Op basis van de (nieuwe) Wet confiscatie criminele goederen wordt het mogelijk om goederen van een persoon die afkomstig zijn van enig strafbaar feit aan de Staat te laten vervallen, zonder dat sprake is van een voorafgaande strafrechtelijke veroordeling. In dit artikel wordt ingegaan op de problemen die zich kunnen voordoen bij het invoeren van de Wet confiscatie criminele goederen in zijn huidige vorm. Door toepassing van de NCBC-procedure (non conviction based confiscation), naast een parallel lopende strafzaak, kan de rechtsbescherming van verdachten namelijk ernstig in het gedrang komen. |
Zoekresultaat: 27 artikelen
Trending Topics |
De Wet confiscatie criminele goederen – een ondermijning van het strafrecht? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | Wet confiscatie criminele goederen, NCBC, onschuldpresumptie, zwijgrecht, nemo tenetur-beginsel |
Auteurs | Mr. V.C. Langenburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | procesafspraken, vonnisafspraken, plea bargaining, strafprocesrecht, ondermijning |
Auteurs | Mr. dr. L.J.J. (Laura) Peters |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds het najaar van 2021 heeft het maken van ‘procesafspraken’ een hoge vlucht genomen in de Nederlandse strafrechtspraktijk. Het betreft een nieuwe en fundamenteel andere manier van procederen op basis van consensus met rechterlijke toetsing. Met het maken van procesafspraken trachten openbaar ministerie, advocatuur en rechtspraak het hoofd te bieden aan het toenemende aantal (omvangrijke) strafzaken. Deze bijdrage bespreekt het fenomeen en diverse actuele experimenten in verschillende arrondissementen, en gaat in op ervaringen met procesafspraken in andere Europese landen. Daarna volgt een kritische beschouwing van de eerste vonnissen waarin procesafspraken werden goedgekeurd. De bijdrage eindigt met een oproep tot wetgeving. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/32HR 11 januari 2022, 20/00373, ECLI:NL:HR:2022:4 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Artikel |
Gewikt en gewogen: de vergoeding van advocaatkosten (530 Sv)Over de verhouding tussen de vergoeding van kosten van rechtsbijstand ex artikel 530, tweede lid, Sv en de onschuldpresumptie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | kosten van rechtsbijstand, artikel 530 Sv, onschuldpresumptie, (gronden van) billijkheid, gebleken onschuld |
Auteurs | Mr. K.M.G. Demandt en Mr. C.A.M. Janssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De gewezen verdachte moet na een vrijspraak of sepot vaak nogmaals de strijd aangaan. Dit keer om onder andere zijn advocaatkosten vergoed te krijgen. De strafrechter toetst in kostenvergoedingsprocedures of gronden van billijkheid aanwezig zijn om een schadevergoeding toe te kennen. Deze billijkheidstoets lijkt echter steeds vaker uit te monden in een meer inhoudelijke beoordeling van de strafzaak, hetgeen haaks staat op de eerdere vrijspraak of het eerdere sepot. Om duidelijk te maken dat de gehanteerde billijkheidsmaatstaven (in bepaalde gevallen) op gespannen voet staan met de onschuldpresumptie, toetsen wij in dit artikel aan de uitgangspunten van het EHRM. Volgens ons is het tijd voor een meer marginale toetsing waarbij billijkheid inderdaad de boventoon voert. |
Jurisprudentie |
De reikwijdte van artikel 74 AWR na een witwasveroordelingNoot bij HR 23 november 2021, ECLI:NL:HR:2021:1703 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | ontneming, 74 AWR, fiscaliteit, fiscaal, witwassen |
