The authors discuss reparations, with particular attention to programs launched to do justice to the victims of the Holocaust. While focusing on the compensation scheme of the Dutch Railways to the victims of the transports during the Second World War, they examine in which respects the suffering and victimization of some victim groups are not or insufficiently recognized. They compare the establishment of the compensation scheme and the procedure for repayment with findings from victimological research into the recognition of victimization and reparation, including the symbolic value of compensation, recognition of suffering, inclusion and exclusion of stakeholders, and victim participation. The analysis concludes with a few considerations about how secondary victimization could have been prevented. |
Zoekresultaat: 17 artikelen
Artikel |
Vergoeding van schade na strafvorderlijk overheidsoptreden in het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | Schadevergoeding na strafvorderlijk overheidsoptreden, onrechtmatigheden, vormverzuimen, Modernisering Wetboek van Strafvordering, gronden van billijkheid |
Auteurs | Prof. dr. mr. M.F.H. Hirsch Ballin, Mr. G.C. Nieuwland en Mr. A.W. van Wijk |
Auteursinformatie |
Artikel |
Belofte maakt schuldNederlandse Spoorwegen en schadevergoeding voor overlevenden van WOII-transporten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Victimization, Recognition, restorative measures, compensation, Holocaust |
Auteurs | Manon Bax en Mijke de Waardt |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
PROCES Chronologisch register 2015 |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 1 2016 |
Artikel |
PROCES Auteursregister 2015 |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 1 2016 |
Artikel |
Reden tot discussie over het Nederlandse planschadestelsel? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | planschade, Wet nadeelcompensatie en schadevergoeding, Omgevingswet, nadeelcompensatie |
Auteurs | Mr. J.H.M. (Jonathan) Huijts en Prof. dr. C.W. (Chris) Backes |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt een pleidooi gehouden om na te denken over mogelijke principiële wijzigingen van het planschaderecht. |
Artikel |
De vernieuwende aanpak van de kantorenleegstand door de provincie Utrecht.Een aanpak die onder de Omgevingswet niet meer op vergelijkbare wijze mogelijk is, tenzij alsnog de reikwijdte van het projectbesluit wordt verbreed! |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 3 2015 |
Trefwoorden | inpassingsplan, planreductie, projectbesluit, TSK, voorzienbaarheid |
Auteurs | Mr. dr. H.J. (Henk) de Vries |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel gaat de auteur in op de stappen 3 en 4 van de Utrechtse aanpak van kantorenleegstand. Centraal daarbij staat de rol van de provinciale instrumenten (de structuurvisie en het inpassingsplan) en de wijze waarop door de provincie geprobeerd wordt het risico op te honoreren planschadeclaims zo veel mogelijk te beperken. Aan de in vergelijking hiermee optredende nadelen wanneer zou zijn gekozen voor het vaststellen van algemene regels wordt eveneens aandacht besteed. Daarbij komen ook zaken als taakverwaarlozing en interbestuurlijk toezicht aan de orde. |
Artikel |
Een algemene nadeelcompensatieregeling, ook in het omgevingsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | Omgevingswet, schadevergoeding, gedoogplicht, planschade, nadeelcompensatie |
Auteurs | Mr. H.J.M. (Hans) Besselink en Mr. J.S. (Jelmer) Procee |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het licht van de komst van de nieuwe Omgevingswet zijn de auteurs nagegaan of nadeelcompensatiebepalingen in de in de Omgevingswet op te nemen wetten gehandhaafd moeten blijven, of kunnen worden geschrapt bij de invoering van de Wet nadeelcompensatie. Alleen bij het opleggen van een gedoogplicht bestaan fundamentele bezwaren om zonder meer art. 4:126 Awb van toepassing te verklaren. Dergelijke bezwaren bestaan niet bij het schrappen van de bijzondere bepalingen omtrent planschade (en andere limitatieve vergoedingsstelsels). Wel zou in een aantal gevallen (bevoegde rechter, afwenteling en adoptie) een bijzondere regeling in aanvulling op de nieuwe afdeling 4.5 van de Awb wenselijk zijn. |
