In deze bijdrage onderzoeken auteurs of in de Wmco wel voldoende rekening is gehouden met ontslag in en van de flexibele schil en zo nee, of aanpassing van de Wmco dan gewenst is met het oog op de doelstelling van de Wmco tegen de achtergrond van de huidige flexibele arbeidsmarkt. Daarnaast onderzoeken zij de rol van de overheid bij een collectief ontslag en meer specifiek over de NOW-1 en NOW-2 en de verhouding tot ondernemersvrijheden. De NOW-1 en -2 beperkten namelijk in zekere zin de vrijheid van ondernemingen om beslissingen te nemen over een collectief ontslag en de vraag is hoe die beperkingen ten aanzien van collectief ontslag zich verhouden tot de ondernemersvrijheden. |
Zoekresultaat: 32 artikelen
Artikel |
Collectief ontslag in tijden van (economische) crisis |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | collectief ontslag, flexibele arbeid, overheidsinvloed, steunmaatregelen, ondernemersvrijheid |
Auteurs | mr. dr. Niels Jansen en em. prof. Teun Jaspers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2021 |
Trefwoorden | UWV Werkwijzer Poortwachter, STECR Werkwijzer Arbeidsconflicten, Artikel 79 Wet RO, Soft law, Definitie van recht |
Auteurs | Beryl ter Haar |
SamenvattingAuteursinformatie |
De definitie van ‘recht’ onder artikel 79 Wet RO wordt door de Hoge Raad ruim geïnterpreteerd en omvat onder meer niet-bindende voorschriften. Niettemin blijkt uit de conclusies van A-G’s De Bock (zaken Cicero en Euregio) en Van Peursem (zaak ROCvA) dat deze interpretatie nog niet zo ruim is dat daar ook de UWV Werkwijzer Poortwachter en de STECR Werkwijzer Arbeidsconflicten onder vallen, terwijl deze niet alleen interne instructies zijn, maar ook externe werking lijken te hebben. Aan de hand van een abstracte verhandeling over soft law, gevolgd door een concrete toepassing van een analytisch model ter bepaling van de mate van soft law, wordt in dit artikel betoogd dat goed zou zijn om bij de beoordeling of juridisch niet-bindende voorschriften, zoals deze Werkwijzers, gelden als recht in de zin van artikel 79 Wet RO meer ruimte te geven aan de inhoud van die voorschriften en minder formele aspecten, zoals wetgevingsprocessen en publicatievereisten, de doorslag te laten geven. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Jeugdrecht, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | Jeugdwet, Stelsel, Corona, Klacht- en tuchtrecht, kinderbeschermingsmaatregelen |
Auteurs | Mr. E. Lam en Mr. I.J.M. Schepens |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel borduurt voort op de in 2014 en 2017 verschenen overzichtsartikelen over de twee belangrijke wetswijzigingen op het gebied van de jeugdbescherming en de jeugdzorg: de herziening van de kinderbeschermingsmaatregelen en de jeugdwet . De bedoeling van dit artikel is om een overall beeld te schetsen: een beeld dat duidelijk maakt hoe complex de ondersteuning aan kinderen en gezinnen is georganiseerd waarbij het recht op bescherming van de kinderen door de overheid ernstig onder druk staat. In het eerste deel van dit artikel wordt stilgestaan bij actuele ontwikkelingen stelselbreed. Vervolgens wordt stilgestaan bij de praktijk van de kinderbeschermingsmaatregelen. Achtereenvolgens komen aan de orde de evaluatie herziening kinderbeschermingsmaatregelen, het aantal kinderbeschermingsmaatregelen, de krapte bij de Gecertificeerde Instellingen (hierna: GI): wachtlijsten en de rechtspraak, corona en de invloed op jeugdbescherming, Perspectiefbesluit, Machtiging uithuisplaatsing en reikwijdte, Vaststelling omgangsregeling en Ineffectieve OTS. In het laatste deel van het artikel staan de bevindingen betreffende de Jeugdwet centraal. Daarbij wordt aandacht besteed aan onder meer de zogenaamde ‘drangtrajecten’, het woonplaatsbeginsel, de informatieplicht jegens de gezinsvoogd en het klacht- en tuchtrecht. |
Artikel |
Duurzaamheidsinitiatieven en het kartelverbod – wie is aan zet? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4-5 2020 |
Trefwoorden | duurzaamheid, kartelverbod, Concept Leidraad Duurzaamheidsafspraken, ACM, Europese Commissie |
Auteurs | Jori de Goffau en Greetje van Heezik |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel gaat in op de beperkte mogelijkheden die er zijn onder het kartelverbod voor ondernemingen die duurzaamheidsafspraken willen maken om definitieve rechtszekerheid te krijgen over de toelaatbaarheid van deze afspraken. In deze bijdrage bespreken wij waarom de procedurele instrumenten die in de huidige systematiek kunnen worden toegepast onvoldoende ruimte bieden voor checks and balances en daardoor ook niet tot rechtsontwikkeling kunnen leiden. Vervolgens doen wij suggesties voor de inzet van bestaande en nieuwe instrumenten om tot aanvullende rechtszekerheid te komen en/of rechtsontwikkeling mogelijk te maken, teneinde de totstandkoming van de genoemde samenwerkingen maximaal te stimuleren. |
