Deze capita selecta privacyrecht schetsen een beeld van de actualiteit, maar ook de verwevenheid van het privacyrecht in de dagelijkse (rechts)praktijk. Hierbij is meer specifiek gekeken naar privacy bij overeenkomsten, privacy bij faillissementen en privacy bij fusies en overnames, mede met het oog op de sterke(re) partij in het privaatrecht. |
Zoekresultaat: 40 artikelen
Artikel |
De sterkere partij in het privaatrechtCapita selecta privacyrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2021 |
Trefwoorden | privacy, gegevensbescherming, AVG, verwerker, verwerkingsverantwoordelijke |
Auteurs | Mr. V.I. Laan en Mr. J.G.S. Bakker |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
EU Private International Law on the Law Applicable to Cross-border Contracts involving Weaker Contracting PartiesBespreking van het proefschrift van M. Campo Comba LLM |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | consumentenbescherming, arbeidsovereenkomsten, toepasselijk recht, partijautonomie, Rome I |
Auteurs | Mr. dr. L.M. van Bochove |
SamenvattingAuteursinformatie |
Campo Comba bespreekt in haar proefschrift de interactie tussen het EU-conflictenrecht en het materiële unitaire recht betreffende de bescherming van zwakkere contractspartijen. De recensent prijst de wijze waarop de auteur de pijnpunten inzichtelijk maakt, maar is van mening dat de aangedragen oplossingen nog een stap verder hadden mogen gaan. |
Artikel |
Leren van evaluatiesDe fitness check van het Europees consumentenrecht |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | Betere regelgeving, Evaluaties, Europese beleidscyclus, Europese Commissie |
Auteurs | Dr. E.A.G. van Schagen LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
De ervaringen met de fitness check van het Europees consumentenrecht laten zien hoe de richtlijnen voor fitness checks in de Richtsnoeren voor Betere Regelgeving in de praktijk worden gebracht. Een fitness check beoogt, onder meer, om consistentie en coherentie te verbeteren, en zou informatie moeten verzamelen over de gezamenlijke impact van maatregelen. Hoewel de Nederlandse wetgever niet heeft aangegeven fitness checks te willen invoeren, zijn de ervaringen met de fitness check van het consumentenrecht toch interessant voor de Nederlandse wetgever. In dit artikel wordt ingegaan op wat kan worden geleerd van de ervaringen met de fitness check van het Europees consumentenrecht. |
Covid-19 |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | corona, covid-19, interne markt, volksgezondheid, mededinging |
Auteurs | Mr. drs. H.A.G. Temmink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds het uitbreken van de covid-19-crisis heeft de Europese Unie zich schrap gezet om de gevolgen van de pandemie te beteugelen. Deze bijdrage geeft een overzicht van de initiatieven die tot dusverre zijn genomen. In eerste instantie betreft het maatregelen om de directe gevolgen voor de volksgezondheid te bestrijden en de integriteit van de interne markt te waarborgen. Ondertussen wordt ook aan herstelmaatregelen gewerkt voor het weer aan de gang krijgen van de economie. Wat zijn de gevolgen van corona voor de interne markt en de toekomst van de Unie? |
Artikel |
Vereist artikel 7:425 BW menselijke tussenkomst of kan een online platform ook bemiddelen? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Bemiddeling, lastgeving, Duinzigt, Booking.com, Prikbord, Twee heren, 7:417 7:425 7:427 7:428 |
