In deze bijdrage wordt het juridische kader voor het gebruik van apps in de strijd tegen COVID-19 besproken. Bijzondere aandacht gaat uit naar de Nederlandse notificatieapp en de bijbehorende wettelijke regeling die hiervoor de grondslag moet bieden. In hun bijdrage vragen de auteurs aandacht voor enkele zorgpunten rond de app vanuit privacy- en dataprotectieperspectief. |
Zoekresultaat: 83 artikelen
Artikel |
Corona te lijf via een app |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | CoronaMelder, AVG, dataprotectie, medisch hulpmiddel, corona-app |
Auteurs | Mr. dr. M.C. Ploem en mr. dr. T.F.M. Hooghiemstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De Autoriteit Persoonsgegevens heeft een aantal opmerkingenKroniek van twee jaar wetgevingsadviezen van de Autoriteit Persoonsgegevens onder de Algemene verordening gegevensbescherming |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | consultatieverplichting, adviesrecht, bescherming persoonsgegevens, privacy |
Auteurs | Mr. L.H. von Meijenfeldt |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel geeft een thematisch overzicht van de wetgevingsadviezen die de Autoriteit Persoonsgegevens sinds de inwerkingtreding van de Algemene verordening gegevensbescherming heeft gepubliceerd. Deze adviezen geven een fraai inzicht in de uitleg die de Autoriteit aan de verordening geeft en in de verwachtingen die zij heeft van de wetgever. |
Artikel |
Het recht van de onterfde legitimaris op informatie over de periode vóór het overlijden van de erflater uit hoofde van artikel 4:78 lid 1 BW |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | onterfd, legitieme portie, legitimaris, informatieplicht, executeur |
Auteurs | Mr. F.W. Brans en Mr. Ph.A.J. Raaijmaakers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel onderzoeken de auteurs de positie van de onterfde legitimaris als schuldeiser van de nalatenschap (art. 4:7 lid 1 sub g BW), aan wie door de erfgenamen c.q. executeur, ondanks aanspraak daarop ex artikel 4:78 lid 1 BW, inzage in en afschrift van alle bescheiden die hij voor de berekening van zijn legitieme portie nodig heeft, wordt onthouden, nu geen c.q. onvolledige informatie wordt verstrekt. Aan de hand van een aantal recente uitspraken wordt onderzocht welke omstandigheden voor de onterfde legitimaris bepalend kunnen zijn voor de reikwijdte van de informatieplicht, zoals die voor de erfgenamen c.q. executeur voortvloeit uit artikel 4:78 BW. |
Kroniek rechtspraak |
Kroniek rechtspraak tuchtrecht 2019 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | tuchtmaatregelen, hoofdbehandelaarschap, ontvankelijkheid, dossiervoering, Veilig Thuis |
Auteurs | Mr. C.A. Bol en mr. W.R. Kastelein |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Kroniek rechtspraak tuchtrecht zijn de voor de rechtsontwikkeling interessante uitspraken verwerkt over de periode van 1 oktober 2018 tot en met 1 november 2019. Het gaat om uitspraken over ontvankelijkheid en aanverwante procesrechtelijke onderwerpen, vraagstukken rond ouderlijk gezag, samenwerkingsproblemen, dossiervoering, bekwaamheden en bevoegdheden, de zwaarte van de door tuchtcolleges opgelegde maatregelen, vraagstukken rond de handelwijze van bedrijfsartsen en verklaringen en rapportages. Daarbij is prioriteit gegeven aan die onderwerpen die in een significant aantal zaken tot een tuchtrechtelijke beslissing hebben geleid. |
Essay |
De weerbarstige praktijk van informatiegestuurd handhaven in AmsterdamVier lessen uit tien jaar rekenkameronderzoek |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | handhaving, informatiegestuurd handhaven, informatiesystemen, dashboards, handhavingscultuur |
