This article contains a plea for a further operationalization of the subsidiarity principle (penal law and punishment as ultimum remedium) through a maximalist restorative justice, i.e. a restorative justice that not only offers space for ‘voluntary processes’ and agreed restoration, but also for ‘compulsory procedures’ and imposed restoration. An attempt is made to make the maximalist arsenal of restorative sanctions as concrete as possible. Two examples of sanctions that are ‘constructed’ in a restorative way in this article, are restorative community service and restorative electronic home detention. This article is based on work by John Blad and Lode Walgrave that has previously appeared in Tijdschrift voor Herstelrecht. |
Zoekresultaat: 75 artikelen
Jurisprudentie |
Strafrechtelijke jurisprudentie van het EHRM, de HR en het GHvJ |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2021 |
Auteurs | Mr. R. Gras |
Auteursinformatie |
Artikel |
Kroniek formeel strafrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2020 |
Auteurs | Frezia Aarts, Max den Blanken, Rachel Bruinen e.a. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | maximalistisch herstelrecht, subsidiariteitsbeginsel, elektronische thuisdetentie, taakstraf, schadevergoedingsmaatregel |
Auteurs | Jacques Claessen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Interview |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Mr. D.J. (Douwe) Herbrink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Na bijna twintig jaar raadsheer in de Hoge Raad te zijn geweest is Van Schendel per 1 september 2020 met pensioen gegaan. Zijn afscheid wil NTS niet onopgemerkt voorbij laten gaan. In dit interview passeren achtereenvolgens de volgende onderwerpen de revue: civiel recht in het strafrecht, de vordering benadeelde partij, rechtsbescherming, de geen belang redenering, ambtshalve cassatie, de ‘billijke rechter’, de zichtbaarheid van de Hoge Raad in de trias politica en de levenslange gevangenisstraf. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/83HR 7 juli 2020, 18/05066, ECLI:NL:HR:2020:1211 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |
Jurisprudentie |
Strafrechtelijke jurisprudentie van het EHRM, de HR en het GHvJ |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2020 |
Auteurs | Mr. dr. R. Bonnevalle-Kok en Mr. R. Gras |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtEerste helft 2020 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), Mr. J. Boonstra-Verhaert, Mr. dr. S.S. Buisman e.a. |
Artikel |
De toepassing van de Wet Bibob in de milieusector |
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Wet Bibob, Milieu, Vergunning, Ernstig gevaar, Evenredigheid |
Auteurs | Mr. R. (Rutger) ten Ham en Mr. F. (Frederike) Ahlers |
SamenvattingAuteursinformatie |
De afgelopen jaren ziet ongeveer 10% van de circa 300 jaarlijkse adviesaanvragen aan het Landelijk Bibob Bureau op adviezen in verband met milieuactiviteiten. In onze praktijk zien we recentelijk een groeiende aandacht bij het bevoegd gezag en het OM voor de mogelijkheden die de Wet Bibob biedt om milieuovertredingen te voorkomen. Tegelijkertijd is het aantal milieuregels in de afgelopen jaren alleen maar groter geworden. Voor ondernemingen kan de Wet Bibob grote gevolgen hebben, want zonder vergunning geen activiteiten. |
Artikel |
Het strafrecht en illegale gewasbeschermingsmiddelen in 2020 |
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Milieustrafrecht, Gewasbeschermingsmiddelen, Duaal sanctiestelsel, Europese sanctie-eis |
Auteurs | Mr. R.M.J. (Rob) de Rijck en Mr. F.M. (Floor) van den Bogart |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage geeft een actueel overzicht van het strafrecht op het gebied van gewasbeschermingsmiddelen. Er wordt een globaal overzicht gegeven van het EU-stelsel van toelating en het belang daarvan. Daarna wordt de strafrechtelijke handhaving in Nederland meer gedetailleerd beschreven. Dit is een jong strafrechtgebied dat aan Europese eisen moet voldoen en dat door de wetgever met het bestuursrecht in een duaal sanctiestelsel is geplaatst. Het strafrecht blijkt hier nog zoekende en twee fundamentele vragen staan open. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/62HR 14 april 2020, 18/05085, ECLI:NL:HR:2020:619 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2020 |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | dood verdachte/veroordeelde, ontvankelijkheid OM, artikel 69 Sr, artikel 6:1:21 Sv, artikel 16 Wet op de economische delicten |
Auteurs | Mr. dr. E.M. (Eelco) Moerman en Mr. dr. J.H.B. (Joeri) Bemelmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staan de auteurs stil bij de straf(proces)rechtelijke gevolgen van de dood van de verdachte of veroordeelde en de ratio van die gevolgen. Onderzocht wordt welke uitzonderingen er bestaan op het uitgangspunt dat de rechten tot strafvervolging en strafexecutie vervallen door de dood van de verdachte of veroordeelde en of het uitgangspunt en de uitzonderingen daarop een coherent systeem vormen. Voorgesteld wordt om enkele bijzondere sanctiemodaliteiten te schrappen en om een commune maatregel te introduceren waarmee kan worden voorkomen dat in beslag genomen goederen die van misdrijf afkomstig blijken, aan de erfgenamen van de overledene ten deel vallen. |
Artikel |
Beslag op levende dieren, knelpunten |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | strafvorderlijk beslag, dieren, artikel 552a Sv, proportionaliteit, machtiging vervreemding |
