De geheimhouding van het medisch dossier werkt door na overlijden van de patiënt. Sinds 1 januari 2020 kan op basis van artikel 7:458a BW door de patiënt worden bepaald of het medisch dossier na overlijden geopend mag worden of gesloten blijft. Dit kan van belang zijn voor nabestaanden die de wilsbekwaamheid ten tijde van het testeren in twijfel trekken, omdat zij die stelling vaak met medische gegevens willen onderbouwen. Is het mogelijk om in een (levens)testament te regelen dat het medisch dossier geopend mag worden of gesloten moet blijven? Hierop is nog geen duidelijk antwoord; de auteur verkent de mogelijkheden om dit toch te regelen in een (levens)testament. |
Zoekresultaat: 553 artikelen
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | patiëntendossier, geheimhouding, testamentaire clausule, case-closed-clausule, wilsonbekwaamheid |
Auteurs | Mr. L.A.G.M. van der Geld |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Representativiteit onder de WAMCA |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2022 |
Trefwoorden | collectieve actie, ontvankelijkheid, representativiteitsvereiste, The Privacy Collective, claimorganisatie |
Auteurs | Mr. drs. T.S.F. Hautvast |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds de invoering van de WAMCA dient iedere claimorganisatie voldoende representatief te zijn, wil zij ontvankelijk zijn in haar collectieve actie. Het is onduidelijk wat het representativiteitsvereiste inhoudt en wat de toegevoegde waarde daarvan is. Bovendien kan een strikte toepassing van dit vereiste de doelstellingen van de collectieve actie ondermijnen. |
Artikel |
Het initiatiefvoorstel Wet verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen in internationale context |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2022 |
Trefwoorden | duurzaamheid, internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen, ketenaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. O.J.W. Schotel en Mr. J.M. Schepel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Internationaal maatschappelijk ondernemen, in het bijzonder door corporate sustainability due diligence, staat hoog op de (internationale) agenda. In het voetspoor van enkele andere landen in Europa is in Nederland een voorstel gedaan voor een wettelijk raamwerk dat niet op specifieke hoogrisicosectoren van toepassing is, maar op een veel grotere groep ondernemingen. De auteurs plaatsen het Nederlandse wetsvoorstel in internationale context en bespreken de kritiek in de literatuur daarop. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering Pre-publications 2022 |
Trefwoorden | Article 12-procedure, principle of opportunity, liberalism, judicial activism, democratic legitimacy |
Auteurs | Sophie Koning |
SamenvattingAuteursinformatie |
Originally, Article 12 of the Dutch Code of Criminal Procedure was intended as a correction mechanism for the prosecution monopoly of the Public Prosecution Service. In a later stage, the private interest of complainants (or victims) became more central. This article argues that a third function now emerges: a valve function for social dissatisfaction. The social conflicts that underly the proceedings in these socially sensitive cases give rise to new democratic legitimacy problems. However, an appropriate normative framework that captures these new democratic demands has not yet been constructed. To this end, this article provides an alternative democratic vocabulary in order to bridge the gap between empirical and normative notions of legitimacy. By means of a historical and normative analysis, it will be argued that Article 12 has an important democratic potential within the characteristically autonomous Dutch system of criminal law. |
Artikel |
De betekenis van het compensatiebeginsel voor de wetgevingspraktijk |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | decentralisatie, gemeente, bekostiging, medebewind, uitvoeringstoets |
Auteurs | G.A. van Nijendaal |
SamenvattingAuteursinformatie |
