In dit artikel staan de vergewisplicht en de meldplicht over het beëindigen van een arbeidsrelatie in verband met ernstig tekortschieten van een zorgverlener door een zorgaanbieder centraal. Uiteengezet wordt wat de beide plichten behelzen, hoe daar in de praktijk mee wordt omgegaan en welke juridische en praktische (on)mogelijkheden de beide plichten met zich brengen. |
Zoekresultaat: 644 artikelen
Artikel |
Disfunctionerende zorgverleners. Vergewissen, dus niet te missen? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | vergewisplicht, meldplicht, disfunctioneren, Wkkgz |
Auteurs | Mr. J.M. de Vries en mr. B. van den Boom |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vrij verkeer |
De Europese Toegankelijkheidsrichtlijn voor mensen met een handicap: grondrechtenbevordering binnen de Europese interne markt |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | toegankelijkheid, interne markt, personen met een beperking, grondrechten, VN-verdrag handicap |
Auteurs | Prof. mr. dr. S. de Vries en Mr. T. de Sterke |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de in april 2019 aangenomen Europese Toegankelijkheidsrichtlijn wordt gepoogd de toegankelijkheid van producten en diensten voor personen met een beperking te verbeteren. De richtlijn geeft hiermee uitvoering aan het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Dit artikel beschrijft de totstandkomingsgeschiedenis van de richtlijn, de belangrijkste kenmerken ervan en wat de te verwachten toegevoegde waarde van de richtlijn zal zijn. |
Artikel |
Opvang in de Wmo? Alleen als je het echt niet zelf kan!Wet, recht en de gemeentelijke spagaat |
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | opvang, dakloos, thuisloos, zelfredzaam, Wmo 2015 |
Auteurs | Mr. E. Klein Egelink, Mr. L. Veenman en Mr. dr. M.F. Vermaat |
SamenvattingAuteursinformatie |
Burgers kunnen dak- of thuisloos raken. Velen lossen dat probleem voor kortere of langere termijn zelf op. Sommigen lukt dat niet. Zij kloppen bij de gemeente aan voor opvang. Dat kan op grond van de Wmo 2015. Maar niet iedereen wordt opgevangen en deel van hen die wel opvang krijgt, wordt na verloop van tijd weer uit de opvang gezet. Zonder huis, thuis of dak boven hun hoofd. Toch vinden gemeenten dat deze mensen ‘zelfredzaam’ zijn. In dit artikel gaan wij in op de vraag wat gemeenten op grond van de Wmo 2015 moet doen en hoe de rechtspraak luidt. Of gemeenten buiten de Wmo ook ingevolge internationale verdragen tot een vorm van opvang zijn verplicht, valt buiten het bestek van dit artikel. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Franchisewet, voorrangsregel, internationaal privaatrecht, artikel 9 Rome I Verordening |
Auteurs | Prof. mr. dr. Edwin van Wechem en Mr. Michiel Bijloo |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel 7:922 BW van de nieuwe Wet franchise bepaalt dat ten aanzien van in Nederland gevestigde franchisenemers niet ten nadele kan worden afgeweken van de Titel franchise en dat een beding in strijd met artikel 920 nietig is, ongeacht het recht dat de franchiseovereenkomst beheerst. In deze bijdrage wordt onderzocht of dit de betekenis en status kan hebben van een voorrangsregel in het internationaal privaatrecht, meer precies in de zin van art. artikel 9 Rome I Verordening. |
Discussie, Nieuws en Analyse |
De strafbaarstelling van gebruikersEen onderzoek naar de legitimiteit en rechtvaardigheid van strafbaarstelling van harddrugsgebruik |
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | Drugsgebruik, Legitimiteit, Rechtvaardigheid, Criteria voor strafbaarstelling, Strafbaarstelling |
