Op 9 oktober 2020 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen over het moment waarop de verjaringstermijn van de beroepsaansprakelijkheidsvordering van de (voormalig) cliënt op zijn adviseur een aanvang neemt. In dit artikel wordt het arrest bekeken in de context van eerdere rechtspraak over dit onderwerp en wordt onderzocht hoe de door de Hoge Raad gegeven norm in de praktijk kan uitwerken. |
Zoekresultaat: 6576 artikelen
Artikel |
De aanvang van de korte verjaringstermijn bij beroepsaansprakelijkheidsvorderingen na het arrest van de Hoge Raad van 9 oktober 2020 |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2021 |
Trefwoorden | beroepsfout, bekendheid, art. 3:310 BW, schadevergoeding |
Auteurs | Mr. M. de Haan en Mr. E.A.L. van Emden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2021 |
Trefwoorden | platformen, algemene voorwaarden, p2b-Verordening, servicenormen, rechtsbescherming |
Auteurs | Prof. dr. mr. V. Mak |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de platformeconomie zijn consumenten niet de enige zwakke partij. Ook aanbieders die hun producten of diensten aanbieden via een platform dat ook eigen aanbod heeft (‘derde-aanbieders’), hebben vaak een zwakke onderhandelingspositie en worden gebonden aan strenge voorwaarden en prestatienormen. In dit artikel onderzoekt de auteur welke bescherming derde-aanbieders genieten tegen strenge servicenormen van online platformen, in het bijzonder onder de Europese platform-to-business-Verordening en de algemenevoorwaardenregels uit het BW. |
Artikel |
Art. 81 Wet RO: de stand van zaken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | cassatie, Hoge Raad, motivering, rechtsvorming |
Auteurs | Tom van Malssen en Coen van Schaijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage brengt de huidige art. 81 Wet RO-toepassingspraktijk van de civiele kamer van de Hoge Raad in kaart, mede tegen de achtergrond van de invoering van art. 80a Wet RO en de gespecialiseerde cassatiebalie in 2012. De bijdrage signaleert enkele verschuivingen in het type 81-zaken, de wijze waarop het parket in 81-zaken concludeert en de samenstelling waarin de Hoge Raad de zaken afdoet. Deels laten deze verschuivingen zich op het conto schrijven van de Wet versterking cassatierechtspraak, maar deels zouden zij hun oorzaak ook elders kunnen vinden, bijvoorbeeld in de zelfverklaarde focus van de Hoge Raad op rechtsvorming. |
Kroniek |
Insolventieprocesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2021 |
Auteurs | Evelyne Groot |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | WAMCA, ontvankelijkheidsbeslissing, class certification |
Auteurs | Pim Wissink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds inwerkingtreding van de WAMCA kent de collectieve actie een procedurele tweedeling in een ontvankelijkheidsfase en een inhoudelijke fase. Inhoudelijke behandeling van de vordering vindt ingevolge art. 1018c lid 5 Rv pas plaats indien en nadat de rechter over de ontvankelijkheid heeft beslist. De vraag is in hoeverre de twee fasen los van elkaar kunnen worden gezien, nu elementen van de ontvankelijkheidstoets nauw zijn verweven met de inhoudelijke beoordeling. De auteur maakt een vergelijking met de Amerikaanse federale class action, die een soortgelijke problematiek kent, en betoogt dat een genuanceerde toepassing van art. 1018c lid 5 Rv aangewezen is. |
Jurisprudentie |
Jurisprudentieoverzicht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 1 2021 |
Auteurs | Mr. S.C. den Engelse |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | roerende schenkingen, woonplaatsbeginsel, kaasroute, buitenlandse notaris |
Auteurs | Mr. dr. K.M.L.L. van de Ven |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt ingegaan op de Belgische federale wetswijziging van 15 december 2020 die ervoor moet zorgen dat in meer gevallen dan voorheen in België over zogenoemde roerende schenkingen schenkbelasting wordt voldaan. Door de in beginsel verplichte registratie van roerende schenkingen in België wordt de invulling van het fiscale woonplaatsbeginsel meer van belang. |
Jurisprudentie |
Strafrechtelijk niet veroordeeld, maar erfrechtelijk wel beboet? |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | Onwaardigheid, Veroordeling, Strafbeschikking, verklaring van erfrecht, tuchtrechtelijke sanctie |
Auteurs | Mr. M. De Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
Klager heeft zijn echtgenote opzettelijk van het leven beroofd. Wegens een ziekelijke stoornis volgt geen strafrechtelijke veroordeling, maar wordt hij ontslagen van alle rechtsvervolging. In de aan de broer van erflaatster afgegeven verklaring van erfrecht concludeert de notaris dat klager onwaardig is op grond van artikel 4:3 BW. Klager verwijt de notaris dat hij een onjuiste verklaring van erfrecht heeft opgesteld. De Kamer voor het Notariaat oordeelt de klacht gegrond en legt een waarschuwing op. In deze bijdrage wordt deze uitspraak besproken, waarbij aandacht wordt besteed aan de eis van een onherroepelijke veroordeling en de afgifte van een verklaring van erfrecht. |
