Na het Europese Hof in het Smallsteps-arrest heeft de Hoge Raad zich in de Heiploeg-zaak onlangs uitgesproken over de arbeidsrechtelijke gevolgen van een doorstart die is voorbereid middels een pre-pack. Opvallend is dat deze uitspraken uiteenlopen. Daarom legt de auteur in deze bijdrage het Heiploeg-arrest langs de meetlat van het Smallsteps-arrest en beziet zij wat de implicaties van het Heiploeg-arrest zijn. |
Zoekresultaat: 31 artikelen
Artikel |
Smallsteps versus Heiploeg: wat is de stand van zaken? |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2020 |
Trefwoorden | pre-pack, overgang van onderneming, Richtlijn 2001/23/EG, werknemersbescherming, voortzetting activiteiten |
Auteurs | Mr. V.M. van Erpers Roijaards |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Rechtsmaatregelen tegen misbruik van abstracte bankgaranties (I) |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 7 2020 |
Trefwoorden | bedrog, willekeur, fraude, conservatoir beslag, verbod |
Auteurs | Mr. P.C. Russcher |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het gebeurt regelmatig dat de opdrachtgever van een bankgarantie probeert uitbetaling door de bank te beletten, maar deze pogingen zijn zelden succesvol. Naar aanleiding van een aantal recente uitspraken, waarin de opdrachtgever wél succes had, wordt in deze – in twee delen te verschijnen – bijdrage aan de hand van een systematische behandeling van rechtspraak en literatuur ingegaan op rechtsmaatregelen die de opdrachtgever kan nemen. |
Artikel |
Bescherming OR-leden tegen benadeling en ontslag – stand van zaken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Benadeling OR-lid, Ontslagbescherming OR-lid, Opzegverbod OR-lid, Ontslagverbod OR-lid, Ontbinding arbeidsovereenkomst OR-lid |
Auteurs | mr. drs. Bruno van Els |
SamenvattingAuteursinformatie |
|
Artikel |
Big data: vatbaar voor (faillissements)beslag? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | big data, beslag, verhaalsbeslag, faillissement |
Auteurs | Mr. F.S.M. Ruitinga |
SamenvattingAuteursinformatie |
Big data lijkt waarde te vertegenwoordigen en dat maakt deze data een interessant object voor een (faillissements)beslag. Gelet op het onstoffelijke karakter van data brengt dit ook de nodige vragen met zich. In dit artikel wordt de mogelijkheid tot het leggen van beslag en faillissementsbeslag op data onderzocht en worden de gevolgen van een (faillissements)beslag op data verkend. |
Artikel |
Faillissementsfraude: een queeste naar remedies voor gedupeerden in België |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2019 |
Trefwoorden | faillissementsfraude, bestuursaansprakelijkheid, schuldeiserscontrole, financieringsproblematiek |
Auteurs | Mr. R. Verheyden |
SamenvattingAuteursinformatie |
In faillissementen met een sterk maatschappelijk belang en/of waarbij er kennelijke aanwijzingen zijn van fraude moet het Openbaar Ministerie het onderzoek voeren in België. De curator heeft daarbij een ondersteunende rol, maar moet ook in andere gevallen door de rechter-commissaris gedwongen kunnen worden onderzoek te verrichten. Bij lege boedels moet de Staat de procedurekosten dragen. |
Artikel |
De tweeconclusieregel en beginselen van burgerlijk procesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | tweeconclusieregel, rechtsstrijd in hoger beroep, beginselen van behoorlijk procesrecht |
Auteurs | Frank Kroes |
SamenvattingAuteursinformatie |
Beginselen van behoorlijk procesrecht nemens sinds de dagen van Van Boneval Faure een plaats in in het burgerlijk procesrecht en winnen nog steeds aan belang. Aan de tweeconclusieregel, die de mogelijkheden om de rechtsstrijd in hoger beroep te wijzigen of uit te breiden aan banden legt, liggen met name de beginselen ten grondslag van toegang tot de rechter, hoor en wederhoor, berechting binnen een redelijke termijn en de partijautonomie. Ook de uitzonderingen op de regel laten zich goed verklaren uit beginselen van behoorlijk procesrecht. |
Artikel |
