In deze kroniek becommentarieert de auteur een selectie van recente uitspraken van civiele en strafkamers van de Hoge Raad en de gerechtshoven (en een enkele van de belastingkamer), mede aan de hand van de uit de jurisprudentie voortvloeiende regels over het functionele verschoningsrecht. Onder meer de grondslag en het belang van het verschoningsrecht, de omvang en de reikwijdte van het subject en het object van het verschoningsrecht, het afgeleid verschoningsrecht en ‘corpora et intrumenta delicti’ komen aan de orde. De auteur bespreekt verder twee – met name procedurele – aspecten van het verschoningsrecht die in haar optiek nog niet (volledig) zijn uitgekristalliseerd. |
Zoekresultaat: 100 artikelen
Artikel |
Kroniek Burgerlijk Procesrecht 2021 |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 2 2022 |
Auteurs | Robert Hendrikse, Floris-Jan Werners, Judith van der Linden e.a. |
Artikel |
Kroniek functioneel verschoningsrecht; belangwekkende uitspraken in coronatijd |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | subject, object, afgeleid verschoningsrecht, corpora et instrumenta delicti, artikel 98 Sv |
Auteurs | Mr. dr. N.A.M.E.C. (Nathalie) Fanoy |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Consensuele sexting tussen minderjarigen: een bespreking van de exceptie |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2021 |
Trefwoorden | kinderporno, sexting, gelijkwaardige situatie, leeftijdsgenoot, Wet seksuele misdrijven |
Auteurs | Mr. R.F. (Ruben) Aksay en Mr. drs. M.W. (Maartje) Kouwenberg |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreken de auteurs de voorgestelde uitsluitingsgrond in geval van sexting onder jongeren. Zij bespreken de relatie tussen sexting en kinderporno alsmede het beschermd belang. Hoewel de uitzonderingsgrond als positief wordt beschouwd, plaatsen de auteurs enkele kritische kanttekeningen bij de uitsluitingsgrond. Zij laten zich uit over hoe de bestanddelen ‘als leeftijdsgenoot’ en ‘gelijkwaardige situatie’ moeten worden ingevuld. Verder signaleren zij een discrepantie tussen het delict kinderporno en de exceptie voor wat betreft de vaststelling van de leeftijd. Ten slotte bespreken de auteurs of de gelijkwaardige situatie na uitwisseling van de weergaven nog moet bestaan, en hoe moet worden omgegaan met een eventueel verwijderverzoek van de afgebeelde persoon. |
Redactioneel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2021 |
Auteurs | Anna Merz en Frans van Bruggen |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2021 |
Trefwoorden | rechtsmacht, lokaliseren vermogensschade, art. 7 lid 2 Brussel I bis-Verordening, Brussel I bis-Verordening, VEB/BP |
Auteurs | Mr. B.F.L.M. Schim, Mr. D.J. Verheij en Mr. F.E. Vermeulen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het arrest VEB/BP voegt een nieuwe loot toe aan de rechtspraak van het Hof van Justitie van de EU over het Erfolgsort bij zuivere vermogensschade. Dit arrest is aanleiding om de rechtspraak van het Hof over het Erfolgsort te bespreken vanuit de invalshoek van de grondslagen van art. 7 punt 2 Brussel I bis-Vo, die fungeren als ijkpunten bij de uitleg van die bepaling. |
Artikel |
Antecedentenscreening in de financiële sectorEen empirische blik op integriteitswaarborging door de uitwisseling en beoordeling van antecedenten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | integriteitstoetsing, screening, antecedenten, gegevensdeling, financiële sector |
Auteurs | Dr. mr. E.G. van ’t Zand, Prof. mr. dr. P.M. Schuyt en Prof. mr. J.H. Crijns |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de financiële sector vinden steeds meer integriteitstoetsingen en -screenings plaats. Het beoordelen van integriteit draait niet alleen om strafrechtelijke antecedenten, maar ook om toezichtantecedenten, (fiscaal) bestuursrechtelijke antecedenten, financiële antecedenten en tuchtrechtelijke antecedenten. Juridisch-empirisch onderzoek laat zien dat de financiële sector zich kenmerkt door een bont geschakeerd palet aan instanties die integriteitseisen stellen, het gedrag van professionals en ondernemingen toetsen en daarvoor onderling gegevens over antecedenten delen. Aangezien het totale integriteitsinstrumentarium veel overlap kent, is meer duidelijkheid over hoe lang, op welke wijze en in welke contexten antecedenten kunnen doorwerken onontbeerlijk. Daarbij lijkt het aangewezen meer oog te hebben voor de consistentie en systematiek in het totale systeem van integriteitstoetsingen en -screenings. |
Annotatie |
De Loterijfusie gewogenCBb 10 november 2020, ECLI:NL:CBB:2020:799 (Stichting Speel Verantwoord/ACM) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2021 |
