Internationaal maatschappelijk ondernemen, in het bijzonder door corporate sustainability due diligence, staat hoog op de (internationale) agenda. In het voetspoor van enkele andere landen in Europa is in Nederland een voorstel gedaan voor een wettelijk raamwerk dat niet op specifieke hoogrisicosectoren van toepassing is, maar op een veel grotere groep ondernemingen. De auteurs plaatsen het Nederlandse wetsvoorstel in internationale context en bespreken de kritiek in de literatuur daarop. |
Zoekresultaat: 570 artikelen
Artikel |
Het initiatiefvoorstel Wet verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen in internationale context |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2022 |
Trefwoorden | duurzaamheid, internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen, ketenaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. O.J.W. Schotel en Mr. J.M. Schepel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Over het gebruik van begrotingswetsvoorstellen om bepalingen uit niet-begrotingswetten te wijzigenEen historisch-juridische beschouwing |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | begrotingswetgeving, Staatsregeling, De Bourbon Naundorff, Nationaal Groeifonds, Comptabiliteitswet |
Auteurs | J.L. Boon |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel betreft een historisch-juridische beschouwing over de overeenkomsten en verschillen tussen begrotingswetgeving en reguliere wetgeving. Daarbij wordt de vraag behandeld of begrotingswetten mogen worden gebruikt om bepalingen uit niet-begrotingswetten te wijzigen. De Afdeling advisering van de Raad van State heeft sinds 2006 een bestendige lijn: dit mag niet. De posities van de regering en de Staten-Generaal worden onder de loep genomen. In de conclusie wordt een suggestie gedaan om de lijn van de Afdeling advisering te nuanceren. |
Buitenlands nieuws |
Het Chileense burgerplatform dat een nieuwe Grondwet ontwerpt |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | protesten, Chili, referendum, Constitutionele Conventie, constitutie |
Auteurs | G. Karapetian |
SamenvattingAuteursinformatie |
In oktober 2019 ontstonden hevige protesten in de Chileense hoofdstad Santiago en andere delen van het land. Deze protesten hebben in mei 2021 geleid tot een direct gekozen burgerplatform, de Constitutionele Conventie, dat de opdracht heeft een nieuwe Grondwet te schrijven voor Chili. Hoe is deze Constitutionele Conventie wetgevingstechnisch tot stand gekomen en wie maakt hiervan deel uit? |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | Omgevingswet, inwerkingtreding, DSO |
Auteurs | Mr. H.W. (Wilco) de Vos |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage gaat auteur in op de datum van inwerkingtreding van de Omgevingswet. Duidelijkheid over de datum van inwerkingtreding is voor de uitvoeringspraktijk van belang en het is dan ook cruciaal dat het parlement met de voorgenomen datum instemt. Hij belicht het proces van de parlementaire behandeling en het wettelijke kader en geeft een doorkijkje naar de technische vervolgbesluiten over de inwerkingtreding. Tot slot geeft hij een overzicht van de in het nieuwe coalitieakkoord opgenomen ambities die betrekking hebben op de fysieke leefomgeving. |
Artikel |
De toepassing van de Wet Affectieschade in de rechtspraak |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | schadevergoeding, smartengeld, shockschade, letselschade, aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. J. Mantel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Wet Affectieschade is inmiddels ruim 2,5 jaar in werking. In deze bijdrage wordt ingegaan op de vraag hoe in de afgelopen jaren invulling is gegeven aan de Wet Affectieschade in de rechtspraak. Daarbij zullen enkele in de literatuur gesignaleerde vraagstukken en kanttekeningen inzake de toepassing van de Wet Affectieschade het kader vormen. In het bijzonder wordt ingegaan op de vaste kring van de gerechtigden, de hardheidsclausule en de reikwijdte van het met de inwerkingtreding van de wet geïntroduceerde begrip ‘ernstig en blijvend letsel’. |
Artikel |
Tweede evaluatie van de Wet afbreking zwangerschapWat gaat de wetgever met de principiële kwesties doen? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | Wafz, abortus, zwangerschap, beraadtermijn, levensvatbaarheidsgrens |
Auteurs | Mr. dr. M.C. Ploem, Mr. E. Krol, Prof. mr. J. Legemaate e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2019-2020 werd de Wet afbreking zwangerschap (Wafz) voor de tweede keer geëvalueerd. In hun bijdrage staan de auteurs (die het evaluatieonderzoek uitvoerden) met name stil bij twee belangrijke thema’s van de evaluatie: de reikwijdte van de wet; en besluitvorming over abortus. Hun hoofdconclusie is dat er op dit moment geen aanleiding is de wet als zodanig op de schop te nemen. Niettemin zijn er op korte termijn wel belangrijke reparaties van de Wafz nodig, zoals ten aanzien van de buitengrenzen van de wet en de beraadtermijn. |
