Internationaal maatschappelijk ondernemen, in het bijzonder door corporate sustainability due diligence, staat hoog op de (internationale) agenda. In het voetspoor van enkele andere landen in Europa is in Nederland een voorstel gedaan voor een wettelijk raamwerk dat niet op specifieke hoogrisicosectoren van toepassing is, maar op een veel grotere groep ondernemingen. De auteurs plaatsen het Nederlandse wetsvoorstel in internationale context en bespreken de kritiek in de literatuur daarop. |
Zoekresultaat: 2307 artikelen
Artikel |
Het initiatiefvoorstel Wet verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen in internationale context |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2022 |
Trefwoorden | duurzaamheid, internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen, ketenaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. O.J.W. Schotel en Mr. J.M. Schepel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Strafproces MH17 (8)Oorlog |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 4 2022 |
Auteurs | Sander de Lang |
Artikel |
Kroniek Arbeidsrecht 2022 |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 4 2022 |
Auteurs | Karol Hillebrandt, Christiaan Oberman, Peter Hendriks e.a. |
Kroniek rechtspraak |
Kroniek wetgeving gezondheidsrecht 2021 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | wetswijziging, regelgeving, gezondheidszorg, wetsvoorstel, overzicht |
Auteurs | Mr. W.F. van der Wel en Mr. M.E. Jannink |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Kroniek geeft een overzicht van ontwikkelingen in de Nederlandse wetgeving relevant voor de gezondheidszorg in de periode van 1 januari 2021 tot en met 31 december 2021. Wederom een bijzondere periode vanwege de coronapandemie en het demissionaire kabinet. In deze editie onder andere updates over wetsvoorstellen die in de vorige editie nog ter consultatie voorlagen. |
Artikel |
Kroniek IT-Recht 2021 |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 3 2022 |
Auteurs | Veerle van Druenen, Esther van Genuchten en Robert van Schaik |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Constitutioneel Recht, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | corona, covid-19, coronatoegangsbewijs, coronamaatregelen, QR-code |
Auteurs | J.K. de Bree |
SamenvattingAuteursinformatie |
In september 2021 is door het toenmalige demissionaire kabinet het coronatoegangsbewijs geïntroduceerd als maatregel ter bestrijding van het coronavirus. De maatregel stuitte direct op veel weerstand, onder meer omdat deze in strijd zou zijn met verschillende grondrechten. In dit artikel wordt besproken welke grondrechten beperkt worden met het hanteren van het coronatoegangsbewijs en of die grondrechtenbeperking gerechtvaardigd is. Hierbij wordt getoetst aan zowel het nationaalrechtelijke kader op basis van de Grondwet als het EHRM-kader op basis van het EVRM. Ook wordt relevante recente jurisprudentie besproken. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | procesafspraken, vonnisafspraken, plea bargaining, strafprocesrecht, ondermijning |
Auteurs | Mr. dr. L.J.J. (Laura) Peters |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds het najaar van 2021 heeft het maken van ‘procesafspraken’ een hoge vlucht genomen in de Nederlandse strafrechtspraktijk. Het betreft een nieuwe en fundamenteel andere manier van procederen op basis van consensus met rechterlijke toetsing. Met het maken van procesafspraken trachten openbaar ministerie, advocatuur en rechtspraak het hoofd te bieden aan het toenemende aantal (omvangrijke) strafzaken. Deze bijdrage bespreekt het fenomeen en diverse actuele experimenten in verschillende arrondissementen, en gaat in op ervaringen met procesafspraken in andere Europese landen. Daarna volgt een kritische beschouwing van de eerste vonnissen waarin procesafspraken werden goedgekeurd. De bijdrage eindigt met een oproep tot wetgeving. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/30HR 25 januari 2022, 20/03022, ECLI:NL:HR:2022:67 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Artikel |
De problemen rond de strafbaarstelling van het inreisverbod (artikel 197 Sr): een overzicht van tien roerige jaren sinds de implementatie in Nederland |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | inreisverbod, ongewenstverklaring, strafbaarstelling, lex certa-beginsel, evidentiecriterium |
Auteurs | Mr. A. (Aniel) Pahladsingh en Mr. E. (Eric) Druijf |
SamenvattingAuteursinformatie |