In artikel 2 van de Financiële-verhoudingswet en artikel 108, derde lid, van de Gemeentewet is het compensatiebeginsel vastgelegd. Dit beginsel houdt in dat het Rijk zich rekenschap geeft van de financiële gevolgen van nieuwe of geïntensiveerde taken of activiteiten voor decentrale overheden en deze in beginsel compenseert. Voor de wetgevingsjuristen is het van belang de reikwijdte daarvan te doorgronden. De taken, bevoegdheden, verantwoordelijkheden en de middelentoedeling moeten niet alleen in balans zijn, ook moet invulling worden gegeven aan het noodzakelijke onderzoek naar de kosten, het overleg met en de informatievoorziening aan de systeemverantwoordelijke van de Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties. |
Boekbespreking |
Een beknopte geschiedenis van de Nederlandse wetgeving in de lange negentiende eeuwBespreking van G.J. Veerman, Nederlandse meesters over wetgeving: 1796-1940 |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | wetgevingsgeschiedenis, Kwaliteit van wetgeving, Volledigheid van wetgeving, Wetgevingsjuristen |
Auteurs | C.J.H. Jansen |
SamenvattingAuteursinformatie |
G.J. Veerman bespreekt in zijn boek Nederlandse meesters over wetgeving: 1796-1940 de geschiedenis van de Nederlandse wetgeving in de negentiende eeuw. Hij doet dat niet chronologisch, maar aan de hand van een aantal thema’s. Zij betreffen bijvoorbeeld de kwaliteit (waaronder het taalgebruik en de vorm) van wetgeving en het wetgevingsbeleid. Veerman laat tientallen bekende en minder bekende Nederlandse juristen aan het woord over hun visie op (aspecten van) wetgeving. Zijn speurtocht levert een boeiende en breed uitwaaierende staalkaart op van de ontwikkeling van de Nederlandse wetgevingsgeschiedenis. De bril van Veerman is een hoofdzakelijk publiekrechtelijke. Daardoor vallen er soms wat thema’s buiten de boot. |
Artikel |
Over het gebruik van begrotingswetsvoorstellen om bepalingen uit niet-begrotingswetten te wijzigenEen historisch-juridische beschouwing |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | begrotingswetgeving, Staatsregeling, De Bourbon Naundorff, Nationaal Groeifonds, Comptabiliteitswet |
Auteurs | J.L. Boon |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel betreft een historisch-juridische beschouwing over de overeenkomsten en verschillen tussen begrotingswetgeving en reguliere wetgeving. Daarbij wordt de vraag behandeld of begrotingswetten mogen worden gebruikt om bepalingen uit niet-begrotingswetten te wijzigen. De Afdeling advisering van de Raad van State heeft sinds 2006 een bestendige lijn: dit mag niet. De posities van de regering en de Staten-Generaal worden onder de loep genomen. In de conclusie wordt een suggestie gedaan om de lijn van de Afdeling advisering te nuanceren. |
Artikel |
De roddeltantes SyRI & Siri |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 3 2022 |
Auteurs | Marco de Vries |
Artikel |
De juridische houdbaarheid van het systeem van sanctionering van fiscale fraude |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | fiscale fraude, ne bis in idem, una via, duale handhavingssystemen, bestraffing |
Auteurs | Mr. dr. C. (Claire) Hofman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een houdbaar systeem van sanctionering van fiscale fraude garandeert duidelijkheid ten aanzien van de werking ervan en onderlinge afstemming van de verschillende systeemonderdelen. Deze bijdrage gaat over de voorzienbaarheid van bestraffing van fiscale fraude en op het voorkomen van ongeoorloofde samenloop van fiscale sancties ten aanzien van eenzelfde feit. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2022 |
Trefwoorden | overheidsaansprakelijkheid, zorgplicht, onrechtmatige overheidsdaad, opstalaansprakelijkheid, waterbeheerder |
Auteurs | Mr. E.G.A. van der Werf |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel zet de auteur uiteen in hoeverre de beperkte financiële armslag van de waterbeheerder en de hem toekomende beleidsruimte een concrete rol (zouden moeten) spelen bij de invulling van zijn zorgplicht, dan wel bij de beantwoording van de vraag of de door hem beheerde opstallen gebrekkig zijn. |
Actualia contractspraktijk |
Het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst anno 2022 |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | Franchise, Non concurrentiebeding, Franchiseovereenkomst, Wet franchise, Artikel 7:920 Burgerlijk Wetboek |