In Memoriam |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2022 |
Auteurs | Prof. mr. J. Legemaate |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2022 |
Auteurs | Mr. J. Boonstra, Mr. dr. S.S. Buisman, Mr. A.A. Feenstra e.a. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | Burgerlijk Wetboek, bewijsmedewerking, geschrift, bewijslast, bewijsstandaard |
Auteurs | Wannes Vandenbussche |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 4 april 2019 werd in België de eerste bouwsteen gelegd van een nieuw Burgerlijk Wetboek. Toen keurde de Kamer van Volksvertegenwoordigers van het federaal parlement de wet goed tot invoering van een Burgerlijk Wetboek en tot invoeging van Boek 8 ‘Bewijs’ in dat wetboek. De eerste grondige hervorming van het Belgische bewijsrecht sinds 1804 was daarmee een feit. Deze bijdrage schetst de vier hoofdlijnen die deze hervorming kenmerken: (1) het toegankelijk maken en codificeren van het geldende recht, (2) het bevestigen van het gereglementeerde bewijsstelsel, maar met de nodige versoepelingen, (3) het bewijsrecht aanpassen aan een moderne samenleving en (4) het verduidelijken van de regels inzake bewijslast en de bewijsstandaard. Tijdens de bespreking van deze hoofdlijnen wordt telkens ook aandacht besteed aan de gelijkenissen en verschillen met het Nederlandse bewijsrecht. |
Uit de wetgevingspraktijk |
Het toetsingskader ‘Digitalisering en wetgeving’Een nieuwe impuls voor wetgevingstoetsing |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | techniekafhankelijke wetgeving, uitvoering, algoritme, ICT, privacy |
Auteurs | G.H. Evers, G.J. van Midden en L.H.M. Weesing-Loeber |
SamenvattingAuteursinformatie |
Digitaliseringsvraagstukken zijn voor de wetgever een zekere worsteling, omdat het vaak lastig is vooraf te overzien op welke wijze digitaliseringsaspecten moeten worden geadresseerd in wet- en regelgeving. De Afdeling advisering van de Raad van State heeft daarom, in aanvulling op haar algemene toetsingskader, een specifiek op digitalisering gericht toetsingskader gepresenteerd. Binnen de drie onderdelen van het kader – de beleidsanalytische, de juridische en de wetstechnische toets – wordt een aantal vraagpunten benoemd dat vanwege de digitaliseringsdimensie aandacht behoeft. Door aan te geven hoe zij zelf digitaliseringsaspecten weegt en toetst in haar advisering heeft de Afdeling een nieuwe impuls willen geven aan de discussie over wetgevingstoetsing in het digitale tijdperk. In dit artikel wordt het kader toegelicht en in de context van de bredere discussie rondom digitalisering en wetgeving geplaatst. |
Het Ambacht |
Onorthodox wetgeven: het wijzigen van een amvb door een wet |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | Wetgevingstechniek, Aanwijzingen voor de regelgeving, Wetgeving, Algemene maatregelen van bestuur, Wijzigingswetten |
Auteurs | T.C. Borman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het via een hogere regeling (een wet) wijzigen van een lagere regeling (een algemene maatregel van bestuur) wordt sinds 1993 uitdrukkelijk verboden in de Aanwijzingen voor de regelgeving. Toch wordt deze techniek heel af en toe toegepast. In deze bijdrage worden achtergronden en overtredingen van dit verbod belicht aan de hand van casuïstiek uit de afgelopen vier decennia. In het bijzonder wordt daarbij ingegaan op adviezen van de Raad van State, die zich niet kenmerken door consistentie. Aansluitend bij dit themanummer, is het vertrekpunt van deze bijdrage een hooggeleerd en hoogoplopend debat dat in 1987 over deze thematiek plaatsvond in de Eerste Kamer. |
Artikel |
|
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | wetgevingskwaliteit, tweekamerstelsel, grondwetsinterpretatie |
Auteurs | G.J.A. Geertjes |
SamenvattingAuteursinformatie |
De verhouding tussen de Tweede en de Eerste Kamer is enigszins tweeslachtig: aan de ene kant hebben beide Kamers altijd van elkaar te onderscheiden taken vervuld, maar overlap van die taken is en blijft onvermijdelijk. Sinds 2010 biedt het uit artikel 51, eerste lid, van de Grondwet voortvloeiende politieke primaat van de Tweede Kamer steeds minder houvast voor een goede afbakening van de positie van beide Kamers: door de versplintering van het partijenlandschap vervult de Eerste Kamer steeds meer een politieke rol, die kan gaan bijten met haar taak als bewaker van wetgevingskwaliteit. In deze bijdrage komt aan de orde hoe de positie van de Eerste Kamer tegen die achtergrond kan worden geduid. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | boeddhisme, financiering religies/levensbeschouwingen, geestelijke verzorgers, godsdienstig en humanistisch vormingsonderwijs, België – Nederland |