Auteurs | Mr. N. Huppes en Mr. drs. T.L. Wildenbeest |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hof Amsterdam oordeelt dat Booking.com niet bemiddelt omdat zij slechts de administratieve afhandeling verzorgt van de overeenkomst die ‘direct’ tussen de gebruikers van haar platform tot stand komt. In deze bijdrage wordt door de auteurs gesignaleerd dat dit oordeel wringt met de huidige rechtspraktijk en voor onduidelijkheid zorgt over de vraag hoe moet worden bepaald of een platform bemiddelt, dan wel als een ‘elektronisch prikbord’ functioneert, en daarmee buiten het wettelijk regime over bemiddeling valt. De rechtszekerheid is gediend met heldere criteria en de auteurs betogen dat het omslagpunt bij de openbaarmakingsfunctie ligt. Een platform dat aanbieders slechts de mogelijkheid biedt om zich te presenteren aan geïnteresseerden om te zoeken, heeft enkel een openbaarmakingsfunctie en bemiddelt niet. Gaat de betrokkenheid van het platform bij de totstandkoming van overeenkomsten verder, dan is het platform in beginsel als tussenpersoon werkzaam bij het tot stand brengen van overeenkomsten en bemiddelt het in de zin van artikel 7:425 BW. Anders dan Hof Amsterdam menen de auteurs daarom dat Booking.com bemiddelt. |
Consumenten |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9-10 2019 |
Trefwoorden | consumentenbescherming, consumentenkoop, digitale inhoud |
Auteurs | Mr. dr. M.Y. Schaub |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage belicht enkele aspecten van twee nieuwe richtlijnen op het terrein van consumentenbescherming, te weten Richtlijn (EU) 2019/770 (Richtlijn digitale inhoud) en Richtlijn (EU) 2019/771 (nieuwe Richtlijn consumentenkoop). Deze richtlijnen voorzien onder meer in regels die specifiek zijn toegesneden op digitale producten en goederen met digitale elementen. |
Consumenten |
Modernisering van het Europese consumentenrecht: meer vlees op het bot (I) |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2019 |
Trefwoorden | handhaving, online marktplaatsen, informatieplichten, dynamic pricing, bedenktijd |
Auteurs | Prof. dr. M.B.M. Loos |
SamenvattingAuteursinformatie |
In eerdere publicaties ben ik ingegaan op de Mededeling ‘Een New Deal voor consumenten’ en het daarmee samenhangende voorstel voor een moderniseringsrichtlijn. In dit artikel bespreek ik de verdere voortgang van het richtlijnvoorstel, waar inmiddels politieke overeenstemming over is bereikt. Daarin staat de vraag centraal of de moderniseringsrichtlijn in haar uiteindelijke vorm de in de New Deal-mededeling gedane belofte waarmaakt van modernisering en verbetering van de handhaving van het consumenten-acquis. In het eerste deel van deze bijdrage richt ik mij daartoe op de individuele en publiekrechtelijke handhaving van het consumentenrecht en op dynamic pricing en informatieverplichtingen voor online marktplaatsen. In het tweede deel ga ik in op de vraag met wie de consument eigenlijk contracteert als de overeenkomst via een online marktplaats wordt gesloten, op enkele vereenvoudigingen voor handelaren en op de herziene regels voor de bedenktijd van consumenten. Ik rond dan af met een conclusie. |
Impressies |
Nederlandse Wet op de reisovereenkomst: (on)werkbaarheid in de praktijk |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Reisovereenkomst, Gekoppeld reisarrangement, Richtlijn pakketreizen, Reiziger, Handelaar |
Auteurs | Mr. N.A. de Leeuw en Mr. drs. J.A. Tersteeg |
SamenvattingAuteursinformatie |
De nieuwe wet op de reisovereenkomst (titel 7A van Boek 7 BW) welke wet op 1 juli 2018 in werking is getreden, is eigenlijk een vrijwel letterlijke vertaling van de Richtlijn Pakketreizen en Gekoppelde Reisarrangementen van 25 november 2015. Hoewel de doelstelling van de Richtlijn, te weten meer bescherming voor de reiziger en maximum harmonisatie tussen de lidstaten een mooi streven was, blinkt de Richtlijn niet uit in duidelijkheid en zijn er voorafgaand aan de totstandkoming ervan vele ontwerpen de revue gepasseerd die de eindstreep van het wetgevingsproces niet hebben gehaald. Desondanks