Auteurs | Daniëlle van der Wiel, Annemarieke van der Veer en Rosalie Joosten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Efficiënt en effectief handhaven wordt steeds belangrijker ondanks toenemende taken, drukte, een enorm werkgebied en schaarse capaciteit. Dat is de grootste uitdaging waar de Amsterdamse handhaving voor staat. Een informatiegestuurde werkwijze moet soelaas bieden, maar de praktijk blijkt weerbarstig. De rekenkamer volgde de inspanningen van de gemeente Amsterdam en trekt daaruit vier lessen voor een succesvolle informatiegestuurde handhaving op het lokale niveau. |
Forum |
Aanpassingen van de WGBO |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2018 |
Trefwoorden | patiëntenrechten, Wet op de geneeskundige behandelingsovereenkomst, bewaartermijn, inzagerecht nabestaanden |
Auteurs | prof. mr. J. Legemaate |
SamenvattingAuteursinformatie |
In juli 2018 heeft de regering een wetsvoorstel tot aanpassing van de Wet geneeskundige behandelingsovereenkomst (WGBO) ingediend. De voorgestelde wijzigingen betreffen vooral het recht van de patiënt op informatie, de bepalingen rond het dossier en het recht van nabestaanden om een dossier van een overleden patiënt te mogen inzien. In deze bijdrage worden de wijzigingen beschreven en becommentarieerd. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | AVG, Awb, handhavingsverzoek, belanghebbende, betrokkene |
Auteurs | Olga Nijveld en Wouter van Steenbergen |
Auteursinformatie |
Artikel |
Beschouwing rapport Commissie-Koops: strafvordering in het digitale tijdperk |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | digitale opsporing, openbronnenonderzoek, beslag, data-analyse, big data |
Auteurs | Mr. dr. J.J. Oerlemans |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Commissie-Koops heeft onderzocht of het conceptwetsvoorstel Boek 2 voldoende rekening houdt met het digitale tijdperk anno 2018 en in de nabije toekomst. Dit artikel is een beschouwing op het rapport van de Commissie, waarbij de aanbevelingen met betrekking tot openbronnenonderzoek en het beslag op gegevensdragers uitgebreid besproken worden. Daarnaast wordt ingegaan op het fenomenen van de ‘dataficering’ van het opsporingsproces. In het artikel wordt antwoord gegeven op de vraag welke bijdrage het rapport heeft geleverd aan de modernisering van het Wetboek van Strafvordering. |
Kroniek |
Kroniek wetgeving gezondheidsrecht 2016-2018 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | patiëntenrechten, derdenbelangen, kwaliteit van zorg, geneesmiddelen, medische hulpmiddelen |
Auteurs | Mr. drs. J.J. Rijken en mr. W.F. van der Wel |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Kroniek wetgeving gezondheidsrecht geeft de lezer een overzicht van de ontwikkelingen op het gebied van Nederlandse wetgeving in het gezondheidsrecht. De selectie van wetgeving is gemaakt met behulp van de zoekmachine op de website van de Eerste Kamer, en behelst aanhangige en aangenomen wetsvoorstellen van 1 januari 2016 t/m 1 juni 2018 van de ministeries van VWS en VenJ, en consultaties van beide ministeries. |
Artikel |
AVG en ontslag |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | Algemene Verordening Gegevensbescherming, Privacy, Ontslag, Arbeidsverhouding, Normenkader |
Auteurs | mr. Karolina Dorenbos |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Algemene Verordening Gegevensbescherming bevat voor werkgevers strengere regels voor rechtmatige verwerking van werknemersgegevens; en voor werknemers meer waarborgen omtrent de bescherming van hun persoonsgegevens. |
Rechtsbescherming |
Kroniek Handvest van de Grondrechten van de Unie periode 2016-2017: actieve grondrechtenbescherming vanuit Luxemburg |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2018 |
Trefwoorden | Handvest van de Grondrechten, Effectieve rechtsbescherming, Verhouding EVRM |