Artikel |
De maatschappelijke onderneming en haar (nieuwe) juridische jas |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2020 |
Trefwoorden | BVm, sociale onderneming, stakeholder, transparant, kapitaalklem |
Auteurs | Mr. M.J.L.A.M. Zillikens-Loos, Mr. Q.M.J.A. Crul en Mr. T.A. Schriemer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Ministerie van EZK heeft onderzoek laten doen naar de maatschappelijke onderneming. Auteurs bespreken naar aanleiding daarvan de huidige toepassings- en herkenningsmogelijkheden van de maatschappelijke onderneming met een blik op het verwachte wetsvoorstel voor de BVm. |
Vrij verkeer |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | vrij verkeer werknemers, werkzoekende, verblijfsrecht, toegang tot uitkering |
Auteurs | Dr. mr. B.P. ter Haar |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze zaak geeft het Hof van Justitie voor het eerst uitleg aan artikel 7 lid 3 onder c Richtlijn 2004/38/EG. De taalkundige onduidelijkheid in deze bepaling leidde in de zaak Tarola tot de vraag of een werknemer die na twee weken te hebben gewerkt onvrijwillig werkloos wordt, de status als werknemer behoudt. Het Hof van Justitie antwoordt hier bevestigend op waarbij nog eens wordt bevestigd dat het Hof van Justitie streeft naar een interpretatie van het begrip werknemer waar zo veel mogelijk personen onder vallen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Jeugdrecht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | armoede, jongerenparticipatie, VN-Kinderrechtencomité, reductiedoelstelling, voorbehoud |
Auteurs | Mr. E. Huls en Mr. C. Vanderhilt |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het aantal kinderen in Nederland dat in armoede leeft, is hoog en daalt al jarenlang nauwelijks. De bestrijding van deze problematiek blijkt complex. In dit artikel worden de knelpunten in het huidige beleid beschreven en wordt een andere aanpak bepleit waarbij niet het gezinsinkomen van de ouder(s)/verzorger(s) maar het kind centraal staat. Door voor die benadering te kiezen, menen de auteurs dat meer tegemoet zal worden gekomen aan de behoeften en belangen van kinderen. Dit artikel is in samenwerking met het Kinderrechtencollectief geschreven. |
Artikel |
Grijze gebiedenHoe hybride professionals hun identiteit bevechten binnen de politie |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | hybride professionaliteit, Politie, identitieit |
Auteurs | Teun Meurs MsC en Amanda Visch Bsc |
SamenvattingAuteursinformatie |
Public organizations seem to be in a permanent state of transition in an attempt to adapt to the outside world. A recent development is the emergence of hybrid professional roles in fields such as healthcare and primary education. These hybrids are a midway between managerial and professional roles and are expected to collaborate with stakeholders in tackling problems. This article focuses on the challenges of recently appointed hybrid professionals within a Police team in The Netherlands. We focus on their efforts to find a place and position in their team by analyzing some critical incidents in which they clashed with their fellow professionals. In doing so, they perform ‘identity work’ to find out who they are, both for themselves, as for colleagues. We conclude both identity and identity work don’t come natural in a hybrid professional reality and stress the need for facilitation of professional reflection at the organizational level. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1-2 2017 |
Trefwoorden | handhaving, mededinging, toezichtstrategie, informele handhaving, preventieve interventie |
Auteurs | Eva Lachnit |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden enkele alternatieve handhavingsinstrumenten geanalyseerd zoals zij gebruikt worden door de Nederlandse Autoriteit Consument en Markt (ACM), de Britse Competition and Markets Authority (CMA) en de Franse Autorité de la Concurrence (de Autorité). Echter, hierbij ligt de focus niet op de individuele, juridische analyse van ieder handhavingsinstrument, maar op de relatie tussen handhavingsinstrumenten, onderliggende strategie, en toezichthouder. Het uiteindelijke doel van deze bijdrage is om te illustreren wat de gevolgen kunnen zijn van een brede toepassing van alternatieve handhavingsinstrumenten vanuit het perspectief van toezicht. Hierbij zullen er, met name in de concluderende paragrafen, conclusies worden getrokken die bruikbaar zijn voor het toepassen van alternatieve handhaving buiten het mededingingstoezicht. |
