In deze bijdrage bespreekt de auteur het Sumal-arrest, dat verstrekkende gevolgen kan hebben voor de civielrechtelijke handhaving van het Uniemededingingsrecht. Het Sumal-arrest heeft met name een (te) verstrekkende uitbreiding tot gevolg van de kring van aansprakelijken. Ook vergroot dit arrest de toch al ruime mogelijkheden voor forum shopping. Daarnaast heeft de auteur nog enkele andere bedenkingen bij het arrest. |
Zoekresultaat: 3883 artikelen
Artikel |
Rolled into one: de ‘onderneming’ als rechtssubject bij de ‘privaatrechtelijke handhaving’ van het mededingingsrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2022 |
Trefwoorden | artikel 101 VWEU, toerekening, aansprakelijk, schadevergoeding |
Auteurs | Mr. Chr.F. Kroes |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De eindrekening in Xeikon/RecalcicoAnnotatie bij Hof Amsterdam (OK) 21 september 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:3095 |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2022 |
Trefwoorden | aandeelhoudersgeschil, uitkoopprocedure, Ondernemingskamer, discounted cash flow, peildatum |
Auteurs | Mr. Ph.W. Schreurs en Drs. Ph.M. van Spaendonck |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreken de auteurs de slotsom van de langlopende uitkoopprocedure inzake Xeikon. De Ondernemingskamer beoordeelt aan de hand van het waarderingsrapport alle standpunten van partijen over de elementen die in een discounted cash flow-berekening leiden tot de exacte uitkoopprijs. |
Mededinging |
Het Sumal-arrestDoorbraak in aansprakelijkheid van de onderneming voor mededingingsinbreuken |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2022 |
Trefwoorden | economische eenheid, neerwaartse aansprakelijkheid, onderneming, persoonlijke aansprakelijkheid, opwaartse aansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. O.V. Korneeva en Mr. W. VerLoren van Themaat |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel analyseren de auteurs het Sumal-arrest waarin het Hof van Justitie de vraag heeft beantwoord of een dochteronderneming aansprakelijk kan worden gesteld door de benadeelde partijen voor een door haar moedermaatschappij gepleegde mededingingsinbreuk (‘neerwaartse aansprakelijkheid’) en zo ja, onder welke voorwaarden. Dit arrest is geanalyseerd vanuit de doctrine van persoonlijke aansprakelijkheid en de doctrine van economische eenheid. Tot slot wordt ingegaan op de mogelijke gevolgen van dit arrest voor de privaat- en publiekrechtelijke handhaving van mededingingsrecht. |
Artikel |
Het initiatiefvoorstel Wet verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen in internationale context |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2022 |
Trefwoorden | duurzaamheid, internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen, ketenaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. O.J.W. Schotel en Mr. J.M. Schepel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Internationaal maatschappelijk ondernemen, in het bijzonder door corporate sustainability due diligence, staat hoog op de (internationale) agenda. In het voetspoor van enkele andere landen in Europa is in Nederland een voorstel gedaan voor een wettelijk raamwerk dat niet op specifieke hoogrisicosectoren van toepassing is, maar op een veel grotere groep ondernemingen. De auteurs plaatsen het Nederlandse wetsvoorstel in internationale context en bespreken de kritiek in de literatuur daarop. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2022 |
Trefwoorden | Zwagerman, aandelenemissie, artikel 2:8 BW, belangenverstrengeling, informatieplicht |
Auteurs | Mr. L.H.K. Peereboom-Bogers en Mr. M. Westra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op een vennootschap rust een bijzondere zorgvuldigheidsplicht jegens al haar aandeelhouders, ook wel de Zwagerman-norm genoemd. In deze bijdrage besteden de auteurs aandacht aan deze bijzondere zorgvuldigheidsplicht van de vennootschap en bieden zij praktische handvatten ten aanzien van de concrete uitwerking van de bijzondere zorgvuldigheidsplicht voor bestuurders. |
Artikel |
Dure redactiefouten in testamenten (deel II, legaten) |
Tijdschrift | AdvoTip, Aflevering 9 2022 |
Auteurs | Mr. dr. G.T.J. Hoff |
Annotatie |
De herkansing van IntelGerecht 26 januari 2022, T-286/09 RENV, ECLI:EU:T:2022:19 (Intel/Commissie) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2022 |
Auteurs | Pepijn van Ginneken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Maar liefst dertien jaar na dato verklaart het Gerecht de beschikking waarbij de Commissie aan Intel een boete van € 1,06 miljard heeft opgelegd, gedeeltelijk nietig. De analyse die de Commissie heeft verricht is volgens het Gerecht onvolledig en niet geschikt om aan te tonen dat de omstreden kortingen mededingingsbeperkende gevolgen konden hebben of waarschijnlijk dergelijke gevolgen hadden. Uit het arrest blijkt op welke wijze juridische vermoedens bij misbruik van machtpositie kunnen worden weerlegd. Het maakt handhaving van het verbod op misbruik van machtspositie er niet makkelijker op, wat de vlucht naar het alternatief van de recent aangenomen Digital Markets Act mogelijk des te groter maakt. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering Pre-publications 2022 |
