De auteur bespreekt de belangrijkste actualiteiten op het terrein van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Daarbij is in het bijzonder aandacht geschonken aan de rol van deze verzekering binnen de letselschade. Daarnaast komt het karakter van de AOV aan orde, de schending van de mededelingsplicht, het begrip arbeidsongeschiktheid en de claimbehandeling. |
Zoekresultaat: 39 artikelen
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | abeidsongeschiktheidsverzekering., schending mededelingsplicht, begrip arbeidsongeschiktheid, claimbehandeling |
Auteurs | Mr. dr. E.J. Wervelman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
(Potestatieve) voorwaarden in overnamecontracten: van theorie naar praktijk |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | potestatieve voorwaarde, opschortende voorwaarde, goedkeuringsvoorbehoud, koopovereenkomst, SPA |
Auteurs | Mr. R.P. Schrooten en Mr. B.C. Elion |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de (internationale) overnamepraktijk wordt in overnamecontracten veelvuldig gecontracteerd onder één of meer opschortende voorwaarden. Veel van de opschortende voorwaarden die partijen overeenkomen, bevatten een potestatief element: de vervulling van de voorwaarde is (grotendeels) afhankelijk van de wil van een van de contractspartijen. In dit artikel bespreken de auteurs veelgebruikte voorwaarden uit de praktijk. De auteurs gaan in op de vraag of deze voorwaarden potestatief zijn en wat het effect daarvan zou zijn op (verbintenissen uit) het overnamecontract. De auteurs sluiten af met enkele aanbevelingen voor het gebruik van voorwaarden in de praktijk. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | vereffenaar, toezicht |
Auteurs | Mr. J.Th.M. Diks en Mr. dr. N. Lavrijssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs bespreken artikel 4:210 lid 1 BW bezien vanuit de nieuwe Richtlijnen Vereffening nalatenschappen en Handleiding erfrechtprocedures kantonrechter. Dit artikel regelt de aanwijzingsbevoegdheid van de kantonrechter ten opzichte van de vereffenaar. In deze bijdrage wordt ingegaan op de ambtshalve aanwijzing en de aanwijzing op verzoek van een belanghebbende (bijvoorbeeld de vereffenaar), en in welke vorm zo’n aanwijzing kan worden gegeven. In het bijzonder wordt aandacht besteed aan het standpunt van de expertgroep dat verzoeken tot aanwijzingen niet (meer) mogelijk zijn. |
Casus |
Meervoudig stemrecht |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | stemrecht, meervoudig stemrecht, beursvennootschappen |
Auteurs | Mr. J.S. Kalisvaart |
SamenvattingAuteursinformatie |
De laatste jaren zijn er diverse beursvennootschappen bij gekomen die Nederland als vestigingsplaats hebben gekozen en een structuur met meervoudig stemrecht hebben geïntroduceerd. Vaak zijn deze vennootschappen van origine buitenlands. Bij een aantal van deze vennootschappen is de mogelijkheid geïntroduceerd extra stemrecht toe te kennen aan ‘loyale’ aandeelhouders. De andere in de praktijk gebruikte vorm is de high/low voting stock-structuur, waarbij door introductie van aandelen met een verschillende nominale waarde verschil in stemrecht verbonden aan die aandelen wordt gecreëerd. In dit artikel bespreekt de auteur de kenmerken van de genoemde structuren en gaat hij in op de juridische ‘haken en ogen’. |
Artikel |
Het gifpilletje van Gemalto |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 7 2018 |
Trefwoorden | poison pill, deal protection, beschermingsmaatregel, openbaar bod, beschermingsaandelen |
Auteurs | Mr. P.L. Hezer en Mr. B. Kemp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij het openbaar bod van Thales en Gemalto is een poison pill geïmplementeerd om concurrerende biedingen te ontmoedigen. Deze vorm van deal protection, die lijkt te zijn gebaseerd op de Franse ‘bons Bretons’, is in Nederland een noviteit. In deze bijdrage wordt gekeken naar de implementatie, toelaatbaarheid en toetsing van die ‘Franse gifpil’. |
Artikel |
De beschermingsstichting als borger van de continuïteit? |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 5-6 2018 |
Trefwoorden | beschermingsstichting, continuïteit, stichting continuïteit, optieovereenkomst, preferente aandelen |
Auteurs | Mr. D.A.G. Meulensteen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage onderzoekt de auteur of de beschermingsstichting kan ingrijpen indien de continuïteit van een beursgenoteerde NV in het geding is. Hierbij komen zowel de grondslag voor een dergelijk optreden als de te verwachten obstakels aan bod. |
Artikel |
De erkenning in België van Nederlandse levenstestamenten en de gevolgen van een Vlaamse wetswijziging voor (Nederlandse) huwelijkse voorwaarden |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | regelgeving Nederlands levenstestament, erkenning Nederlands levenstestament in België, Vlaamse Decreetswijziging huwelijkse voorwaarden, ouderlijke boedelverdeling |