Auteurs | Paul Kreijger |
Auteursinformatie |
Rechtsbescherming |
Het spanningsveld tussen de belangen van producent, concurrent en publiekHoever reikt de bescherming van de commerciële belangen van farmaceutische bedrijven onder de Eurowob? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2021 |
Trefwoorden | Verordening (EG) nr. 1049/2001, agentschap, Eurowob, commerciële belangen, algemene aanname van vertrouwelijkheid |
Auteurs | Y.C. Bijl LL.M. en J. de Klein LL.M. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden twee recente uitspraken van respectievelijk het Gerecht en het Hof van Justitie besproken. In deze uitspraken laten zij zich uit over het openbaar maken van klinische onderzoeksrapporten verstrekt in het kader van een aanvraag voor het in de handel brengen van een geneesmiddel. In de uitspraken komen onder meer het leerstuk van de algemene aanname van de vertrouwelijkheid en de uitzonderingsgrond onder de Eurowob die dient ter bescherming van de commerciële belangen van een (rechts)persoon aan bod. Dit artikel beoogt uiteen te zetten in hoeverre de uitspraken meer duidelijkheid verschaffen over het bovengenoemde leerstuk en de genoemde uitzonderingsgrond. |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtTweede helft 2020 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. J. Boonstra, mr. dr. S.S. Buisman e.a. |
Artikel |
Italiaanse toestandenInterne en externe deelneming aan een criminele (maffia-)organisatie |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | Italiaans recht, deelneming aan een criminele maffiaorganisatie, strafrechtelijke aansprakelijkheid, facilitators, externe en interne deelneming |
Auteurs | Mr. dr. L.J.J. (Laura) Peters |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Italië kunnen faciliterende beroepsbeoefenaars als louche notarissen, advocaten en rechters, en ook andere facilitators die een maffiaorganisatie ondersteunen zonder daarvan lid te zijn, worden vervolgd wegens ‘externe deelneming aan een criminele maffiaorganisatie’. Die strafrechtelijke aansprakelijkheid is controversieel en leidt al decennialang tot debatten in de rechtspraak en literatuur. Deze bijdrage bespreekt de ontwikkeling van de Italiaanse strafrechtelijke aansprakelijkheid wegens externe en ook interne deelneming aan een maffiaorganisatie, en vervolgens de vraag of facilitators van criminele organisaties naar Nederlands recht vervolgd (zouden kunnen) worden wegens algemene deelneming aan deelneming aan een criminele organisatie. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | ontbinding, Non disclosure agreement, Samenhangende overeenkomsten, geheimhoudingsovereenkomst, Wet bescherming bedrijfsgeheimen |
Auteurs | Prof. mr. dr. T.H.M. van Wechem en Mr. A.J. Rijsterborgh |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het in handelsrelaties contractueel verankeren van geheimhouding ter zake van bedrijfsgeheimen is als gevolg van de Wet bescherming bedrijfsgeheimen belangrijk(er) geworden. Partijen kunnen in de regel kiezen voor een NDA of een geheimhoudingsbeding in een meeromvattende overeenkomst. De schending van een geheimhoudingsverplichting zal in rechte veelal moeilijk zijn aan te tonen en ontbinding van de NDA wordt vaak uitgesloten. Toch onderzoeken de auteurs de juridische kwalificatie van de NDA en de gevolgen hiervan met betrekking tot de mogelijkheden tot ontbinding. Zij betogen dat een NDA veelal zal kwalificeren als een obligatoire overeenkomst, maar niet als een wederkerige overeenkomst, waardoor een NDA in geval van een tekortkoming niet kan worden ontbonden. De rechtsgevolgen van ontbinding zouden volgens de auteurs sowieso beperkt zijn geweest. In het geval vertrouwelijkheid is gewaarborgd in de vorm van een geheimhoudingsbeding in een meeromvattende overeenkomst, ligt dit anders. Gezien de verstrekkende rechtsgevolgen die een ontbinding in dat geval kan hebben, betogen auteurs dat het goed is dat de opstellers van contracten zich hier bewust van zijn. |
Artikel |
Misbruik van bevoegdheid in collectieve actiesDrie afgebakende modellen van collectieve geschilbeslechting |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 7 2020 |
Trefwoorden | geschilbeslechting, waarborgvereisten, abstracte beoordeling, derdenfinancier, ontvankelijkheid |
Auteurs | Prof. mr. drs. T.M.C. Arons |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een collectieve actie (art. 3:305a BW) vereist een rechtsvordering met voldoende abstractie. Ook gelden er waarborgvoorwaarden over de afspraken met een derdenfinancier. Dit geldt niet alleen voor een stichting of vereniging maar ook voor een BV. Doorslaggevend is of de rechtsvordering strekt tot (gebundelde) beoordeling van de rechtsverhouding tussen aangesprokene en de achterban van eiser. |
