Het uitvoeren van effectmetingen door toezichthouders draagt bij aan evidence based toezicht. In de praktijk lopen toezichthouders tegen o.a. ethische, methodologische en praktische uitdagingen aan en is het vaak niet mogelijk om causaliteit aan te tonen. Met een praktijkvoorbeeld toont de NVWA aan dat het streven naar beredeneerde plausibiliteit een werkbaar en pragmatisch alternatief is. De NVWA kiest voor mixed methods in haar onderzoek naar de effectiviteit van een interventiemix op de naleving. Een belangrijke les is dat het combineren van kwantitatieve en kwalitatieve onderzoeksmethoden leidt tot complementaire inzichten en goed kan aansluiten op de onvoorspelbare praktijk van een toezichthouder. |
Zoekresultaat: 99 artikelen
Uit het veld |
De meerwaarde van kwalitatief onderzoek om effecten van interventies te bepalenEen effectmeting in de praktijk van een toezichthouder |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | Effectmeting, Kwalitatief, Plausibiliteit, Toezichthouder, Uitdagingen |
Auteurs | Laurie Jansen en Whitney Tanihatu |
SamenvattingAuteursinformatie |
Peer-reviewed artikel |
‘Denkfouten, die heb ik niet’Aandacht voor de blinde vlek van toezichthouders |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | besluitvorming, bias, blinde vlek, denkfouten, psychologie |
Auteurs | Tessa Coffeng, Elianne F. van Steenbergen, Femke de Vries e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een denkfout (of bias) ontstaat wanneer mensen op basis van aannames onbewust een verkeerde conclusie trekken. Onder toezichthouders (Ntotaal = 339) is onderzocht in hoeverre zij een potentiële ‘blinde vlek’ vertonen voor hun eigen denkfouten en hoe deze blinde vlek kan worden beïnvloed. Uit dit onderzoek bleek dat toezichthouders inderdaad inschatten dat denkfouten meer bij anderen voorkomen dan bij henzelf, en dat zelfwaargenomen objectiviteit deze blinde vlek kan vergroten. Ook bleek dat toezichthouders die waakzamer zijn in mindere mate een blinde vlek hebben voor hun eigen denkfouten. Toezichthouders geruststellen over het risico op denkfouten in de besluitvorming maakte hen juist minder waakzaam. |
Artikel |
SextortionOver de modernisering van de zedentitel, de gevolgen voor de praktijk en de impact op het slachtoffer |
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 5 2021 |
Trefwoorden | Sextortion, Modernisering zedenwetgeving, Digitalisering, Zedendelicten, Gender |
Auteurs | Mr. L.E.M. (Laurie) Schreurs, mr. R.I. (Rachel) Dijkstra en dr. A.K. (Alice) Bosma |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met het oog op de voorgenomen modernisering van de zedentitel rijzen de vragen of het aangebrachte onderscheid in wettelijke bescherming tussen seksuele en financiële sextortion houdbaar is en in hoeverre strafbaarstelling binnen verschillende titels van het Wetboek van Strafrecht wenselijk is. Aan de hand van een vergelijking tussen de karakteristieken van deze sextortion-varianten en de bestaande kennis over het daaraan gelieerde slachtofferschap beogen wij een eerste bijdrage te leveren aan deze discussie. |
Artikel |
Constructief omgaan met conflicten en geschillenInleiding in probleemoplossend onderhandelen en bemiddelen |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 2 2021 |
Auteurs | Alain-Laurent Verbeke en Geert Vervaeke |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | Snelrecht, Lik-op-stuk, Taakstrafverbod, Voorlopige hechtenis, Snelrechtgrond |
Auteurs | Mr. dr. J.M.W. (Joep) Lindeman, mr. dr. L. (Leonie) van Lent en mr. dr. B. (Benny) van der Vorm |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staan wij stil bij het snelrecht, een fenomeen dat al lang bekend is in de strafrechtspleging, maar waar tegelijk veel verschillende beelden bij bestaan. Enerzijds wordt snelrecht gezien als hét instrument in de ‘lik-op-stuk’-aanpak. Anderzijds is het een middel om snel en efficiënt strafzaken af te doen en achterstanden weg te werken. Het snelrecht voldoet echter lang niet altijd aan de verwachtingen en is onvoldoende met procedurele waarborgen omkleed. We proberen de (on)mogelijkheden op een rij te zetten. |
Column |
Marktafbakening in de aandachteconomie |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2021 |
Auteurs | Winfred Knibbeler |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | ontuchtige handelingen, seksuele autonomie minderjarigen, Legaliteit |
Auteurs | Dr. Renée Kool en Dr. Lydia Dalhuisen |
SamenvattingAuteursinformatie |
A revision of the Dutch vice law is to be expected, amongst others with regard to sex between minors. The current standard requires such contacts to be in violation with the social view, indicating that the minor’s perspective is subdue to the majority opinion. Applying the legal standard of ‘indeceny’ (‘ontuchtig’), the judiciary are left with room for interpretation. In order to grant minors more sexual autonomy and to further legality, the legislator wants to change the criterion, opting for the standard of ‘other than in an equal relationship’. This begs the question whether this will solve the interpretive issues that flow from such open criteria. In order to predict whether the standard of ‘other than in an equal relationship’ will contribute to clarify the issues of legality, the jurisprudence with regard to the standard of ‘indecency’ was analyzed in order to learn which variables are applied by the magistracy. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 2 2021 |
