De recente Mobile Services-uitspraak van de Hoge Raad dat ter ontzenuwing van het causaliteitsvermoeden van art. 2:248 lid 2 BW ook interne oorzaken kunnen worden aangevoerd heeft gevolgen voor de systematiek van dat artikellid. In deze bijdrage wordt die systematiek en de verhouding tot lid 3 besproken. |
Zoekresultaat: 67 artikelen
Kroniek |
Kroniek Aansprakelijkheidsrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 6 2022 |
Auteurs | Caspar Janssens, Ferah Taptik en Laura Kirch |
Artikel |
Weerlegging van het causaliteitsvermoeden van artikel 2:248 lid 2 BW |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 5-6 2022 |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, faillissement, disculpatie, causaliteit, WBF |
Auteurs | Mr. O. Oost |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Collectieve externe bestuurdersaansprakelijkheid voor misleidende tussentijdse cijfersBeschouwingen bij een uitspraak van de rechtbank Amsterdam van 8 december 2021, ECLI:NL:RBAMS:2021:7044 |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 5-6 2022 |
Trefwoorden | balansaansprakelijkheid, misleidingsnorm, schuldgradatie, risicoaansprakelijkheid, disculpatie |
Auteurs | Mr. B.J. Hermans |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze uitspraak wordt een bestuurder ex artikel 2:249 BW aansprakelijk gehouden voor misleidende tussentijdse cijfers. Het oordeel van de rechtbank bestrijkt een aantal interessante aspecten van artikel 2:249 BW, waaronder de kwalificatie ‘tussentijdse cijfers’, de toe te passen misleidingsnorm en de vraag of een persoonlijk ernstig verwijt moet worden vastgesteld. In deze bijdrage staat de auteur daarbij stil. |
Artikel |
Reikwijdte van de wettelijke bewijsvermoedens bij bestuurdersaansprakelijkheid in faillissementBespreking van HR 9 juli 2021, ECLI:NL:HR:2021:1099 (X/Lonis q.q.) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2021 |
Trefwoorden | hoofdelijke aansprakelijkheid, collectieve bestuursverantwoordelijkheid, causaal bewijsvermoeden, weerlegbaar bewijsvermoeden, kennelijk onbehoorlijk bestuur |
Auteurs | Mr. J.C.G. Straatman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het arrest X/Lonis q.q. gaat over het causaal bewijsvermoeden van art. 2:248 lid 2 BW dat bepaalt dat kennelijk onbehoorlijke taakvervulling van het bestuur wordt vermoed een belangrijke oorzaak van het faillissement te zijn. De Hoge Raad beslist dat bestuurders ook het causaal bewijsvermoeden kunnen ontzenuwen zonder een externe van buiten komende faillissementsoorzaak aannemelijk te maken. |
Artikel |
Rellende jongeren & opnieuw een voorstel tot verruiming van de aansprakelijkheid van ouders‘May I have the check, please?’ |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | art. 6:169 BW, risicoaansprakelijkheid, kinderen, jeugdcriminaliteit, schade |
Auteurs | Mr. dr. B.M. Paijmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Jeugdcriminaliteit, de daarbij veroorzaakte schade en de onverhaalbaarheid hiervan vormen vanzelfsprekend een maatschappelijke zorg. Het is echter de vraag of die zorg voldoende reden en rechtvaardiging is om de kwalitatieve aansprakelijkheid van alle ouders te verruimen, zoals thans wordt uitgewerkt en voorbereid door demissionair minister Dekker. De auteur bespreekt in dit artikel daarom de kwalitatieve aansprakelijkheid van ouders, in historisch en huidig perspectief, en geeft vervolgens haar opinie over de mogelijk toekomstige verruiming van deze kwalitatieve aansprakelijkheid. |
Artikel |
Ernstig verwijt revisited bij Wet bestuur en toezicht rechtspersonen 2020 en de evaluatie van de Wet bestuur en toezicht 2011 |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2021 |
Trefwoorden | onbehoorlijk bestuur, bestuurdersaansprakelijkheid, collegialiteitsbeginsel, collectieve verantwoordelijkheid, Artikel 2:9 BW |
Auteurs | Mr. dr. W.A. Westenbroek |
SamenvattingAuteursinformatie |
De ‘ernstig verwijt’-problematiek binnen het bestuurdersaansprakelijkheidsrecht is nog steeds onderwerp van discussie. In deze bijdrage wordt ingegaan op hoe deze problematiek aan de orde is gekomen bij de evaluatie van de Wet bestuur en toezicht 2011 en bij de behandeling van de eind 2020 aangenomen Wet bestuur en toezicht rechtspersonen. |
Annotatie |
Annotatie bij Gemeenschappelijk Hof van Justitie van Aruba, Curaçao, Sint Maarten en van Bonaire, Sint Eustatius en Saba 14 april 2020, zaaknr. CUR2018H00148 A, ECLI:NL:OGHACMB:2020:76 en 77 |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | faillissement, bestuurdersaansprakelijkheid, trustkantoor, internetcasino |
Auteurs | Mr. K. Frielink en Mr. dr. M.V.R. Snel |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2020 |
Trefwoorden | artificial intelligence, robotbestuurder, bestuurdersaansprakelijkheid, rechtspersoonlijkheid |