Auteurs | Mr. D.J.M. Dammers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op grond van artikel 36e Sr kan ieder strafbaar feit als grondslag dienen voor een op te leggen ontnemingsmaatregel. Voor fiscale delicten is hierop in artikel 74 AWR een uitzondering gemaakt. De wetgever heeft het belastingnadeel uitgesloten van de strafrechtelijke ontnemingsroute nu de fiscus dit bedrag binnen zijn mogelijkheden kan incasseren. Indien artikel 74 AWR wordt toegepast, resulteert dit in niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie. Sinds de Hoge Raad heeft bepaald dat fiscale misdrijven kwalificeren als gronddelict voor witwassen, worden fiscaal gerelateerde kwesties steeds vaker vervolgd via de witwasbepalingen. Het voordeel kan echter wel geheel of gedeeltelijk bestaan uit het fiscale nadeel van de fiscus. Hierdoor rijst de vraag hoe het in artikel 74 AWR neergelegde voorschrift dient te worden uitgelegd. |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtEerste helft 2021 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2021 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. J.S. Boeser, mr. J. Boonstra e.a. |
Artikel |
Kroniek formeel strafrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2020 |
Auteurs | Frezia Aarts, Max den Blanken, Rachel Bruinen e.a. |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtEerste helft 2020 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), Mr. J. Boonstra-Verhaert, Mr. dr. S.S. Buisman e.a. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | dood verdachte/veroordeelde, ontvankelijkheid OM, artikel 69 Sr, artikel 6:1:21 Sv, artikel 16 Wet op de economische delicten |
Auteurs | Mr. dr. E.M. (Eelco) Moerman en Mr. dr. J.H.B. (Joeri) Bemelmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staan de auteurs stil bij de straf(proces)rechtelijke gevolgen van de dood van de verdachte of veroordeelde en de ratio van die gevolgen. Onderzocht wordt welke uitzonderingen er bestaan op het uitgangspunt dat de rechten tot strafvervolging en strafexecutie vervallen door de dood van de verdachte of veroordeelde en of het uitgangspunt en de uitzonderingen daarop een coherent systeem vormen. Voorgesteld wordt om enkele bijzondere sanctiemodaliteiten te schrappen en om een commune maatregel te introduceren waarmee kan worden voorkomen dat in beslag genomen goederen die van misdrijf afkomstig blijken, aan de erfgenamen van de overledene ten deel vallen. |
Jurisprudentie |
Termijn aanhangig maken ontnemingsvorderingHR 10 december 2019, ECLI:NL:HR:2020:1932 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | ontnemingsvordering, termijn art. 511b Sv, niet-ontvankelijkheid Openbaar Ministerie, redelijke termijn |
Auteurs | Mr. dr. J.S. Nan |
SamenvattingAuteursinformatie |
Er is ruimte om de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie in de ontnemingsvordering bij een schending van de tweejaarstermijn van artikel 511b lid 1 Sv, achterwege te laten. Dat kan als de belangen die deze bepaling beschermen niet wezenlijk in het geding zijn. |
Actualiteiten rechtspraak |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2020 |
Samenvatting |
Profijtontneming, w.v.v. uit zich ontdoen van gevaarlijke stoffen, begaan door rechtspersoon. OM ontvankelijk in ontnemingsvordering, nu vordering niet binnen in art. 511b.1 Sv genoemde termijn van 2 jaren na strafvonnis e.a. aanhangig is gemaakt? |
Artikel |
Wettelijk overgangsrecht en rechterlijke anticipatie ter zake van het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | overgangsrecht, anticipatie, rechterlijke anticipatie, modernisering strafvordering |
Auteurs | Mr. M.J. Borgers en Prof. mr. T. Kooijmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
De inwerkingtreding van het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering zal gepaard gaan met vragen van overgangsrechtelijke aard. Op dit moment heeft de minister nog niet voorzien in overgangsrecht. In deze bijdrage wordt besproken hoe de contouren van dat overgangsrecht eruit zouden kunnen zien. Daarnaast wordt de vraag besproken in hoeverre de rechter, voorafgaand aan de inwerkingtreding, kan anticiperen op het gemoderniseerde wetboek bij de uitleg van de huidige wettelijke bepalingen. |
Artikel |
Gemoderniseerde voordeelsontneming |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | Voordeelsontneming, Ontnemingsmaatregel, Ontnemingsprocedure, Misdaadgeld, Modernisering van het Wetboek van Strafvordering |