Trefwoorden | cocaine trafficking, ping-pong trade, poly-drug trafficking, qualitative social network analysis, transnational networks of networks |
Auteurs | Vanessa Dirksen, Wouter van der Leest en Irma Vermeulen |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article describes traits of the hitherto underexposed transit trade of cocaine via the Netherlands, based on a qualitative social network analysis of a diversity of data. Research findings show that the transit trade via the Netherlands is dominated by poly-drug trafficking. It is noteworthy that streams of predominantly mono-drugs are entering the Netherlands, while mainly streams of poly-drugs are leaving the country. Our research furthermore shows that cocaine intended for European markets may be transited via the Netherlands to European countries to which the cocaine was initially imported. This is what we refer to as ping-pong trade. Another characteristic of the transit trade of cocaine via the Netherlands is that the actors involved, mainly coordinate parts of the cocaine supply chain. Although different groups within the cocaine distribution chain collaborate, this does not necessarily mean they actually know each other. Taken together, the organization of the distributive trade of cocaine is in this article positioned as an interdependent transnational network of networks (NoN). We suggest that future research into the transit trade of cocaine should apply such a transnational NoN perspective to fully grasp the interdependence of the micro and meso levels of the trade and, in so doing, ultimately comprehend the effect this may have on the macro level. |
Boekbespreking |
Victimologie: loskomen van het kwade geweten rondom het kwetsbare slachtoffer |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 1 2021 |
Auteurs | Alice Bosma |
Auteursinformatie |
Artikel |
Het moetje loont de moeite |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 3 2021 |
Auteurs | Sabine Droogleever Fortuyn en Flos Vingerhoets |
Auteursinformatie |
Artikel |
Herwaardering van de strafrechtadvocaat |
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | Modernisering Wetboek van Strafvordering, Tweede Kamerverkiezingen, Politiek en strafrecht, Strafrechtadvocatuur, Beleid |
Auteurs | Mr. dr. P.P.J. (Patrick) van der Meij en Mr. D. (Dino) Bektesevic |
SamenvattingAuteursinformatie |
De positie van de strafrechtadvocaat staat echter meer dan ooit onder druk. In de eerste plaats bestaan bij de beroepsgroep grote zorgen om de veiligheid van advocaten en de reputatie van strafrechtadvocaten, die gemakkelijk op het spel wordt gezet. Daarnaast wordt ook aan het professionele verschoningsrecht geknabbeld, zijn de verhoudingen tussen het OM en advocaten verder gepolariseerd en is de financiering van de sociale advocatuur nog steeds niet ‘herijkt’. In deze bijdrage wordt gepleit voor een herwaardering van de rol van de strafrechtadvocaat. Hierbij gaat het vooral om het beeld dat van de strafrechtadvocaat bestaat: is de strafrechtadvocaat louter een sta-in-de-weg in de zoektocht naar de materiële waarheid of kunnen meer betrokkenheid van de advocaat en meer aandacht voor rechtsbescherming juist bijdragen aan een betere en meer efficiënte strafrechtspleging? |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | islam, moslimgemeenschap, terrorisme, gemeenschapsinitiatief, rehabilitatie |
Auteurs | Prof. Tom Zwart |
SamenvattingAuteursinformatie |
Terrorism can only be brought to an end if Islam and the Muslim community are enlisted as allies in combating it. Underlying militant jihadism is a violent interpretation of Islam which can best be challenged with the assistance of Islam and the Muslim community. Since the effects of the current state-led approach are questionable, while its criminal law component is close to exceeding the limits set by the rule of law and turns Muslims into a suspect community, it is important to test by way of a pilot whether an approach based on Islam can reap more promising results. |
Datagedreven wetgeven |
Maatwerk en andere toverwoorden van een nieuw wetgevingsbeleid |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | uitvoeringsorganisaties, doenvermogen, toeslagenaffaire, hardheidsclausule, wetgevingskwaliteit |
Auteurs | Prof. dr. A.C.M. Meuwese |
SamenvattingAuteursinformatie |
Maatwerk, doenbaarheid, uitvoerbaarheid, conflictbeperking en vereenvoudiging zijn uitgangspunten uit hedendaagse debatten over wetgevingskwaliteit. Elk van deze uitgangspunten staat voor een mogelijk accent binnen het wetgevingsbeleid. De auteur betoogt dat het onmogelijk is om al deze uitgangspunten tegelijkertijd te bedienen en pleit voor een wetgevingstoetsing die uitgaat van trade-offs. |
Artikel |
Klachtdelicten: de stand van zaken in de wet en jurisprudentieHoe een uitdrukkelijk verzoek om twijfel uit te sluiten een dode letter geworden is |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | klacht, (klacht)termijn, persoonlijke levenssfeer, opportuniteit |
