Schools are tasked with helping children to become socially competent(er), both in the on- and offline world. If conflicts occur, schools find out how they can tackle this behaviour and prevent it in the future. Schools cover various tracks here. More and more schools have understood that they can actively involve children and young people in their preventive and problem-solving approach. They integrate methodologies and programmes that give children and young people the opportunity to take responsibility when a conflict occurs. Some of these methods and programmes are looked at more closely in this article. The article concludes with a future-oriented dream that responds to some current educational needs. |
Zoekresultaat: 1431 artikelen
Jurisprudentie |
Kroniek ondernemingsstrafrechtTweede helft 2020 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Auteurs | Prof. mr. H.J.B. Sackers (red.), mr. J. Boonstra, mr. dr. S.S. Buisman e.a. |
Artikel |
Er is altijd wel een executeur in de buurt |
Tijdschrift | EstateTip Review, Aflevering 5 2021 |
Trefwoorden | Testament |
Auteurs | Prof. mr. dr. B.M.E.M. Schols |
Artikel |
Conflicthantering op Vlaamse scholen: kinderen en jongeren (steeds meer) aan zet |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | Vlaams onderwijs, leerlingen, sociaal-emotionele ontwikkeling, conflicthantering, methoden |
Auteurs | Gie Deboutte |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De uitleg van Anglo-Amerikaanse boilerplate-bedingen in Nederlandse contractenBespreking van het proefschrift van mr. drs. J.W.A. Dousi |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | standaardbeding, uitleg van overeenkomsten, Anglo-Amerikaans contractenrecht, entire agreement-beding, Lundiform/Mexx |
Auteurs | Mr. L.G.L. Ohnesorge |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn proefschrift onderzoekt Dousi aan de hand van een zestal Anglo-Amerikaanse boilerplate-bedingen hoe de uitleg van zulke bedingen in Nederlandse contracten kan worden vormgegeven. Met name onderzoekt hij de rol van de Anglo-Amerikaanse standaardbetekenis en de functie van het beding bij uitleg in Nederlandse contracten. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | taakgerelateerd ongeoorloofd handelen, noble cause corruption, politie, leiderschap, ethiek |
Auteurs | Robin Christiaan van Halderen en Benjamin Rafaël van Gelderen |
SamenvattingAuteursinformatie |
The aim of the present research was to gain insight into the topic of ‘task-related rule-breaking behavior’ (TRB) among Dutch police officers. TRB is a more refined alternative for the concept of noble cause corruption and has been defined as: police officers breaking rules or formal agreements for the purpose of acting in a manner that contributes to the lawful police task. Qualitative research has been conducted within one of the ten regional police forces in the Netherlands. Results show that TRB appears to be a relatively common phenomenon during policework. Behaviors are categorized in sixteen categories and five overarching outlines. In addition, attention is given to several important factors that could be related to TRB being distinguishable between police officers’ individual responsibility and organizational factors. To handle TRB, it is recommended to pay attention to the police officers’ approach of judging and rationalizing their own behavior, their level of knowledge, and social skills. Furthermore, organizational structure (i.e., spam of control) and police leadership may, among other factors, play an important role in encouraging TRB. Especially the way supervisors deal with police officers’ professional autonomy needs specific attention in order to reduce TRB. Autonomy needs guidance in the form of clear orders followed by feedback and coaching. Also, an active form of ethical leadership is needed. An action framework is presented that could be helpful to supervisors to judge and thereby reduce forms of TRB. |
Mededinging |
Google Android: mag men een gegeven paard toch in de bek kijken? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | Google, platforms, machtspositie, misbruik, koppelverkoop |
Auteurs | Mr. A.A.J. Pliego Selie en Mr. B.A. Verheijen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Google Android-besluit heeft de Europese Commissie aan Google een recordboete opgelegd wegens misbruik van een economische machtspositie in de zin van artikel 102 VWEU. In het besluit staat Android, het besturingssysteem van Google voor smartphones en tablets, centraal. Google biedt dit aan via een open source-model. Het besluit stelt een machtspositie van Google vast op verschillende digitale markten: (1) de markt voor licenseerbare besturingssystemen voor slimme mobiele apparaten, (2) de markt voor Android appstores en (3) de markt voor algemene zoekdiensten op het internet (Google Search). Volgens de Commissie heeft Google met verschillende gedragingen, waaronder