Auteurs | Mr. A. van der Spek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artificial intelligence speelt een steeds grotere rol, zo ook binnen het ondernemingsrecht. In dit artikel staat de opkomst van de robot als vennootschappelijk bestuurder centraal. Daarbij wordt aandacht besteed aan rechtspersoonlijkheid, het functioneren van de robot als bestuurder en de aansprakelijkheid voor het handelen van de robotbestuurder. |
Artikel |
Bestuurdersaansprakelijkheid voor een misleidend prospectus – een (nieuwe) tussenstand? |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 10-11 2019 |
Trefwoorden | prospectus, aansprakelijkheid, bestuurder, misleiding, prospectusverordening |
Auteurs | Mr. J.R. Hurenkamp |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Prospectusverordening die sinds 21 juli 2019 rechtstreeks werkt, heeft geen gevolgen voor het aansprakelijkheidsregime ten aanzien van de bestuurder voor een misleidend prospectus. De bestuurder is enkel aansprakelijk als hem een ernstig verwijt treft (tenzij het gaat om (jaar)cijfers of handelen pro se), waarvoor geen bewijslastomkering of vermoeden geldt. |
Artikel |
Wegwijs door het Caribisch fiscaal strafrechtThe game is changing |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | Belastingfraude, Fiscaal strafrecht, Pleitbaar standpunt, ATV-richtlijnen, opzet |
Auteurs | Mr. K.M.G. Demandt |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Cariben is het fiscale strafrecht volop in ontwikkeling. Zo zijn de bevoegdheidsverdeling tussen het Openbaar Ministerie en de Belastingdienst en de inkeerregeling als vervolgingsuitsluitingsgrond onderwerpen die steeds meer aan bod komen. Ook een beroep op het pleitbaar standpunt doet zijn intrede in het Caribische fiscale strafrecht. In dit artikel wordt ingegaan op de ontwikkelingen die zich de afgelopen jaren hebben voorgedaan. |
Artikel |
Tweede kansen, stigma’s en de praktijk van het civielrechtelijk bestuursverbod |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 7 2019 |
Trefwoorden | civielrechtelijk bestuursverbod, bestuursverbod, faillissementsfraude, curator, Openbaar Ministerie |
Auteurs | Mr. M. Neekilappillai en Mr. dr. N.T. Pham |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het civielrechtelijk bestuursverbod biedt de curator en het Openbaar Ministerie een instrument om faillissementsfraude effectiever te bestrijden. Op basis van rechtspraakanalyse en interviews met betrokken curatoren wordt betoogd dat het civielrechtelijk bestuursverbod geen geschikt instrument is voor het aanpakken van onkundige maar bonafide bestuurders. |
Artikel |
Bestuurdersaansprakelijkheid en internetcriminaliteit in de bioscoop: een spannende film?Rb. Amsterdam (kanton) 31 oktober 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:7881 (CEO-fraude Pathé) |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2019 |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, werknemersaansprakelijkheid, opzet of bewuste roekeloosheid, ernstig verwijt |
Auteurs | Mr. dr. W.A. Westenbroek |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze praktisch-wetenschappelijke bijdrage wordt aan de hand van de CEO-fraude bij Pathé stilgestaan bij het onderscheid tussen de aansprakelijkheidspositie van de bestuurder en de aansprakelijkheidspositie van de werknemer en de in dat verband gehanteerde terminologie. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, wanprestatie, hulpzaken, medische hulpmiddelen, ongeschikt |
Auteurs | Mr. dr. J.T. Hiemstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
In haar recent verschenen proefschrift onderzoekt de auteur in hoeverre het risico dat voortvloeit uit het gebruik van ongeschikte medische hulpzaken voor rekening van de hulpverlener dient te komen. In dit artikel worden de belangrijkste bevindingen uit dit onderzoek uiteengezet. De auteur komt tot de conclusie dat het risico dat voortvloeit uit het gebruik van ongeschikte medische hulpzaken in beginsel voor rekening van de hulpverlener komt. De redelijkheid zal niet snel gebieden dat het risico dient te worden verschoven naar de patiënt. |
Wetenschap |
|
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, bewijspositie, gezag van gewijsde |
Auteurs | Mr. H.J. Vetter |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recente rechtspraak roept de vraag op welke verweermogelijkheden een op grond van art. 2:11 BW aansprakelijk gestelde bestuurder heeft als de rechtspersoon-bestuurder onherroepelijk is veroordeeld. En hoe is de positie van een op grond van onrechtmatige daad aansprakelijk gestelde bestuurder die zich wil verweren tegen de omvang van de schade van een crediteur van de rechtspersoon, als de rechtspersoon zelf is veroordeeld bij in kracht van gewijsde gegaan vonnis? In deze bijdrage wordt met een beroep op het leerstuk van het gezag van gewijsde bepleit dat de bestuurder meer ruimte voor verweer heeft dan wel wordt aangenomen. |
Artikel |
De one-tier board en de bestuurdersaansprakelijkheid van niet-uitvoerende bestuurders |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2019 |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, one-tier board, bestuurder, artikel 2:11 BW, Fortis |