Auteurs | Mr. Y. (Yamit) Hamelzky |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het kader van ontwrichtende criminaliteit ontstaat steeds meer aandacht voor de gebruikerskant. Zo ook voor de harddrugsgebruiker, die een ontwrichtende invloed op de samenleving heeft. Dit artikel beantwoordt daarom de vraag of strafbaarstelling van harddrugsgebruik legitiem en rechtvaardig is. Teneinde deze vraag te beantwoorden wordt getoetst aan de criteria voor strafbaarstelling en worden de argumenten die ten grondslag liggen aan de strafbaarstelling van de prostituant die misbruik maakt van prostituees die slachtoffer zijn van mensenhandel ter inspiratie gebruikt. |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Final criminal conviction, revision procedure, grounds for revision, preparatory investigative measures, Cour de révision et de réexamen |
Auteurs | Katrien Verhesschen en Cyrille Fijnaut |
SamenvattingAuteursinformatie |
The French ‘Code de procédure pénale’ provides the possibility to revise final criminal convictions. The Act of 2014 reformed the procedure for revision and introduced some important novelties. The first is that it reduced the different possible grounds for revision to one ground, which it intended to broaden. The remaining ground for revision is the existence of a new fact or an element unknown to the court at the time of the initial proceedings, of such a nature as to establish the convicted person’s innocence or to give rise to doubt about his guilt. The legislature intended judges to no longer require ‘serious doubt’. However, experts question whether judges will comply with this intention of the legislature. The second is the introduction of the possibility for the applicant to ask the public prosecutor to carry out the investigative measures that seem necessary to bring to light a new fact or an unknown element before filing a request for revision. The third is that the Act of 2014 created the ‘Cour de révision et de réexamen’, which is composed of eighteen judges of the different chambers of the ‘Cour de cassation’. This ‘Cour de révision et de réexamen’ is divided into a ‘commission d’instruction’, which acts as a filter and examines the admissibility of the requests for revision, and a ‘formation de jugement’, which decides on the substance of the requests. Practice will have to show whether these novelties indeed improved the accessibility of the revision procedure. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2020 |
Trefwoorden | Wwft, UBO, pseudo-UBO, UBO-register voor trusts, FGR |
Auteurs | Mr. dr. B. Snijder-Kuipers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 27 september 2020 wordt het UBO-register in Nederland ingevoerd. Een UBO-register voor trusts en fondsen voor gemene rekening (FGR’s) volgt later in 2020. In deze bijdrage wordt ingegaan op het toepassingsbereik, het UBO-begrip en de openbaarheid van beide UBO-registers. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 2-3 2020 |
Trefwoorden | Omgevingswet |
Auteurs | Mr. H.W. (Wilco) de Vos |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt een stand van zaken gegeven van de stelselherziening omgevingsrecht. Het bevat een kort overzicht van de parlementaire behandeling en een vooruitblik op het vervolg van de stelselherziening in het najaar van 2020. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2020 |
Trefwoorden | aanvangsmoment, art. 3:310 BW, art. 6:2 BW, rechtsverwerking, redelijkheid en billijkheid |
Auteurs | Mr. D.L. Barbiers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Er bestaat onduidelijkheid over de ratio van het subjectieve verjaringsrecht. In de literatuur is verdedigd dat de korte verjaringstermijn in conceptuele zin een vorm van rechtsverwerking is, maar niet elke uitspraak van de Hoge Raad over het subjectieve verjaringsrecht lijkt door die gedachte te kunnen worden verklaard. Met dit artikel beoog ik een bijdrage te leveren aan het inzicht in de normatieve achtergrond van het subjectieve verjaringsrecht en ga ik in op de verhouding tussen rechtsverwerking en subjectief verjaringsrecht. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Jeugdrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Jeugdbescherming, Transitie, Jeugdwet, Pilot, Jeugdbeleid |