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtEerste helft 2020 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), Mr. J. Boonstra-Verhaert, Mr. dr. S.S. Buisman e.a. |
Artikel |
Verstoppertje in het enquêterecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | SNS-enquête, enquêtepraktijk, verschoningsrecht |
Auteurs | Mr. P.H.M. Broere |
SamenvattingAuteursinformatie |
Onlangs oordeelde de Hoge Raad in de SNS-enquête dat aan het verschoningsrecht in het enquêterecht ook betekenis toekomt. De auteur bespreekt de beschikking van de Hoge Raad en de implicaties daarvan voor de enquêtepraktijk. Om aan de gevolgen van SNS te ontkomen wordt een drietal oplossingsrichtingen aangereikt. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | lex certa, seksueel beeldmateriaal, afbeelding van seksuele aard, openbaar maken, artikel 139h Sr |
Auteurs | Mr. M. (Michael) Berndsen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 januari 2020 is een verbod op misbruik van seksueel beeldmateriaal in werking getreden. Het nieuwe artikel 139h Sr verbiedt het zonder toestemming vervaardigen van seksueel beeldmateriaal, het beschikken over zulk materiaal en het openbaar maken ervan. Bij het wetsvoorstel werden vanuit het parlement en de strafrechtketen de nodige kanttekeningen geplaatst. Ondanks amendementen die de strafbepaling wezenlijk hebben veranderd, is niet aan alle kritiekpunten uit de parlementaire behandeling tegemoetgekomen. In dit artikel wordt artikel 139h kritisch beschouwd, waarbij onder meer de afbakening van de bestanddelen centraal staat (lex certa). Eerst wordt kort stilgestaan bij de aanleiding voor de wetswijziging en de parlementaire behandeling ervan. Vervolgens staat het wetsartikel zelf centraal. Daarna worden enkele knelpunten van deze strafbaarstelling besproken. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Franchise, Franchiseovereenkomst, Collectieve actie, Franchisenemersvereniging, Franchisenemers |
Auteurs | Mr. A.W. Dolphijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aan de orde komt dat als franchisenemers hun belangen jegens de franchisegever collectief organiseren, zij in beginsel materieel verdergaande bevoegdheden kunnen hebben om te ageren tegen (voorgenomen wijzigingen van) bepalingen in de modelfranchiseovereenkomst. |
Artikel |
Feitelijk leidinggeven in het milieustrafrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | milieustrafrecht, feitelijk leidinggeven, artikel 51 Sr, milieu, jurisprudentie |
Auteurs | Mr. T.W. Veenendaal en Mr. M. Velthuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het artikel ‘Feitelijk leidinggeven in het milieustrafrecht’ geven Tara Veenendaal en Marleen Velthuis een overzicht van de belangwekkende jurisprudentie van de afgelopen twee jaar, waaruit kan worden afgeleid hoe het Openbaar Ministerie en de rechter in het milieustrafrecht omgaan met de vervolging van de vermeende feitelijk leidinggevers aan gedragingen door de rechtspersoon. De recente jurisprudentie komt aan de hand van een aantal thema’s aan de orde. Daarna wordt ingegaan op de gepubliceerde transacties van milieuovertredingen door ondernemingen en in hoeverre de rol van natuurlijke personen daarin terugkomt. Het artikel sluit af met een verwachting voor de toekomst. |
Wetenschap |
Is het bevorderen van langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders nastrevenswaardig en een hoeksteen van het corporate-governancemodel van beursvennootschappen? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | corporate governance, aandeelhoudersrichtlijn, langetermijnbetrokkenheid, aandeelhouders, beursvennootschap |
Auteurs | Mr. dr. H. Koster |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel bespreekt de auteur de bepalingen van de herziene aandeelhoudersrichtlijn en het wetsvoorstel bevorderen langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders, die zien op het bevorderen van langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders van beursvennootschappen. De auteur beantwoordt twee vragen: ten eerste de vraag of het bevorderen van de langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders van beursvennootschappen nastrevenswaardig is, en ten tweede of het bevorderen van langetermijnbetrokkenheid van aandeelhouders inderdaad een hoeksteen van het corporate-governancemodel van beursgenoteerde vennootschappen is. |
Artikel |
Kroniek Vermogensrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 7 2019 |
Auteurs | Coen Drion, Anna Zwalve, Bastiaan Kout e.a. |