In deze bijdrage wordt de vraag aan de orde gesteld op welke grond en onder welke voorwaarden de curator van de schuldeiser terugbetaling kan vorderen van het bedrag waarmee zijn rekening na aanvang van de dag van de faillietverklaring werd gecrediteerd. |
Zoekresultaat: 69 artikelen
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2022 |
Trefwoorden | automatische incasso, debetsaldo, fixatiebeginsel, art. 23 Fw, benadeling van schuldeisers |
Auteurs | Mr. B. Kramer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Europese ontwikkelingen in het insolventierechtEen civielrechtelijk perspectief |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2021 |
Trefwoorden | harmonisatie, faillissementsrecht, faillissementspauliana, bestuurdersaansprakelijkheid, rangorde van schuldeisers |
Auteurs | Mr. Y. Diamant |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vanuit ‘Europa’ wordt aangestuurd op verdere eenvormigheid van het insolventierecht van de EU-lidstaten. De Europese ontwikkelingen in het insolventierecht worden in dit artikel besproken, waarbij wordt ingezoomd op vier civielrechtelijke onderwerpen: bestuurdersaansprakelijkheid, faillissementspauliana, de positie van zekerheidsgerechtigden en de rangorde van schuldeisers. |
Artikel |
Kroniek Insolventierecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 6 2021 |
Auteurs | Matthieu Brink, Floris Dix, Dennis Helmons e.a. |
Artikel |
De WHOA en het contractenrecht |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | WHOA, Contracten, Insolventie, aandeelhoudersovereenkomsten, onderhands akkoord |
Auteurs | Mr. J.G.A. Struycken |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) die per 1 januari 2020 in werking is getreden, kan grote implicaties hebben op gesloten contracten. De WHOA introduceert een uniek fenomeen in het Nederlands vermogensrecht: in een situatie buiten faillissement kunnen contractuele aanspraken worden gewijzigd ook als de wederpartij daar zelf niet mee instemt. Clausules die inroepbaar zijn bij initiatie van een schuldeisersakkoord onder de WHOA worden krachteloos. In dit artikel gaat de auteur per soort contract na wat de betekenis van de WHOA is voor dergelijke contractuele relaties en wat de mogelijkheden en de zin ervan zijn om de initiatie van een schuldeisersakkoord onder de WHOA in contracten op te nemen als grond voor beëindiging of om die aan goedkeuring van aandeelhouders te onderwerpen. |
Wetenschap en praktijk |
Selectieve betalingen in het zicht van (mogelijke) insolventie – ruim baan voor de bestuurder? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Ontvanger/Roelofsen, faillissement, bestuurdersaansprakelijkheid, Ingwersen q.q./Kromme Leek c.s., verhaalsfrustratie |
Auteurs | Mr. L.M. Linskens en Mr. S.C.M. van Thiel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Een bestuurder van een bv of nv wordt in tijden van financiële krapte veel vrijheid gegund om zelf te bepalen welke schuldeisers hij wel en welke hij (nog) niet voldoet. Deze vrijheid wordt slechts begrensd door de wet (pauliana) en door de jurisprudentie omtrent selectieve betalingen. Op grond van die jurisprudentie is een bestuurder die in een situatie waarin er blijvend meer schulden dan middelen zijn gelieerde crediteuren boven andere crediteuren behandelt, in beginsel persoonlijk aansprakelijk jegens die andere crediteuren. In de literatuur is bepleit dat deze ‘in beginsel’-regel zou moeten gelden voor alle betalingen die een bestuurder verricht nadat het faillissement van de vennootschap onvermijdelijk is geworden. Uit het arrest Ingwersen q.q./Kromme Leek c.s., dat eerder dit jaar werd gewezen, volgt dat de Hoge Raad hier echter geen aanleiding voor zag. In deze bijdrage staat de vraag centraal of dit betekent dat de Hoge Raad de bestuurder zelfs in een dergelijke situatie nog ruim baan geeft om zijn eigen keuzes te maken. Aan het einde wordt bezien hoe de lagere jurisprudentie tot nu toe hierop heeft gereageerd. |
