Door de korpschef van de politie is geweigerd een jachtakte te verlenen. De reden hiervoor ligt in het feit dat de aanvrager van de jachtakte is veroordeeld wegens overtreding van de Wet wapens en munitie. Op grond hiervan mag de korpschef geen jachtakte verlenen aan de aanvrager. Voorts is deze weigering niet aan te merken als een bestraffende sanctie. |
Zoekresultaat: 207 artikelen
Jurisprudentie |
De weigering van een jachtakte door de korpschef van de politie als een bestraffende sanctie?Annotatie bij ABRvS 4 augustus 2021, ECLI:NL:RVS:2021:1748 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | jachtakte, korpschef, bestuurlijke maatregel, Wet natuurbescherming, Wet wapens en munitie |
Auteurs | Mr. dr. drs. B. van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De bevoegdheid tot ‘onderzoeken’ in strafrecht en bestuursrechtKent ons recht een drieledig zoekstelsel? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | doorzoeken, opsporing, toezicht, Onderzoek vervoermiddelen, Awb, Wet op de accijns, WED, WWM |
Auteurs | Mr. dr. E. Gritter |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel gaat de auteur in op het ‘zoekstelsel’ zoals dit geldt in de strafvordering en in het bestuursrecht. Na een analyse van zoekbevoegdheden uit het Wetboek van Strafvordering, de Wet op de economische delicten, de Wet wapens en munitie, de Algemene wet bestuursrecht en de Wet op de accijns komt de auteur tot de conclusie dat het strafrecht en het bestuursrecht systematisch gezien een vergelijkbaar drieledig zoekstelsel kennen, bestaande uit zoekend rondkijken (gekoppeld aan een betredingsbevoegdheid), doorzoeken (dat zowel in het bestuursrecht als in het strafrecht een steunbevoegdheid is) en ‘onderzoeken’, dat een zelfstandige bevoegdheid is die onder omstandigheden op een feitelijke doorzoeking mag neerkomen. |
Redactioneel |
De burgemeester als ziektebestrijder?Onduidelijkheden over de voorgestelde sluitingsbevoegdheid van de burgemeester in artikel 58na Wet publieke gezondheid |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | corona, burgemeester, sluitingsbevoegdheid, bestuursstrafrecht, Wet publieke gezondheid |
Auteurs | Mr. dr. drs. B. van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
Om het corona-virus nog meer te kunnen aanpakken is een nieuwe sluitingsbevoegdheid voor de burgemeester voorgesteld in artikel 58na Wet publieke gezondheid. Hiermee krijgt de burgemeester derhalve ook een rol als ziektebestrijder. In dit redactioneel worden onduidelijkheden over deze sluitingsbevoegdheid besproken en wordt geconcludeerd dat deze bevoegdheid nader moet worden doordracht. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Constitutioneel Recht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | terrorisme, zware criminaliteit, ondermijnende criminaliteit, algoritmen, datakoppeling, MIT/NSOC |
Auteurs | M.F.H. Hirsch Ballin |
SamenvattingAuteursinformatie |
De inzet van nieuwe technische mogelijkheden zoals datakoppeling en analyses met gebruik van algoritmen, biedt nieuwe kansen in de strijd tegen terrorisme en zware ondermijnende criminaliteit. Dit nieuwe terrein van onderzoek staat naast de vertrouwde domeinen van de strafrechtspleging, de bestuurlijke handhaving en de inlichtingen- en veiligheidsdiensten. Dat nieuwe terrein zal in dit artikel worden verkend aan de hand van twee ontwikkelingen: de verruiming van de analysetaak van de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV) en de totstandkoming van het Multidisciplinaire interventieteam dat per 1 juli 2022 verder zal gaan onder de naam Nationale Samenwerking tegen Ondermijnende Criminaliteit (hierna: MIT/NSOC). |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/25HR 22 februari 2022, 20/03894, ECLI:NL:HR:2022:177 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/29HR 25 januari 2022, 20/02683, ECLI:NL:HR:2022:72 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/28HR 1 februari 2022, 19/00461, ECLI:NL:HR:2022:46 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/32HR 11 januari 2022, 20/00373, ECLI:NL:HR:2022:4 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/26HR 22 februari 2022, 20/02272, ECLI:NL:HR:2022:288 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Notenkraker |