Artikel |
Schadevergoedingsregelingen voor slachtofferschap van seksueel misbruik: kwetsbaar voor fraude? |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | Schadevergoedingsregelingen, Slachtofferschap, Seksueel misbruik, Fraude |
Auteurs | Dr. mr. Maarten Kunst |
SamenvattingAuteursinformatie |
Lately, several private and public compensation schemes have been established in the Netherlands for people who have been sexually abused as a minor by representatives of the Catholic Church, childcare workers or foster parents. Eligible for compensation are those who can make a reasonable case of the likelihood that they have been sexually abused. They do not have to provide indisputable proof of the abuse. The author of this article argues that this low burden of proof makes these compensation schemes vulnerable to fraud. He supports his argumentation with several examples of dishonest victims who have been unmasked as fraudsters. Furthermore, he explains that undetected fraud can have several adverse by-effects, such as the condemnation of falsely accused persons and impairment of the credibility of compensation schemes and agencies that run such schemes. The author concludes with emphasizing the need for more explicit policies on fraud prevention, detection, and control. |
Redactioneel |
Slachtoffers in de (straf)rechtspleging: a one way story? |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 2 2015 |
Auteurs | Prof. mr. dr. Jeroen Ten Voorde en Dr. mr. Maarten Kunst |
Auteursinformatie |
Voor de beoordeling van een verzoek om nadeelcompensatie op grond van de regeling dient een vergelijking te worden gemaakt tussen de feitelijke situaties met en zonder de uitvoering van het projectplan. |
Artikel |
De politiefunctionaris en het risico op PTSSEen terechte zorg of medicalisering van een beroepsgroep? |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 3 2013 |
Trefwoorden | police officers, Post Traumatic Stress Disorder (PTSD), psychosocial problems, medicalization |
Auteurs | M.J.J. Kunst |
SamenvattingAuteursinformatie |
Several policy measures have recently been undertaken to enhance resilience in Dutch police officers. The author of this article argues that these initiatives rely on false beliefs about the stressful nature of police work. Police officers are often exposed to traumatic or otherwise stressful events, but this does not necessarily render them at an increased risk of post-traumatic stress disorder (PTSD) and other (trauma-related) psychosocial problems. After a discussion of empirical studies which support his view, he speculates that these false beliefs are grounded in the Western tendency to qualify stressful events as (potentially) traumatic. This tendency to medicalize stressful events is reflected both in the history of the diagnostic criteria for PTSD in the Diagnostic and Statistical Manual of Mental Disorders and the empirical literature. The author concludes with pointing out a potential negative by-effect of this medicalization tendency: simulating PTSD (symptoms) for external motives, such as financial gain. |
Artikel |
Eén jaar Wabo-jurisprudentie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 4 2011 |
Trefwoorden | Wabo, Jurisprudentie, één jaar, Knelpunten |
Auteurs | Mr. J.R. van Angeren en Mevr. mr. V.M.Y. van ‘t Lam |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Wet algemene bepalingen omgevingsrecht (Wabo) is op dit moment iets meer dan een jaar in werking. Voor de auteurs vormde dat een reden om terug te blikken op één jaar ‘Wabo’-ervaring. Wat zijn tot nu toe de ervaringen met de Wabo; in het bijzonder wat zijn tot nu toe opvallende of van belang zijnde uitspraken over de Wabo? De conclusie is dat een jaar nadat de Wabo in werking is getreden er veel voorlopige voorzieningen zijn gewezen waarin de Wabo aan de orde is. Veel van die zaken gaan over het overgangsrecht en handhaving. Er zijn weinig uitspraken gewezen over omgevingsvergunningen die zien op verschillende van de in artikel 2.1 en 2.2 Wabo genoemde