Jurisprudentie |
Perikelen rondom de invoering van het (verzwakte) structuurregimeOndernemingskamer 1 juli 2016, ECLI:NL:GHAMS:2016:2766, JAR 2016/210 (OR/Thomas Cook Nederland) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Structuurregime, adviesrecht ondernemingsraad, samenstelling RvC |
Auteurs | Mr. dr. Joost Van Mierlo |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vlak voordat Thomas Cook Nederland verplicht is het structuurregime in te voeren, besluit zij dat uitsluitend concernfunctionarissen voor benoeming tot commissaris in aanmerking komen. Hiermee komt niet alleen een onafhankelijke opstelling van de raad van commissarissen in het gedrang, ook vormt dat een ernstige aantasting van het wettelijk aanbevelingsrecht van de ondernemingsraad. Voor de Ondernemingskamer is dit voldoende om te spreken van een voorgenomen besluit tot een belangrijke wijziging van de verdeling van de bevoegdheden (artikel 25 lid 1 en onder e WOR). |
Artikel |
An all-European holiday?De vakantieregeling in de Arbeidstijdenrichtlijn en het Burgerlijk Wetboek |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | Vakantieregeling, Arbeidstijdenrichtlijn, Europees recht, Implementatie |
Auteurs | Mr. dr. H.J. van Drongelen, Mr. J. TenHoor en Mr. dr. S.J. Rombouts |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het recht op vakantie is inmiddels niet meer weg te denken uit het arbeidsrecht. In deze bijdrage wordt ingegaan op de samenhang tussen het Europese recht op vakantie dat is neergelegd in de Arbeidstijdenrichtlijn en de regeling van het recht op vakantie in onze nationale wetgeving. Daarbij komt een aantal vragen aan de orde. Wat betekent de Europese regelgeving en rechtspraak voor het recht op jaarlijkse vakantie van de Nederlandse werknemer? Op welke punten is het Nederlandse recht geharmoniseerd en op welke punten, wellicht ten onrechte, (nog) niet? Ook komt aan de orde of daar waar de Nederlandse wetgever heeft geprobeerd om het nationale recht te harmoniseren, dit wel succesvol is geweest. De beantwoording van deze vragen leert dat er een aantal onduidelijkheden bestaat rondom het Europese recht op vakantie en de vertaling daarvan door de Nederlandse wetgever. |
Artikel |
Wwz in praktijk, een voorspelling in open debat tussen rechterlijke macht en advocatuur |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | Wwz, Ontslagrecht, Debat, Procesrecht, VRAA |
Casus |
Continuïteit van ondernemingen en pre-pack – hoe een idee een Europese richtlijn mist |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | faillissement, doorstart, pre-pack, overgang van onderneming |
Auteurs | R.M. Beltzer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Zoals bij elk nieuw fenomeen geldt ook voor de pre-pack dat juridische onduidelijkheden bestaan. Een voor de praktijk belangrijke vraag is of er redenen zijn aan te nemen dat een voortzetting van de onderneming door middel van een zogenoemde pre-pack een overgang van onderneming zou kunnen impliceren. De auteur stelt dat, ondanks de bewoordingen van art. 7:666 BW, een categorische uitsluiting van de regels met betrekking tot overgang van onderneming in faillissement wellicht in strijd is met Europese regels. |
Casus |
Governance en bescherming van banken |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | banken, publiek belang, publiek aandeelhouderschap, privatisering, Interventiewet, overheidsinvloed, vijandige overnames, beschermingsconstructies, certificering |
Auteurs | Prof. mr. D.F.M.M. Zaman, Mr. G.M. Portier en Mr. dr. J. Nijland |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreken de auteurs de vraag welke publiek- en privaatrechtelijke mogelijkheden er bestaan om op permanente wijze een bank (of andere financiële instelling) te beschermen tegen beleid dat niet gericht is op het publieke belang. Daarbij worden mogelijke publiek- en privaatrechtelijke instrumenten vergeleken en geplaatst in een nationaal- en Europeesrechtelijk kader. Aangezien publiekrechtelijke instrumenten uit hoofde van de Interventiewet slechts onder bepaalde voorwaarden inzetbaar zijn (dreigende insolventie van de onderneming of instabiliteit van het financieel stelsel) en traditionele beschermingsconstructies slechts kunnen worden ingezet ter voorkoming van vijandige overnames, zien de auteurs mogelijkheden voor het gebruik van aanvullende privaatrechtelijke instrumenten ter stimulering van beleid van banken gericht op het publieke belang. |