Artikel |
Kroniek Insolventierecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 9 2020 |
Auteurs | Matthieu Brink, Floris Dix, Jaap van der Meer e.a. |
Kroniek |
Commuun internationaal procesrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2020 |
Auteurs | Marek Zilinsky |
Auteursinformatie |
Actualia contractspraktijk |
Faillissement is niet (altijd) het bankroet van een contract |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Contract, Faillissement, Nebula, Verrekening, Opzegging |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard en Mr. M.P. Van Eeden-van Harskamp |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staan de auteurs stil bij de inwerking van de insolventieprocedure op overeenkomsten. Zij bespreken aan de hand van recente rechtspraak de hoofdregel dat het faillissement bestaande overeenkomsten niet beïnvloedt, het recht van de curator om tekort te schieten, de gevolgen van het faillissement voor verplichtingen uit huur-, pacht-, arbeids- en agentuurovereenkomsten en de mogelijkheden tot verrekening. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2020 |
Trefwoorden | faillissement, groepen, herstructureren, WHOA, garanties |
Auteurs | Mr. S.C. Pepels |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de Wet homologatie onderhands akkoord (WHOA) introduceert de wetgever een nieuw instrument in de Faillissementswet: het dwangakkoord buiten surseance en faillissement. De auteur verkent in dit artikel de toepassingsmogelijkheden van de WHOA bij groepsherstructureringen, zowel in nationale als in internationale context. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2019 |
Trefwoorden | beroepsaansprakelijkheid, Insolventie, Maclou-norm |
Auteurs | Mr. E.A.L. van Emden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel betreft de persoonlijke aansprakelijkheid van de faillissementscurator, de bewindvoerder in surseance en de bewindvoerder in de schuldsaneringsregeling. Het relevante juridische kader wordt besproken, evenals diverse scenario’s waarin persoonlijke aansprakelijkheid aan de orde kan komen. Dit geschiedt aan de hand van gepubliceerde en niet-gepubliceerde rechtspraak. Het artikel beoogt daarmee een algemeen overzicht te geven van de (on)mogelijkheden om persoonlijke aansprakelijkheid te vestigen. |
Artikel |
De pauliana in het Europese internationaal privaatrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 8-9 2019 |
Trefwoorden | ipr, toepasselijk recht, Rechtsmacht, Eex-VO, pauliana |
Auteurs | Mr. T.V.J. Bil |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de pauliana kan een faillissementscurator of schuldeiser transacties van de schuldenaar met derden aantasten. In dit artikel wordt besproken hoe rechtsmacht en toepasselijk recht voor een paulianavordering binnen en buiten faillissement moeten worden bepaald. Daarbij valt op dat de situatie binnen faillissement veel overzichtelijker is dan buiten faillissement. |
Artikel |
Kroniek Insolventierecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 9 2019 |
Auteurs | Jaap van der Meer, Floris Dix, Suzan Winkels-Koerselman e.a. |
Wetenschap |
Twee heren (in één transactie) dienen, mag dat nu wel of (soms) toch niet? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2019 |
Trefwoorden | tegenstrijdig belang, belangenverstrengeling, Bruil, corporate governance, Wet bestuur en toezicht rechtspersonen |