De bijdrage bespreekt artikel 197 Sr (zwaar inreisverbod) en de vraagstukken die hebben geleid tot het staken van de vervolging van de overtreding van het zware inreisverbod vanwege de Europese en nationale uitspraken die de afgelopen jaren daarover zijn gedaan. In het arrest inzake JZ heeft het Hof van Justitie vervolgens met toepassing van de uitgangspunten van het arrest Ouhrami zijn fiat gegeven aan strafbaarstelling van illegaal verblijf van de vreemdeling die kennis heeft van een inreisverbod dat jegens hem is uitgevaardigd. De Hoge Raad heeft hierop in zijn arrest in de zaak JZ voortgeborduurd. De vraag dringt zich op of de strafbaarstelling van het negeren van een uitgevaardigd inreisverbod zich verdraagt met het lex certa-beginsel. Voorts worden er vragen gesteld bij de verhouding tussen de straf- en de bestuursrechter. Mocht in de praktijk opnieuw onduidelijkheid ontstaan omtrent de toepasselijkheid van dit artikel, dan lijkt het hoog tijd dat de Nederlandse wetgever artikel 197 Sr herschrijft. |
Artikel |
Vergoeding van schade na strafvorderlijk overheidsoptreden in het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | Schadevergoeding na strafvorderlijk overheidsoptreden, onrechtmatigheden, vormverzuimen, Modernisering Wetboek van Strafvordering, gronden van billijkheid |
Auteurs | Prof. dr. mr. M.F.H. Hirsch Ballin, Mr. G.C. Nieuwland en Mr. A.W. van Wijk |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | videoconferentie, onderzoek ter terechtzitting, recht op een eerlijk proces, aanwezigheidsrecht, Coronamaatregelen |
Auteurs | Mr. dr. B. de Wilde |
SamenvattingAuteursinformatie |
Als gevolg van de coronamaatregelen worden onderzoeken ter zitting soms zo ingericht dat bepaalde procesdeelnemers en publiek de zitting alleen via een videoverbinding kunnen bijwonen. In deze bijdrage wordt onderzocht of en, zo ja, onder welke voorwaarden, het in het algemeen juridisch toelaatbaar is om zittingen op die manier in te richten en of dat ook wenselijk zou zijn. Daarbij worden twee varianten onderscheiden: de volledig digitale zitting – die niet in een zittingszaal plaatsvindt – en de zitting waarbij de rechters en mogelijk ook de officier van justitie in de zittingszaal aanwezig zijn, maar de andere procesdeelnemers de zitting digitaal bijwonen. Na de beantwoording van de onderzoeksvraag worden suggesties gedaan voor een regeling in het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering. |
Uit het veld |
De meerwaarde van kwalitatief onderzoek om effecten van interventies te bepalenEen effectmeting in de praktijk van een toezichthouder |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | Effectmeting, Kwalitatief, Plausibiliteit, Toezichthouder, Uitdagingen |
Auteurs | Laurie Jansen en Whitney Tanihatu |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het uitvoeren van effectmetingen door toezichthouders draagt bij aan evidence based toezicht. In de praktijk lopen toezichthouders tegen o.a. ethische, methodologische en praktische uitdagingen aan en is het vaak niet mogelijk om causaliteit aan te tonen. Met een praktijkvoorbeeld toont de NVWA aan dat het streven naar beredeneerde plausibiliteit een werkbaar en pragmatisch alternatief is. De NVWA kiest voor mixed methods in haar onderzoek naar de effectiviteit van een interventiemix op de naleving. Een belangrijke les is dat het combineren van kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden leidt tot complementaire inzichten en goed kan aansluiten op de onvoorspelbare praktijk van een toezichthouder. |
Artikel |
Het MoM-arrest en de aansprakelijkheid voor samengestelde producten |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2022 |
Trefwoorden | productaansprakelijkheid, schadevergoeding, MoM-prothese, vervaltermijn, medische hulpmiddelen |
Auteurs | Mr. dr. J.T. Hiemstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Volgens het recente MoM-arrest van de Hoge Raad ontstaat er geen nieuw product bij de samenvoeging van onderdelen van een heupprothese die door dezelfde fabrikant zijn geproduceerd. De onderdelen kwalificeren als afzonderlijke (eind)producten, waarvoor afzonderlijke vervaltermijnen gelden. In deze bijdrage wordt onderzocht hoe het regime inzake productaansprakelijkheid en het MoM-arrest moeten worden toegepast op de situatie waarin onderdelen van verschillende fabrikanten worden samengevoegd. |
Annotatie |
Het recht op ononderbroken rust in de Europese ArbeidstijdenrichtlijnHvJ EU 9 maart 2021, C-344/19, ECLI:EU:C:2021:182 (DJ/Radiotelevizija Slovenija) en HvJ EU 9 maart 2021, C-580/19, ECLI:EU:C:2021:183 (RJ/Offenbach am Main) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | Wachtdiensten, Arbeidstijd, Rusttijd, Consignatie, Handhaving |
Auteurs | Prof. mr. W.L. Roozendaal |
SamenvattingAuteursinformatie |
Veel Nederlanders zijn verplicht zich in wachtdiensten beschikbaar te houden voor oproepen naast hun reguliere werkweek. Volgens een reeks uitspraken van het Europese Hof van Justitie gelden de inactieve uren van deze diensten onder omstandigheden als arbeidstijd, onder andere als de reactietijd na de oproep kort is, of als oproepen veelvuldig voorkomen. In dit artikel wordt betoogd dat bij geschillen hierover meer aandacht moet uitgaan naar het recht op ononderbroken rust na afloop van deze diensten. Anders dan vaak wordt gesteld, kent de Richtlijn wel een derde categorie naast ‘arbeidstijd’ en ‘rusttijd’, namelijk de ‘ononderbroken compenserende rusttijd zonder verplichtingen’. Het recht op ononderbroken rust na een wachtdienst wordt onvoldoende onderkend in het Nederlandse arbeidstijdenrecht. Daardoor is ons recht in strijd met artikel 17 lid 2 en artikel 18 Europese Richtlijn 2003/88, en lopen werknemers met wachtdiensten gezondheidsrisico’s door gebrek aan slaap. Kunnen rechtzoekenden hier iets aan doen? |