heeft de Nederlandse wetgever deze moeilijke wetgeving uit Brussel redelijk leesbaar geïmplementeerd in de Nederlandse wet. Onzes inziens is de Richtlijn, en daarmee dus ook de Nederlandse wet, op een aantal vlakken niet duidelijk en lastig uit te leggen aan zowel de ondernemers in de reisbranche als aan de reiziger. Ook zijn er enkele onvolkomenheden in de wet geslopen, mede veroorzaakt door een slordige vertaling van de Richtlijn in het Nederlands, waar de Nederlandse wetgever overigens geen invloed op had. In dit artikel willen we met name stilstaan bij een aantal van deze onduidelijkheden en moeilijkheden. Zo zijn de definitiebepalingen bijvoorbeeld vrij ingewikkeld en roept de afbakening tussen een pakketreis en het nieuwe fenomeen van het gekoppeld reisarrangement vragen op. Ook zetten wij vraagtekens bij de vergaande informatieverplichtingen, de positie van de zakenreiziger en de wijze waarop de garantieverplichtingen in Nederland zijn geïmplementeerd. Hoe werkzaam de wet zal zijn in de praktijk van alle dag, zal de komende jaren dus nog moeten blijken. |
Artikel |
Lokale invulling van open normen |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | concordantiebeginsel, wetgeving, rechtspraak, uitleg, systematiek |
Auteurs | Mr. J. de Boer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt in het artikel concordantie van wetgeving en in rechtspraak, alsmede eventuele Europese invloeden in de West via het concordantiebeginsel. |
Consumenten |
Oude wijn in nieuwe zakken? Modernisering van het Europese consumentenrecht (I) |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2018 |
Trefwoorden | consumentenbescherming, Fitness check |
Auteurs | Prof. dr. M.B.M. Loos |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt ingegaan op het voorstel van de Europese Commissie voor een betere handhaving van de Europese regels voor consumentenbescherming en de modernisering van deze regels en de samenhang met de Mededeling van de Commissie ‘Een “new deal” voor consumenten’. In het tweede deel van deze bijdrage, dat in het volgende nummer van dit blad verschijnt, zal worden nagegaan of met de gedane voorstellen recht wordt gedaan aan de resultaten van de in 2017 uitgevoerde fitness check, welke bedoeld was om te onderzoeken in hoeverre het consumenten-acquis nog voldoende is toegerust voor de bescherming van consumenten en handelaren in staat stelt om gebruik te maken van de interne markt. |
Consumenten |
De nieuwe CPC-Verordening: gij zult consumentenbescherming handhaven! |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2018 |
Trefwoorden | consumentenbescherming, harmonisering, procedurele autonomie, handhavingsbevoegdheden |
Auteurs | Mr. A.A.J. Pliego Selie |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage bespreekt de nieuwe Verordening (EU) 2017/2394, die in januari 2020 in werking zal treden. Deze verordening versterkt de procedurele mogelijkheden voor de nationale autoriteiten belast met de handhaving van allerlei Unierechtelijke regels op het gebied van consumentenbescherming. De verordening doet dit met name door hun additionele (minimum)onderzoeks- en handhavingsbevoegdheden te verlenen en daarnaast door de mechanismen voor onderlinge samenwerking en coördinatie van handhaving tussen de lidstaten te versterken. Tevens eigent de Europese Commissie, die in dit rechtsdomein zelf niet kan handhaven, zichzelf een meer prominente coördinerende en faciliterende rol toe. Het is af te wachten of de nieuwe verordening inderdaad de beoogde impuls geeft aan de handhaving van (grensoverschrijdende) inbreuken op het gebied van consumentenbescherming. |
Contracten maken |
Het eenzijdig wijzigingsbeding in de franchiseovereenkomst |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | Franchise, Formulewijziging, Wijzigingsbeding, Franchiseovereenkomst |