Auteurs | Mr. J.H. Kolenbrander |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt een overzicht gegeven van de in het jaar 2021 gepubliceerde jurisprudentie omtrent het postcontractuele non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst. Daarbij wordt door de auteur aan de hand van thema’s aandacht besteed aan de ontwikkelingen op dit gebied, waaronder de invloed van artikel 7:920 lid 2 Burgerlijk Wetboek (‘Wet franchise’) op de rechtspraak omtrent het postcontractuele non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst. |
Artikel |
De notaris en het Europese consumentenrechtMag de notaris een akte verlijden die een (mogelijk) oneerlijk beding bevat? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | beroepsaansprakelijkheid, ministerieplicht, waarschuwingsplicht, informatieplicht, consumentenbescherming |
Auteurs | Mr. E.A.L. van Emden en Mr. L.H. Rijpkema |
SamenvattingAuteursinformatie |
De richtlijn oneerlijke bedingen beoogt consumenten te beschermen tegen oneerlijke contractsvoorwaarden. Wat nu als de notaris wordt gevraagd om een akte te verlijden waarin een (mogelijk) oneerlijk beding staat? Dit artikel onderzoekt of de notaris gehouden is om de akte dan te verlijden, en of hij dan een waarschuwingsplicht respectievelijk inlichtingenplicht heeft ten aanzien van het (mogelijk) oneerlijke karakter van het beding. |
Sociaal beleid |
Gelijke beloning voor mannen en vrouwen: geen woorden meer maar daden |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2022 |
Trefwoorden | handhaving, toezicht, effectieve rechtsbescherming, transparantie |
Auteurs | Prof. mr. L.A.J. Senden en Drs. R. Hesdahl |
SamenvattingAuteursinformatie |
De loonkloof m/v is een hardnekkig probleem ondanks lang bestaande wetgeving. Dat komt onder meer doordat naleving van het recht op gelijke beloning vooral als een individueel probleem is beschouwd van de klaagster. Het richtlijnvoorstel over meer loontransparantie en betere handhaving van gelijkebeloningswetgeving m/v vormt een welkome trendbreuk doordat het niet alleen individuele rechtsbescherming versterkt maar ook toezicht en handhaving. Het voorstel maakt de loonkloof tot een gedeelde verantwoordelijkheid van werkgevers, sociale partners, gelijke behandelingsorganen, arbeidsinspectie, rechters en een aan te wijzen toezichtsorgaan. Daarmee zet het de lidstaten aan om eindelijk de daad bij het woord te voegen en de loonkloof daadwerkelijk te dichten. |
Artikel |
Een nieuw beoordelingskader voor de sanctionering van vormverzuimen: een stap in de goede richting? |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | beoordelingsvrijheid, rechtsgevolgen, artikel 359a Sv, vormverzuimen, opsporingsonderzoek |
Auteurs | Mr. dr. M. (Mojan) Samadi |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage behandelt het huidige kader van artikel 359a Sv en de mate waarin de door de Hoge Raad in een tweetal standaardarresten uit 2020 aan dit kader aangebrachte wijzigingen ruimte bieden aan de praktijk om vormverzuimen ter discussie te stellen en voor de rechter om daarop te reageren. De auteur bespreekt daartoe onder meer de in de literatuur geuite kritiek op de jurisprudentiële lijn van de Hoge Raad, de meest recente ontwikkelingen in deze discussie, de veranderingen ten opzichte van de situatie voor de hiervoor bedoelde arresten en de praktische implicaties van deze wijzigingen. |
Artikel |
Het negatief narratief van het Nederlands executierecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | beslagrecht, schuldeiser, schuldproblematiek, tenuitvoerlegging, informatieplicht |
Auteurs | Gijs Molkenboer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De tenuitvoerlegging van de rechterlijke uitspraak vormt het sluitstuk van de procedure. In dit artikel wordt betoogd dat daarmee onderbelicht blijft dat het executierecht het fundament onder het procesrecht vormt. Het executierecht wordt in Nederland beschouwd als noodzakelijk alternatief voor eigenrichting – niet als een volwaardig recht dat de staat moet verlenen aan procespartijen. Maatschappelijke (schuld)problemen openbaren zich deels in het executierecht. De wetgever vermoedt een disbalans tussen schuldeisers en schuldenaren, neemt zonder meer aan dat deze in het executierecht kan worden rechtgezet en grijpt, zonder kwantitatieve en kwalitatieve onderbouwing, in. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | Burgerlijk Wetboek, bewijsmedewerking, geschrift, bewijslast, bewijsstandaard |