De waarborgfunctie van het rechtspersonenrechtOver de bewaarnemersrol van eerste- en tweedegraadsbestuurders en hun (ogenschijnlijk) verschillende processuele positie na het arrest Le Roux Fruit Exporters |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2018 |
Trefwoorden | waarborgfunctie, bewaarnemersrol, vennootschappelijk belang, ernstig verwijt, bestuurdersaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. dr. W.A. Westenbroek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Om het recht te begrijpen is het soms van belang stil te staan bij de vraag waarom dat recht bestaat. In deze wetenschappelijke bijdrage wordt daarom ingegaan op de zogenoemde waarborgfunctie van het rechtspersonenrecht. Het artikel onderbouwt de eerder door de auteur ingezette lijn dat het bestuurdersaansprakelijkheidsrecht aan herbezinning toe is. |
Artikel |
Herstel van verzuim en strijd tegen tegenstrijdige beslissingen. Over de oproeping van derden ex artikel 118 Rv |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | procesrecht, oproeping van derden, tegenstrijdige beslissingen, gedwongen (voeging en) tussenkomst, deformalisering |
Auteurs | Mr. J.A. Möhlmann |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel 118 Rv bevat processuele voorschriften voor de oproeping van derden in het geding. Een geldig opgeroepen derde is gebonden aan de tussen eiser en gedaagde te wijzen uitspraak. Over de mogelijkheden om dit artikel toe te passen bestaat veel onduidelijkheid. In de eerste plaats oordeelt de Hoge Raad met enige regelmaat, maar vaak zonder (duidelijke) motivering, dat de eiser in de gelegenheid moet worden gesteld een ten onrechte niet opgeroepen partij via artikel 118 Rv alsnog in het geding te betrekken. In de tweede plaats oordelen rechtbanken de afgelopen jaren tegenstrijdig over de vraag of artikel 118 Rv wel of niet mag worden toegepast om derden, op verzoek van de gedaagde, op te roepen met het doel een risico op tegenstrijdige beslissingen te voorkomen. Een nadere analyse van de wetsgeschiedenis en jurisprudentie van de Hoge Raad biedt duidelijkheid. |
Jurisprudentie |
Hoger beroep |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2017 |
Auteurs | Mr. drs. F.J.P. Lock |
Auteursinformatie |
Artikel |
Turboliquidatie: wat is een bate van de rechtspersoon in de zin van artikel 2:19 lid 4 BW? |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 7 2016 |
Trefwoorden | turboliquidatie, artikel 2:19 lid 4 BW, turbogeliquideerde rechtspersoon |
Auteurs | Mr. H.J. de Kloe |
SamenvattingAuteursinformatie |
Als het faillissement van een turbogeliquideerde rechtspersoon wordt aangevraagd, is het regelmatig van belang of de artikel 2:248 BW-vordering, de paulianavordering en de Peeters/Gatzen-vordering baten zijn van de rechtspersoon in de zin van artikel 2:19 lid 4 BW. Deze vraag wordt behandeld en er worden alternatieven aangereikt voor schuldeisers van een turbogeliquideerde rechtspersoon. |
Praktijk |
Meavita: to care or not to care? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | Meavita, governance, zorginstellingen, goed bestuur, interne toezichthouder |
Auteurs | Prof. mr. W.J. Oostwouder en C.J.L. Scholten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met haar Meavita-beschikking onderstreept de Ondernemingskamer vrij recent nog maar eens het belang van goed bestuur en een kritische interne toezichthouder. De beschikking houdt een boodschap in voor alle bestuurders en commissarissen en zal er samen met de reeds aangescherpte kaderwetgeving, op stapel staande wetten en de eigen initiatieven van de zorgsector aan bijdragen dat de governance bij zorginstellingen wordt verbeterd. Ons inziens is dit echter niet voldoende en zal meer juridische kennis bij bestuurders, maar voornamelijk ook bij commissarissen een groot verschil kunnen maken om in de toekomst problemen zoals die speelden bij Meavita te kunnen voorkomen. |
Artikel |
Inpassing van buitenlandse rechtsfiguren in het Nederlandse recht: beschouwingen naar aanleiding van HR 11 juli 2014, JOR 2014/254 (Seacastle/Peters q.q.) |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 7/8 2015 |