exclusiviteitsbetalingen en koppelverkoop, haar positie op laatstgenoemde markt, waarop zij inkomsten genereert via online advertenties, willen beschermen. De Commissie kwalificeert deze gedragingen als misbruik in de zin van artikel 102 VWEU. De auteurs analyseren het besluit en de inzet van het mededingingsrechtelijke instrument misbruik van een economische machtspositie in deze complexe digitale omgeving. Daarbij gaan zij in het bijzonder ook in op het bijzondere verdienmodel van Google ten aanzien van Android, waarbij innovatieve technologie kosteloos ter beschikking wordt gesteld in ruil voor restricties die erop zijn gericht de Googlediensten die advertentie-inkomsten genereren een zo groot mogelijk bereik te garanderen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2020 |
Trefwoorden | inzagerecht, exhibitieplicht, bewijsmiddelen, bewijsrecht, gegevens |
Auteurs | Mr. J. Ekelmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt of voor een aanspraak op inzage vereist is dat de vordering waarvoor die wordt ingesteld aannemelijk is. Dat doet hij aan de hand van huidig recht, het wetsvoorstel modernisering en vereenvoudiging van het bewijsrecht en de rechtspraak van de Hoge Raad hierover, waaronder HR 10 juli 2020, ELCI:NL:HR:2020:1251 (Semtex/X c.s.). Hij geeft ook aan welke keuzes de wetgever volgens hem moet maken. |
Artikel |
Sustainability sells?Over de toekomstige duurzaamheidsregelgeving voor de financiële sector en de impact op de relatie met de cliënt |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2020 |
Trefwoorden | taxonomie, duurzaamheid, klimaat, financiëlemarktdeelnemer, zorgplicht |
Auteurs | Mr. drs. S.A.M. Vermeulen en Mr. F.W.J. van der Eerden |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel geven de auteurs een overzicht van de toekomstige (informatie)verplichtingen voor financiële ondernemingen in het kader van duurzaamheid, met name op basis van de Taxonomie- en Transparantieverordening. Ook gaan zij in op de mogelijke civielrechtelijke impact daarvan op de verhouding met retailbeleggers die ‘duurzame’ financiële producten afnemen. |
Kroniek |
Bewijsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Ruth de Bock |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | redelijke termijn, doorlooptijden |
Auteurs | Remme Verkerk, Frans van Dijk en Dewy Pistora |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel betreft een empirisch onderzoek naar de doorlooptijden in civiele zaken. Het gaat in op de categorie van zaken die te kampen hebben met de langste doorlooptijden: handelszaken met een belang van boven de € 1 miljoen. Van honderd van dergelijke zaken zijn de procedure in eerste aanleg en in hoger beroep nader bestudeerd en is het procesverloop in kaart gebracht. Het onderzoek maakt inzichtelijk welke tijd is gemoeid met de afzonderlijke stappen in de procedure. |
Boekbespreking |
Het kort geding |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Floris Bakels |
Auteursinformatie |
Wet- en regelgeving |
Overzicht Wet- en regelgeving maart 2020 t/m augustus 2020 |
Tijdschrift | Crimmigratie & Recht, Aflevering 2 2020 |
Artikel |
Medisch tucht(proces)recht in vogelvlucht |
Tijdschrift | Afwikkeling Personenschade, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | Medisch tucht(proces)recht, Aansprakelijkheidsrecht, Wijziging Wet BIG, Tuchtnormen, Griffierecht en kostenveroordeling |
Auteurs | Mr. O.L. Nunes en Mr. C.I.M. de Haan |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het medisch tuchtrecht, zoals neergelegd in de Wet BIG, beoordeelt het tuchtcollege of een zorgverlener volgens de (medisch) professionele standaard heeft gehandeld. Het wettelijk tuchtrecht is bedoeld om de kwaliteit van de individuele beroepsuitoefening te bevorderen en te bewaken. |
Forum |
Maatschappelijk effectieve rechtspraak: een synthese |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 2 2020 |
Auteurs | Prof. mr. Rogier Hartendorp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hartendorp emphasizes in his contribution that a judge is a decision-maker bound by the law. He agrees with Klijn that this position makes it difficult to act as a problem solver. However, this does not alter the fact that, in order to act effectively, a judge must have a dual orientation on the conflict and the dispute between the parties. The Judiciary can only increase its social effectiveness if it manages to bring about a synthesis between its classic decisive task and an orientation aimed at effectiveness. |
Kroniek rechtspraak |
Kroniek rechtspraak rechten van de mens |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | EVRM, EHRM, rechten van de mens, schending, schadevergoeding |