Auteurs | Mr. J.L. (Jaap) Baar |
SamenvattingAuteursinformatie |
De inbeslagname van een levend dier wordt beheerst door dezelfde regels die van toepassing zijn op levenloze voorwerpen. Omdat de stringente toets waaraan het beklag is onderworpen volgens de auteur in de praktijk tot onwenselijke uitkomsten leidt, betoogt hij dat met in beslag genomen dieren anders moet worden omgegaan dan met andere voorwerpen. Daartoe wordt een vergelijking gemaakt met de bestuursrechtelijke bewaring, wordt de machtiging tot vervreemding besproken en passeert de proportionaliteitstoets in het kader van beklagprocedures de revue. De auteur stelt voor de beklagrechter de mogelijkheid te geven teruggave onder voorwaarden te bewerkstelligen. |
Artikel |
‘Private enforcement’ van nalatigheid bij financieel-economische criminaliteit |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | financieel-economische criminaliteit, private enforcement, aansprakelijkheid, nalatigheid, risicomanagement |
Auteurs | F.J. Erkens FFE MEWI LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
Nederland heeft, net als ieder ander land, groot belang bij goed werkende, gereguleerde handelsplatformen. De aantrekkelijkheid van handelsplatformen is mede afhankelijk van de kwaliteit van ‘public and private enforcement’ en juridische mogelijkheden om geschillen te beslechten. De afgelopen periode hebben grote Nederlandse ondernemingen de voorpagina’s van de kranten gehaald door hun (mogelijke) betrokkenheid bij financieel-economische criminaliteit. In deze bijdrage wordt de vraag beantwoord of ‘private enforcement’ van financieel-economische criminaliteit bij ondernemingen wel voldoende resultaat kan opleveren om effectief te zijn en om benadeelde partijen te ondersteunen bij het verhalen van hun schade. |
Actualiteiten rechtspraak |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2020 |
Jurisprudentie |
Termijn aanhangig maken ontnemingsvorderingHR 10 december 2019, ECLI:NL:HR:2020:1932 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | ontnemingsvordering, termijn art. 511b Sv, niet-ontvankelijkheid Openbaar Ministerie, redelijke termijn |
Auteurs | Mr. dr. J.S. Nan |
SamenvattingAuteursinformatie |
Er is ruimte om de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de ontnemingsvordering bij een schending van de tweejaarstermijn van artikel 511b lid 1 Sv, achterwege te laten. Dat kan als de belangen die deze bepaling beschermen niet wezenlijk in het geding zijn. |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtTweede helft 2019 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2020 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, mr. A.C.M. Klaasse e.a. |
Artikel |
Recente ontwikkelingen witwassen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Hoge Raad, witwassen, witwasbestrijding, handhaving, jurisprudentie |
Auteurs | Mr. J.B.S. Dorant en Mr. A. Verbruggen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De witwasbepalingen in ons Wetboek van Strafrecht zijn ruim geformuleerd. Dat faciliteert een door de politiek en justitie gewenste stevige aanpak van het fenomeen. In de praktijk is gebleken van een geïntensiveerde handhaving van witwassen. Het OM grijpt veelvuldig en graag naar het delict – ook in gevallen waarin de toegevoegde waarde niet aanstonds begrijpelijk is. Dat maakt de afbakening van het delict des te belangrijker. De Hoge Raad voorzag in materiële rechtsbescherming en beperkte in de afgelopen jaren het toepassingsbereik van de witwasbepalingen. Wij bespreken de meest recente witwasjurisprudentie van de Hoge Raad en bezien hoe ons hoogste rechtscollege ‘in de (wed)strijd’ zit. |
Artikel |
Kroniek Formeel strafrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2019 |
Auteurs | Max den Blanken, Maike Bouwman, Rachel Bruinen e.a. |
Artikel |
Buitengerechtelijke afdoening van financieel-economische strafzaken op Curaçao |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Buitengerechtelijke afdoening, Transactie, Curaçao, Openbaar Ministerie, Fraudezaken |
Auteurs | Mr. D.S. Schreuders en mr. N. Van der Voort |
SamenvattingAuteursinformatie |
Transacties met het OM in financieel-economische en fraudezaken op Curaçao volgen grotendeels dezelfde procedure als Nederlandse strafzaken op het gebied van fraude en kennen dezelfde uitgangspunten en kenmerken. Toch zijn er ook verschillen tussen de transactieregelingen in Nederland en in Curaçao. In deze bijdrage wordt een beschrijving gegeven van de wijze van afdoening buiten de rechter om van financieel-economische strafzaken en fraudezaken, zoals die op Curaçao plaats kan vinden. Het artikel beoogt tevens (mede op basis van praktijkervaringen) inzicht te geven in dit sluitstuk van de strafrechtspleging vanuit een rechtsvergelijkend perspectief ten opzichte van Nederland. Met het oog op het komende Caribische Wetboek van Strafvordering en de modernisering van het Nederlandse Wetboek van Strafvordering is het immers buitengewoon interessant om de verdere ontwikkelingen in de schikkingspraktijk van het OM Curaçao en de overige overzeese gebiedsdelen de komende tijd scherp in de gaten te houden. |
Jurisprudentie |
De Hoge Raad in strafzaken uit het Caribische deel van het Koninkrijk |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 1 2019 |
Auteurs | Mr. dr. R. Bonnevalle-Kok |
Auteursinformatie |