Op 17 augustus 2015 wordt de Erfrechtverordening van toepassing. De verordening bevat zowel regels op het gebied van de bevoegdheid van de notaris om een Europese verklaring van erfrecht op te stellen, als regels van toepasselijk recht. In beide gevallen wordt gebruikt gemaakt van de aanknopingsfactor van de gewone verblijfplaats van de erflater. De vraag rijst echter hoe deze dient te worden vastgesteld. In deze bijdrage wordt stilgestaan bij het verschil tussen de begrippen woonplaats en gewone verblijfplaats, en wordt nader gekeken naar de factoren die een rol spelen bij de vaststelling van de gewone verblijfplaats van de erflater. |
Zoekresultaat: 29 artikelen
Jurisprudentie |
Jurisprudentieoverzicht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 3 2017 |
Auteurs | Mr. E.M.A. van Amersfoort |
Jurisprudentie |
Jurisprudentieoverzicht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 1 2017 |
Auteurs | Mr. E.M.A. van Amersfoort |
Artikel |
Gewone verblijfplaats in de Erfrechtverordening |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | internationaal erfrecht, gewone verblijfplaats, woonplaats, Erfrechtverordening |
Auteurs | Mr. dr. I. Curry-Sumner |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De Erfrechtverordening in een notendop: toepassingsgebied, toepasselijk recht en de Europese verklaring van erfrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | Europese Erfrechtverordening, toepasselijk recht, Europese erfrechtverklaring, erfrecht, IPR |
Auteurs | Mr. J.G. Knot |
SamenvattingAuteursinformatie |
IPR-vragen in nalatenschappen die op of na 17 augustus 2015 openvallen, worden in Nederland en de meeste andere EU-lidstaten beantwoord aan de hand van de regels uit de Erfrechtverordening. Dit artikel beoogt – in het kader van het onderhavige themanummer over de Erfrechtverordening – een overzicht te geven van de hoofdlijnen van deze verordening. Daarbij wordt onder meer ingegaan op het toepassingsgebied (welke onderwerpen regelt de verordening zoal en welke niet?) en het door de verordening als toepasselijk aangewezen erfrecht, zowel met als zonder rechtskeuze van de erflater. Ook wordt het in de verordening nieuw geïntroduceerde instrument van de Europese verklaring van erfrecht nader beschouwd. |
Artikel |
Oude rechtskeuzes: de Erfrechtverordening en het overgangsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | IPR, Europese Erfrechtverordening, rechtskeuze, overgangsrecht, international erfrecht, erfrecht |
Auteurs | Mr. J.G. Knot |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Erfrechtverordening is van toepassing op grensoverschrijdende nalatenschappen die op of na 17 augustus 2015 openvallen. De verordening staat het toe ten aanzien van het toepasselijke erfrecht een rechtskeuze uit te brengen. De vraag rijst echter hoe volgens de verordening moet worden omgegaan met een reeds vóór 17 augustus 2015 uitgebrachte rechtskeuze. Deze overgangsrechtelijke vraag is met name in Nederland van belang, omdat de rechtskeuzemogelijkheden hier te lande voorheen ruimer waren dan onder de verordening. Daar staat dan weer tegenover dat de oude Nederlandse rechtskeuze alleen ten aanzien van de vererving van de nalatenschap gold en niet ten aanzien van de afwikkeling. In deze bijdrage wordt bezien welke oude Nederlandse rechtskeuzes onder de verordening geldig (kunnen) zijn en wat precies de werkingsomvang van deze oude rechtskeuzes is. |
Artikel |
Problemen in verband met de beperkte erfrechtelijke rechtskeuzemogelijkheid in Nederlands-Duitse verhoudingen: nu en vanaf 17 augustus 2015 |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 6 2014 |
Trefwoorden | grensoverschrijdende erfopvolging, Duitsland, rechtskeuze, vererving, afwikkeling, internationaal erfrecht, Europese Erfrechtverordening |