Auteurs | Mr. P.M. (Maaike) Kampen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De persoonlijke levenssfeer van een slachtoffer wordt beschermd door het klachtvereiste. De klacht was bedoeld als een uitdrukkelijk verzoek om vervolging. De vraag is hoe het er nu voor staat. In de wet lijkt het onderscheid tussen delicten die wel of geen klacht vereisen willekeurig en deels verouderd geworden. In de rechtspraak wordt behoudens contra-indicaties ruimhartig een bedoeling tot vervolging vastgesteld als de klacht ontbreekt. De wetgever wil de klacht behouden, maar lijkt niet enthousiast deze te eisen bij een nieuwe strafbaarstelling. De conclusie is dat het klachtvereiste ten dode opgeschreven is. Twee mogelijkheden in deze uitzichtloze situatie worden besproken. |
Artikel |
Een portret van het slachtoffer in het Tijdschrift voor Herstelrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | slachtoffer, basisbehoeften, sociaal construct, wraakzuchtig slachtoffer |
Auteurs | Alice Bosma |
SamenvattingAuteursinformatie |
‘The victim’ is an important figure in restorative justice, but who is this victim? In this article, I will review articles published in this journal between 2005 and 2019 in order to establish the characteristics of victims recognized in the field of restorative justice. It first needs to be noted that there is not one homogeneous victim group. The diversity in victims and their needs calls for research investigating when, for whom, and under which circumstances restorative justice practices lead to victim satisfaction. Many articles reviewed address this question. When I nevertheless try to extract an ideal type of victim of restorative justice, it seems that the victim is agentic and resilient, expresses a wide range of emotions, prioritizes reparation over punitive measures and is overall very satisfied with the restorative justice practice. |
Interview |
De zoektocht naar evidence-based, people-centered justiceIn gesprek met Sam Muller en Maurits Barendrecht van the Hague Institute for Innovation of Law (HiiL) |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 1 2020 |
Auteurs | Rob Jagtenberg |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | organ donation, ethics of organ donation, symbolic nature of the human body, ethics and ritual, symbolic legislation theory |
Auteurs | Herman De Dijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
In countries like Belgium and The Netherlands, there seems to be overwhelming public acceptance of transplantation and organ donation. Yet, paradoxically, part of the public refuses post-mortal donation of their own organs or of those of family members. It is customary within the transplantation context to accept the refusal of organ donation by family members “in order to accommodate their feelings”. I argue that this attitude does not take seriously what is really behind the refusal of donation by (at least some) family members. My hypothesis is that even in very secularized societies, this refusal is determined by cultural-symbolic attitudes vis-à-vis the (dead) human body (and some of its parts). The blind spot for this reality, both in the practice of and discussions around organ donation, prevents understanding of what is producing the paradox mentioned. |
Redactioneel |
Vooruitgang in de victimologie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 1 2020 |
Auteurs | Dr. Lisa van Reemst, Prof. dr. mr. Maarten Kunst en Prof. dr. Antony Pemberton |
Auteursinformatie |
Essay |
Autonoom toezicht op autonoom toezicht?Enkele bestuursrechtelijke beschouwingen mede naar aanleiding van SyRI |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | geautomatiseerde besluitvorming, handhavingstoezicht, algemene beginselen van behoorlijk bestuur, machine learning, SyRI |
Auteurs | Johan Wolswinkel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het bestuursrecht is niet alleen van belang voor de vraag aan welke normen overheidstoezicht met behulp van autonome (zelflerende) systemen is onderworpen, maar ook voor de vraag wie deze normen stelt en effectueert. Niettemin lijkt de dominante opvatting momenteel dat het bestuursrecht onvoldoende in staat zou zijn om het gebruik van zelflerende systemen adequaat te reguleren. Dit essay schetst hoe de rechtsontwikkeling ten aanzien van autonoom overheidstoezicht vorm kan krijgen als een (zelflerend) proces van laveren tussen analoog en digitaal bestuursrecht, waarbij de bestuursrechtelijke verworvenheden van het analoge toezicht worden geconfronteerd met de uitdagingen van het digitale toezicht. |
Essay |
Toezicht op het gebruik van algoritmen door de overheidTijd voor een zorgplicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | zorgplicht, algoritmen, toezicht op algoritmen, AI, geautomatiseerde besluiten |
Auteurs | Thijs Drouen en Marlies van Eck |
SamenvattingAuteursinformatie |
De overheid maakt in toenemende mate gebruik van systemen die taken verrichten die eerst door ambtenaren werden uitgevoerd. Denk aan het verlenen en uitbetalen van uitkeringen, het opleggen van boetes, bedienen van ophaalbruggen enzovoort. Bij de inzet van deze systemen wordt niet altijd onderkend dat hierbij voldaan moet worden aan de regels die voor de overheid gelden. Bovendien brengt de inzet van deze systemen – algoritmen – nieuwe, deels voorzienbare en deels onvoorzienbare risico’s met zich mee. Daarom wordt steeds vaker gevraagd om meer toezicht op algoritmen. Om dit toezicht effectief te laten zijn zou er een zorgplicht moeten worden ingevoerd. |