De mededingingsregels, waaronder de staatssteunregels, bieden ruimte aan overheden en ondernemingen om de ingrijpende economische gevolgen als gevolg van de Covid-19-crisis op te vangen. In tijdelijke kaders heeft de Europese Commissie uiteengezet welke bijzondere steunmaatregelen en welke samenwerkingsvormen tussen concurrerende ondernemingen zijn toegestaan. Om snel ingrijpen mogelijk te maken heeft de Commissie voorzien in flexibele procedures die op korte termijn rechtszekerheid bieden. In deze bijdrage bespreken wij de specifieke invulling van de mededingingsregels in de tijdelijke kaders en gaan wij in op de vraag wat de tijdelijke materiële en procedurele flexibiliteit betekent voor de toekomst van deze regels. |
Zoekresultaat: 57 artikelen
Covid-19 |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | Covid-19, staatssteun, mededingingsregels, Tijdelijke Kaderregeling, Tijdelijk Raamwerk |
Auteurs | Mr. M.C. van Heezik, Mr. drs L.N.M. van Uden en Mr. L.G.J. Fiorilli |
SamenvattingAuteursinformatie |
Annotatie |
Bindende minimumtarieven voor echte zelfstandigen: een analyse van Nederlands en Europees rechtHvJ EU 4 juli 2019, C-377/17, ECLI:EU:C:2019 (Commissie/Duitsland) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Minimumtarief, Zelfstandigen, Verkeersvrijheden, Mededingingsrecht, Avv-cao’s |
Auteurs | Prof. mr. Femke Laagland |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het zzp-dossier houdt de politieke gemoederen in Nederland al geruime tijd bezig. Een van de maatregelen waarover wordt nagedacht is een minimumtarief voor zelfstandigen. Een conceptwetsvoorstel minimumtarief zelfstandigen kon op draagvlak rekenen in politiek, wetenschap en praktijk, maar sneuvelde op de uitvoerbaarheid. De minister van Sociale Zaken en Werkgelegenheid heeft zijn hoop nu gevestigd op de sociale partners. Ook andere landen trachten bindende minimumtarieven voor zelfstandigen te realiseren. In 2019 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie zich uitgelaten over de Duitse HOAI, waarin vaste honoraria voor architecten en ingenieurs zijn vastgelegd. De Duitse wet bleek in strijd met de vrijheid van vestiging. In deze annotatie wordt het arrest geanalyseerd en wordt nagegaan hoe de Nederlandse initiatieven zich verhouden tot het Europese recht. De annotatie sluit af met aanbevelingen voor een Nederlandse coherente aanpak die de Europese toets kan doorstaan. |
Annotatie |
Het Hongaarse banken-arrest: vlees doch vis en een eendentest voor doelbeperkingen |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | VWEU, doelbeperking, Paroxetine |
Auteurs | Ruben Elkerbout |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bespreking van het Hongaarse banken-arrest van het Hof van Justitie over het concept van de doelbeperking. |
Mededinging |
De ACM leidraad tariefafspraken zzp’ers: de ACM vs. Europees kartelverbod? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2020 |
Trefwoorden | ACM, Kartelverbod, zzp’ers, Tariefafspraken, Leidraad |
Auteurs | Mr. S. van der Heul |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de publicatie van de Leidraad tariefafspraken zzp’ers beoogt de Autoriteit Consument & Markt (ACM) duidelijkheid te scheppen over de verenigbaarheid van zulke afspraken met het mededingingsrecht. Aangezien zzp’ers in de regel worden gezien als onderneming, vallen onderlinge afspraken over prijzen in beginsel onder het kartelverbod. De ACM signaleert de zorg dat zzp’ers door concurrentie onder het bestaansminimum uitkomen. Zij heeft in de Leidraad drie volgens haar toepasselijke uitzonderingen op het kartelverbod geformuleerd. Daarnaast kondigt de ACM aan het kartelverbod niet te zullen handhaven ten aanzien van afspraken die het door het kabinet beoogde minimumloon voor zzp’ers van 16 euro per uur vastleggen. Of dit minimumloon er komt en wat het voor deze toezegging betekent als dit niet het geval is, zal moeten blijken. |
Annotatie |
Pay for delay in the UKUitspraak van 30 januari 2020 van het Hof van Justitie ten aanzien van farmaceutische schikkingsovereenkomsten in zaak C-307/18, ECLI:EU:C:2020:52 (Generics (UK) Ltd. e.a./Commissie (Paroxetine)) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2020 |
Auteurs | Pauline Kuipers en Wolf Sauter |
Auteursinformatie |
Kroniek |