Auteurs | Mr. A. Pahladsingh |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Handvest van de Grondrechten van de EU is sinds 1 december 2009 ruim zeven jaar juridisch bindend. Het heeft als doel grondrechtenbescherming te versterken door relevante rechten beter zichtbaar te maken. In deze kroniek wordt een overzicht gegeven van de belangrijkste ontwikkelingen over 2016 en 2017, bezien vanuit het Hof van Justitie. Om een goed beeld te geven over de afgelopen twee jaar is gekozen voor een overzicht van de belangrijkste ontwikkelingen per artikel uit het Handvest. |
Artikel |
De Wiv 2002 en Wiv 2017 op enkele hoofdlijnen vergeleken |
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 1 2018 |
Trefwoorden | New Intelligence and Security Services Act, Advisory referendum, Powers of intelligence and security services, Safeguards, Supervision |
Auteurs | Drs. Rob Dielemans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Last year, Dutch parliament approved the proposal for a new Intelligence and Security Services Act (Wiv 2017). This law will replace the current Intelligence and Security Services Act 2002 (Wiv 2002). The Wiv 2017 should be considered feasible with effect from 1 May 2018. Before that time however, an advisory referendum on the new law will be held on 21 March. This article first discusses the nature of the law and the need for innovation. Subsequently, a comparison of both laws takes place in general terms, with regard to the powers of the intelligence and security services, the safeguards, the supervision, the complaint handling and the international cooperation between intelligence and security services. It is argued that the extension of the powers of the services in the Wiv 2017 is only limited in scope, while the safeguards have been considerably strengthened. The introduction of a binding judgment in complaint handling also contributes to a better and more effective legal protection for citizens. |
Praktijk |
De AVG voor advocaten |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 3 2018 |
Auteurs | Nathalie Gloudemans-Voogd |
Artikel |
Artikel 843a Rv ook van toepassing in verzoekschriftprocedures |
Tijdschrift | AdvoTip, Aflevering 19 2018 |
Auteurs | Mr. E.C.E. Schnackers |
Artikel |
Realisering van het recht op onaantastbaarheid van het lichaam door middel van wetgeving |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2017 |
Trefwoorden | Onaantastbaarheid van het menselijk lichaam, Recht op lichamelijke integriteit, Artikel 11 Grondwet |
Auteurs | Mr. P.B.C.D.F. van Sasse van Ysselt |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt het nut en de meerwaarde van het recht op de onaantastbaarheid van het lichaam onderzocht, alsmede de grondrechtelijke randvoorwaarden die van belang zijn bij de realisering van het recht op de onaantastbaarheid van het lichaam. Dit wordt onder meer in het licht geplaatst van de rechtspraktijk en huidige en toekomstige dilemma’s en technologische ontwikkelingen. De meerwaarde van artikel 11 Grondwet wordt, met name ten opzichte van artikel 10 Grondwet (bescherming persoonlijke levenssfeer), wel als beperkt ingeschat omdat beide bepalingen ten aanzien van de onaantastbaarheid van het menselijk lichaam juridisch dezelfde bescherming bieden. De vraag is echter of dat terecht is, nu artikel 11 Grondwet het menselijk lichaam expliciet als rechtsobject beschermt. Technologische ontwikkelingen, waarbij enerzijds het menselijk lichaam steeds meer maakbaar wordt en aan veranderingen kan worden onderworpen. Juist in die context heeft het recht op onaantastbaarheid van het menselijk lichaam betekenis en urgentie. Anderzijds roepen ook de steeds grotere medische mogelijkheden en de hoge kosten waarmee dat gepaard gaat vragen op. Het belang van de bescherming die artikel 11 Grondwet biedt, is daarmee juist in het huidige tijdsgewricht van belang. |
Artikel |
Conceptwetsvoorstel ‘zeggenschap lichaamsmateriaal’: nog niet goed doordacht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4-5 2017 |
Trefwoorden | Wet zeggenschap lichaamsmateriaal, wetenschappelijk onderzoek, toetsing |
