrag van Lissabon nog behoorde tot de derde pijler, bestaan inmiddels meerdere Europeesrechtelijke strafrechtelijke agentschappen, waaronder Eurojust, Europol en OLAF. Er wordt ook wel gesproken van een europeanisering van het Nederlands strafrecht. De ambities van de Commissie voor het EOM strekken echter verder dan alleen het bestrijden van fraude. In deze bijdrage gaan wij in op de achtergrond van het EOM, de inrichting en taken van het EOM en de betekenis daarvan voor personen en ondernemingen die verdacht worden van strafbare feiten die binnen de bevoegdheid van het EOM vallen. |
Over de grens |
Het recht van verhaal van de eindverkoper: in Duitsland, in Nederland en in de toekomst |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | consumentenkoop, recht van verhaal, beknelde eindverkoper, regresrecht, voorschakel |
Auteurs | Mr. T.J.K. van Santen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het recht van verhaal is in Nederland geregeld in artikel 7:25 BW en beoogt de beknelde eindverkoper te beschermen. Wanneer een consumentkoper zijn rechten jegens de eindverkoper heeft uitgeoefend, moet hij verhaal kunnen nemen op zijn voorschakel zodat hij niet met de aansprakelijkheid ‘blijft zitten’. De regeling beoogt dat de voor het gebrek verantwoordelijke partij uiteindelijk aansprakelijk is. Duitsland heeft op 1 januari 2018 enkele aanpassingen in het BGB doorgevoerd en ook het recht van verhaal aangepast. |
Artikel |
Een schip op het strand is een baken in zeeOver de criminogene rol van bedrijven en overheden bij shipbreaking |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | shipbreaking, state-corporate crime, environmental crime, case study, waste |
Auteurs | Jasmien Claeys MSc en Dr. Lieselot Bisschop |
SamenvattingAuteursinformatie |
Shipbreaking is the dismantling of discarded vessels to reuse parts and recycle secondary raw materials. The majority of discarded vessels ends up on Southeast Asian beaches, dismantled without regard for the environment or human health. Our case study analyses the environmental crime of shipbreaking by using the theoretical framework of state-corporate crime as a frame of analysis. We focus on Germany and Greece as countries of origin and Bangladesh as a country of destination. Our findings show that shipbreaking is the result of a complex criminogenic interplay of economic and political actors on national as well as international level. |
Artikel |
Europese Betere Regelgeving: ‘denkrichtingen’ voor meer transparantie en participatie in het Nederlandse wetgevingsproces? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Betere Regelgeving, Europees privaatrecht, raadplegingen, internetconsultaties, democratische legitimiteit, Europees recht |
Auteurs | E.A.G. van Schagen LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
De initiatiefnota Lobby in het daglicht noemt Europese consultaties middels groenboeken en witboeken, conform de Richtsnoeren voor Betere Regelgeving, als een mogelijke denkrichting voor het Nederlandse wetgevingsproces. Aan de hand van ervaringen met publieke consultaties in het Europees privaatrecht schetst deze bijdrage in hoeverre deze consultaties de democratische legitimatie en de effectiviteit van het Europees recht zouden moeten versterken, en welke pijnpunten zichtbaar worden in consultaties en de Richtsnoeren. Ondanks deze pijnpunten bieden de Richtsnoeren een voorbeeld van goed ontwikkelde regels die in toenemende mate eisen stellen aan de openheid en transparantie van het Europese wetgevingsproces. De problemen in Europese consultaties maken tevens duidelijk dat op sommige punten scherpere regels wenselijk zijn. Daarnaast blijkt de uit gebrekkige naleving van de Richtsnoeren dat, als de Nederlandse wetgever ervoor kiest om regels te ontwikkelen, aandacht moet worden besteed aan de gevolgen van niet-naleving van toekomstige regels. |
Artikel |
Het ne bis in idem-beginsel in grensoverschrijdende zakenOpmerkingen naar aanleiding van zaak C-486/14 (Kossowski) |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | ne bis in idem-beginsel, jurisdisctiegeschillen, transnationale strafzaken, onherroepelijke beslissing, wederzijds vertrouwen |
Auteurs | Prof. mr. M. de Werd |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zaak C-486/14 (Kossowski) relativeert het Hof van Justitie het ne bis-beginsel in grensoverschrijdende zaken. Als een procedure tot strafvervolging in een lidstaat wordt beëindigd zonder dat een uitgebreid onderzoek is verricht [naar hetgeen er is gebeurd], is die beslissing mogelijk geen onherroepelijke beslissing in de zin van artikel 54 SUO en artikel 50 Handvest. Het in die bepalingen neergelegde ne bis-beginsel staat in zo’n geval niet in de weg aan een nieuwe vervolging in een andere lidstaat. |
Artikel |
De herziene Corporate Governance Code: van reikwijdte tot responstijd |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2017 |
Trefwoorden | Corporate Governance Code, reikwijdte, kleine beursfondsen, pas toe of leg uit, algemene vergadering |
Auteurs | Mr. M.C.A. van den Nieuwenhuijzen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De herziene Corporate Governance Code omvat een veelheid aan onderwerpen, waarvan in deze bijdrage de volgende de revue zullen passeren: de reikwijdte, kleinere beursfondsen, de ‘pas toe of leg uit’-regel en de algemene vergadering. |
Artikel |
‘Elk nadeel heb z’n voordeel’: (bewijslast)problematiek rondom het passing-on verweer in kartelschadezaken |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2016 |
Trefwoorden | bewijslast, passing-on verweer, kartelschadezaken, schadeverweer, voordeelstoerekening |
