Op basis van de (nieuwe) Wet confiscatie criminele goederen wordt het mogelijk om goederen van een persoon die afkomstig zijn van enig strafbaar feit aan de Staat te laten vervallen, zonder dat sprake is van een voorafgaande strafrechtelijke veroordeling. In dit artikel wordt ingegaan op de problemen die zich kunnen voordoen bij het invoeren van de Wet confiscatie criminele goederen in zijn huidige vorm. Door toepassing van de NCBC-procedure (non conviction based confiscation), naast een parallel lopende strafzaak, kan de rechtsbescherming van verdachten namelijk ernstig in het gedrang komen. |
Zoekresultaat: 45 artikelen
Kroniek |
Kroniek Insolventierecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 6 2022 |
Auteurs | Matthieu Brink, Floris Dix, Dennis Helmons e.a. |
Trending Topics |
De Wet confiscatie criminele goederen – een ondermijning van het strafrecht? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | Wet confiscatie criminele goederen, NCBC, onschuldpresumptie, zwijgrecht, nemo tenetur-beginsel |
Auteurs | Mr. V.C. Langenburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/30HR 25 januari 2022, 20/03022, ECLI:NL:HR:2022:67 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Artikel |
De juridische houdbaarheid van het systeem van sanctionering van fiscale fraude |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | fiscale fraude, ne bis in idem, una via, duale handhavingssystemen, bestraffing |
Auteurs | Mr. dr. C. (Claire) Hofman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een houdbaar systeem van sanctionering van fiscale fraude garandeert duidelijkheid ten aanzien van de werking ervan en onderlinge afstemming van de verschillende systeemonderdelen. Deze bijdrage gaat over de voorzienbaarheid van bestraffing van fiscale fraude en op het voorkomen van ongeoorloofde samenloop van fiscale sancties ten aanzien van eenzelfde feit. |
Artikel |
(Weinig) zicht op financiële problemen in de fase van strafopleggingOverwegingen en belemmeringen bij de oplegging van financiële maatregelen in het strafrecht |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | financiële problemen, schulden, strafoplegging, financiële maatregelen |
Auteurs | Rosa Koenraadt en Miranda Boone |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Dutch criminal law, there are certain options to impose financial measures on convicted persons having financial problems. In these cases, the probation service supervises (the approach to) their financial problems. However, concrete financial measures are often not included in the judgment. In this article, we discuss how information about financial problems is collected and demonstrate several obstacles and considerations for advising and imposing financial measures. The results indicate that there is generally little consideration for financial problems in the sentencing phase, which makes it difficult to obtain sufficient information on financial problems before the imposition of a sentence. In order to adequately support the financial problems of (ex-)offenders, more attention and knowledge for financial problems in all levels of the criminal justice system, effective supervision and clear intervention programs are vital. |
Jurisprudentie |
De reikwijdte van artikel 74 AWR na een witwasveroordelingNoot bij HR 23 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1703 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | ontneming, 74 AWR, fiscaliteit, fiscaal, witwassen |
Auteurs | Mr. D.J.M. Dammers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op grond van artikel 36e Sr kan ieder strafbaar feit als grondslag dienen voor een op te leggen ontnemingsmaatregel. Voor fiscale delicten is hierop in artikel 74 AWR een uitzondering gemaakt. De wetgever heeft het belastingnadeel uitgesloten van de strafrechtelijke ontnemingsroute nu de fiscus dit bedrag binnen zijn mogelijkheden kan incasseren. Indien artikel 74 AWR wordt toegepast, resulteert dit in niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. Sinds de Hoge Raad heeft bepaald dat fiscale misdrijven kwalificeren als gronddelict voor witwassen, worden fiscaal gerelateerde kwesties steeds vaker vervolgd via de witwasbepalingen. Het voordeel kan echter wel geheel of gedeeltelijk bestaan uit het fiscale nadeel van de fiscus. Hierdoor rijst de vraag hoe het in artikel 74 AWR neergelegde voorschrift dient te worden uitgelegd. |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2022 |
Auteurs | Mr. J. Boonstra, Mr. dr. S.S. Buisman, Mr. A.A. Feenstra e.a. |
Jurisprudentie |
Strafrechtelijke jurisprudentie van het EHRM, de HR en het GHvJ |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2021 |
Auteurs | Mr. R. Bonnevalle-Kok |
Auteursinformatie |
Artikel |
Kwalitatieve en transparante fraudebestrijdingEen verkennend onderzoek naar handhavingscriteria voor fraudedelicten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 6 2021 |
Trefwoorden | fraude, handhavingscriteria, optimum remedium, hybride rechtspleging |
Auteurs | Mr. dr. S.S. Buisman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Fraude is een complex en wijdverspreid probleem. Terwijl de criminaliteitscijfers de afgelopen jaren zijn gedaald, neemt het aantal fraudegevallen met rasse schreden toe. Het is dan ook niet verwonderlijk dat beleidsmakers hard willen optreden tegen fraudeurs. Echter, zaken zoals de toeslagenaffaire hebben laten zien dat het beleid daarin vaak doorschiet en dat de menselijke maat met enige regelmaat uit het oog verloren wordt. Daarom zou een set van handhavingscriteria dienen te worden ontwikkeld voor transparante en kwalitatieve handhaving van fraudedelicten. In dat kader wordt in dit artikel wordt een eerste verkennend onderzoek gedaan naar de gehanteerde handhavingscriteria bij fraudedelicten. |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtEerste helft 2021 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2021 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. J.S. Boeser, mr. J. Boonstra e.a. |