Auteurs | Mr. A.W. Dolphijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
De vraag of de franchiseformule door de franchisegever gewijzigd zou mogen worden, en in hoeverre, kan een bron van conflicten zijn. Bij de beoordeling gaat het om de formulering van het wijzigingsbeding, de wijziging zelf en overige omstandigheden. Tegen deze achtergrond wordt in deze bijdrage bezien welke factoren van belang kunnen zijn bij een toelaatbaar beroep van een franchisegever op een beding in een franchiseovereenkomst tot eenzijdige wijziging van de franchiseformule. |
Artikel |
NBW-vermogensrecht 25 jaar |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2017 |
Trefwoorden | NBW, European Civil Code, vermogensrecht, codificatie, 25 jaar |
Auteurs | Prof. mr. H.J. Snijders |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het verleden: korte analyse van onze codificatiegolf, van vloed naar eb en van eb naar vloed. De toekomst: mede op grond van nieuwe ontwikkelingen alsnog van ons Burgerlijk Wetboek naar een European Civil Code, althans voor het vermogensrecht? |
Praktijk |
Update jurisprudentie agentuurovereenkomsten 2015-2017 |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | Agentuur, Klantenvergoeding, beëindiging agentuurrelatie, artikel 7:428 BW, Provisie |
Auteurs | Mr. drs. H.S. Kleinjan |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt de in de periode 1 januari 2015 tot en met 22 mei 2017 gewezen jurisprudentie over agentuurovereenkomsten besproken. Een breed scala aan onderwerpen met betrekking tot agentuurovereenkomsten passeerde de revue de afgelopen twee jaar bij de rechtbanken, de gerechtshoven en het HvJ EU. Gemeenschappelijke noemer was dat vrijwel alle besproken uitspraken verband hielden met de beëindiging van de agentuurovereenkomsten. Een algemeen beeld dat naar voren komt, is dat de agent nog altijd veel bescherming wordt geboden. |
Artikel |
Europese Betere Regelgeving: ‘denkrichtingen’ voor meer transparantie en participatie in het Nederlandse wetgevingsproces? |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Betere Regelgeving, Europees privaatrecht, raadplegingen, internetconsultaties, democratische legitimiteit, Europees recht |
Auteurs | E.A.G. van Schagen LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
De initiatiefnota Lobby in het daglicht noemt Europese consultaties middels groenboeken en witboeken, conform de Richtsnoeren voor Betere Regelgeving, als een mogelijke denkrichting voor het Nederlandse wetgevingsproces. Aan de hand van ervaringen met publieke consultaties in het Europees privaatrecht schetst deze bijdrage in hoeverre deze consultaties de democratische legitimatie en de effectiviteit van het Europees recht zouden moeten versterken, en welke pijnpunten zichtbaar worden in consultaties en de Richtsnoeren. Ondanks deze pijnpunten bieden de Richtsnoeren een voorbeeld van goed ontwikkelde regels die in toenemende mate eisen stellen aan de openheid en transparantie van het Europese wetgevingsproces. De problemen in Europese consultaties maken tevens duidelijk dat op sommige punten scherpere regels wenselijk zijn. Daarnaast blijkt de uit gebrekkige naleving van de Richtsnoeren dat, als de Nederlandse wetgever ervoor kiest om regels te ontwikkelen, aandacht moet worden besteed aan de gevolgen van niet-naleving van toekomstige regels. |
Artikel |
Nieuwe Richtlijn Pakketreizen – Versterkte bescherming voor de reiziger? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 6 2016 |
Trefwoorden | pakketreizenrichtlijn, consumentenbescherming, maximumharmonisatie |