Artikel |
De Richtlijn woningkredietovereenkomsten: een Europese oplossing voor de crisis op de woningmarkt?Oriënteren moet je leren |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2014 |
Trefwoorden | hypotheken, woningkredietovereenkomsten, ESIS, consumentenrecht |
Auteurs | Mr. drs. N.M. Giphart |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 4 februari 2014 is de Richtlijn woningkredietovereenkomsten vastgesteld. Deze richtlijn geeft een nieuw kader voor verschillende aspecten rondom het adviseren en het verstrekken van hypotheken en andere woningkredietovereenkomsten. Hoewel de hypotheekmarkt in Nederland al vrij gereguleerd is, zal de richtlijn op bepaalde onderdelen tot wijziging van de regels leiden. Een en ander hangt ook af van de keuzes die de wetgever op tal van onderwerpen zal moeten maken.In deze bijdrage zullen eerst enkele algemene onderwerpen uit de richtlijn aan de orde komen, zoals achtergrond, doelstelling en reikwijdte. Daarna komen inhoudelijke onderwerpen aan bod, waarbij wat langer zal worden stilgestaan bij onderwerpen die voor de praktijk de meeste gevolgen zullen hebben. Hierna volgt een korte conclusie waarbij gekeken wordt in hoeverre deze richtlijn bijdraagt aan het oplossen van de crisis op de woningmarkt in Nederland.Richtlijn 2014/17/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010, Pb. EU 2014, L 60. |
Artikel |
De Nederlandse geschillencommissies voor consumentenzaken langs de meetlat van de Richtlijn ADR consumenten en de Verordening ODR consumenten |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 8 2013 |
Trefwoorden | Richtlijn ADR consumenten, Verordening ODR consumenten |
Auteurs | Mr. P.E. Ernste |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat de vraag centraal welke consequenties de op 18 juli 2013 bekend gemaakte Richtlijn ADR consumenten en Verordening ODR consumenten hebben voor het Nederlandse stelsel van buitengerechtelijke geschillenbeslechting bij de geschillencommissies voor consumentenzaken (SGC en KiFiD). Deze vraag wordt beantwoord door het Nederlandse stelsel te toetsen aan de Richtlijn ADR consumenten en de Verordening ODR consumenten. |
Artikel |
Het hanteren van algemene voorwaarden: werk aan de webwinkel |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2013 |
Auteurs | Mr. R.A.F. Willems |
Auteursinformatie |
Artikel |
De Dienstenrichtlijn: nieuwe hoofdbrekens bij de implementatie door de (gemeentelijke) wetgever |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2011 |
Trefwoorden | Europese proportionaliteitstoets, Europese begrip openbare orde, criteria van artikel 16 DRL, distributie van goederen, Dienstenrichtlijn |
Auteurs | Prof. dr. B. Hessel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij de implementatie van de Dienstenrichtlijn in de Dienstenwet is de positie van de eigen onderdanen verduidelijkt: de regels van de Dienstenrichtlijn worden ook op hen toegepast. Zowel de centrale als de decentrale wetgevers hebben ervoor gekozen de eisen van artikel 16 DRL, voor tijdelijke dienstverleners, als vertrekpunt te nemen en – zo nodig – ook toe te passen op de dienstverleners die zich vestigen en op de eigen dienstverleners.Bij de screening van de gemeentelijke Model-APV door de VNG is dat niet goed verlopen. De VNG heeft geen rekening gehouden met de Europese betekenis van het proportionaliteitsbeginsel en met de enge interpretatie van het Europese begrip openbare orde. De argumentatie om de betreffende gemeentelijke vergunningen onder de Dienstenrichtlijn te handhaven is daardoor niet Europa-proof en kan door dienstverleners (ook Nederlandse!) via de nationale rechter worden aangevochten. De criteria van artikel 16 DRL laten ten onrechte geen ruimte om de toegang tot dienstenmarkten te beperken uit een oogpunt van criminaliteitsbestrijding. Er worden in de Nederlandse wetgeving en rechtspraak intussen twee tegenstrijdige opvattingen gevolgd over de distributie van goederen en de relatie tot de Dienstenwet. Dit vraagt om een oplossing. |
Artikel |
Dossier Arbeid & Recht mei 2011 |
Tijdschrift | Dossier Arbeid & Recht, Aflevering 05 2011 |
Auteurs | Prof. mr. C.J. Loonstra en Mr. B. Hoogendijk |
Jurisprudentie |
Het interne Europees Migratierecht in een vogelvlucht (september 2003-juli 2004) |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 11 2004 |
Trefwoorden | vrij verkeer van goederen |
Auteurs | H. Oosterom-Staples |