Trefwoorden | Article 12-procedure, principle of opportunity, liberalism, judicial activism, democratic legitimacy |
Auteurs | Sophie Koning |
SamenvattingAuteursinformatie |
Originally, Article 12 of the Dutch Code of Criminal Procedure was intended as a correction mechanism for the prosecution monopoly of the Public Prosecution Service. In a later stage, the private interest of complainants (or victims) became more central. This article argues that a third function now emerges: a valve function for social dissatisfaction. The social conflicts that underly the proceedings in these socially sensitive cases give rise to new democratic legitimacy problems. However, an appropriate normative framework that captures these new democratic demands has not yet been constructed. To this end, this article provides an alternative democratic vocabulary in order to bridge the gap between empirical and normative notions of legitimacy. By means of a historical and normative analysis, it will be argued that Article 12 has an important democratic potential within the characteristically autonomous Dutch system of criminal law. |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/29HR 25 januari 2022, 20/02683, ECLI:NL:HR:2022:72 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Actualiteiten rechtspraak |
NTS 2022/28HR 1 februari 2022, 19/00461, ECLI:NL:HR:2022:46 |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Artikel |
De problemen rond de strafbaarstelling van het inreisverbod (artikel 197 Sr): een overzicht van tien roerige jaren sinds de implementatie in Nederland |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | inreisverbod, ongewenstverklaring, strafbaarstelling, lex certa-beginsel, evidentiecriterium |
Auteurs | Mr. A. (Aniel) Pahladsingh en Mr. E. (Eric) Druijf |
SamenvattingAuteursinformatie |
De bijdrage bespreekt artikel 197 Sr (zwaar inreisverbod) en de vraagstukken die hebben geleid tot het staken van de vervolging van de overtreding van het zware inreisverbod vanwege de Europese en nationale uitspraken die de afgelopen jaren daarover zijn gedaan. In het arrest inzake JZ heeft het Hof van Justitie vervolgens met toepassing van de uitgangspunten van het arrest Ouhrami zijn fiat gegeven aan strafbaarstelling van illegaal verblijf van de vreemdeling die kennis heeft van een inreisverbod dat jegens hem is uitgevaardigd. De Hoge Raad heeft hierop in zijn arrest in de zaak JZ voortgeborduurd. De vraag dringt zich op of de strafbaarstelling van het negeren van een uitgevaardigd inreisverbod zich verdraagt met het lex certa-beginsel. Voorts worden er vragen gesteld bij de verhouding tussen de straf- en de bestuursrechter. Mocht in de praktijk opnieuw onduidelijkheid ontstaan omtrent de toepasselijkheid van dit artikel, dan lijkt het hoog tijd dat de Nederlandse wetgever artikel 197 Sr herschrijft. |
Artikel |
Vergoeding van schade na strafvorderlijk overheidsoptreden in het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | Schadevergoeding na strafvorderlijk overheidsoptreden, onrechtmatigheden, vormverzuimen, Modernisering Wetboek van Strafvordering, gronden van billijkheid |
Auteurs | Prof. dr. mr. M.F.H. Hirsch Ballin, Mr. G.C. Nieuwland en Mr. A.W. van Wijk |
Auteursinformatie |
Artikel |
Het MoM-arrest en de aansprakelijkheid voor samengestelde producten |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2022 |
Trefwoorden | productaansprakelijkheid, schadevergoeding, MoM-prothese, vervaltermijn, medische hulpmiddelen |
Auteurs | Mr. dr. J.T. Hiemstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Volgens het recente MoM-arrest van de Hoge Raad ontstaat er geen nieuw product bij de samenvoeging van onderdelen van een heupprothese die door dezelfde fabrikant zijn geproduceerd. De onderdelen kwalificeren als afzonderlijke (eind)producten, waarvoor afzonderlijke vervaltermijnen gelden. In deze bijdrage wordt onderzocht hoe het regime inzake productaansprakelijkheid en het MoM-arrest moeten worden toegepast op de situatie waarin onderdelen van verschillende fabrikanten worden samengevoegd. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2022 |
Trefwoorden | overheidsaansprakelijkheid, zorgplicht, onrechtmatige overheidsdaad, opstalaansprakelijkheid, waterbeheerder |
Auteurs | Mr. E.G.A. van der Werf |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel zet de auteur uiteen in hoeverre de beperkte financiële armslag van de waterbeheerder en de hem toekomende beleidsruimte een concrete rol (zouden moeten) spelen bij de invulling van zijn zorgplicht, dan wel bij de beantwoording van de vraag of de door hem beheerde opstallen gebrekkig zijn. |