Kroniek civiele rechtspraak 2019 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | civiel, rechtspraak, 2019, mededingingsrecht, Skanska |
Auteurs | Stefan Tuinenga en Marianne Meijssen |
Auteursinformatie |
Mededinging |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | verticale overeenkomsten, verticale prijsbinding, Leidraad. Afspraken tussen leveranciers en afnemers, e-commerce, koersverandering |
Auteurs | Mr. J.B. van der Blij en Mr. dr. T.D.O. van der Vijver |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de publicatie van de ‘Leidraad. Afspraken tussen leveranciers en afnemers’ onderstreept de ACM de nieuw ingeslagen weg met betrekking tot verticale prijsbinding: er zal meer aandacht bestaan voor en strenger worden opgetreden tegen verticale prijsbinding. Deze actievere handhaving staat duidelijk in contrast met het (prioriterings)beleid dat de ACM slechts vier jaar eerder uiteenzette in het Visiedocument over verticale afspraken. De nieuwe koers is mede ingegeven door de vlucht die internetverkoop heeft genomen en zorgt ervoor dat de ACM weer in pas loopt met de Commissie (en de rest van de EU-lidstaten). |
Artikel |
De digitale werkwijzen van de ACM en de AFM bekeken met een AVG-bril |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | AVG, digitale opsporing, werkwijze ACM en AFM, artikel 5:17 Awb |
Auteurs | Elsbeth Beumer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Voor het opsporen van overtredingen vergaren toezichthouders in toenemende mate digitaal materiaal bij vermeende overtreders. De bevoegdheid om digitaal opgeslagen zakelijke gegevens te kopiëren, hebben toezichthouders op grond van artikel 5:17 Awb. De ACM en AFM hebben deze bevoegdheid en de manier waarop zij het digitale materiaal verzamelen en kopiëren uitgewerkt in een werkwijze. In dit artikel worden deze ‘digitale werkwijzen’ van de ACM en AFM bekeken met een AVG-bril. Is de bevoegdheid om (soms grote) hoeveelheden en (on)gestructureerde data te verzamelen en kopiëren in overeenstemming met de AVG? En zo ja, welke eisen stelt de AVG aan de digitale werkwijzen? |
Annotatie |
Servier: een bittere pil voor de CommissieUitspraak van het Gerecht van 12 december 2018, zaak T- 691/14, ECLI:EU:T:2018:922 (Servier e.a./Commissie) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2019 |
Auteurs | Pepijn van Ginneken en Gaëlle Béquet |
Auteursinformatie |
Annotatie |
De ISU-beschikking; rijdt de Commissie een scheve schaats? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2018 |
Trefwoorden | ISU, doelbeperking, gevolgbeperking, sport en mededinging, marktordening |
Auteurs | Felix Roscam Abbing |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recentelijk heeft de Europese Commissie geoordeeld dat de regels van de ISU op grond waarvan schaatsers die aan niet-geautoriseerde wedstrijden van derden meedoen een langdurige of zelfs levenslange schorsing riskeren, in strijd zijn met het mededingingsrecht. De Commissie concludeert dat de ISU-regels een doelbeperking zijn in de zin van artikel 101 VWEU. In deze annotatie wordt besproken of deze zaak zich wel leent voor beoordeling als doelbeperking in plaats van gevolgbeperking, en of artikel 101 VWEU überhaupt wel zou moeten worden toegepast. Als laatste wordt kort besproken of dergelijke zaken wel zouden moeten worden beoordeeld onder het mededingingsrecht. |
Annotatie |
Wat is een nadeel voor de mededinging en wie bepaalt dat? Over de rol van deskundigen en de bewijsstandaard in het kader van discriminatie door een dominant platformRechtbank Amsterdam 21 maart 2018, ECLI:NL:RBAMS:2018:1654 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | misbruik van een economische machtspositie, deskundigenrapport, discriminatie, uitsluiting, digitale economie, platform markt |
Auteurs | Jotte Mulder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze uitspraak van de rechtbank Amsterdam ziet op een langslepend conflict tussen Funda en VBO makelaars. De rechtbank stelt op basis van een deskundigenrapport vast dat Funda in het bezit is van een machtspositie. De uitspraak is interessant vanwege de belangrijke rol van het deskundigenrapport en de centraal staande schadetheorie die atypisch is en aanleiding geeft tot enige reflectie op de verhouding tussen zogenoemde uitsluitings- en exploitatie/discriminatoire vormen van misbruik en de verschillende bewijsstandaarden die daarvoor gelden. |