Auteurs | Mr. dr. C.E.J.M. Hanegraaf |
SamenvattingAuteursinformatie |
Voor niet uitvoerende bestuurders gelden dezelfde aansprakelijkheidsrisico’s als voor uitvoerende bestuurders. Zij zijn namelijk bestuurders, geen commissarissen. Bestuurdersaansprakelijkheid van een rechtspersoon-bestuurder rust via artikel 2:11 BW hoofdelijk op de uitvoerende én niet uitvoerende bestuurders. De taakverdeling kan meebrengen dat niet uitvoerende bestuurders zich eerder kunnen disculperen dan uitvoerende bestuurders. |
Redactioneel |
Het daderschap van de rechtspersoon en avas: universele communicerende vaten? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Daderschap, Rechtspersoon, Aansprakelijkheid, Strafbaarheid |
Auteurs | Mr. dr. E. Gritter |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit editorial gaat de auteur kort in op het verband dat mogelijk universeel bestaat tussen ‘criteria’ voor het aannemen van daderschap van de rechtspersoon en de mogelijkheden die bestaan om een bevrijdend disculpatieverweer (in ons stelsel avas) te voeren. |
Wetenschap |
|
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | bestuurdersaansprakelijkheid, klachtplicht |
Auteurs | Prof. mr. J.B. Huizink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage over de klachtplicht wordt betoogd dat art. 6:89 BW niet van toepassing is op claims uit hoofde van bestuurdersaansprakelijkheid. Op juridisch-dogmatische gronden zou daar voor art. 2:9 BW wellicht nog wel iets te zeggen zijn, maar voor art. 2:138 (248) en 6:162 BW in veel mindere mate, nu de uit deze bepalingen voortvloeiende verplichtingen niet kwalificeren als verbintenissen. Belangrijker is evenwel dat voor alle drie de vormen van bestuurdersaansprakelijkheid toepasselijkheid van art. 6:89 BW – gelet op de ratio van de klachtplicht – niet aanvaardbaar en dus onwenselijk is. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | belangenverstrengeling, bestuur en toezicht, executive committee, governance, Governance Code Zorg 2017 |
Auteurs | Prof. mr. L.G.H.J. Houwen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De integrale bekostiging van ziekenhuizen heeft geresulteerd in de vorming van grootschalige Medisch Specialistische Bedrijven (MSB’s). Voor de verhoudingen binnen de medische staf biedt dit nieuwe samenwerkingsmodel kansrijke perspectieven. In de relatie met het ziekenhuisbestuur manifesteren zich daarentegen hardnekkige governancedilemma’s, namelijk: (i) een meerledige overlegstructuur met de medische staf; (ii) een meervoudige besturing van het ziekenhuis; en (iii) een kwetsbare positionering van de raad van toezicht. Voor een meer evenwichtige en toekomstbestendige governancestructuur wordt, tegen de achtergrond van de actuele ontwikkelingen in de curatieve sector, een verdergaande integratie van medisch specialisten in een gemeenschappelijke ziekenhuisorganisatie bepleit. Naast vormen van werknemersparticipatie of hybride participatiemodellen komt daarvoor met name een coöperatieve ondernemingsvorm in aanmerking die zich dan verder kan doorontwikkelen tot een regionale medische netwerkorganisatie. |
Wetenschap |
|
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | rechtspersoon-bestuurder, tweedegraadsbestuurder, aansprakelijkheid uit de wet, buitenlandse rechtspersoon als bestuurder |
Auteurs | Prof. mr. J.B. Huizink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt kort de werking van art. 2:11 BW besproken. Daarbij wordt onder meer ingegaan op enkele – vermeende – knelpunten en geprobeerd een antwoord te geven op de vraag naar de effectiviteit van de regeling. Daar is aanleiding toe, nu de Hoge Raad ruim een jaar geleden een belangrijk arrest over de reikwijdte van de bepaling heeft gewezen. In HR 17 februari 2017 ECLI:NL:HR:2017:275, NJ 2017/215 m.nt. Van Schilfgaarde (Le Roux Fruitexporters) werd beslist dat bestuurdersaansprakelijkheid op grond van onrechtmatige daad mede door art. 2:11 BW wordt bestreken. |
Artikel |
De waarborgfunctie van het rechtspersonenrechtOver de bewaarnemersrol van eerste- en tweedegraadsbestuurders en hun (ogenschijnlijk) verschillende processuele positie na het arrest Le Roux Fruit Exporters |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2018 |
Trefwoorden | waarborgfunctie, bewaarnemersrol, vennootschappelijk belang, ernstig verwijt, bestuurdersaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. dr. W.A. Westenbroek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Om het recht te begrijpen is het soms van belang stil te staan bij de vraag waarom dat recht bestaat. In deze wetenschappelijke bijdrage wordt daarom ingegaan op de zogenoemde waarborgfunctie van het rechtspersonenrecht. Het artikel onderbouwt de eerder door de auteur ingezette lijn dat het bestuurdersaansprakelijkheidsrecht aan herbezinning toe is. |