Trefwoorden | assimilatie, equivalentiecriteria, Sisal II, Seacastle, artikel 203 Fw |
Auteurs | Mr. E.M.F. de Vette |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage gaat de auteur naar aanleiding van HR 11 juli 2014, JOR 2014/254 (Seacastle/Peters q.q.) in op de vraag in hoeverre een buitenlands voorrecht ‘verwant’ moet zijn met een vergelijkbaar Nederlands voorrecht om het daarmee voor de toepassing van artikel 203 Fw gelijk te stellen. |
Jurisprudentie |
Partijen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2014 |
Auteurs | Mr. B. Winters |
Auteursinformatie |
Artikel |
Pre-auction agreement: mag dat? Ja, dat mag (onder voorwaarden) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2014 |
Trefwoorden | art. 3:268 BW, hypotheek, executie, onderhandse verkoop, pre-auction agreement |
Auteurs | Mr. R.J. Philips |
SamenvattingAuteursinformatie |
Als een geschikte koper is gevonden voor een te executeren onroerend goed, is het doorlopen van het wettelijke executietraject vaak nog nodig om het goed te bevrijden van rechten van derden of omdat de hypotheekgever weigert mee te werken. Een pre-auction agreement biedt dan uitkomst. De auteur beschrijft inhoud en toelaatbaarheid van een pre-auction agreement en pleit voor een regeling die onderhandse executoriale verkoop buiten het stramien van Rechtsvordering mogelijk maakt. |
Artikel |
Bestuurdersaansprakelijkheid voor het boedeltekort in de Faillissementswet |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 0708 2014 |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, faillissement, uniformering Boek 2 BW, wetsvoorstel bestuur en toezicht, voorontwerp Insolventiewet |
Auteurs | Mr. L.L. van Gulik |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreekt de auteur de noodzakelijkheid en wenselijkheid, alsmede de inhoudelijke gevolgen van de voorgestelde verplaatsing van een uniforme aansprakelijkheidsregeling voor bestuurders voor het boedeltekort in faillissement naar de Faillissementswet. |
Praktijk |
Verzekeringssecuritisatie; wie wekt de entiteit voor risicoacceptatie tot leven? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | securitisatie, special purpose vehicle, spv, special purpose reinsurance vehicle, sprv, herverzekering, verzekeringssecuritisatie, entiteit voor risico-acceptatie |
Auteurs | Mr. R.P.L.M. Koopman en Mr. J.C. Lussenburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ongeveer zes jaar na de introductie van de entiteit voor risicoacceptatie in de Nederlandse toezichtwetgeving is er in de praktijk nog geen gebruik gemaakt van deze bijzondere entiteit. Bovendien lijkt de populariteit van verzekeringssecuritisatie in Nederland achter te blijven bij sommige andere landen in Europa en daarbuiten. In deze bijdrage wordt uitgebreid stilgestaan bij twee vormen van verzekeringssecuritisatie: securitisatie van verzekeringspremies en securitisatie van verzekeringsrisico's. Vanuit een praktisch oogpunt wordt bekeken hoe verzekeringssecuritisatie naar Nederlands recht kan worden vormgegeven. Daarbij wordt onder andere aandacht besteed aan de rol die een entiteit voor risicoacceptatie in een securitisatietransactie kan spelen. |
Hoofdartikel |
Uniform of gedifferentieerd arbeidsrechtEen nationaal en rechtsvergelijkend onderzoek naar de rechtvaardiging en toekomst van bijzondere arbeidsverhoudingen |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | bijzondere arbeidsverhoudingen, uniform, differentiatie, rechtsvergelijking, gelijkheidsbeginsel, kwalificatievraag |
