De Nederlandse veehouderij staat volop in de aandacht door kwesties als mestfraude, dierenwelzijnskwesties en stikstofnormen. Dit roept vragen op omtrent regelnaleving onder Nederlandse veehouders, zoals welke regels zij al dan niet naleven en welke verklaringen hiervoor te geven zijn. Om deze vraag te beantwoorden is gebruikgemaakt van de data die zijn verzameld in het kader van drie casestudies naar regelnaleving onder varkenshouders, pluimveehouders en de betrokkenheid daarbij van dierenartsen. Deze studies laten zien dat de betrokken veehouders over het geheel genomen allemaal wel eens regels overtreden. Neutralisaties, strain en persoonlijke en sociale normen spelen daarbij een rol. De inzichten die deze studies opleveren, bieden diverse aanknopingspunten voor het versterken van toezicht. |
Zoekresultaat: 201 artikelen
Peer-reviewed artikel |
Regelnaleving in de Nederlandse veehouderijMisstanden, verklaringen en implicaties voor toezicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | compliance, veehouderij, neutralisaties, normen, responsive regulation |
Auteurs | Fiore Geelhoed, Sophie Benerink en Martine Ceton |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
‘Rapport legitieme’. De huidige legitieme niet in strijd met het EVRM, maar mist wel brede steun |
Tijdschrift | AdvoTip, Aflevering 3 2021 |
Auteurs | Prof. mr. dr. F.W.J.M. Schols en Mr. L.A.G.M. van der Geld |
Artikel |
Rapport Legitieme: de professional en de crux van het erfrecht |
Tijdschrift | EstateTip Review, Aflevering 7 2021 |
Trefwoorden | Testament |
Auteurs | Prof. mr. dr. F.W.J.M. Schols en Mr. L.A.G.M. van der Geld |
Artikel |
Een decennium oordelen over doorlopende kredieten: uiteenlopende interpretaties van het contractuele rentewijzigingsbeding |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | rentewijzigingsbeding, kredietovereenkomsten, marktrente, doorlopend krediet, Kifid |
Auteurs | Mr. drs. Ruud van de Meerakker |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recent hebben zowel de Commissie van Beroep financiële dienstverlening als diverse rechters uitspraken gedaan over rentewijzigingsbedingen. Dergelijke bedingen gebruikten kredietverstrekkers van doorlopende kredietovereenkomsten om de variabele rente van die kredieten aan te passen. De uitspraken markeren de verschuiving van een nadruk op contractvrijheid en marktwerking naar de focus op een zekere mate van marktregulering en consumentenbescherming. In deze bijdrage wordt uiteengezet via welke weg deze verschuiving het afgelopen decennium heeft plaatsgevonden en wordt bijzondere aandacht gegeven aan de huidige stand van zaken, waarin twee wegen te herkennen zijn. Door de Commissie van Beroep is het beding uitgelegd – zodat consumenten mochten verwachten dat hun rente in de pas zou blijven met de marktrente. In de rechtspraak is in veel gevallen besloten tot vernietiging van het beding. Geconcludeerd wordt welke van de beide oordelen het meest overtuigt. |
Kroniek |
Plattelandscriminologie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Rural criminology, Policing, Critical criminology, Cultural criminology, Environmental crime |
Auteurs | Toine Spapens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Criminology has traditionally focused on urban areas where crime visibly concentrates. However, since the 1990s, attention for ‘rural criminology’ has steadily increased. First, rural areas are confronted with partly different and less visible crime problems, such as environmental crimes. Second, public actors such as enforcement and other agencies are less present and ‘available’ in rural areas, and people on average trust the government less to provide support when necessary. This chronicle presents an overview of international and Dutch research in the context of rural criminology. The paper addresses cultural differences between urban and rural areas, high-volume crimes, gender-related violence, alcohol and drug abuse, environmental crime, and enforcement in rural areas. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | institutioneel misbruik en geweld, responsmodellen, rooms-katholieke kerk, Centrum voor Arbitrage inzake seksueel misbruik, Permanente Arbitragekamer |