Auteurs | Rogier Meijer en Erik-Jan Zippro |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt aan de hand van het arrest TenneT/ABB, de Richtlijn en de Implementatiewet ingegaan op de manier waarop wordt omgegaan met het bewijs in kartelschadezaken, in het bijzonder bij het passing-on verweer. |
Artikel |
Wederzijds vertrouwen in EAB-zaken op de helling?Law in action vs. law in the books |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 8 2016 |
Trefwoorden | Kaderbesluit Europees aanhoudingsbevel, overleveringswet, wederzijds vertrouwen en erkenning, grondrechtenbescherming, artikel 4 Handvest |
Auteurs | Mr. M.I. Veldt-Foglia |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het beginsel van wederzijds vertrouwen en de erkenning van rechterlijke uitspraken in de EU is vanaf de invoering van het Europees aanhoudingsbevel in 2004 het uitgangspunt geweest. Het Hof van Justitie heeft daaraan ook strak de hand gehouden. Met het arrest in de zaken Pál Aranyosi en Robert Căldăraru erkent het Hof van Justitie dat een uitzondering mogelijk is in het geval van een dreigende schending van het in artikel 4 Handvest neergelegde verbod van een onmenselijke of vernederende behandeling op grond van de detentieomstandigheden in de aangezochte staat. In deze bijdrage wordt de betekenis van dit arrest bezien voor de Europese strafrechtelijke samenwerking. |
Artikel |
40 jaar Europa en mediationBeschouwing naar aanleiding van het eindverslag van de Europese Commissie inzake toepassing van de Mediationrichtlijn in de lidstaten |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Mediation Directive, Geschiedenis ADR, Verslag Europese Commissie, Mediationrichtlijn |
Auteurs | Annie de Roo en Rob Jagtenberg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Taking the recent European Commission’s Report on the application of Mediation Directive 2008/52/EC as a starting point, the authors set out to reconstruct the pattern of ADR/mediation activities undertaken by the EU and the Council of Europe over the past 40 years. The authors conclude that the European initiatives have been conducive to a broadening and deepening of the ADR debate. Remarkable shifts can be observed in the emphasis placed by the European agencies during this period, notably a shift from emancipatory to efficiency-based arguments. The inherent coupling of private mediation and public adjudication entails risks however for each of these distinct conflict resolution strategies. The authors call for advanced research designs to generate the data needed for a genuine evidence-based policy in this domain. |
Artikel |
De Europese richtlijn onschuldpresumptie: bescheiden harmonisatie van een fundamenteel strafrechtelijk beginsel |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2016 |
Trefwoorden | strafrecht, procedurele rechten, onschuldpresumptie, harmonisatie, zwijgrecht |
Auteurs | Mr. dr. L.A. van Noorloos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel schetst de totstandkoming en inhoud van Richtlijn (EU) 2016/343 inzake het onschuldvermoeden en het aanwezigheidsrecht bij strafprocedures. Waarom is deze richtlijn er gekomen en wat voor verplichtingen schept zij voor het strafprocesrecht van de lidstaten? Kan deze richtlijn op het eerste gezicht een adequate bijdrage leveren aan het garanderen van een eerlijk proces voor verdachten? |
Jurisprudentie |
Europese ontwikkelingen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2016 |
Auteurs | Mr. dr. A.G.F. Ancery |
Auteursinformatie |
Artikel |
Pleiten, schikken of slikkenEen economische analyse van de Richtlijn inzake schadevorderingen bij inbreuken op het mededingingsrecht |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | Richtlijn inzake schadevorderingen, schadevergoeding, boetes, civielrechtelijke handhaving, bestuursrechtelijke handhaving |
Auteurs | Peter van Wijck en Jan Kees Winters |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Richtlijn inzake schadevorderingen beoogt de ‘civielrechtelijke handhaving’ van het mededinginsgrecht te bevorderen door schadevergoedingsacties te stimuleren. De schade die door (met name) een kartel is veroorzaakt, dient geheel te worden vergoed. Economisch gezien betekent dit een extra financiële belasting bovenop de bestuursrechtelijke boete. Het lijkt dan aannemelijk dat de afschrikwekkende werking op kartelgedrag wordt vergroot. Of dat zo is, hangt af van diverse factoren, zoals de boete, pakkans, mogelijkheid tot schikken en de kans op het feitelijk verkrijgen van een schadevergoeding. |
Jurisprudentie |
Grenzen aan sociale concurrentie bij vrij verkeer van diensten en bij mededingingHvJ EU C-549/13, JAR 2014/264 (Bundesdruckerei GmbH) en HvJ EU C-413/13, JAR 2015/19 (FNV Kunsten Informatie en Media/FNV KIEM) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | Vrijheid van diensten, Mededinging, Europees recht, Sociale concurrentie |
Auteurs | A.P.C.M. Jaspers |
SamenvattingAuteursinformatie |
HvJ EU C-549/13, JAR 2014/264 (Bundesdruckerei GmbH) en HvJ EU C-413/13, JAR 2015/19 (FNV Kunsten Informatie en Media/FNV KIEM) |
Artikel |
De invloed van Europees recht op alternatieve wijzen van geschillenbeslechting (ADR) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2015 |
Trefwoorden | Europees consumentenrecht, ADR, ambtshalve toepassing, toetsing |
Auteurs | Mr. drs. I. Brand |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage behandelt de doorwerking van Europees consumentenrecht in ADR-procedures aan de hand van het arrest Heesakkers/Voets (NJ 2014/274). Vastgesteld wordt dat de rechterlijke controle op de handhaving van het Europees consumentenrecht in ADR-procedures is uitgebreid. Ook buitengerechtelijke geschillenbeslechters dienen (ambtshalve) toepassing te geven aan Europese consumentbeschermende bepalingen. |