Auteurs | Wannes Vandenbussche |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 4 april 2019 werd in België de eerste bouwsteen gelegd van een nieuw Burgerlijk Wetboek. Toen keurde de Kamer van Volksvertegenwoordigers van het federaal parlement de wet goed tot invoering van een Burgerlijk Wetboek en tot invoeging van Boek 8 ‘Bewijs’ in dat wetboek. De eerste grondige hervorming van het Belgische bewijsrecht sinds 1804 was daarmee een feit. Deze bijdrage schetst de vier hoofdlijnen die deze hervorming kenmerken: (1) het toegankelijk maken en codificeren van het geldende recht, (2) het bevestigen van het gereglementeerde bewijsstelsel, maar met de nodige versoepelingen, (3) het bewijsrecht aanpassen aan een moderne samenleving en (4) het verduidelijken van de regels inzake bewijslast en de bewijsstandaard. Tijdens de bespreking van deze hoofdlijnen wordt telkens ook aandacht besteed aan de gelijkenissen en verschillen met het Nederlandse bewijsrecht. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2022 |
Trefwoorden | bestuur, vennootschappelijk belang, bevoegdheidsverdeling, Rijnlands model, algemene vergadering |
Auteurs | Prof. mr. B. Kemp |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn oratie gaat Kemp in op de spanning die binnen de vennootschap bestaat tussen de vennootschapsleiding die het belang van de vennootschap moet behartigen en de aandeelhouders die – volgens de heersende leer – hun eigen belang mogen behartigen. Mede op grond van rechtseconomische gedachten doet hij een aanzet tot hoe de bevoegdheidsverdeling binnen de vennootschap verder kan worden vormgegeven. |
Artikel |
Nederlands bewijsbeslag in rechtsvergelijkend perspectiefBespreking van het proefschrift van mr. W.J.G. Maas |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | procesrecht, bewijsvergaring, intellectuele eigendom, saisie-contrefaçon, Richtlijn 2004/48 (Handhavingsrichtlijn) |
Auteurs | Mr. L.E. Dijkman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage bespreekt een recent proefschrift over het bewijsbeslag. Het proefschrift behandelt de achtergrond en met name de rechtspraak over het bewijsbeslag in groot detail en is daarmee een waardevol naslagwerk voor de praktijk. In deze bijdrage worden enkele kritische opmerkingen geplaatst bij de aanbevelingen die het proefschrift doet. |
Artikel |
De Overleveringswet op de helling: de herimplementatie van Kaderbesluit 2002/584/JBZ |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2021 |
Trefwoorden | Kaderbesluit 2002/584/JBZ, EAB, Overleveringswet, Herimplementatiewet, kaderbesluitconforme uitleg |
Auteurs | Prof. mr. dr. V.H. (Vincent) Glerum |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Overleveringswet strekt tot uitvoering van Kaderbesluit 2002/584/JBZ. Deze wet bevatte een groot aantal gebreken. Een deel daarvan was aangetoond in arresten van het Hof van Justitie van de Europese Unie. De op 1 april 2021 in werking getreden Herimplementatiewet beoogde de Overleveringswet in overeenstemming met die arresten te brengen. Deze bijdrage |
Artikel |
Consensuele sexting tussen minderjarigen: een bespreking van de exceptie |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2021 |
Trefwoorden | kinderporno, sexting, gelijkwaardige situatie, leeftijdsgenoot, Wet seksuele misdrijven |
Auteurs | Mr. R.F. (Ruben) Aksay en Mr. drs. M.W. (Maartje) Kouwenberg |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreken de auteurs de voorgestelde uitsluitingsgrond in geval van sexting onder jongeren. Zij bespreken de relatie tussen sexting en kinderporno alsmede het beschermd belang. Hoewel de uitzonderingsgrond als positief wordt beschouwd, plaatsen de auteurs enkele kritische kanttekeningen bij de uitsluitingsgrond. Zij laten zich uit over hoe de bestanddelen ‘als leeftijdsgenoot’ en ‘gelijkwaardige situatie’ moeten worden ingevuld. Verder signaleren zij een discrepantie tussen het delict kinderporno en de exceptie voor wat betreft de vaststelling van de leeftijd. Ten slotte bespreken de auteurs of de gelijkwaardige situatie na uitwisseling van de weergaven nog moet bestaan, en hoe moet worden omgegaan met een eventueel verwijderverzoek van de afgebeelde persoon. |