Auteurs | Prof. mr. A.C. Hendriks |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Europees Hof voor de Rechten van de Mens (EHRM of Hof) heeft in de periode van september 2019 tot en met augustus 2020 weer diverse uitspraken gedaan over gezondheidsrechtelijke onderwerpen. Veel uitspraken borduren voort op of geven een nadere uitleg aan zaken waarover het Hof zich eerder heeft gebogen. Tegelijkertijd komt uit de uitspraken van afgelopen jaar het beeld naar voren dat het Hof in toenemende mate belang hecht aan de beschermingsplicht van de overheid, in het bijzonder bij gedetineerden, psychiatrische en verstandelijk beperkte patiënten en personen die anderszins kwetsbaar zijn. |
Artikel |
Concurrentie en duurzaamheid gaan hand in hand |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4-5 2020 |
Trefwoorden | duurzaamheid, artikel 101 VWEU, concurrentie, artikel 6 Mw, Mededingingsrecht |
Auteurs | Eric van Damme |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage belicht de auteur de onderwerpen mededinging, duurzaamheid en klimaatverandering vanuit economisch perspectief en probeer hij te duiden wat de bijdrage van de economische wetenschap aan de discussie over mededinging en duurzaamheid zou kunnen zijn. Zijn belangrijkste stelling is dat mededinging niet slechts een instrument is, maar een publiek belang dat bescherming verdient, dat onze Mededingingswet dit belang onvoldoende beschermt en dat de ACM zich sterker als hoeder van dit belang zou moeten opstellen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4-5 2020 |
Trefwoorden | Concept Leidraad Duurzaamheidsafspraken, duurzaamheid, ACM |
Auteurs | Pim Jansen en Sarah Beeston |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 9 juli 2020 heeft de ACM de Concept Leidraad Duurzaamheidsafspraken ter consultatie op haar website gepubliceerd. Hiermee beoogt de ACM te verduidelijken onder welke omstandigheden afspraken met een duurzame doelstelling met artikel 6 Mw en 101 VWEU verenigbaar zijn, inclusief op basis van de in het derde lid vervatte efficiencytoets. In deze bijdrage wordt eerst een historische parallel getrokken met de verhouding tussen de theorie van de ‘tragedy of the commons’ enerzijds en het Nederlandse poldermodel anderzijds. Vervolgens wordt de Leidraad gecontextualiseerd, beschreven en, tot slot, geanalyseerd. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Corona crisis, judiciary, ICT, Court delay, Trias politica |
Auteurs | Dr. Frans van Dijk en Mr. dr. Eddy Bauw |
SamenvattingAuteursinformatie |
Four phases of the Corona crisis are distinguished: a first acute phase, the gradual transition to a new normal, the economic downturn and the long run. The article describes what happened in the courts in the first and in the beginning of the second phase, and what is subsequently likely to happen. In the acute phase the court buildings shut down, and adjudication came largely to a halt. The courts were late in opening up, and as a result backlogs of, in particular, criminal cases increased. The courts extended their use of digital tools (e.g. tele-hearings) that, while allowing cases to proceed, did not fully protect the rights of parties. While so far the volume of commercial cases and bankruptcies has not increased, a (rapid) increase is inevitable. Contract breach will be wide spread, and will give rise to fundamental legal issues. For economic recovery it is essential that the courts give clear and consistent guidance in these matters quickly. This requires the courts to reduce the currently long duration of civil cases, and to use the available procedures to get expeditious decisions of the Supreme Court. The courts will also need to develop their ICT-instruments rapidly to guarantee the rights of parties. After a difficult first phase, the courts now face the challenge to effectively guide society through the Corona crisis and its aftermath, and thereby play its role in the trias politica. |
Wetenschap |
De Wet opheffing verpandingsverbodenEen kritische bespreking van de nieuwe regeling van art. 3:83 lid 3 en 4, 3:94 lid 5 en 3:239 lid 5 BW, alsmede van het overgangsrecht |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | cessie- en verpandingsverboden, Overdraagbaarheid, Nietigheid, Vormvoorschrift, goederenrecht |
Auteurs | Mr. dr. M.H.E. Rongen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt aandacht geschonken aan het wetsvoorstel ‘Wet opheffing verpandingsverboden’. Na inwerkingtreding van de wet kunnen de overdraagbaarheid en verpandbaarheid van een geldvordering op naam die voortkomt uit de uitoefening van een beroep of bedrijf niet meer door een beding tussen schuldenaar en schuldeiser worden uitgesloten of beperkt. De Wet opheffing verpandingsverboden beoogt de kredietmogelijkheden van het bedrijfsleven te vergroten door zeker te stellen dat bedrijfsmatig verkregen geldvorderingen als onderpand voor financieringen kunnen worden ingezet. De nieuwe regeling, de daarin opgenomen uitzonderingen en het overgangsrecht worden kritisch besproken. |
Artikel |
Kroniek formeel strafrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2020 |
Auteurs | Frezia Aarts, Max den Blanken, Rachel Bruinen e.a. |