Redactioneel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2-3 2018 |
Auteurs | Paul de Bijl |
Auteursinformatie |
Peer-reviewed artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2-3 2018 |
Trefwoorden | machtsmisbruik, concentratiecontrole, consumentenuitbuiting, leveringsweigering, gegevensportabiliteit |
Auteurs | Inge Graef |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage betoogt dat het mededingings- en gegevensbeschermingstoezicht beter op elkaar afgestemd moeten worden om consumentenbelangen in datagedreven markten te waarborgen. De nasleep van de Facebook/WhatsApp-concentratie laat zien dat het toezicht op digitale markten te wensen overlaat, ondanks de vele handhavingsacties in verschillende lidstaten. Vanuit het perspectief van het mededingingsrecht worden aanbevelingen voor een meer samenhangend toezicht op misbruik van economische machtspositie en concentraties gedaan, zowel inhoudelijk bij de toepassing van concepten als institutioneel bij het uitoefenen van bevoegdheden door de betreffende toezichthouders. Geconcludeerd wordt dat er ruimte is voor synergieën maar dat er ook sprake kan zijn van spanning tussen de twee rechtsgebieden. |
Mededinging |
Coty: beperking verkoop via internetplatforms magHet Hof van Justitie corrigeert Pierre Fabre maar had krachtiger leiding kunnen geven |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2018 |
Auteurs | Mr. G. Oosterhuis |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze bijdrage betreft de prejudiciële uitspraak van het Hof van Justitie in het geschil tussen Coty Germany GmbH (Coty) en Parfümerie Akzente GmbH (Akzente).1x HvJ 6 december 2017, zaak C-230/16, Coty Germany GmbH/Parfümerie Akzente GmbH, ECLI:EU:C:2017:91 (hierna: Coty). Het Hof van Justitie oordeelt dat een selectief distributiestelsel verenigbaar kan zijn met het Europese mededingingsrecht indien het is vormgegeven om het luxe-imago van de betreffende producten te beschermen. In dat kader kan ook een verbod aan distributeurs om luxeproducten via platforms van derden te verkopen toegestaan zijn en vormt een dergelijk platformverbod geen hardcore beperking als bedoeld in Verordening (EU) nr. 330/2010. De uitspraak corrigeert Pierre Fabre maar geeft minder krachtig leiding dan had gekund. Noten
|
Jurisprudentie |
Let op! Prijslenen kost geldCBb 12 oktober 2017, ECLI:NL:CBB:2017:325 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | kartel, prijslenen, cover pricing, bagatel, functiescheiding |
Auteurs | Alvaro Pliego Selie |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de geannoteerde uitspraak had het CBb voor het eerst de mogelijkheid zich uit te spreken over de verenigbaarheid met het mededingingsrecht van de praktijk van ‘prijslenen’ (ook wel: cover pricing) bij aanbestedingen. Met name stond de vraag centraal of deze praktijk moet worden aangemerkt als een gedraging die tot doel heeft de mededinging te beperken. Het CBb beantwoordt deze vraag bevestigend. Ofschoon vaststond dat prijslenen minder evidente mededingingsbeperkende impact zal hebben dan ‘bid rigging’, omdat wel contact plaatsvindt tussen inschrijvers, maar niet gezamenlijk de winnende inschrijver en/of inschrijfprijs wordt bepaald, is het College toch van oordeel dat de te verwachten vervalsing van de mededinging van deze praktijk dusdanig is dat deze, conform de uitspraak van het Hof van Justitie in de zaak Cartes Bancaires, ‘naar zijn aard schadelijk kan worden geacht voor de goede werking van de normale mededinging’. Het CBb wijdt daarnaast interessante overwegingen aan de bagatelgregeling en de door de ACM in acht te nemen functiescheiding. |
Artikel |
De strekkingsbeperking binnen het Europese mededingingsrecht: het EVA-Hof puzzelt mee |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2017 |
Trefwoorden | mededingingsrecht, doelbeperking, Hof van de Europese Vrijhandelsassociatie, strekkingsbeperking, rechtspraak |