Een indringende evenredigheidstoets bij bestuurlijke maatregelen – what’s new?Notenkraker bij ABRvS 2 februari 2022, ECLI:NL:RVS:2022:285/334/335 (toetsing aan evenredigheidsbeginsel) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | evenredigheid, toetsing, herstelsanctie, bestuurlijke maatregel |
Auteurs | Carola de Rond |
SamenvattingAuteursinformatie |
In drie uitspraken van 2 februari 2022 gaat de Grote Kamer van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State in op de evenredigheidstoetsing bij discretionaire besluiten. Dat wil zeggen de wijze waarop een bestuursrechter deze besluiten toetst aan het evenredigheidsbeginsel als neergelegd in artikel 3:4 lid 2 Awb, en de indringendheid van die toetsing. Uit deze uitspraken volgt dat de evenredigheidstoetsing plaatsvindt aan de hand van een ‘glijdende schaal’, waarbij afhankelijk van de omstandigheden van het geval de intensiteit van de toetsing meer of minder groot zal zijn. De door de staatsraden gesuggereerde, standaard toe te passen driestapstoets wordt niet overgenomen, al volgt tegelijk wel uit de uitspraak dat in de praktijk vaak zal worden getoetst of het bestreden besluit noodzakelijk en/of geschikt is. In ieder geval zal worden beoordeeld of het besluit in kwestie evenwichtig is. In deze notenkraker wordt stilgestaan bij de uitspraken en enkele observaties en vragen die daarmee samenhangen. Ook worden enkele recente ontwikkelingen met betrekking tot de evenredigheidstoetsing besproken. Aan de hand daarvan wordt de (voorlopige) balans opgemaakt ten aanzien van de vraag of de uitspraken tot een andere, indringender toetsing van bestuurlijke maatregelen leiden. |
Redactioneel |
Het enkele gebruik van cryptophones als basis voor procesrechtelijke concepten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | cryptocommunicatie, redelijk vermoeden van schuld, recidivegevaar, EncroChat, cryptofoon |
Auteurs | D.A.G. van Toor PhD LLM BSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
De laatste jaren gebruiken criminelen veelvuldig dure cryptodiensten. In het redactioneel wordt beoordeeld of het enkele gebruik van een speciale cryptodienst voldoende is om een redelijk vermoeden van schuld en het recidivegevaar als grond voor voorlopige hechtenis aan te nemen. |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2022 |
Auteurs | Mr. J. Boonstra, Mr. dr. S.S. Buisman, Mr. A.A. Feenstra e.a. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/12HR 14 december 2021, 20/00115, ECLI:NL:HR:2021:1885 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2022 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/09HR 21 december 2021, 19/05058, ECLI:NL:HR:2021:1945 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2022 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2021/82HR 28 september 2021, 19/02166, ECLI:NL:HR:2021:1279 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2021 |
Artikel |
Kroniek Straf(proces)recht 2021 |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2021 |
Auteurs | Nikki Alberts, Rachel Bruinen, Dirk Dammers e.a. |
Artikel |
Drugscriminaliteit beheersbaar houdenDe inspanningen van 25 jaar |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | the Netherlands, drugs policy, history, organized crime, policing |
Auteurs | Manja Abraham en Toine Spapens |
SamenvattingAuteursinformatie |