activiteiten, terwijl de doelstelling van de Wabo nu juist was dergelijke vergunningen mogelijk te maken. Er zijn over diverse onderwerpen uitspraken gewezen waarin bepaalde aspecten – bijvoorbeeld aspecten die voor de inwerkingtreding van de Wabo onduidelijk waren – nader worden uitgelegd. Ook zijn bepaalde in de literatuur genoemde knelpunten van de Wabo in jurisprudentie (al dan niet geheel) opgelost, zoals het belanghebbendebegrip en de vraag wat onder onlosmakelijke samenhang moet worden verstaan. Niet alle in de literatuur gesignaleerde knelpunten over de Wabo zijn in jurisprudentie opgelost, zoals de vraag hoe het begrip project moet worden uitgelegd. De auteurs wachten met spanning af op de contouren van de nieuwe Omgevingswet. |
Artikel |
De Wet Bopz, enkele kwesties |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 1997 |
Auteurs | Mr M.C.I.H. Biesaart |
Artikel |
EG en aidsbeleid: mag het ietsje meer zijn? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 1996 |
Auteurs | Mw mr L.F. Markenstein |
Praktijk |
Verslag najaarsvergadering Vereniging voor gezondheidsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 2 1994 |
Auteurs | Mr P.P.M. van Reijsen |
Artikel |
De Waterwet: innovatie van het waterrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 4 2009 |
Trefwoorden | Waterwet, waterbeheerwetgeving, integraal waterbeheer, waterstaatswerken |
Auteurs | Mr. dr. H.J.M. Havekes |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Nederlandse waterbeheerwetgeving is momenteel erg verbrokkeld. Bijna elk onderdeel van het waterbeheer kent zijn eigen wet. Dit komt de transparantie en praktische toepassing van deze wetten niet ten goede. Vandaar dat al langer wordt aangedrongen op integratie van deze aparte wetten. Eind dit jaar is het zover en treedt de Waterwet in werking. Deze bijdrage beschrijft op hoofdlijnen de achtergrond, strekking en inhoud van deze wet, waarbij de nadruk ligt op de nieuwe elementen daarvan. Uitgegaan is van de wettekst zoals deze door de Invoeringswet Waterwet komt te luiden.1x Zie voor de tekst hiervan < www.waterwet.nl >, waar ook andere nuttige informatie over de Waterwet te vinden is. Zie voor dit laatste ook het recente artikel van S. Handgraaf over de Waterwet in M en R 2009/8, p. 489-496. De Waterwet heeft voor de praktijk grote consequenties. Er verandert het nodige. Het kan dan ook bepaald geen kwaad als omgevingsjuristen, vergunningverleners, handhavers en beleidsmakers van Rijkswaterstaat, ministeries, provincies, waterschappen, gemeenten, waterleidingbedrijven en adviesbureaus zich daarin alvast verdiepen. Noten
|
Artikel |
Juridische professionals en herstelgerichte praktijken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | juridische professionals, magistratuur, advocatuur |
Auteurs | Katrien Lauwaert |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article sets the stage for the discussion on the role of legal professionals – lawyers and magistrates – in restorative practices. A common task they have is controlling the respect of fundamental rights of the participants in restorative justice practices. How important this task is, will vary according to different variables such as the goals of restorative justice programs and their position towards the criminal justice system. Lauwaert goes on to sketch in separate parts the possible roles of respectively magistrates and lawyers before, during and after mediation or conferences. She refers to the European legislative framework which foresees an important role for magistrates as gatekeepers and assessors of restorative outcomes and explores the strengths and problems these roles evoke. She refers to her own research to explore the attitudes of magistrates towards restorative practices. Concerning the role of lawyers, the European legislative framework is quite vague, and the article tries to analyse more in depth the possibilities and obstacles for lawyers to contribute to the quality of mediation. The lack of knowledge of and acquaintance with the world of restorative justice and mediation is detected as a serious obstacle for further development of this field of action. |