Auteurs | Mr. dr. W.S. de Zanger |
SamenvattingAuteursinformatie |
De modernisering van het Wetboek van Strafvordering zal ook het proces ter ontneming van wederrechtelijk verkregen voordeel aanpassen. Deze wetgevingsoperatie zal de ontnemingsmaatregel grotendeels ontdoen van zijn bijzondere karakter. Zo komt het strafrechtelijk financieel onderzoek te vervallen en wordt voorgesteld de oplegging van de ontnemingsmaatregel als hoofdregel in het reguliere strafproces te laten plaatsvinden. Deze bijdrage brengt in kaart welke wijzigingen worden voorgesteld en hoe die moeten worden beoordeeld. Geconcludeerd wordt dat de moderniseringsplannen kunnen worden onderschreven, maar wel nader dienen te worden doordacht. |
Artikel |
Kroniek Formeel strafrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2018 |
Auteurs | Ben Polman, Max den Blanken, Rachel Bruinen e.a. |
Artikel |
Over het begrip ‘zwaar ongeval’ in het Brzo 2015 – en het opvallende gebrek aan rechtspraak hierover |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | Brzo, Zwaar ongeval, Milieustrafrecht, Seveso |
Auteurs | Mr. J. Barensen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur gaat in op de definitie van het begrip ‘zwaar ongeval’. Hij constateert dat de uitwerking van dit begrip in de rechtspraak nog weinig aandacht krijgt. Uit diverse rapporten kan worden opgemaakt dat zich in de praktijk weinig voorvallen voordoen die onder de noemer ‘zwaar ongeval’ vallen. Het is dus de vraag of eventuele gebreken in de naleving van het Brzo wel zo vaak kunnen leiden tot een zwaar ongeval. Dat wringt vooral in strafzaken, waar hoge eisen moeten worden gesteld aan het bewijs dat niet alle maatregelen zijn getroffen om te voorkomen dat een zwaar ongeval kan plaatsvinden. |
Kroniek |
Kroniek ondernemingsstrafrechtEerste helft 2018 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2018 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, mr. A.C.M. Klaasse e.a. |
Samenvatting |
|
Jurisprudentie |
Belastingfraude kan niet altijd worden witgewassenAnnotatie bij HR 7 oktober 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD2774 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | Belastingfraude, Witwassen, Inkeer, Ontneming, Buitenlands vermogen |
Auteurs | Mr. A.A. Feenstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze lustrumeditie van dit tijdschrift past een annotatie bij een arrest dat ook een, zij het tweede, lustrum viert. Dit betreft het arrest van de Hoge Raad van 7 oktober 2008, waarin de Hoge Raad oordeelde dat ook een fiscaal delict als gronddelict voor witwassen kan gelden. Dit oordeel van de Hoge Raad roept in de jaren nadien nog steeds vragen op over de samenloop tussen de fiscaliteit en het strafrecht, vooral ten aanzien van de specifieke witwashandelingen, de inkeerregeling en ontneming. |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2018 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. A.A. Feenstra, prof. dr. R.C.P. Haentjens e.a. |
Artikel |
Kroniek Formeel strafrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2017 |
Auteurs | Ben Polman, Max den Blanken, Frezia Aarts e.a. |
Artikel |
De verbeurdverklaring als ontnemingsinstrument |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Verbeurdverklaring, Afpakken, Wederrechtelijk verkregen voordeel, Crimineel vermogen |
Auteurs | Mr. G.M. Boezelman en Mr. M. Coenen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De verbeurdverklaring wint terrein op het gebied van afpakken, ook in financiële fraudezaken. Doordat zowel de verbeurdverklaring als de ontnemingsmaatregel worden ingezet voor het ‘afpakken’ van crimineel vermogen, vervagen de karakters van de verbeurdverklaring en de ontneming. Het dubbel raken van de betrokkene dient gelet op de proportionaliteit van de bestraffing te worden voorkomen. Deze bijdrage bespreekt de implicaties hiervan en de mogelijkheden om verweer te voeren. |