In international organized drug crime, the Netherlands is an important transit country (especially for cocaine and, to a lesser extent, heroin and other drugs) and an important production country (of cannabis and synthetic drugs). Drug production and trafficking have serious consequences for society. For example, in addition to possible health damage due to drug use, criminal money flows become intertwined with the regular economy. There is also an increase in new perpetrators, facilitators and bystanders who become involved in illegal activities, murders, and other violence due to conflict between criminal groups and dumping waste from drug production. Organized drug crime increasingly has a far-reaching and subversive impact on the Netherlands and its rule of law. The murders of journalist Peter R. de Vries and lawyer Derk Wiersum are painful recent examples. Despite these severe consequences, the approach to organized drug crime has long been what we can retrospectively call ‘modest’, ‘naïve’, ‘incidental’, and ‘fragmented’. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | mayors, administrative approach, prevention, barriers, organized crime |
Auteurs | Teun van Ruitenburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dutch mayors play an increasingly prominent role in tackling (organized) crime. However, empirical research into how mayors fulfil this role remains scarce. Based on 23 interviews with nineteen mayors and sixteen municipal officials, this study reveals the different ways in which mayors have given meaning to the administrative approach of outlaw motorcycle gangs (OMCGs) in the period 2012-2017. While the national approach to OMCGs fits within the wider focus in society on prevention and the exclusion of ‘risky groups’, this empirical study shows how mayors give their own effect to this focus at the local level. |
Artikel |
Een generieke strafbaarstelling van nieuwe psychoactieve stoffen in de Opiumwet: einde van een wapenwedloop in zicht? |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | lijst IA Opiumwet, nieuwe psychoactieve stoffen (NPS), generieke wetgeving, legaliteitsbeginsel |
Auteurs | Prof. mr. T. (Tom) Blom |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt onderzocht wat de effecten zijn van de invoering van een generieke strafbaarstelling van stofgroepen waarmee (nieuwe) psychoactieve middelen kunnen worden gemaakt. Deze generieke strafbaarstelling is een belangrijke wijziging in ons bestaande systeem van strafbaarstellingen en wordt verondersteld een belangrijk instrument te zijn om de georganiseerde misdaad te bestrijden. Belangrijker is echter dat hiermee ook een wetgevingsgat wordt gedicht dat was ontstaan door het oordeel van het Hof van Justitie van de Europese Unie dat de productie en handel in NPS’en niet langer mogen worden bestreden als overtreding van de Geneesmiddelenwet. De generieke strafbaarstelling is niet in strijd met het legaliteitsbeginsel, maar zorgt er wel voor dat ook stoffen die niet schadelijk zijn voor de volksgezondheid en mogelijk zelfs geen psychoactief effect hebben onder de Opiumwet komen te vallen. De vraag is hoe de rechtspraktijk in de toekomst met dergelijke verweren zal (moeten) omgaan. |
Artikel |
Deelneming aan een criminele organisatie en ne bis in idemDe toepasselijkheid van het ne bis in idem-beginsel bij vervolging wegens deelneming aan een criminele organisatie na vervolging wegens een concreet misdrijf en vice versa |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | ne bis in idem, deelneming aan een criminele organisatie, artikel 140 Sr, artikel 68 Sr, beginselen van een behoorlijke procesorde |
Auteurs | Mr. dr. F.C.W. (Fanny) de Graaf |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt ingegaan op de toepassing van het ne bis in idem-beginsel in gevallen waarin de verdachte onder meer wordt verweten te hebben deelgenomen aan een criminele organisatie (art. 140 Sr). Daarbij wordt in het bijzonder aandacht besteed aan twee arresten van de Hoge Raad in zaken waarin het ging om een vervolging wegens deelneming aan een criminele organisatie ná een vervolging wegens een concreet – binnen die organisatie gepleegd – delict en vice versa. Er wordt ingegaan op de vraag op welke wijze kan worden getoetst of het ne bis in idem-beginsel in dergelijke gevallen aan een tweede vervolging in de weg staat, waarbij voornoemde arresten kritisch worden geanalyseerd. De bijzondere structuur van artikel 140 Sr speelt in dit verband een belangrijke rol. |