Auteurs | Mr. M.J. Boon en Mr. E.L.M. Mout-Vos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Eind 2015 is de nieuwe Richtlijn pakketreizen aangenomen, die de uit 1990 stammende oude richtlijn vervangt. De nieuwe richtlijn springt in op de wijze waarop de reiziger mede onder invloed van het internet zijn vakantie boekt. De reizigersbescherming wordt uitgebreid en de nieuwe richtlijn introduceert een aantal regimes van reizigersbescherming. De nieuwe richtlijn moet uiterlijk 1 januari 2018 zijn geïmplementeerd: dit zal leiden tot aanpassing van titel 7.7a BW (art. 7:500-7:513 BW). |
Artikel |
Een doelmatigheidsonderzoek naar de maatstaf van de gemiddelde consumentProefschrift van mr. B.B. Duivenvoorde |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | maatman, gemiddelde consument, Richtlijn oneerlijke handelspraktijken, misleidende handelspraktijk, consumentenrecht |
Auteurs | Mr. dr. drs. C.M.D.S. Pavillon |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Europese ‘gemiddelde consument’-maatstaf bemoeilijkt de realisering van de door de Richtlijn oneerlijke handelspraktijken nagestreefde doelstellingen van consumentenbescherming, interne markt en eerlijke concurrentie. Onderhavige bijdrage bespreekt hoe Duivenvoorde in zijn proefschrift tot deze conclusie komt en spiegelt de wijze waarop de Nederlandse rechter omgaat met de consumentmaatstaf aan zijn bevindingen. |
Artikel |
Regelgeving en beleid door onafhankelijke toezichthouders: de praktijk van ACM |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | Autoriteit Consument & Markt, regelgevende bevoegdheden, zelfstandig bestuursorgaan, onafhankelijk toezicht |
Auteurs | Mr. J.G. Vegter en Mr. P.I.W.R. Maandag |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage geeft een inkijkje in de dagelijkse praktijk van de ACM. Er wordt beschreven op welke wijze de ACM invulling geeft aan haar wettelijke taken en bevoegdheden om regelgeving en beleid vast te stellen op het gebied van mededinging, consumentenbescherming en sectorspecifiek toezicht op de energie-, telecommunicatie-, post- en vervoersector. Zij heeft hiertoe een aantal wettelijke taken opgelegd gekregen, waaronder het vaststellen van beleidsregels en het maken van marktanalyses, alsmede het voorlichten van consumenten. Daarnaast brengt de ACM handreikingen en visiedocumenten uit, waarmee zij beoogt haar wettelijke doelstellingen en missie te verwezenlijken. Deze zijn niet gebaseerd op een wettelijke taak, maar op de missie en doelstelling van de ACM en zijn dus een meer informele manier om de effectiviteit van het toezicht te vergroten. De auteurs concluderen dat de ACM hierbij onafhankelijk opereert, omdat haar onafhankelijkheid ten opzichte van de verantwoordelijk minister voldoende is geborgd. |
Artikel |
A behavioural revolution?Toepassing van gedragseconomische inzichten bij ACM |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | handhaving, gedragseconomie, gedragsbeïnvloeding, ACM, consumententoezicht |
Auteurs | Mr. Chris Fonteijn en Drs. Dirk Janssen |
Auteursinformatie |
Artikel |
Vliegen onder Verdrag of Verordening? Samenloopleerstuk biedt sleutel tot evenwichtige oplossing |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2014 |
Trefwoorden | Samenloop, Montreal, 261/2004, Passagiersrechten, Vertraging |
Auteurs | Mr. R. de Graaff |
SamenvattingAuteursinformatie |
De samenloop tussen Verordening 261/2004 inzake passagiersrechten en het Verdrag van Montreal zorgt al jaren voor controverse. Een meer genuanceerde benadering is noodzakelijk. Daarvoor kan inspiratie worden geput uit de wijze waarop samenloopproblemen binnen het privaatrecht worden opgelost. De auteur bespreekt kritisch de jurisprudentie van het Hof van Justitie van de Europese Unie en de voorstellen tot herziening van de verordening, waarover de onderhandelingen in volle gang zijn. |