Digitale markten |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2021 |
Trefwoorden | Digital Services Act, Wet inzake digitale diensten, Richtlijn elektronische handel, onlinediensten, illegale inhoud |
Auteurs | Mr. dr. F. Wilman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt het recente voorstel voor de Digital Services Act besproken. De voorgestelde verordening is bedoeld om de digitale interne markt te versterken en, meer specifiek, de activiteiten van aanbieders van onlinediensten die draaien om de doorgifte, opslag en publieke verspreiding van informatie van hun gebruikers – zoals videoplatforms, onlinemarktplaatsen, sociale media en internetaanbieders – beter te reguleren. Het gaat onder meer om hun activiteiten ter bestrijding van illegale inhoud en desinformatie, hun aansprakelijkheid en hun verantwoordelijkheden jegens de gebruikers. We zullen zien dat het DSA-voorstel in verschillende opzichten ambitieus en vernieuwend is, terwijl het op andere punten eerder nuttig-maar-voorspelbaar en behoudend kan worden genoemd. Na een inleiding worden de voorgestelde verplichtingen voor de verschillende onlinedienstverleners achtereenvolgens besproken, gevolgd door enkele algemene opmerkingen. |
Rechtsbescherming |
Van meelwormen, krekels, sprinkhanen en andere wijzen van uitlegging van Unierecht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2021 |
Trefwoorden | Verordening (EG) nr. 258/97, dynamische uitlegging, hele insecten, uitlegging materiële werkingssfeer van de verordening |
Auteurs | Mr. drs. K.J. Defares |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 oktober 2020 gaf het Hof van Justitie van de Europese Unie antwoord op de door de Franse Conseil d’État gestelde prejudiciële vraag of hele insecten, zoals wormen, sprinkhanen en krekels, een novel food zijn in de zin van Verordening (EG) nr. 258/97. Tegen de achtergrond van deze vraag besteedt advocaat-generaal Michal Bobek in zijn conclusie, naast de standaardmethoden van uitlegging van het Unierecht, aandacht aan de minder vaak toegepaste dynamische uitlegging. In deze bijdrage wordt derhalve nader stilgestaan bij de beperkingen en mogelijkheden van de toepassing van de dynamische interpretatie in de context van het Unierecht. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | advies Raad van State, bestuurlijke boete, verhouding strafrecht-bestuursrecht, rechtsbescherming |
Auteurs | Mr. dr. A.R. Hartmann en Mr. dr. O.J.D.M.L. Jansen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Meer dan vijf jaar geleden verscheen het kritische advies van de Afdeling advisering van de Raad van State over de rechtsbescherming bij bestuurlijke boetes. In deze bijdrage wordt allereerst in grote lijnen de ontwikkeling van boetebevoegdheden en wetgeving geschetst. Vervolgens wordt het advies van de Afdeling advisering van de Raad van State besproken Ten slotte wordt een aantal wetswijzigingen besproken die naar het oordeel van de auteurs noodzakelijk zijn. |
Artikel |
De klassieke vermogensdelicten: nieuwe wijn in oude zakken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | diefstal, eigenmachtig, oplichting, wederrechtelijk, wegnemen |
Auteurs | Em. prof. mr. D.H. de Jong |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wettelijke omschrijvingen van de klassieke vermogensdelicten – diefstal, verduistering, oplichting, afpersing – zijn niet of nauwelijks gewijzigd. De reden is dat de rechter sinds het Elektriciteitsarrest continu bereid is geweest om aan centrale wetsbegrippen als ‘enig goed’, ‘wegnemen’ en ‘wederrechtelijke toe-eigening’ een eigentijdse invulling te geven. Dit heeft geleid tot onderlinge overlappingen. Bij de diefstalbepaling heeft dit geresulteerd in het uit zicht raken van de grenzen van haar bereik en tot een spanningsveld bij de overlapping met de oplichtingsbepaling, die in de jurisprudentie juist met terughoudendheid wordt gehanteerd. Dit roept de vraag op of de wettelijke regeling moet worden herzien. |
Artikel |
Streven naar coherentie in de publieke sanctionering van financieel recht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | sociaaleconomisch strafrecht, financieel strafrecht, coherentie sanctiestelsels, WED, Wft |
Auteurs | Em. prof. mr. R.C.P. Haentjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
