De strijd tegen fraude die ten koste kan gaan van EU-middelen heeft een nieuwe impuls gekregen. Op 1 juni 2021 is het Europees Openbaar Ministerie (EOM) met zijn werkzaamheden begonnen. De komst van het EOM brengt ook veranderingen met zich voor de rol en de taakuitoefening van het Europees bureau voor fraudebestrijding (OLAF). In dit artikel gaan de auteurs in op deze ontwikkelingen en leggen daarbij de nadruk op het spanningsveld rond deze bevoegdheidsoverdracht en de noodzaak om te voorzien in effectieve procedurele waarborgen. |
Zoekresultaat: 11457 artikelen
Europees strafrecht |
Het Europees Openbaar Ministerie en het hervormde OLAF uit de startblokkenEen nieuwe impuls voor Europese fraudebestrijding |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2022 |
Trefwoorden | EOM, rechtsbescherming, OLAF, fraude, strafrecht |
Auteurs | mr. S.J. Lopik, mr. E.M.R.H. Vancraybex en mr. Y. de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
Staatssteun |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2022 |
Trefwoorden | fiscale steunmaatregelen, selectiviteit, referentiestelsel, afwijking, rechtvaardiging door aard en opzet stelsel |
Auteurs | mr. R.J.M. van den Tweel en mr. G.J. van Midden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het arrest in World Duty Free Group gaat over het staatssteunrechtelijke selectiviteitscriterium bij belastingregelingen. Het selectief karakter wordt via drie stappen vastgesteld: (1) de vaststelling van de gewone belastingregeling, (2) het bestaan van een afwijking en (3) eventuele rechtvaardiging vanwege de aard en opzet van het belastingstelsel. Iedere stap heeft een eigen functie en daarbij komen andere vragen aan de orde, waarbij de antwoorden van belang zijn voor het vervolg. Het arrest toont aan dat deze stappen in de toepassing niet altijd strikt worden onderscheiden. Zoals dit arrest illustreert, maakt dat de toets complex en soms weinig inzichtelijk. |
Jurisprudentie |
Heiploeg en Smallsteps |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | pre-pack, faillissement, Richtlijn, Heiploeg, Smallsteps |
Auteurs | mr. Paul R.W. Schaink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Twee arresten van het EU Hof van Justitie worden besproken en vergeleken. In beide is sprake van een faillissement van de werkgever, voorafgegaan door een ‘pre-pack’. Op grond van de ene uitspraak gaan werknemers van de gefailleerde van rechtswege over naar de koper van de onderneming, op grond van de andere uitspraak niet. |
Jurisprudentie |
Annotatie – Over de cao-ontslagcommissie en de binding van de ongeorganiseerde werknemer. Hof Den Haag 19 april 2022, ECLI:NL:GHDHA:2022:585 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | Cao-ontslagcommissie, Cao-recht, Cao-binding, Art. 7:671a lid 2 BW, Bedrijfseconomisch ontslag |
Auteurs | mr. dr. Esther Koot-van der Putte |
SamenvattingAuteursinformatie |
De binding van de werkgever aan de cao-ontslagcommissie is bepalend voor de bevoegdheid. Ook de ongebonden werknemer raakt op deze manier gebonden. De auteur bespreekt of deze vorm van binding in overeenstemming is met het cao-recht. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | abpslapend dienstverband, beëindiging, art. 3:300 BW, reële executie, Amsta-beschikking |
Auteurs | mr. Koos Janssens en mr. Marieke ten Broeke |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage onderzoeken de auteurs de mogelijkheid om art. 3:300 BW toe te passen bij de beëindiging van slapende dienstverbanden. In dat geval veroordeelt de rechter de werkgever niet tot instemming met beëindiging, maar treedt de uitspraak in de plaats van de beëindigingsovereenkomst. De auteurs zien ruimte voor deze toepassing en schetsen de mogelijke voordelen voor werknemers. Zij zien geen beletsel in de kritiek die op de Amsta-beschikking van de Hoge Raad is geuit. Tot slot bespreken de auteurs de inhoud van de beëindigingsovereenkomst die met toepassing van art. 3:300 BW kan worden afgedwongen. |