Auteurs | Mr. J. Mulder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze uitspraak van het Hof van de Europese Vrijhandelsassociatie gaat in op een langslepende discussie omtrent de invulling van het onderzoek dat vereist is om te kunnen concluderen dat sprake is van een mededingingsrechtelijke strekkingsbeperking. Lange tijd was sprake van onduidelijkheid omtrent de exacte rol van de mededingingsbeperkende gevolgen binnen dit onderzoek. In de Cartes Bancaires-uitspraak heeft het Hof van Justitie besloten dat voor strekkingsbeperkingen geen enkel onderzoek is vereist naar de concrete gevolgen mits de overeenkomst behoort tot een categorie gedragingen waarvan de ervaring leert dat zij in voldoende mate de mededinging nadelig kunnen beïnvloeden. Daarnaast moet worden vastgesteld dat een overeenkomst in het licht van de economische en juridische context in staat is de mededinging te beperken. Het Hof van de Europese Vrijhandelsassociatie volgt deze benadering op een zeer heldere en systematische wijze. Na lezing van de uitspraak rijst echter de vraag: ontaardt een beoordeling van de economische en juridische context in bepaalde marktsituaties niet toch in een beoordeling van de gevolgen van een overeenkomst? |
Artikel |
Eindrapport E-Commerce Sector Inquiry: extra aandacht voor geoblocking en verticale prijsbinding |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2017 |
Trefwoorden | E-commerce, Sector inquiry, Verticale prijsbinding, Geoblocking, Mededinging |
Auteurs | Mr. drs. D.P. Kuipers en Mr. G.P. Sholeh |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 10 mei 2017 heeft de Europese Commissie als onderdeel van haar Digital Single Market-strategie een eindrapport gepubliceerd waarin de conclusies van haar e-commerce sector inquiry zijn opgenomen. Dit eindrapport brengt handelspraktijken aan het licht die tot een beperking van de concurrentie zouden kunnen leiden op (digitale) e-commerce markten. In dit artikel bespreken wij onder andere de belangrijkste en interessantste bevindingen uit het eindrapport. Daarnaast bespreken we de beleidsconclusies van de Europese Commissie, en recente en nieuwe (inbreuk)zaken op het gebied van e-commerce. Wij sluiten af met enkele opmerkingen over de (mogelijke) betekenis van het eindrapport voor de (Nederlandse) rechtspraktijk. |
Artikel |
Transparantie van ziekenhuistarieven: een wazige spiegel of oog in oog? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | transparantie, informatie-uitwisseling, ziekenhuistarieven, zorgstelsel, eigen risico |
Auteurs | Jan Tichem en Wolf Sauter |
SamenvattingAuteursinformatie |
Binnen het Nederlandse zorgstelsel heeft transparantie van ziekenhuistarieven voor- en nadelen. Het belangrijkste voordeel is dat transparantie beneden de eigen risicogrens de consument duidelijkheid kan bieden over zijn zorgkosten. Het belangrijkste nadeel is dat transparantie tot prijspariteit kan leiden: elke verzekeraar betaalt uiteindelijk dezelfde prijs voor zorgproducten. Hierdoor verzwakken de prikkels voor verzekeraars om scherp te onderhandelen. Daarnaast kan transparantie leiden tot uitholling van het eigen risico en te veel concurrentie op prijs ten koste van kwaliteit. Andere effecten van transparantie zoals stilzwijgende afstemming tussen ziekenhuizen en betere kostprijsinschattingen lijken beperkt. Wij concluderen dat transparantie idealiter geboden wordt door verzekeraars aan hun eigen verzekerden, op beveiligde wijze, en uitsluitend voor tarieven onder de eigen risicogrens. |
Praktijk |
Kroniek Nederlands mededingingsrecht 2016 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2017 |
Auteurs | Marc Custers, Marc Wiggers, Robin Struijlaart e.a. |
Auteursinformatie |
Praktijk |
Update mededingingsrechtelijke aspecten van postcontractuele concurrentieverboden in franchiseovereenkomsten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | Franchise, Postcontractuele concurrentieverboden, Verticaal mededingingsrecht, Nevenrestrictie |
Auteurs | Mr. H.E. Urlus |
SamenvattingAuteursinformatie |
De bijdrage ziet op mededingingsrechtelijke ontwikkelingen bij postcontractuele concurrentieverboden in franchiseovereenkomsten en de implicaties van de uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie in de beschikking La Retoucherie de Manuele. De auteur stelt de vraag of dergelijke bedingen in de context van franchise nog kunnen worden aangemerkt als noodzakelijke nevenrestricties. Dat is van belang, omdat dergelijke nevenrestricties zijn onttrokken aan mededingingsrechtelijke toetsing, waardoor de merkbaarheid geen rol meer speelt. De auteur wijst erop dat bij een mededingingsrechtelijke toetsing van postcontractuele concurrentieverboden meer factoren van belang zijn dan slechts een belangenafweging tussen partijen. |