Auteurs | Mr. W. Helmich |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het stelsel van jeugdbescherming krijgt veel aandacht. In dit artikel wordt specifiek stilgestaan bij innovatie, de totstandkoming hiervan en hoe deze innovatie leidt tot overwegingen voor een volgende stap richting de toekomst van jeugd- en gezinsbescherming. |
Het ambacht |
Delegatie onder het vereiste van goedkeuring bij wet |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | Aanwijzingen voor de regelgeving, Voorhangprocedures, Fiscale wetgeving, Wet op de omzetbelasting 1968, Grondwet, Raad van State, Goedkeuringswetten |
Auteurs | Mr. T.C. Borman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Delegatie onder het vereiste van goedkeuring bij wet betekent dat de formele wetgever regelgevende bevoegdheid delegeert (aan de regering of een minister), maar dat er vervolgens een wetsvoorstel moet komen om de algemene maatregel van bestuur of ministeriële regeling ‘goed te keuren’. In deze bijdrage wordt de historie van deze figuur belicht en wordt aan de hand van casuïstiek ingegaan op de bedoeling en de toepassing ervan. Het is een zeldzame figuur, waar de wetgevingspraktijk niet altijd goed raad mee weet. De modelbepaling in de Aanwijzingen voor de regelgeving roept enkele vragen op. Een conclusie is verder dat de goedkeuring maar beter niet kan worden gecombineerd met andere onderwerpen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | Impact assessment, Wetsevaluaties, Wetgevingscyclus, betere regelgeving, Koppeling |
Auteurs | Mr. dr. T.J.A. van Golen MSc |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met het verschijnen van de Better Regulation Agenda in 2015 presenteert de Europese Commissie één samenhangend wetgevingsbeleid, dat voorheen versnipperd was over verschillende domeinen en documenten. In het nieuwe beleidsdocument wordt bovendien de nadruk gelegd op het feit dat wetgevingstrajecten niet lineair zijn, maar juist cyclisch verlopen. Hierdoor is de koppeling tussen impact assessments vooraf en wetsevaluaties achteraf nog belangrijker geworden. In dit artikel wordt bezien wat de stand van zaken is van dit wetgevingsbeleid, met de nadruk op de koppeling van de beleidsinstrumenten. Specifieke aandacht is er voor de samenwerking tussen de drie EU-instellingen op dit gebied. |
Recent |
Ideologisch schijngevecht om griffierechten |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 9 2020 |
Auteurs | Kees Pijnappels |
Artikel |
De Euthanasiearresten van de Hoge Raad: lessen voor de toekomstEen analyse van het strafrechtelijk en tuchtrechtelijk arrest in de zaak ‘Kastanje’ |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | euthanasie, dementie, artikel 293 Sr, wilsbekwaamheid |
Auteurs | Mr. J.T.E. (Tim) Vis |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur analyseert de in de zaak ‘Kastanje’ gewezen arresten, waarin de Hoge Raad heeft bepaald dat euthanasie bij door voortgeschreden dementie wilsonbekwaam geworden patiënten, op grond van een schriftelijke wilsverklaring, onder voorwaarden is toegestaan. De auteur bespreekt waarom de thematiek in zowel de medische als juridische praktijk tot discussie leidde, beschrijft de bijzondere rechtsgang en het normenkader dat de Hoge Raad heeft vastgesteld en destilleert lessen voor de toekomst. Daarbij gaat hij in op de herijking van de positie van het strafrecht in de euthanasiepraktijk, de rol van het openbaar ministerie daarbij en ontwikkeling van de ‘medisch-professionele norm’. |
Wetenschap |
|
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Wet toetreding zorgaanbieders, IGJ, Wet toelating zorginstellingen, wetsvoorstel Wet bestuur en toezicht rechtspersonen, governance zorginstellingen |