Auteurs | Mr. dr. M.C. Ploem |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt de inhoud van het – via een internetconsultatie uitgezette – conceptwetsvoorstel zeggenschap lichaamsmateriaal besproken en van commentaar voorzien. Geconcludeerd wordt dat de regering verschillende onderdelen van het wetsvoorstel, waaronder in het bijzonder de ruime werkingssfeer, nog eens goed tegen het licht zou moeten houden. |
Artikel |
Tele2: de afweging tussen privacy en veiligheid nader omlijndEen tweede arrest over de bewaarplicht van telecommunicatiegegevens in het Europees recht |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Bewaarplicht, telecommunicatie, privacy |
Auteurs | Mr. N. Falot en Dr. H. Hijmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn arrest van 21 december 2016 (gevoegde zaken C-203/15 en C-698/15, Tele2 Sverige en Watson, hierna: Tele2) heeft het Hof van Justitie de voorwaarden voor het bewaren van en toegang tot telecommunicatiegegevens gepreciseerd. Het Hof van Justitie heeft geoordeeld dat de ePrivacyrichtlijn 2002/58/EG zich verzet tegen een algemene en ongedifferentieerde nationale regeling voor de bewaring van alle verkeersgegevens en locatiegegevens. Bovendien moet de toegang van politie en justitie tot die gegevens duidelijk worden geclausuleerd en worden beperkt tot de bestrijding van ernstige criminaliteit. Ook vereist die toegang voorafgaand toezicht door een rechter of onafhankelijke bestuurlijke instantie. Voorts moeten de gegevens op het grondgebied van de EU worden bewaard. |
Praktijk |
De inwerkingtreding van inwerkingtredingsbepalingen |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | wetgevingstechniek, inwerkingtreding, inwerkingtredingsbepalingen, Aanwijzingen voor de regelgeving |
Auteurs | Mr. T.C. Borman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Aanwijzing 176 van de Aanwijzingen voor de regelgeving schrijft voor dat de inwerkingtreding van bepalingen betreffende inwerkingtreding niet wordt geregeld. De toepassing van deze aanwijzing roept soms vragen op. De verhouding met de elders in de Aanwijzingen opgenomen modelinwerkingtredingsbepalingen lijkt niet in alle opzichten doordacht. Een door toenmalig VVD-senator Heijne Makkreel in 1984 aangezwengelde kwestie maakt duidelijk wat de vermoedelijke achtergrond is van aanwijzing 176. In de woorden van de toenmalige minister van Justitie Korthals Altes: het voorkomen van een vicieuze cirkel, omdat anders tot in het oneindige zou moeten worden bepaald wanneer de inwerkingtredingsbepaling van een inwerkingtredingsbepaling op haar beurt in werking zou moeten treden. Het lijkt aanbevelenswaardig om bij een komende herziening van de Aanwijzingen nog eens goed te kijken naar de verhouding tussen aanwijzing 176 en de in de Aanwijzingen opgenomen modelinwerkingtredingsbepalingen. |
Praktijk |
Uitzendkrachten inhuren: wanneer wordt goedkoop duurkoop? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | inlenersaansprakelijkheid, art. 34 Invorderingswet 1990, G-rekening, verklaring omtrent het betalingsgedrag, verjaring |
Auteurs | Mr. N.J. Schutte |
SamenvattingAuteursinformatie |
De inlenersaansprakelijkheid van art. 34 van de Invorderingswet 1990 is een vrijwel zuivere risicoaansprakelijkheid. Deze wordt ingeroepen als een uitlener van personeel loonbelasting of premies onbetaald laat. Het is voor de inlener lastig en administratief bewerkelijk om afdoende maatregelen te nemen tegen een dergelijke aansprakelijkstelling. Verjaring van het recht tot aansprakelijkstelling vindt maar zelden plaats en ook de disculpatieregeling werkt slechts in uitzonderingsgevallen. Alleen de storting van de loonbelasting- en premiecomponent door de inlener op een geblokkeerde rekening van de uitlener is afdoende. Dit artikel gaat in kort bestek op de meeste problemen in waar de inlener mee te maken kan krijgen. |