Auteurs | W. Eule en Mr. J.G. Knot |
SamenvattingAuteursinformatie |
De praktijk wordt regelmatig geconfronteerd met nalatenschappen die raakvlakken hebben met zowel Duitsland als Nederland. De afwikkeling hiervan verloopt niet altijd even soepel, onder meer als gevolg van de afwijkende regels van internationaal erfrecht in Duitsland en Nederland. De rechtskeuzemogelijkheid van de erflater biedt meestal ook slechts beperkt uitkomst. In deze bijdrage worden de huidige problemen rondom toepasselijk erfrecht en rechtskeuze in Duits-Nederlandse verhoudingen in kaart gebracht en, waar mogelijk, van een (praktische) oplossing voorzien. Bovendien wordt onderzocht welke van deze problemen onder de Erfrechtverordening (vanaf 17 augustus 2015) zullen zijn opgelost en hoe met oude en nieuwe rechtskeuzes moet worden omgegaan in de Duits-Nederlandse boedelpraktijk. |
Artikel |
De nieuwe erfrechtelijke penshonado-regeling? |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | erfrecht, penshonado, legitieme portie, interregionaal, conflictregels |
Auteurs | Anita C.E. Sewberath Misser LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een artikel dat is afgeleid van de afstudeerscriptie van de auteur met als titel De invloed van de afschaffing van de legitieme portie op het interregionaal erfrecht binnen het Koninkrijk der Nederlanden. |
Artikel |
Uitvoering van de Europese Erfrechtverordening in Nederland: wijziging van Boek 10 BW en inpassing van de Europese erfrechtverklaring |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | internationaal erfrecht, grensoverschrijdende erfopvolging, Uitvoeringswet Verordening Erfrecht, Europese Erfrechtverordening, Haags Erfrechtverdrag 1989, Boek 10 BW, Europese erfrechtverklaring, IPR |
Auteurs | Mr. J.G. Knot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Onlangs is bij de Tweede Kamer een wetsvoorstel tot uitvoering van de Europese Erfrechtverordening ingediend. Verschillende onderdelen van de verordening vragen om nadere uitvoeringswetgeving in de lidstaten. In deze bijdrage worden de belangrijkste bepalingen uit het Nederlandse wetsvoorstel besproken. Onder meer de wijzigingen in Titel 12 van Boek 10 BW en de introductie van de Europese erfrechtverklaring in het Nederlandse rechtssysteem komen aan bod. |
Artikel |
Samenloop van erfrecht en adoptie in het Nederlandse internationaal privaatrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 4 2013 |
Auteurs | Mr. J.G. Knot en Mr. A. Mens |
Auteursinformatie |
Diversen |
Buitenlandse herroepingsclausule en het toepasselijke recht op de uitleg van uiterste wilsbeschikkingen |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | internationaal erfrecht, toepasselijk recht erfopvolging, uitleg testament, buitenlandse herroepingsclausule, overgangsrecht, Boek 10 BW, Haags Erfrechtverdrag 1989, Europese Erfrechtverordening |
Auteurs | Mr. J.G. Knot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aanleiding voor deze bijdrage vormt een arrest van het Hof Den Haag over de uitleg van een in het buitenland opgestelde testamentaire beschikking, met name op het punt van de daarin opgenomen herroepingsclausule. Is met die herroeping het eerder in Nederland opgemaakte testament geheel van tafel of is enige nuancering op haar plaats? Nu in deze zaak internationale elementen een rol speelden, was de vraag aan de orde aan de hand van welk recht de uitleg diende plaats te vinden. De overwegingen van het hof op dit punt worden aan een kritische analyse onderworpen. Hoe zit het met het overgangsrecht tussen de Wet conflictenrecht erfopvolging en titel 12 van Boek 10 BW? Had de erflater een geldige rechtskeuze uitgebracht en welk recht beheerst dan de erfopvolging? Valt ook de uitleg van uiterste wilsbeschikkingen onder de werkingssfeer van het Haags Erfrechtverdrag 1989? Ten slotte wordt de vraag gesteld of met dit arrest, waarin de herroeping uiteindelijk voor niet geschreven wordt gehouden – en in het licht van de toekomstige Europese Erfrechtverordening – elk gevaar van ‘ongelukken’ met buitenlandse herroepingsclausules is geweken. Conclusie: geenszins, voorzichtigheid blijft geboden. |