Wetenschap en praktijk |
Wat is de invloed van de coronapandemie op due diligence en contractuele afspraken bij mid-market M&A-transacties? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | M&A, Mid-market, Corona, Due dilligence, contractsbepalingen |
Auteurs | A. Beljaars en G. Güntekin |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel gaan de auteurs in op de invloed van de corona pandemie en de economische gevolgen ervan op het due diligence onderzoek en contractuele afspraken bij mid-market overnames. De corona pandemie heeft geleid tot een nieuwe dimensie voor juristen en een hernieuwde alertheid voor het verrichten van een due diligenceonderzoek en de te gebruiken contractuele bepalingen. Aan de hand van rechtspraak over de afgelopen twee jaar bekijken de auteurs de contractuele en wettelijke bepalingen die worden gebruikt. Ook doen zij tekstvoorstellen voor contractuele bepalingen die in dat verband in overnamecontracten kunnen worden gebruikt. |
Wetenschap |
Pandhouder, ken uw grenzen |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | D-Reizen, faillissement, separatisten, pandrecht, WHOA |
Auteurs | M.P.R. Sardjoe |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt ingegaan op de bijzondere positie van pandhouders ten opzichte van andere crediteuren (ook in faillissement) en mogelijke begrenzingen van die positie, bijvoorbeeld op grond van de Faillissementswet en de Wet homologatie onderhands akkoord. Daarnaast wordt een specifiek voorbeeld van een begrenzing besproken uit het vonnis in het D-Reizen-faillissement van 28 mei 2021, waarbij de rechtbank toetst of sprake is van misbruik van bevoegdheid door de pandhouder. Dit vonnis wordt eveneens besproken in het licht van andere rechtspraak over dit onderwerp, met als algemene conclusie dat de (separatisten)positie van pandhouders niet onbegrensd is. |
Artikel |
Executieve jurisdictie: het (grote) obstakel in grensoverschrijdende opsporingsonderzoeken naar (gebruikers van) cryptoaanbieders? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | executieve jurisdictie, EncroChat, Rechtshulp, JIT, grensoverschrijdend opsporingsonderzoek |
Auteurs | Mr. L.W. Verbeek en Mr. T. Beekhuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
Tijdens het grensoverschrijdende opsporingsonderzoek naar (gebruikers van) cryptoaanbieders worden opsporingsautoriteiten voor complexe juridische vraagstukken gesteld wanneer zij rechtsmacht willen uitoefenen buiten de eigen landsgrenzen. Immers, autoriteiten zijn bij het uitoefenen van executieve jurisdictie gebonden aan hun eigen territorium, terwijl het onderzoek naar (gebruikers van) cryptoaanbieders een internationaal karakter kent. In de EU zijn verschillende mogelijkheden ontwikkeld om grensoverschrijdend op te sporen. In deze bijdrage worden twee van deze mogelijkheden: een rechtshulpverzoek en het oprichten van een Joint Investigation Team geanalyseerd. Bij beide mogelijkheden stuiten opsporingsautoriteiten op bezwaren. De auteurs concluderen dat het grensoverschrijdend opsporingsonderzoek noopt tot een efficiëntere Europeesrechtelijke onderzoeksaanpak. |
Brexit |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2022 |
Trefwoorden | Brexit, Handels- en samenwerkingsovereenkomst (HSO), Verenigd Koninkrijk, internationale overeenkomst, externe betrekkingen |
Auteurs | Dr. J.E. Larik en Prof. dr. R.A. Wessel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Handels- en samenwerkingsovereenkomst tussen de Europese Unie (en Euratom) en het Verenigd Koninkrijk is ondertekend op 30 december 2020 en op 1 mei 2021 formeel in werking getreden. Terwijl het Terugtrekkingsakkoord tussen de Europese Unie en het Verenigd Koninkrijk kan worden gezien als de ‘echtscheidingsovereenkomst’, die voornamelijk alle kwesties behandelt die verband houden met een ordelijke uittreding van het Verenigd Koninkrijk, legt de Handels- en samenwerkingsovereenkomst de basis voor een nieuwe relatie tussen de twee partijen. Deze relatie is niet langer gebaseerd op een lidmaatschap dat wordt bepaald door de supranationale rechtsorde van de Europese Unie, maar op een pragmatisch partnerschap op basis van internationaal publiekrecht, of, zoals sommige Britse vertegenwoordigers blijven benadrukken, een relatie tussen ‘soevereine gelijken’. |
Artikel |
Kroniek Burgerlijk Procesrecht 2021 |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 2 2022 |
Auteurs | Robert Hendrikse, Floris-Jan Werners, Judith van der Linden e.a. |
Artikel |
Heffing in box 3Wie krijgt rechtsherstel? |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 2 2022 |
Auteurs | Yola Geradts |
Auteursinformatie |