Auteurs | Ivo Aertsen en Martien Schotsmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this article, an analysis is made of two response models for different forms of abuse and violence that occurred in the past on children in institutional settings. Two programmes are compared, as they operated during last 10 years in Belgium: on the one hand the Centre of Arbitration for sexual abuse and violence in the Catholic Church at the national level, on the other hand the Commission for Recognition and Mediation for various types of abuse and violence in youth and educational institutions and other organisational contexts in the Flemish Community. Both models are analysed and compared at the conceptual and empirical level from a restorative justice approach, looking at the elements that may reveal a certain form of restorative justice and/or may contain lessons for the further development of restorative justice. The background and origins of both programmes are presented into detail, followed by a comparison with respect to the political options on the basis of their creation, the composition of their boards, their scope of application and their procedures. Some numbers and characteristics of cases dealt with are presented. |
Artikel |
De ‘criminele sponsor’ van het lokale amateurvoetbal |
Tijdschrift | Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | georganiseerde misdaad, organisatiecriminaliteit, voetbal, witwassen, filantropie |
Auteurs | Professor Toine Spapens |
SamenvattingAuteursinformatie |
The social role of criminals in local communities has so far received relatively little systematic academic attention. This applies more specifically to their involvement in philanthropic activities. This paper describes and analyses the role of dubious sponsors particularly in Dutch amateur football. Although it is difficult to estimate the scope of the problem, results indicate that criminal sponsorship is not incidental. It mainly concerns corporate criminals, persons involved in drug crimes and outlaw motorcycle gangs. The main goal is to enhance their public image. In most cases, their involvement in crimes or regulatory offenses is difficult to assess without a doubt, which complicates preventative measures. Our analysis shows several interacting factors which increase clubs’ vulnerability to criminal infiltration: setting overambitious sportive goals; dependence on volunteers and a lack of formal integrity policies and internal compliance mechanisms; financial problems; and external pressures associated with the club’s role as the ‘pride’ of the city, the village or the neighbourhood. |
Titel |
Innovatie en betere regelgeving |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | Experimenteerregelgeving, Toekomstbestendigheid, Innovatiebeginsel, Innovatiebeleid |
Auteurs | Prof. mr. dr. S.H. Ranchordas |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het innovatiebeginsel is tegenwoordig onderdeel van de geïntegreerde aanpak van de Europese Commissie voor betere regelgeving. Het innovatiebeginsel waarborgt dat bij de ontwikkeling van beleid en wetgeving de gevolgen voor innovatie volledig worden beoordeeld. De impact van nieuwe regels op innovatie wordt ook in Nederland geanalyseerd in het IAK en in het kader van de mkb-toets. Toch blijft de betekenis van het innovatiebeginsel ondoorgrondelijk. De literatuur is tevens terughoudend ten opzichte van de invoering van innovatie als een rechtsbeginsel. Dit artikel geeft aan de hand van interdisciplinaire literatuur een genuanceerd beeld van innovatievriendelijke regelgeving en het innovatiebeginsel. Het gaat in op de juiste interpretatie van het innovatiebeginsel en hoe dit principe kan bijdragen aan het realiseren van betere regelgeving. |
Artikel |
De nationale contactpunten voor de OESO-RichtlijnenEen uniek systeem voor alternatieve geschillenbeslechting |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | OESO, nationaal contactpunt, multinationale onderneming, maatschappelijk verantwoord ondernemen, due diligence |
Auteurs | Marianne Gratia en Cyril Liance |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 1976 the OECD Guidelines for Multinational Enterprises, about corporate social responsibility and sustainability, were carried. To implement the guidelines national contact points inform people and enterprises, and mediate in case of a complaint. This article describes the structure, procedure and role of the Dutch and Belgian National Contact Points. |
Boekbespreking |
Seneca over woede en clementie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 2 2020 |
Auteurs | Jacques Claessen |
Auteursinformatie |
Annotatie |