Artikel |
Het bewijs van causaal verband in beroepsziektezakenWaar staan we en waar moeten we (vooral niet) naartoe? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2022 |
Trefwoorden | arbeidsrechtelijke omkeringsregel, proportionele aansprakelijkheid, gezondheidsschade, causaliteit, werkgeversaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. E. Boonzaaijer en Mr. A.S. Bloo-Kroes |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het vervolgarrest van een van de ‘7 juni 2013-arresten’ bekrachtigt de Hoge Raad de lijn rond de bewijslevering van causaal verband in beroepsziektezaken. In deze bijdrage wordt de balans opgemaakt en wordt ingegaan op de handreikingen die aan werknemers worden geboden om het causaal verband te bewijzen. |
Annotatie |
Het recht op ononderbroken rust in de Europese ArbeidstijdenrichtlijnHvJ EU 9 maart 2021, C-344/19, ECLI:EU:C:2021:182 (DJ/Radiotelevizija Slovenija) en HvJ EU 9 maart 2021, C-580/19, ECLI:EU:C:2021:183 (RJ/Offenbach am Main) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | Wachtdiensten, Arbeidstijd, Rusttijd, Consignatie, Handhaving |
Auteurs | Prof. mr. W.L. Roozendaal |
SamenvattingAuteursinformatie |
Veel Nederlanders zijn verplicht zich in wachtdiensten beschikbaar te houden voor oproepen naast hun reguliere werkweek. Volgens een reeks uitspraken van het Europese Hof van Justitie gelden de inactieve uren van deze diensten onder omstandigheden als arbeidstijd, onder andere als de reactietijd na de oproep kort is, of als oproepen veelvuldig voorkomen. In dit artikel wordt betoogd dat bij geschillen hierover meer aandacht moet uitgaan naar het recht op ononderbroken rust na afloop van deze diensten. Anders dan vaak wordt gesteld, kent de Richtlijn wel een derde categorie naast ‘arbeidstijd’ en ‘rusttijd’, namelijk de ‘ononderbroken compenserende rusttijd zonder verplichtingen’. Het recht op ononderbroken rust na een wachtdienst wordt onvoldoende onderkend in het Nederlandse arbeidstijdenrecht. Daardoor is ons recht in strijd met artikel 17 lid 2 en artikel 18 Europese Richtlijn 2003/88, en lopen werknemers met wachtdiensten gezondheidsrisico’s door gebrek aan slaap. Kunnen rechtzoekenden hier iets aan doen? |
Wetenschap en praktijk |
Wat is de invloed van de coronapandemie op due diligence en contractuele afspraken bij mid-market M&A-transacties? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | M&A, Mid-market, Corona, Due dilligence, contractsbepalingen |
Auteurs | A. Beljaars en G. Güntekin |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel gaan de auteurs in op de invloed van de corona pandemie en de economische gevolgen ervan op het due diligence onderzoek en contractuele afspraken bij mid-market overnames. De corona pandemie heeft geleid tot een nieuwe dimensie voor juristen en een hernieuwde alertheid voor het verrichten van een due diligenceonderzoek en de te gebruiken contractuele bepalingen. Aan de hand van rechtspraak over de afgelopen twee jaar bekijken de auteurs de contractuele en wettelijke bepalingen die worden gebruikt. Ook doen zij tekstvoorstellen voor contractuele bepalingen die in dat verband in overnamecontracten kunnen worden gebruikt. |
Wetenschap |
De SOX in control-regeling in de Verenigde Staten: een analyse |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | in control-verklaring, jaarverslaggeving, interne risicobeheersing, accountantscontrole, interne controle |
Auteurs | T.L.M. Verdoes, M.P. Lycklama à Nijeholt en H. Koster |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel onderzoeken de auteurs de bestaande wettelijke regeling over de in control-verklaring in de Verenigde Staten. Na een bespreking van de relevante bepalingen volgt een analyse van de kritiek op deze regeling en de nadelen en voordelen ervan. De auteurs sluiten af met enkele conclusies. |
Artikel |
De vereffenende erfgenaam: Selbsteintritt toegestaan? |
Tijdschrift | AdvoTip, Aflevering 8 2022 |
Auteurs | Mr. E.C.E. Schnackers |
Artikel |
Cryptofoons, privacyvriendelijke applicaties en het vermoeden van onschuld |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | cryptofoons, vermoeden van onschuld, bewijslast, privacy |
Auteurs | Dr. S. Royer en R. Vanleeuw LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel gaan de auteurs in op de draagwijdte van het vermoeden van onschuld in de Europese rechtspraak van het Europees Hof en zij passen die toe in de context van cryptofoons. Ook enkele vraagstukken die hiermee verband houden, zoals de rechtspraak over decryptiebevelen en het verbod op anonieme vooraf betaalde belkaarten, worden geanalyseerd. Tot slot beantwoorden de auteurs de vraag in welke mate geldende principes kunnen worden doorgetrokken naar de gebruikers van zogenaamde privacyvriendelijke applicaties, zoals Signal en Telegram. |