Artikel |
De Europese Erfrechtverordening: nieuwste loot aan de stam van het Europese IPR |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 8/9 2012 |
Trefwoorden | Europese Erfrechtverordening, IPR, erfrecht, verklaring van erfrecht, notaris |
Auteurs | Mr. J.G. Knot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 4 juli 2012 is de Europese Erfrechtverordening vastgesteld. Deze verordening introduceert geharmoniseerde regels in de Europese Unie (met uitzondering van het Verenigd Koninkrijk, Ierland en Denemarken) ten aanzien van de bevoegdheid, het toepasselijke recht en de erkenning en tenuitvoerlegging op het terrein van het internationaal erfrecht. Niet het materiële erfrecht, maar het IPR-erfrecht vormt daarmee het onderwerp van de verordening. Bovendien wordt met de verordening het instrument van de Europese erfrechtverklaring ingevoerd. Daarmee is de Erfrechtverordening een volgende – en naar het zich laat aanzien zeker niet de laatste – stap in het proces van Europeanisering van het IPR. |
Artikel |
Overweging 26: testeer- en keuzevrijheid ordre public en fraus legis |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 5 2012 |
Trefwoorden | IPR-erfrecht, Erfrechtverordening, rechtskeuze testeervrijheid, ordre public, fraus legis, dwingend erfrecht |
Auteurs | Prof. mr. F.W.J.M. Schols |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage stelt de auteur de vraag aan de orde of, na de inwerkingtreding van de Erfrechtverordening, ook het dwingende erfrecht van een ‘verordeningsland’ waarvan de erfwet niet van toepassing is, moet wijken, ook al zijn bijvoorbeeld goederen van de nalatenschap in dat land gelegen of had erflater aldaar zijn woonplaats. De auteur beantwoordt de vraag bevestigend. Bij zijn zoektocht stuit hij op overweging 26 bij de Erfrechtverordening: ‘Niets in deze verordening mag een gerecht beletten om mechanismen voor de bestrijding van wetsontduiking toe te passen, zoals fraus legis in het kader van het internationaal privaatrecht’, en spreekt de vrees uit dat Europese rechters overweging 26 te snel zullen aangrijpen als hun eigen dwingende erfrecht geweld wordt aangedaan. |
Artikel |
De gevolgen van de Europese Erfrechtverordening voor Nederbelgen |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 5 2012 |
Trefwoorden | internationaal privaatrecht, erfrecht, Nederbelgen, Europese Erfrechtverordening |
Auteurs | Mr. J.L.D.J. Maasland en Prof. dr. R.R.M. Barbaix |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage gaan de auteurs in op de gevolgen die het van toepassing worden van de Europese Erfrechtverordening heeft voor Nederbelgen. Zij bespreken daartoe allereerst het huidige Nederlandse en Belgische internationaal privaatrecht ten aanzien van het erfrecht. Daarna schetsen zij de hoofdlijnen van de Erfrechtverordening. Vervolgens lichten de auteurs aan de hand van een aantal voorbeeldsituaties de gevolgen van de Erfrechtverordening voor Nederbelgen toe. Zij sluiten af met een aantal conclusies en aanbevelingen. |
Redactioneel |
Ter introductie |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 5 2012 |
Auteurs | Mr. J.G. Knot |
Auteursinformatie |
Artikel |
Het vergeten testamentRb. Roermond 9 november 2011, LJN BU3506, Notamail 2011, 279 |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | internationaal erfrecht, rechtskeuze, geldigheid testament, vergeten testament, Wet conflictenrecht erfopvolging, Haags Erfrechtverdrag 1989, Europese Erfrechtverordening |