Gedeeltelijke beëindiging en het toetsingsmoment in ontslagzakenHR 21 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:283 (werkneemster/Schoonmaakbedrijf Victoria B.V.) en ECLI:NL:HR:2020:284 (werknemer/werkgever) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | Gedeeltelijke ontbinding, Ex tunc, Ex nunc, Vermindering arbeidsduur, Wijziging arbeidsvoorwaarden |
Auteurs | Mr. dr. D.M.A. Bij de Vaate |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 21 februari 2020 wees de Hoge Raad een tweetal beschikkingen waarin de vraag naar de mogelijkheid van gedeeltelijke ontbinding en het toetsingsmoment van ontbindingsbeschikkingen in hoger beroep centraal stond. Op beide punten was nadere richting gewenst. De Kolom-beschikking kon vermoeden dat een belangrijke stap gezet was richting de mogelijkheid van een gedeeltelijke ontbinding. Niets blijkt minder waar, getuige het oordeel in de Victoria-beschikking, of toch…? Ook de vraag naar het toetsingsmoment van ontslagzaken in hoger beroep heeft de gemoederen beziggehouden. De Hoge Raad komt niet tot een uniform antwoord. Gaat het om een afgewezen ontbindingsbeschikking, dan is de toetsing in hoger beroep ex nunc; gaat het om een toegewezen ontbindingsbeschikking, dan is de toetsing ex tunc. Deze bijdrage onderwerpt de twee beschikkingen aan een nadere analyse. |
Artikel |
Het strafrecht en illegale gewasbeschermingsmiddelen in 2020 |
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Milieustrafrecht, Gewasbeschermingsmiddelen, Duaal sanctiestelsel, Europese sanctie-eis |
Auteurs | Mr. R.M.J. (Rob) de Rijck en Mr. F.M. (Floor) van den Bogart |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage geeft een actueel overzicht van het strafrecht op het gebied van gewasbeschermingsmiddelen. Er wordt een globaal overzicht gegeven van het EU-stelsel van toelating en het belang daarvan. Daarna wordt de strafrechtelijke handhaving in Nederland meer gedetailleerd beschreven. Dit is een jong strafrechtgebied dat aan Europese eisen moet voldoen en dat door de wetgever met het bestuursrecht in een duaal sanctiestelsel is geplaatst. Het strafrecht blijkt hier nog zoekende en twee fundamentele vragen staan open. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 1 2020 |
Auteurs | Vincent Dupont |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ever since it was published in 2015, the judgment of the The Hague court in the so-called Urgenda-case, and the subsequent decisions of the appellate and cassation courts confirming it, have been met with repeated and vivid critiques. By recognizing the necessity of the reduction in greenhouse gas emissions, and furthermore imposing a certain reduction level on the Dutch state, the judgments in the cases at hand gave rise to many questions concerning the position of the judiciary in the matter, and in Dutch society as a whole. This article attempts in the first place to situate the positions of the different actors intervening in the Urgenda-case within a legal-theoretical framework. The contribution subsequently explores the strategic possibilities that an alternative understanding of law could offer to the judges, focusing specifically on the use of legal instruments stemming from international law, brought into the reasoning of the national judge. |
Legisprudentie |
Advisering over verwijzing naar niet-publiekrechtelijke normen |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | legisprudentie, wetgevingsadvisering, algemeen verbindend verklaren, verwijzen |
Auteurs | Mr. M. Nap |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de advisering over het algemeen verbindend verklaren van normen die niet door publiekrechtelijke instanties zijn opgesteld, hamert de Raad van State vooral op de kenbaarheid van de geldende normen. De lat van de adviseur lijkt hoger te liggen dan die van de rechter. |
Artikel |
Het gebruik van oligarchische clausules bij benoeming en ontslag door Nederlandse beursvennootschappen |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | corporate governance, bindende voordracht, ontslag, ontstentenis, aandeelhouders |
Auteurs | Mr. B. Kemp en Mr. A.S. Renshof |
SamenvattingAuteursinformatie |
Uit ons onderzoek volgt dat een ruime meerderheid van de Nederlandse beursvennootschappen de bevoegdheid van de aandeelhoudersvergadering om bestuurders te benoemen en ontslaan beperkt door het gebruik van zogeheten oligarchische clausules. Hieruit worden in deze longread enkele conclusies getrokken, waaronder dat oligarchische clausules worden gebruikt als correctie op het aandeelhoudersvriendelijke wettelijke uitgangspunt. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | witwassen, transactiemonitoring, trustsector, banken, accountancy |