Redactioneel |
LOVS-oriëntatiepunten voor het financieel-economisch strafrecht? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | LOVS-oriëntatiepunten, fraude, straftoemeting, witwassen |
Auteurs | Mr. dr. W.S. de Zanger |
SamenvattingAuteursinformatie |
De LOVS-oriëntatiepunten bevatten geen specifieke richtsnoeren voor strafbare feiten die verband houden met het bijzonder en financieel-economisch strafrecht. Wel bestaat een oriëntatiepunt ter zake van ‘fraude’. Het verdient overweging om voor (sommige) financieel-economische strafbare feiten eigen richtsnoeren voor de straftoemeting in te voeren. |
Artikel |
Ontneming bij een door gehomologeerd akkoord beëindigd faillissement |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 7 2021 |
Auteurs | Desiree de Jonge |
Auteursinformatie |
Artikel |
Non-conviction based confiscation: eerst het middel, dan de kwaal? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | non-conviction based confiscation, afpakken, ontneming, pluk ze, wetsvoorstel |
Auteurs | Mr. L.W.A. Gruijthuijsen en Mr. L.M. Smithuijsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Minister Grapperhaus heeft aangekondigd een wetsvoorstel te zullen opstellen om non-conviction based confiscation (ontneming zonder voorafgaande veroordeling) mogelijk te maken. In dit artikel wordt aan de hand van het huidige wettelijk kader aan afpakmogelijkheden en de argumenten die de minister aanvoert, onderzocht of een dergelijke nieuwe procedure daadwerkelijk nodig is. |
Artikel |
De (niet-)ontvankelijkheid van het OM en het rechterlijk pardon |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2021 |
Trefwoorden | vormverzuimen, niet-ontvankelijkheid, rechterlijk pardon, 359a Sv |
Auteurs | Mr. dr. J.M.W. Lindeman |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad stelt hoge eisen aan de niet-ontvankelijkverklaring van het OM. De wetgever lijkt in de moderniseringsoperatie van het Wetboek van Strafvordering iets meer ruimte te willen geven voor situaties waarin de rechter al te grof is misleid, maar waarin door herstel van de vormverzuimen de waarheidsvinding niet wezenlijk is aangetast. Intussen lijken rechters soms middels een zogenaamd rechterlijk pardon (art. 9a Sr) verholen niet-ontvankelijkheid uit te spreken. Hoe zit dat? |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtTweede helft 2020 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. J. Boonstra, mr. dr. S.S. Buisman e.a. |
Artikel |
Kroniek formeel strafrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2020 |
Auteurs | Frezia Aarts, Max den Blanken, Rachel Bruinen e.a. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2020/83HR 7 juli 2020, 18/05066, ECLI:NL:HR:2020:1211 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | dood verdachte/veroordeelde, ontvankelijkheid OM, artikel 69 Sr, artikel 6:1:21 Sv, artikel 16 Wet op de economische delicten |
Auteurs | Mr. dr. E.M. (Eelco) Moerman en Mr. dr. J.H.B. (Joeri) Bemelmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staan de auteurs stil bij de straf(proces)rechtelijke gevolgen van de dood van de verdachte of veroordeelde en de ratio van die gevolgen. Onderzocht wordt welke uitzonderingen er bestaan op het uitgangspunt dat de rechten tot strafvervolging en strafexecutie vervallen door de dood van de verdachte of veroordeelde en of het uitgangspunt en de uitzonderingen daarop een coherent systeem vormen. Voorgesteld wordt om enkele bijzondere sanctiemodaliteiten te schrappen en om een commune maatregel te introduceren waarmee kan worden voorkomen dat in beslag genomen goederen die van misdrijf afkomstig blijken, aan de erfgenamen van de overledene ten deel vallen. |
Artikel |
Herstelbeslissingen in het nieuwe Wetboek van Strafvordering nader beschouwd |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Modernisering Wetboek van Strafvordering, Herstelbeslissingen door lagere rechter en Hoge Raad, Verbeteren en aanvullen van rechterlijke beslissingen na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting, Gesloten stelsel en concentratie van rechtsmiddelen, Herstelbeslissingen door de Hoge Raad |
Auteurs | Prof. dr. R.C.P. Haentjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
De voorstellen tot modernisering van het nieuwe Wetboek van Strafvordering betreffen onder meer nieuwe bepalingen aangaande herstelbeslissingen door de strafrechter na sluiting van het onderzoek ter terechtzitting. De voorstellen codificeren voor een groot gedeelte de reeds tot ontwikkeling gekomen jurisprudentie. Nieuw is het gemarkeerde onderscheid tussen het aanbrengen van verbeteringen en het aanvullen van de rechterlijke beslissing. Dit onderscheid werkt door in de uitwerking wat betreft de procedurele bevoegdheden van de bij het strafproces betrokken partijen: de strafrechter, de Officier van Justitie, de verdachte, de benadeelde partij en in het voorkomende geval de (voogd van de) minderjarige. De voorgestelde nieuwe regeling roept vragen op met betrekking tot de beginselen van concentratie en geslotenheid van rechtsmiddelen. Tevens vraagt de regeling voor de aanvulling nadere bezinning: tot welk moment is aanvulling toegelaten met het oog op het aanweneden van rechtsmiddelen? De vraag is gerechtvaardigd of de regeling zoals voorgesteld niet nog eens kritisch moet worden bezien. In het hierna volgende artikel wordt die vraag bevestigend beantwoord. |
Actualiteiten rechtspraak |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2020 |
Samenvatting |
Profijtontneming, w.v.v. uit zich ontdoen van gevaarlijke stoffen, begaan door rechtspersoon. OM ontvankelijk in ontnemingsvordering, nu vordering niet binnen in art. 511b.1 Sv genoemde termijn van 2 jaren na strafvonnis e.a. aanhangig is gemaakt? |