Auteurs | Mr. J.G. Knot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aanleiding voor dit artikel vormt een vonnis van de Rechtbank Roermond over een vergeten testament en de dwaling in het objectieve recht die daarvan het gevolg zou zijn. Aan de hand van de overwegingen van de rechtbank wordt nader ingegaan op de vraag hoe volgens Nederlands internationaal erfrecht in internationale situaties moet worden geoordeeld over het bestaan en de geldigheid van een testament, waarin de erflater een rechtskeuze heeft uitgebracht. Aan de orde komt onder meer de geldigheid wat betreft vorm en inhoud van zowel de rechtskeuze als het testament. Bovendien wordt besproken hoe het toepasselijke erfrecht moet worden bepaald indien het testament met de daarin opgenomen rechtskeuze ongeldig wordt geacht. Ten slotte is ook de stand van zaken rondom de totstandkoming van een Europese Erfrechtverordening kort onderwerp van bespreking. |
Artikel |
‘De internationaal erfrechtelijke fraus legis’Gewijzigd voorstel Europese Erfrechtverordening |
Tijdschrift | EstateTip Review, Aflevering 04 2012 |
Trefwoorden | internationaal |
Auteurs | |
Artikel |
Rechtskeuze voor buitenlands erfrecht en het wettelijk erfdeel |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 5 2011 |
Trefwoorden | internationaal erfrecht, rechtskeuze, legitieme portie/wettelijk erfdeel, Europese Erfrechtverordening, Boek 10 BW (Internationaal privaatrecht) |
Auteurs | Mr. J.G. Knot |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naar aanleiding van een drietal vonnissen van de Rechtbank Haarlem wordt nader ingegaan op de vraag hoe volgens Nederlands internationaal erfrecht de aanspraak op een legitieme portie dient te worden beoordeeld, in het licht van een rechtskeuze voor buitenlands erfrecht. Aan de orde komen onder meer het verschil tussen een conflictenrechtelijke en een materieelrechtelijke rechtskeuze en de gevolgen van een dubbele nationaliteit van de testateur voor de geldigheid van diens rechtskeuze. Tevens wordt bezien of de verhouding tussen rechtskeuze en wettelijk erfdeel zal veranderen onder de toekomstige Europese Erfrechtverordening (conform het thans voorliggende voorstel) of na inwerkingtreding van Boek 10 BW (per 1 januari 2012). Ten slotte wordt kort aandacht geschonken aan de mogelijkheid uit het Oostenrijkse erfrecht een afstammeling te onterven, zonder dat daardoor enige aanspraak op een legitieme portie ontstaat. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Vermogensrechtelijke Analyses, Aflevering 2 2011 |
Trefwoorden | Boek 10 BW internationaal privaatrecht, codificatie, algemene bepalingen, redelijkheid en billijkheid ook voor het IPR?, tweedeling BW-RV geschikt voor IPR?, verhouding tot het buitenlandse IPR |
Auteurs | Prof. mr. A.V.M. Struycken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Per 1 januari 2012 zal er een Boek 10 BW zijn dat de codificatie bevat van een groot deel van het Nederlandse IPR. Het gaat om een consolidatie van een reeks IPR-wetten die sedert 1980 tot stand zijn gekomen. Aandacht wordt besteed aan het proces van voorbereiding van Boek 10, aan de functie van de redelijkheid en billijkheid in het IPR, aan de geschiktheid van het BW als onderdak voor het IPR, aan de verhouding tot het buitenlandse IPR en aan enige algemene bepalingen. |
Jurisprudentie |
Het begrip ziekte in het testamentaire erfrecht. Een vervolg |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | uiterste wilsbeschikking, verboden making, arts, ziekte |
Auteurs | Mr. W. Breemhaar |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Een erfrechtelijke IPR blik in de toekomstVoorstel Europese Erfrechtverordening en rechtskeuze |
Tijdschrift | EstateTip Review, Aflevering 09 2011 |
Trefwoorden | internationaal |
Auteurs | |