Auteurs | Mr. dr. K.M.L.L. van de Ven |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt aandacht besteed aan een standpunt van het federale consultatiecentrum voor het Belgische notariaat over de erkenning van Nederlandse levenstestamenten en aan de gevolgen van een Vlaamse wetswijziging voor (Nederlandse) huwelijkse voorwaarden. |
Artikel |
Staatloosheid als moderne vorm van uitsluitingNaar een duurzame oplossing voor staatlozen in Nederland |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | statelessness, determination procedure, legislative proposal, limbo, exclusion |
Auteurs | Marlotte van Dael MSc, Mr. Jelle Klaas en Loïs Vaars LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article maps the current Dutch practice on statelessness, and tries to expose the current issues in particular. The published legislative proposal for a statelessness determination procedure in September 2016 is an attempt by the Dutch government to solve part of these problems after wide criticism from, among others, the Advisory Committee on Migration Affairs (ACVZ) in 2013. The introduction of a statelessness determination procedure is a long awaited development and a step in the right direction with a view of improving current practice and law for stateless persons residing in the Netherlands. However, significant deficiencies in the legislative proposal risk to greatly undermine the operation and value of the new procedure, especially for those currently left in limbo and excluded from society. This article focuses on the shortcomings in the procedure and provides recommendations how to revise these to ensure that stateless persons are enabled to demonstrate their statelessness adequately and obtain the rights associated with it as intended in the Statelessness Conventions signed by the Netherlands. |
Artikel |
De aanwijzing aan de vereffenaar op grond van artikel 4:210 lid 1 BW |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | aanwijzing, instructie, kantonrechter, artikel 4:210 BW, vereffenaar/vereffening |
Auteurs | Mr. S.R. Baetens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op grond van artikel 4:210 BW kan de kantonrechter of benoemde rechter-commissaris aan de vereffenaar aanwijzingen geven, die deze dient op te volgen. In de praktijk wordt nog tamelijk weinig gebruik gemaakt van de mogelijkheid de kantonrechter om een aanwijzing of instructie voor de vereffenaar te verzoeken. In dit artikel gaat de auteur in op de mogelijkheden van artikel 4:210 BW voor de kantonrechter, de vereffenaar en de belanghebbenden. Daarbij wordt aandacht besteed aan de ambtshalve aanwijzing, de vraag wie in welke situaties om een aanwijzing aan de vereffenaar kan verzoeken, en wat de status van die aanwijzing is. Voorts wordt ingegaan op de procedurele aspecten van het verzoek om een aanwijzing. |
Jurisprudentie |
Jurisprudentieoverzicht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 4 2017 |
Auteurs | Mr. E.M.A. van Amersfoort |
Casus |
Partij-invloed op het intreden of vervallen van voorwaarden |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | Ontbindende voorwaarde, Opschortende voorwaarde, Potestatieve voorwaarde, Artikel 6:23 BW |
Auteurs | Mr. dr. H. Stolz |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de rechtspraktijk vormen ontbindende en opschortende voorwaarden een vaak gebruikte rechtsfiguur bij overeenkomsten. Veelal hebben partijen bij een overeenkomst een vorm van invloed op het toekomstige intreden of vervallen van een dergelijke voorwaarde. Deze partij-invloed wordt door het recht in beginsel aanvaard en is derhalve als breed uitgangspunt ook mogelijk. Op dit uitgangspunt bestaan echter twee beperkingen: de vaak veronderstelde onmogelijkheid van (vormen van) potestatieve voorwaarden en de redelijkheid en billijkheid die leiden tot toepassing van artikel 6:23 BW. Onderzocht wordt in welke gevallen deze beperkingen van de partij-invloed toepassing vinden en welke mogelijkheden bestaan om met deze beperkingen contractueel om te gaan. |
Jurisprudentie |
Jurisprudentieoverzicht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 5 2016 |
Auteurs | Mr. E.M.A. van Amersfoort |
Jurisprudentie |
Overzicht rechtspraak Kamer van Toezicht op het Notariaat 2002-2015 |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2016 |
Auteurs | Mr. T.A.M. Tijhuis |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
De objectivering van de bevoordelingsbedoeling in het erfrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 6 2015 |
Trefwoorden | schenking/gift, bevoordelingsbedoeling, legitimaire massa, lijfrente, waardering |
Auteurs | Mr. F.W. Brans en Mr. Ph.A.J. Raaijmaakers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan de hand van twee uitspraken uit eigen praktijk wordt onderzocht welke omstandigheden een rol kunnen spelen bij de beoordeling of sprake is van een gift, hoe en waarop deze wordt gewaardeerd, of de legitimaire massa daarmee wordt vermeerderd en op welk wettelijk breukdeel daarvan de legitimaris aanspraak kan maken. Conclusie is dat wordt gekeken naar omstandigheden van vóór of tijdens het moment van de gestelde gift (‘objectief’). Omstandigheden van latere datum blijven in beginsel buiten beschouwing, ook als achteraf daaruit een wil of intentie tot bevoordelen kan worden herleid (‘subjectief’). |
