In het onderzoek Bada Bing worden een parlementariër en de eigenaar van een bordeel veroordeeld voor ambtelijke omkoping. De eigenaar wordt tevens veroordeeld voor belastingfraude. In deze bijdrage gaan wij nader in op een aantal aspecten dat in deze zaken aan de orde was. Daarbij hebben we ons beperkt tot de invulling van de omkoping in de zaak van de parlementariër en de formele aspecten die speelden bij de belastingfraude. Deze aspecten springen het meest in het oog gezien de overeenkomsten en verschillen met de Nederlandse (fiscale) strafrechtspleging. |
Zoekresultaat: 5 artikelen
Artikel |
Bada Bing Bada BoomOverpeinzingen over omkoping en belastingfraude in het Caribische deel van het Koninkrijk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Ambtelijke omkoping, Belastingfraude, Una via, Ne bis in idem |
Auteurs | Mr. K.M.G. Demandt en Mr. M. Coenen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wetgeving |
Wetgeving Sint Maarten |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2018 |
Auteurs | Drs. B. van den Bosch |
Auteursinformatie |
Artikel |
De tweede uitspraak van het Constitutioneel Hof Sint MaartenOver de toetsing van formele gebreken |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | constitutionele toetsing, formele gebreken, Landsverordening Integriteitskamer, toetsingsbevoegdheid, toetsingsvolgorde |
Auteurs | Mr. E.M. Linthorst, Mr. S. Philipsen en Mr. dr. J.C. de Wit |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat de tweede uitspraak van het Constitutioneel Hof Sint Maarten centraal. Daarin vernietigde het Hof de Landsverordening Integriteitskamer. Het Hof heeft er in deze uitspraak voor gekozen om eerst in te gaan op de door de Ombudsman aangevoerde formele bezwaren. In deze bijdrage zullen wij in het bijzonder stilstaan bij de gekozen toetsingsvolgorde. Wij starten met een bespreking van de rechtvaardiging die het Hof voor deze toetsingsvolgorde geeft, om vervolgens de wijze waarop het Hof de formele bezwaren beoordeelt aan een nadere beschouwing te onderwerpen. De afsluitende paragraaf van deze bijdrage bevat een korte reflectie op het oordeel van het Hof om op basis van zijn bevindingen de Landsverordening Integriteitskamer geheel te vernietigen. In deze bijdrage wordt regelmatig teruggegrepen naar de uitgangspunten die het Hof in de algemene overwegingen van de eerste uitspraak heeft uiteenzet. In deze algemene overwegingen heeft het Hof zijn eigen toetsingsbevoegdheid ingekaderd. |
Artikel |
Rechtseenheid binnen het Koninkrijk: kiezen tussen drie kwadenHet is niet zo democratisch of het werkt niet |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2015 |
Trefwoorden | consensusrijkswetgeving, concordantie, eenvormigheid, democratische legitimatie |
Auteurs | Mr. H.R. Schouten en Mr. C.C. van Niel |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt besproken op welke manieren binnen het Koninkrijk der Nederlanden eenheid kan worden bevorderd tussen de rechtsordes van de vier landen (Nederland, Aruba, Curaçao, Sint Maarten). De eerste vorm die wordt besproken, zijn onderlinge regelingen, met name consensusrijkswetgeving. Onderwerpen die in beginsel door de landen zelf worden geregeld, worden in dit geval door de landen gezamenlijk geregeld in rijkswetgeving. De tweede vorm is eenvormigheid, waarbij via een speciaal vastgestelde procedure wordt bevorderd dat wetgeving van de landen naar de letter hetzelfde is. De derde vorm is concordantie. Ook hier is van belang dat wetgeving van de landen zo veel mogelijk hetzelfde luidt, maar in tegenstelling tot eenvormigheid hoeft wetgeving hier niet naar de letter hetzelfde te luiden. De auteurs betogen dat deze vormen van rechtseenheid ofwel niet effectief zijn, ofwel dat vragen kunnen worden gesteld bij de betrokkenheid van de respectievelijke parlementen, met name die van de Caribische landen. Dit laatste aspect blijft volgens de auteurs in het artikel van Stip en Zijlstra in deze aflevering van RegelMaat onderbelicht, waar zij het hebben over rechtseenheid tussen rechtsordes. Tevens wordt in de bijdrage een verband gelegd tussen de ingewikkelde procedures voor de totstandkoming van consensusrijkswetgeving, eenvormige landsverordeningen en concordante wetgeving en het gebrek aan effectiviteit van deze instrumenten. |
Wetgeving |
Wetgeving Sint Maarten |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2015 |
Auteurs | Mr. J. de Vries |
Auteursinformatie |