Auteurs | Prof. mr. dr. A.R. Houweling en Mr. dr. G.W. van der Voet |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 1907 heeft de wetgever bewust gekozen voor een uniforme wettelijke regeling inzake de arbeidsovereenkomst. Een gedifferentieerd stelsel van afzonderlijke arbeidsrechtelijke regelingen voor bijzondere beroepsgroepen werd uitdrukkelijk van de hand gewezen. Zo’n stelsel zou namelijk slechts aanleiding geven tot afbakeningsproblemen en rechtsonzekerheid. Inmiddels heeft zich evenwel – niettegenstaande dit uitgangspunt − een ‘waaier’ aan bijzondere arbeidsverhoudingen ontwikkeld. Gezien de parlementaire geschiedenis van de huidige wettelijke regeling in titel 7.10 van het Burgerlijk Wetboek, zou men verwachten dat het creëren (of handhaven) van afwijkende regelingen voor bepaalde arbeidsverhoudingen uitdrukkelijk door de wetgever is/wordt gemotiveerd en dat aan de vormgeving van dergelijke bijzondere arbeidsverhoudingen bewuste keuzes en/of principes ten grondslag liggen. In dit artikel onderzoeken de auteurs welke bijzondere arbeidsverhoudingen er zijn en in hoeverre daarvoor een rechtvaardigingsgrond bestaat. In het tweede deel van dit onderzoek analyseren de auteurs de trends en ontwikkelingen van bijzondere arbeidsverhoudingen in de Europese Unie. De auteurs concluderen dat voor een groot aantal bijzondere arbeidsverhoudingen geen rechtvaardigingsgronden (meer) bestaan. Voorts concluderen de auteurs dat ook in het buitenland geen rechtvaardigingsgronden zijn aangetroffen voor onderscheidingen in arbeidsrechtelijke regelingen. Zij wijzen erop dat bepaalde ontwikkelingen in het buitenland – met name ingegeven vanuit het gelijkheidsbeginsel en EU-recht – laten zien dat eerder een verregaande uniformering in plaats van verdergaande differentiatie valt te verwachten. Het gebruik van open normen – zoals in Nederland het geval is – zal in deze ontwikkeling een belangrijke rol spelen. |
Artikel |
Schikkingsperikelen bij hoofdelijke verbondenheid |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | hoofdelijke verbondenheid, schikking, schuldvernieuwing, schuldwijziging, afstand van een vorderingsrecht |
Auteurs | Mr. H.M. van Kessel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij een schikking met een schuldeiser wordt een hoofdelijke schuldenaar in beginsel niet bevrijd van regresaanspraken. In deze bijdrage worden de consequenties van dit uitgangspunt besproken. De auteur laat zien hoe volledige kwijting van de hoofdelijke schuldenaar, inclusief bevrijding van regresaanspraken, desondanks kan worden gerealiseerd. |
Artikel |
‘Onoverdraagbare’ vorderingen in faillissement: twee kwesties van uitleg tussen de curator en de pandhouder |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2013 |
Trefwoorden | (on)overdraagbaarheid, (on)verpandbaarheid, uitleg, vordering, faillissement |
Auteurs | Mr. drs. J.W.A. Biemans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt ingegaan op de vraag welke gevolgen een cessieverbod heeft voor de pandhouder en de curator in het faillissement van de pandgever aan de hand van twee kwesties van uitleg van een dergelijk verbod. Heeft een dergelijk beding goederenrechtelijke of alleen verbintenisrechtelijke werking? Volgt uit de onoverdraagbaarheid van de vordering ook dat de vordering niet vatbaar is voor verpanding? |
Artikel |
Strafrecht voor civilisten deel II: over de gewijzigde Wet schadefonds geweldsmisdrijven en nog enkele opmerkingen over schadeverhaal via het strafproces |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | Schadefonds geweldsmisdrijven, affectieschade, voeging in het strafproces, shockschade, voorschotregeling |
Auteurs | Mr. A.H. Sas |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 januari 2012 is de gewijzigde Wet schadefonds geweldsmisdrijven in werking getreden. Hierdoor is met name de mogelijkheid voor nabestaanden om een uitkering te krijgen uitgebreid. Meest in het oog springend is dat zij een uitkering voor affectieschade van het fonds kunnen krijgen. Daarnaast bespreekt de auteur enkele ontwikkelingen omtrent de vordering benadeelde partij in het strafproces (de zogenoemde voeging). Dit mede in het licht van de Wet ter versterking van de positie van het slachtoffer in het strafproces, die per 1 januari 2011 in werking is getreden. In dit verband wordt behandeld: het verruimde ontvankelijkheidscriterium, strafrechtelijke jurisprudentie omtrent shockschade en samenloop van de voeging met een civiele procedure. |