Auteurs | Prof. mr. W.J. Oostwouder |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het artikel bespreekt de auteur de belangrijkste wijzigingen voor de interne toezichthouder (raad van commissarissen/raad van toezicht) in het nieuwe aangescherpte Kader goed bestuur van de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ), de Wet toetreding zorgaanbieders (Wtza), het (concept-)Uitvoeringsbesluit Wtza en het wetsvoorstel Wet bestuur en toezicht rechtspersonen (WBTR). Vervolgens wordt nagegaan of deze wijzigingen logisch op elkaar aansluiten en in de praktijk leiden tot wenselijke resultaten. De conclusie is dat zowel de Wtza als het (concept-)Uitvoeringsbesluit Wtza niet aansluit bij het in het WBTR neergelegde governancemodel en het Kader goed bestuur in de praktijk niet goed uitvoerbaar is. |
Artikel |
(On)geschreven excepties |
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Excepties, Codificatie, Strafuitsluitingsgrond, Kwalificatie-uitsluitingsgrond, Ontbreken van materiële wederrechtelijkheid |
Auteurs | Mr. S.R. (Sven) Bakker |
SamenvattingAuteursinformatie |
Naast de geschreven algemene en bijzondere strafuitsluitingsgronden en de ongeschreven algemene strafuitsluitingsgronden ontbreken van materiële wederrechtelijkheid en afwezigheid van alle schuld, zijn in de jurisprudentie ook verschillende ongeschreven contextgebonden excepties aanvaard, bijvoorbeeld de medische exceptie, de kunstexceptie en de sport- en spelexceptie. In deze bijdrage wordt ingegaan op de vraag of c.q. in hoeverre er aanleiding bestaat dergelijke ongeschreven excepties in de wet te verankeren. |
Artikel |
Bont en blauw: strafbaar en straffeloos geweldgebruik door de politie |
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | politiegeweld, ambtsinstructie, wettelijk voorschrift, noodweer, feitenonderzoek |
Auteurs | Mr. dr. M.M. (Menno) Dolman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Van de politie wordt in beginsel verlangd dat zij zich vreedzaam van haar taken kwijt. Bij de uitoefening daarvan kan zij echter geconfronteerd worden met personen die deze frustreren, en genoopt worden geweld te gebruiken. Dat levert veelal een strafbaar feit op, dus rijst de vraag hoe recht gedaan moet worden aan de omstandigheid dat geweld gebruikt werd door een overheidsfunctionaris, onder moeilijke omstandigheden. De Wet geweldsaanwending opsporingsambtenaar markeert de keuze voor een nieuw perspectief op politiegeweld. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2020 |
Trefwoorden | COVID-19, Tijdelijke Noodmaatregel Overbrugging voor Werkbehoud, overmacht, thuiswerken, Wet flexibel werken |
Auteurs | Prof. mr. A.R. Houweling |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur onderzoekt de reikwijdte van art. 7:628 BW in geval van niet werken vanwege corona. De conclusie is dat de wetsgeschiedenis alle ruimte biedt voor maatwerk en als uitgangspunt steun biedt voor het ‘overmachtsverweer’ van de werkgever. De feitenrechtspraak 2020 laat een ander beeld zien. Ook staat de auteur stil bij de vraag of werknemers een recht hebben op thuiswerken en/of werkgevers werknemers kunnen dwingen thuis te werken. |
Artikel |
EU-gezondheidsrecht en -beleid na COVID-19 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | EU recht, infectieziekten, competenties, publieke gezondheid |
Auteurs | Dr. A. de Ruijter |
SamenvattingAuteursinformatie |
Wat is de te verwachten impact van de coronavirusuitbraak op de ontwikkeling van het EU-gezondheidsrecht en -beleid? Wat kunnen we verwachten in de toekomst van de rol van de EU in de bestrijding van grensoverschrijdende ziekten? |
Annotatie |
Annotatie bij Gerecht in Eerste Aanleg van Curaçao 1 oktober 2018, zaaknr. CUR201601727, ECLI:NL:OGEAC:2018:267 |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | kwalificatie overeenkomst, art. 7A:1759 lid 1 BW, art. 7:201 lid 1 BW, huurovereenkomst, bruikleen |
Auteurs | Mr. P. Klik |
Auteursinformatie |