Auteurs | J.T. Rakké MSc en Prof. dr. mr. W. Huisman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Toezichthouders hebben ernstige tekortkomingen geconstateerd bij het melden van ongebruikelijke transacties door meldplichtige instanties. Grootbanken zijn zelfs onderwerp van strafrechtelijk onderzoek. Om meer inzicht te verkrijgen in de motivaties van financiële instellingen om een melding te maken, wordt in dit artikel onderzocht welke factoren een rol spelen bij het naleven van de Wwft-meldplicht bij banken, accountancykantoren en trustkantoren. Deze factoren leiden tot economische, sociale en normatieve motieven die hoofdzakelijk aan het naleven van de meldplicht in de weg staan. Dit onderzoek draagt daarmee bij aan inzicht in de oorzaken van de eerder geconstateerde tekortkoming in de naleving van de anti-witwasmeldplicht. |
Artikel |
Eurocommerce – aanscherping van de strenge verrekeningsregels voor bankenBelang van het peilmoment en de gevolgen voor het betalingsverkeer en de kredietverlening |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2019 |
Trefwoorden | verrekening, bankrekening, insolventie, pandrecht |
Auteurs | Mr. M.L. Tuil |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Eurocommerce-arrest heeft de Hoge Raad de strenge verrekeningsregels voor banken aangescherpt. Niet alleen mag een bank niet verrekenen met de betalingen die binnenkomen na het peilmoment, verhaal krachtens een pandrecht op deze betalingen is eveneens uitgesloten. Dit heeft gevolgen voor de kredietverlening en het betalingsverkeer. De vraag waar het peilmoment precies ligt, wordt van cruciaal belang. |
Mededingingsrecht |
Nationale veiligheid en buitenlandse investeringen |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2019 |
Trefwoorden | nationale veiligheid, investering screening, investeringstoets, Verordening 2019/452, ongewenste zeggenschap |
Auteurs | Mr. J. de Kok |
SamenvattingAuteursinformatie |
In reactie op de toenemende aandacht voor geopolitieke belangen in het kader van buitenlandse investeringen is recent een Europese verordening aangenomen en is een Nederlands wetsvoorstel voor de Wet ongewenste zeggenschap telecommunicatie (WOZT) aanhangig gemaakt. De Europese Verordening (EU) 2019/452 tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de Europese Unie creëert een Europees kader op het gebied van de screening van buitenlandse investeringen op grond van veiligheid of de openbare orde. De verordening is een hybride instrument dat (1) coördinatie tussen nationale screeningsautoriteiten faciliteert, (2) in een mate van harmonisatie voorziet en (3) formele Europese bevoegdheid op het gebied van screening van buitenlandse investeringen introduceert. De lidstaten blijven in het licht van hun soevereiniteit op het gebied van nationale veiligheid echter de uiteindelijke verantwoordelijke voor de vraag of een investering al dan niet wordt geblokkeerd op grond van de nationale veiligheid of openbare orde. Op grond van de WOZT krijgt de minister de bevoegdheid het verkrijgen of houden van overwegende zeggenschap in een telecommunicatiepartij te verbieden op grond van een bedreiging van het publiek belang. Omdat de ‘bedreiging van het publiek belang’-norm limitatief en zeer specifiek is gedefinieerd, zal de minister enkel in uitzonderlijke gevallen het verkrijgen of houden van overwegende zeggenschap kunnen verbieden. |
Praktijkberichten |
De Verordening inzake screening van overnames in de EU – de gevolgen voor de M&A-praktijk |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Screening mechanisme, Buitenlandse directe investeringen, FDI, Europese CFIUS |
Auteurs | Mr. W.M. Kros |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Verordening tot vaststelling van een kader voor de screening van buitenlandse directe investeringen in de EU (Verordening 2019/452) is op 19 maart 2019 aangenomen door het Europees Parlement en zal met ingang van 11 oktober 2020 van toepassing zijn. De Verordening stelt een raamwerk vast waarbinnen de EU-lidstaten en de Europese Commissie samenwerken aan de screening van investeringen van buiten de EU. Alhoewel de EU-lidstaten zelf verantwoordelijk blijven voor het al |