Jurisprudentie |
Annotatie bij HR 30 januari 2015, ECLI:NL:HR:2015:186, 14/01997 |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2015 |
Auteurs | Prof. mr. G.R. de Groot |
Auteursinformatie |
Artikel |
Belgische consumenten-class action |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | massaschade, class action, consumenten, België |
Auteurs | Dr. S. Voet |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Belgische wet van 28 maart 2014 voegde in het Wetboek van economisch recht een rechtsvordering tot collectief herstel (of class action) in. Deze bijdrage bespreekt dit nieuwe instrument, dat enkel van toepassing is op consumenten-massaschade. Vooreerst komen de drie ontvankelijkheidsvoorwaarden aan bod: de rechtsvordering moet een inbreuk betreffen op één of meerdere Belgische of Europese consumentenwetten, zij moet worden ingesteld door een geschikte groepsvertegenwoordiger (die enkel een vereniging kan zijn) en de rechtsvordering tot collectief herstel moet doelmatig zijn. Vervolgens wordt het facultatieve opt-in- of opt-out-systeem besproken. Tot slot wordt dieper ingegaan op de vier fases van de procedure: de ontvankelijkheidsfase, een verplichte onderhandelingsfase, de eventuele gegrondheidsfase en de uitvoeringsfase. |
Casus |
De Ontwerpregeling ter bescherming van derivatenbeleggers tegen faillissement van de tussenpersoon nader beschouwd |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | Derivaten, Intermediary risk, Afgescheiden vermogen, Matched Principal, Lastgeving |
Auteurs | Mr. E.W. Kuijper |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het consultatiedocument Wijzigingswet financiële markten 2016 omvat een regeling ter bescherming van derivatenbeleggers tegen faillissement van de tussenpersoon. Voorgesteld wordt de regeling op te nemen in de Wge. De regeling beoogt het Nederlandse recht in lijn te brengen met de regels die de MiFID en de EMIR stellen inzake de bescherming van derivatenbeleggers. De auteur beschouwt de voorgestelde regeling nader en signaleert enkele aandachtspunten. Uit de bijdrage blijkt dat het opstellen van een regeling die past binnen het vermogensrecht en aansluit bij de praktijk geen eenvoudige opgave is. |
Artikel |
De vermogensscheidingsregeling voor beleggingsinstellingen als (alternatief) model voor de bescherming van derivatenbeleggers |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2014 |
Trefwoorden | beleggingsinstelling, derivaten, afgescheiden vermogen, intermediary risk, rangregeling |
Auteurs | Mr. E.W. Kuijper |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het consultatiedocument ‘Wijzigingswet financiële markten 2016’ stelt voor een afgescheiden vermogen op te nemen in de Wge ter bescherming van derivatenbeleggers tegen intermediary risk. De voorgestelde regeling leidt mogelijk tot verwarring. Kan een regeling, soortgelijk aan de vermogensscheidingsregeling voor beleggingsinstellingen, uitkomst bieden als (alternatief) beschermingsmechanisme? |
Praktijk |
Het vijandig bod |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2014 |
Trefwoorden | vijandig bod, openbaar bod, activistische aandeelhouder, biedingsregels, stakebuilding, melding zeggenschap, beschermingsconstructie, KPN, América Móvil |
Auteurs | Mr. W.W.C.I.G. Bijveld |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vijandige biedingen komen met enige regelmaat voor in de Nederlandse openbarebiedingenpraktijk. Van een ‘vijandig bod’ wordt gesproken indien de besturen van een potentiële bieder en een doelvennootschap geen overeenstemming kunnen bereiken over het voorgenomen openbaar bod van de potentiële bieder. De huidige regelgeving omtrent openbare biedingen behandelt een ‘vijandig bod’ op enkele bepalingen na niet anders dan een volledig openbaar bod. Enkele belangrijke regels die een vijandige bieder tegen zal komen gedurende het biedingsproces zijn onder andere de regels omtrent het melden van zeggenschap, de bepaling over de aankondiging van een vijandig bod, de ‘put up or shut up’-regeling en art. 4 en 5 van de SER Fusiegedragsregels 2000. Naast deze regels zal in het artikel tevens worden ingegaan op de overnamestrijd tussen América Móvil en KPN. |
Artikel |
Aandeelhouders en het vennootschappelijk belang |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 6 2012 |
Trefwoorden | aandeelhouders, vennootschappelijk belang, PCM, Ondernemingskamer |
Auteurs | Mr. H.K. Schrama |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage behandelt de auteur aan de hand van (onder meer) jurisprudentie van de Ondernemingskamer in hoeverre aandeelhouders het vennootschappelijk belang als toetssteen in hun handelen moeten betrekken. |