Auteurs | Leni Franken |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2020, the Belgian federal Government announced that it will recognize Buddhism as a non-confessional worldview. This recognition will give the Buddhists several privileges: the salaries and pensions of lama’s as well as of Buddhist consultants in prisons, hospitals and the army will be paid for by the state. In addition, state schools will be required to organize Buddhist education at parental request. From the perspective of equal treatment and within the current constitutional framework, the recognition of Buddhism can only be welcomed. But is this constitutional framework, which is amongst others indebted to the concordat between Napoleon and the Holy See (1801), still up to date? In 1983, the Dutch Government abolished this Napoleonic model of state financing and opted for a profound reform of the system. In this article, I will show why such a reform could also be useful and inspiring in the Belgian context. |
Mededinging |
Gaat (de ACM met) de Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen de inkoopmacht van retailers aanpakken? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9-10 2021 |
Trefwoorden | Richtlijn 2019/633/EU, geschillencommissie, Autoriteit Consument en Markt, agri- en foodsector |
Auteurs | Mr. D.W.L.A. Schrijvershof en Mr. T. Heystee |
SamenvattingAuteursinformatie |
Per 1 november 2021 is de nieuwe Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen (Stb. 2021, 178) in werking getreden. De Wet betreft de implementatie van de Europese Richtlijn 2019/633/EU (PbEU 2019, L 111). De auteurs zetten de aanleiding en inhoud van de Wet uiteen en signaleren enkele knelpunten. Zo wordt ingegaan op (1) de effectiviteit van de beoogde alternatieve geschilbeslechting, (2) de zwarte en grijze lijst en de mogelijkheid voor de lidstaten om verdergaande maatregelen te treffen en (3) de handhavingsmogelijkheden bij grensoverschrijdende gevallen. Ook wordt kort aandacht besteed aan potentiële overlap met andere Europese regelgeving. Voorts komt aan bod het mogelijke succes van de Wet, mede in het licht van de cruciale rol die de ACM zal (moeten) spelen bij de handhaving van de Wet. Wet van 3 maart 2021, houdende regels strekkende tot implementatie van Richtlijn (EU) 2019/633 van het Europees Parlement en de Raad van 17 april 2019 inzake oneerlijke handelspraktijken in de relaties tussen ondernemingen in de landbouw- en voedselvoorzieningsketen (PbEU 2019, L 111) (Wet oneerlijke handelspraktijken landbouw- en voedselvoorzieningsketen) (Stb. 2021, 178). |
Artikel |
Een generieke strafbaarstelling van nieuwe psychoactieve stoffen in de Opiumwet: einde van een wapenwedloop in zicht? |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | lijst IA Opiumwet, nieuwe psychoactieve stoffen (NPS), generieke wetgeving, legaliteitsbeginsel |
Auteurs | Prof. mr. T. (Tom) Blom |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt onderzocht wat de effecten zijn van de invoering van een generieke strafbaarstelling van stofgroepen waarmee (nieuwe) psychoactieve middelen kunnen worden gemaakt. Deze generieke strafbaarstelling is een belangrijke wijziging in ons bestaande systeem van strafbaarstellingen en wordt verondersteld een belangrijk instrument te zijn om de georganiseerde misdaad te bestrijden. Belangrijker is echter dat hiermee ook een wetgevingsgat wordt gedicht dat was ontstaan door het oordeel van het Hof van Justitie van de Europese Unie dat de productie en handel in NPS’en niet langer mogen worden bestreden als overtreding van de Geneesmiddelenwet. De generieke strafbaarstelling is niet in strijd met het legaliteitsbeginsel, maar zorgt er wel voor dat ook stoffen die niet schadelijk zijn voor de volksgezondheid en mogelijk zelfs geen psychoactief effect hebben onder de Opiumwet komen te vallen. De vraag is hoe de rechtspraktijk in de toekomst met dergelijke verweren zal (moeten) omgaan. |
Legisprudentie |
Pionieren bij de uitleg van het EVRM |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | EHRM, wetgevingsadvisering, Raad van State, klimaat, Urgenda |