De verhouding tussen de strafrechtelijke en bestuursrechtelijke handhavingsstelsels worden benaderd vanuit het oogpunt van coherentie. In de strafrechtelijke sanctionering is de WED het centrale uitgangpunt. De auteur acht uiteindelijk deze wet nog steeds toekomstbestendig. Andere benaderingen verliezen aan coherentie. De auteur doet enkele voorstellen voor verbetering en aanpassing van artikel 1 en 59 WED. De bestuursrechtelijke benadering start bij de Wft als centrale wet, maar de sanctionering is minder gestructureerd als in het strafrecht. De auteur ziet verschillende sanctiefiguren opkomen in het strafrecht en in het bestuursrecht (art. 74 Sr, 257a e.v. Sv), die een samenvloeien van bestuur- en strafsancties mogelijk maken. De procedures zullen voorlopig gescheiden blijven. De auteur geeft afsluitend enkele vuistregels voor humaan sanctioneren. |
Artikel |
Van marxisme naar economisch strafrechtOver een persoonlijke, autobiografische band met een bijzonder rechtsgebied |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | Economisch strafrecht, Karl Marx, scientific occupation with e. cr. law, professional occupation with e. cr. law, sanctions in e. cr. Law. |
Auteurs | Em. prof. mr. Th.A. de Roos |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur presenteert autobiografische bronnen van zijn speciale aandacht voor, en professionele toewijding aan het terrein van economisch strafrecht. Hij werd op dat spoor gezet door de werken van Karl Marx, maar uiteindelijk ontdekte hij dat Marx maar weinig te bieden had als het om het recht gaat. Niettemin bleef zijn fascinatie voor de relatie tussen economie en (straf)recht. De auteur behandelt enkele – tegenwoordig belangrijke en intrigerende – voorbeelden die die fascinatie kunnen rechtvaardigen. |
Trending Topics |
Roekeloosheid |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | roekeloosheid, wegenverkeersrecht, schuld, voorwaardelijk opzet, onoplettendheid |
Auteurs | Em. prof. mr. H. de Doelder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Roekeloosheid is een begrip uit het wegenverkeersrecht, dat zijn invloed heeft op het gewone strafrecht. De wetswijziging, die beoogt aan het begrip een andere betekenis toe te kennen in het verkeersrecht, heeft gevolgen voor de hantering van het begrip in dat gewone strafrecht. |
Kroniek rechtspraak |
Kroniek rechtspraak Scheidsgerecht GezondheidszorgVan medisch specialisten, ziekenhuis en governance |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | maatschap, ontbinding, opzegging, medisch-specialistisch bedrijf, Governancecommissie Zorg |
Auteurs | Mr. T.A.M. van den Ende |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds 1998 zijn in deze kroniek steeds de belangrijkste uitspraken van het Scheidsgerecht Gezondheidszorg behandeld. In de laatste twee kronieken is die focus verschoven naar zowel uitspraken van het Scheidsgerecht Gezondheidszorg als uitspraken van de civiele rechter. De vorming van de medisch-specialistische bedrijven heeft gezorgd voor een andere dynamiek binnen het ziekenhuis. Meer dan voorheen zien we in de jurisprudentie van de civiele rechter maatschapsgeschillen, opzeggingen, toegangsontzeggingen en geschillen die de governance van het ziekenhuis raken. |
Forum |
Taalbarrières en tolken in de zorg: wie betaalt de prijs? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | tolkenvergoeding, samen beslissen, informatieplicht |
Auteurs | Mr. M.A.H. Koopmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2012 is de tolkenvergoeding voor zorgaanbieders afgeschaft. Tegelijkertijd wordt er steeds meer verwacht dat zorgverleners en patiënten samen beslissen over medische behandelingen. Dit artikel gaat in op de informatieplicht van de zorgverlener, wanneer er een tolk moet worden ingeschakeld en hoe het afschaffen van de tolkenvergoeding zich verhoudt tot deze informatieplicht. |
|
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtTweede helft 2020 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. J. Boonstra, mr. dr. S.S. Buisman e.a. |
Artikel |
Als ik nu sorry zeg, beken ik dan schuld?Bespreking van het proefschrift van mr. L.A.B.M. Wijntjens |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | excuses, aansprakelijkheid, erkennen fout, bewijswaarde, uitlegregel |
Auteurs | Mr. dr. R.P. Wijne |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur het proefschrift van mr. L.A.B.M. Wijntjens dat ziet op welke wijze civiele procedures en tuchtprocedures de positieve rol die excuses op zichzelf kunnen spelen, belemmeren of stimuleren. Wijntjens concludeert dat er twee juridische belemmeringen zijn: de mogelijkheid dat met het aanbieden van excuses aansprakelijkheid wordt erkend, en de mogelijkheid dat rechters de met excuses gepaard gaande uitingen als vaststaand feit aannemen. Een oplossing zou volgens Wijntjens de introductie van een ‘uitlegregel’ zijn. Deze uitlegregel zou moeten inhouden dat excuses door de ontvanger niet mogen worden opgevat als een erkenning van aansprakelijkheid. |