Artikel |
De regeling voorbehouden handelingen en criteria voor regulering van beroepen in de Wet BIG |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2022 |
Trefwoorden | individuele gezondheidszorg, toekomstbestendigheid, beroepenregulering, patiëntenbescherming, kwaliteitswetgeving |
Auteurs | Mr. N.O.M. Woestenburg en Prof. dr. H.B. Winter |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het huidige systeem van voorbehouden handelingen en de regulering van beroepen komt steeds meer onder druk te staan door veranderingen in de zorg. Dit artikel geeft een reflectie op de toekomstbestendigheid van de huidige regels voor voorbehouden handelingen en de criteria voor het reguleren van beroepen binnen de Wet BIG. In de praktijk blijken rond beide regelingen onduidelijkheden, misvattingen en interpretatieverschillen te spelen. Onder meer wordt voorgesteld om de criteria en afwegingskaders te verduidelijken. |
Redactioneel |
De medisch-professionele standaard voor de transgenderjongere |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2022 |
Auteurs | Mr. dr. E. Pans |
Auteursinformatie |
Boekbespreking |
Heleen Weyers, Euthanasie in Nederland 2002-2022 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2022 |
Auteurs | Mr. dr. E. Pans |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2022 |
Trefwoorden | behandelingsovereenkomst, aansprakelijkheid hulpverlener, behandeling binnen ziekenhuis, behandeling buiten ziekenhuis |
Auteurs | Mr. dr. R.P. Wijne |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel geeft inzicht in de gedachte achter en de reikwijdte van de centrale aansprakelijkheid van het ziekenhuis wanneer zich een fout binnen de muren van dat ziekenhuis voordoet. Via een schakelbepaling kan de werkingssfeer van de centrale aansprakelijkheid worden uitgebreid. Een probleem blijft echter de figuur van netwerkzorg. |
Kroniek rechtspraak |
Kroniek rechtspraak bestuursrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2022 |
Trefwoorden | toezicht, handhaving, kwaliteit van zorg, geneesmiddelen, openbaarheid |
Auteurs | Mr. M.L. Batting, Mr. I. Hasker en Mr. M. van der Mersch |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze kroniek bespreken de auteurs de relevante bestuursrechtelijke uitspraken en ontwikkelingen op het terrein van de gezondheidszorg. Deze kroniek ziet op de periode van 1 juni 2020 tot 1 juni 2022. |
Boekbespreking |
V.L. Derckx, Het recht op zorg voor de gezondheid van onrechtmatig verblijvende vreemdelingen in Nederland |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2022 |
Auteurs | Mr. dr. M.M. ten Hoopen |
Auteursinformatie |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/41HR 24 mei 2022, 21/01245, ECLI:NL:HR:2022:687 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2022 |
Voorwoord |
NTS 2022/33 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2022 |
Artikel |
Biedt de Wet politiegegevens een stelsel van ‘end-to-end’ privacywaarborgen? |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | bulkgegevens, Wetboek van strafvordering, Wet politiegegevens, privacy en gegevensbescherming, Big Brother-arrest |
Auteurs | Prof. mr. dr. B.W. (Bart Willem) Schermer en Dr. M. (Maša) Galič |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wetgever heeft gekozen voor een hybride systeem van toezicht op de verwerking van gegevens in de context van het strafrecht. De kunstmatige scheiding tussen het Wetboek van Strafvordering en de Wet politiegegevens (Wpg) bemoeilijkt echter een effectieve rechtsbescherming daar waar het gaat om de verwerking van bulkgegevens. De Europese hoven hebben in hun jurisprudentie duidelijke kaders aangegeven voor rechtmatige verwerking van bulkgegevens. Centraal hierbij staat de aanwezigheid van een systeem van ‘end-to-end’ waarborgen. In dit artikel toetsen wij of de vereisten die de Europese Hoven stellen aan de rechtmatigheid van de verzameling en analyse van gegevens in ons Wetboek van Strafvordering en de Wpg weerspiegeld zijn. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/42HR 24 mei 2022, 21/01227, ECLI:NL:HR:2022:760 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2022 |