Auteurs | M. Nap |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de rechterlijke uitspraken die de Urgenda-procedure heeft opgeleverd, is een verstrekkende uitleg gegeven aan de artikelen 2 en 8 EVRM. Voor die uitleg kon slechts in beperkte mate een beroep worden gedaan op EHRM-jurisprudentie. De Hoge Raad heeft, mede op verzoek van de procespartijen, ervan afgezien gebruik te maken van de mogelijkheid om het EHRM te verzoeken zich bij wijze van niet-bindende opinie uit te spreken over de betekenis van de relevante verdragsbepalingen voor deze zaak. In deze aflevering van ‘Legisprudentie’ wordt de vraag opgeworpen of de Afdeling advisering van de Raad van State bij de beoordeling van wetgeving die raakt aan de klimaatcrisis ook wel eens aan het pionieren slaat bij haar interpretatie van het EVRM. |
Artikel |
Maatschappelijke akkoorden en de Aanwijzingen voor convenanten: tijd voor een update! |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | democratie, transparantie, dualisme, akkoord, convenant |
Auteurs | P.J. Huisman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Maatschappelijke akkoorden zijn nuttig en wenselijk, maar vragen vanuit de kernwaarden van goed openbaar bestuur om aandacht. In deze bijdrage doet de auteur – geïnspireerd door een recent advies van de Raad voor het Openbaar Bestuur over maatschappelijke akkoorden – voorstellen tot aanpassing van de Aanwijzingen voor convenanten, zodat optimaal inhoud kan worden gegeven aan de kernwaarden van goed openbaar bestuur bij de totstandkoming van maatschappelijke akkoorden. De suggesties tot aanpassing van de aanwijzingen zien onder meer op een versterking van de positie van het parlement, een betere borging van een goede representatie aan de onderhandelingstafels en het vergroten van transparantie van het proces. |
Artikel |
De Grondwetsherziening onder revisieTwee voorstellen tot herziening van de Grondwetsherzieningsprocedure en hun verhouding tot de tussentijdse kiezersraadpleging over voorstellen tot herziening van de Grondwet |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | Herijking Grondwetsherzieningsprocedure, tweede lezing, Kamerontbinding, verenigde vergadering, Eerste Kamer |
Auteurs | R.J.B. Schutgens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Er zijn twee regeringsvoorstellen aanhangig tot wijziging van de Grondwetsherzieningsprocedure. Het eerste verduidelijkt de bevoegdheid van de Tweede Kamer om de tweede lezing van een herzieningsvoorstel te verrichten en vervangt de tussentijdse ontbinding van die Kamer door een verkiezing. Het tweede regeringsvoorstel wil de tweede lezing in verenigde vergadering laten plaatsvinden. De auteur bespreekt hoe beide voorstellen zich verhouden tot de waarborg van een tussentijdse kiezersraadpleging, tot de rol van de Eerste Kamer als Chambre de réflexion en tot elkaar. Hij betoogt dat het eerste regeringsvoorstel duidelijke verbeteringen oplevert, terwijl er op het tweede het nodige valt af te dingen. |
Artikel |
Geregistreerd partnerschap is huwelijk? Via uitleg of overgangsrecht? |
Tijdschrift | EstateTip Review, Aflevering 28 2021 |
Trefwoorden | Huwelijkse voorwaarden |
Auteurs | Prof. mr. dr. F.W.J.M. Schols |
Artikel |
Over emancipatie en de rechtspositie van gedetineerdenLevensomstandigheden in gevangenis ernstig verslechterd tijdens corona |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 2 2021 |
Trefwoorden | detainees, emancipation, Right of complaint and appeal, corona measures, resocialization |
Auteurs | Judith Serrarens |
SamenvattingAuteursinformatie |
In the second half of the last century, the position of detainees in the Netherlands improved considerably. As far as is possible in the case of persons deprived of their freedom, there has been a certain emancipation of detainees. A well-functioning right of complaint and appeal has been created, for example, that offers detainees the possibility to have decisions of the government, in particular those of the director of the institution and the selection official, that are unfavourable to them, reviewed by an independent judicial authority. Their living conditions have also improved during this period. However, in recent years there has also been a tendency for the government to make ever greater demands on the behaviour of detainees, in return for fewer opportunities for activities and freedoms aimed at resocialisation. Since last year, the corona pandemic and the way in which it is dealt with in prisons have put further pressure on the already vulnerable position of detainees. Since March 2020, prisoners have had their opportunities for phasing in and resocialising further reduced by the virtual prohibition of leave. Furthermore, the visiting possibilities and the activity programmes within the penitentiary institutions have been minimal for over a year. |