Artikel |
Het Europees onderzoeksbevel: vergaande Europese samenwerking op basis van het beginsel van wederzijdse erkenning |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | EOB, rechtsbescherming, rechterlijke toetsing, geheimhouding, beklag |
Auteurs | Mr. T.M. (Tessa) de Groot en Mr. P. (Paul) van Glabbeek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Europees onderzoeksbevel (EOB) is een instrument, gebaseerd op het beginsel van wederzijdse erkenning, dat vergaande samenwerking tussen EU-lidstaten op het gebied van de bewijsvergaring voor strafzaken mogelijk maakt. In deze bijdrage wordt ingegaan op de mate van rechtsbescherming die aan de betrokkene kan worden geboden bij de uitvoering van een EOB. De auteurs concluderen dat het EOB grote voordelen kent, maar ook spanning kan opleveren met de mate van rechtsbescherming die in de uitvoerende staat kan worden geboden. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | culpa, bewuste schuld, schuldverkrachting, onvrijwillige seksuele handelingen, onbewuste schuld |
Auteurs | Mr. L. (Linda) Kesteloo, Mr. R. (Rob) ter Haar en Mr. N. (Nicole) Korthals |
SamenvattingAuteursinformatie |
In maart 2021 publiceerde de Minister van Justitie en Veiligheid zijn ‘Wetsvoorstel seksuele misdrijven’. Hierin wordt o.m. voorgesteld een culpoze variant van verkrachting in het Wetboek van Strafrecht op te nemen (‘schuldverkrachting’). De formulering van de culpa in dit voorstel verschilt echter van die in het (op de Kamerbrief uit 2019 gebaseerde) Voorontwerp uit 2020 in die zin dat het ‘redelijkerwijs moeten vermoeden dat bij de ander de wil ontbreekt’ is gewijzigd in ‘ernstige reden om te vermoeden dat bij de ander de wil ontbreekt’. De reden voor deze wijziging is vooralsnog onduidelijk. In dit artikel hebben wij kritiek op het feit dat er verschillende voorstellen met verschillende formuleringen van de culpa zijn, zonder dat wordt verduidelijkt wat de relevante verschillen precies zijn. Die duidelijkheid moet er wel komen en gepleit wordt (mede daarom) voor een terugkeer naar het ‘redelijkerwijs had moeten vermoeden’ uit het eerste voorstel. |
Artikel |
Een nieuw licht op het verbieden van ‘radicale’ organisaties en de democratische paradox |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | weerbare democratie, artikel 2:20 BW, verboden rechtspersoon, vrijheid van vereniging, radicalisering |
Auteurs | Mr.dr. L.A. (Marloes) van Noorloos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel geeft een beschouwing van de per 1 januari 2022 verruimde wettelijke mogelijkheden om een rechtspersoon te verbieden en te ontbinden wegens strijd met de openbare orde (art. 2:20 BW) vanuit het perspectief van de discussie over democratische weerbaarheid en grond- en mensenrechten. Deze wetswijziging beoogt onder meer om de rechtsstaat weerbaarder te maken tegen radicale organisaties. Bij de noodzaak, selectieve focus en invulling worden verschillende kritische vragen gesteld. Geconcludeerd wordt dat de wijze waarop van de verbodenverklaring gebruik zal worden gemaakt, zal moeten getuigen van terughoudendheid, wijsheid en mensenrechtelijk besef. |
Vak & mens |
Omgaan met inflatie pijn |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 6 2022 |
Auteurs | Sabine Droogleever Fortuyn en Gert-Jan den Besten |
Auteursinformatie |