Auteurs | Prof. mr. W.J. Oostwouder en Mr. T. Spronk |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wet bevat geen duidelijke definitie voor het begrip ‘tegenstrijdig belang’. Ook de wetsgeschiedenis biedt onvoldoende aanknopingspunten voor een eenduidige interpretatie van dit begrip en zijn toepassing. De minister verwijst wel naar het in 2007 gewezen Bruil-arrest. Hieruit blijkt dat ook in het sinds 2013 geldende recht moet worden uitgegaan van de in dit arrest aangenomen verschuiving van de abstracte leer naar de materiële leer. Dit neemt niet weg dat er twijfels ontstaan over de ex-antetoepassing van de ex post geformuleerde Bruil-norm, de specifieke invulling van het materiële begrip en de verhouding tussen de tegenstrijdig-belangregeling en de Linders/Hofstee-regels. Deze onduidelijkheid wordt versterkt door de verschillende interpretaties van dit begrip in de governancecodes en recente uitspraken van de Ondernemingskamer en de Governancecommissie Gezondheidszorg. Een verheldering van dit begrip door de wetgever in het kader van de behandeling van het wetsvoorstel Wet bestuur en toezicht rechtspersonen zou derhalve gewenst zijn. |
Artikel |
Rechtsmacht bij pauliana: Feniks-arrest leidt tot onvoorzienbaarheid |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2019 |
Trefwoorden | internationale bevoegdheid, pauliana, bevoegdheidsgrond ‘verbintenissen uit overeenkomst’, voorzienbaarheid |
Auteurs | Mr. drs. C.F. Michiels |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Feniks-arrest heeft het Europees Hof van Justitie geoordeeld dat in geval van een pauliana de bijzondere bevoegdheidsgrond van verbintenissen uit overeenkomst (art. 7 lid 1 sub a Brussel I-bis) van toepassing is. Dat oordeel lijkt niet in lijn te zijn met de doelstelling van voorzienbaarheid van deze verordening. |
Van de NOvA |
Van de tuchtrechter |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 5 2019 |
Auteurs | Kees Pijnappels |
Artikel |
Het civielrechtelijk bestuursverbod van juli 2016 tot nu |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 3 2019 |
Auteurs | Lisette van der Gun |
Wetenschap en praktijk |
Bevoegde rechter en toepasselijk recht bij de actio pauliana |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | actio pauliana, bevoegde rechter, forum shopping, toepasselijk recht |
Auteurs | Mr. drs. P. van Asperen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In oktober 2018 heeft het Hof van Justitie van de Europese Unie (hierna: HvJ) duidelijk gemaakt in welke lidstaat partijen een vraagstuk over de actio pauliana aan een rechter kunnen voorleggen. In eerdere arresten gaf het HvJ vooral aan wat niet mogelijk was. Volgens het HvJ volgt de bevoegdheid van een rechter mede uit de contractuele relatie tussen schuldeiser en schuldenaar. Dit betekent dat de schuldeiser veelal in de eigen lidstaat naar de rechter kan stappen. De schuldeiser heeft de mogelijkheid van forum shopping. Het HvJ zegt niets over het toepasselijke recht. Aannemelijk is dat het recht dat de actio pauliana beheerst, wordt bepaald door het recht dat op de benadelende rechtshandeling van toepassing is. |
Artikel |
Faillissementsfraude: een queeste naar remedies voor gedupeerden in België |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2019 |
Trefwoorden | faillissementsfraude, bestuursaansprakelijkheid, schuldeiserscontrole, financieringsproblematiek |
Auteurs | Mr. R. Verheyden |
SamenvattingAuteursinformatie |
In faillissementen met een sterk maatschappelijk belang en/of waarbij er kennelijke aanwijzingen zijn van fraude moet het Openbaar Ministerie het onderzoek voeren in België. De curator heeft daarbij een ondersteunende rol, maar moet ook in andere gevallen door de rechter-commissaris gedwongen kunnen worden onderzoek te verrichten. Bij lege boedels moet de Staat de procedurekosten dragen. |
Artikel |
Kroniek Insolventierecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 8 2018 |
Auteurs | Jaap van der Meer, Floris Dix, Suzan Winkels-Koerselman e.a. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | insolventierecht, Peeters/Gatzen-vordering, schuldeisersbenadeling, Rosbeek-arrest, redelijkheidstoets |
Auteurs | Mr. P.J. Hooghoudt en Mr. D.C. van Sisseren-Roessingh |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs bespreken naar aanleiding van het recente Rosbeek-arrest enkele onduidelijkheden over de aard en reikwijdte van de Peeters/Gatzen-vordering en betogen dat een redelijkheidstoets wenselijk is als (deel)criterium of leidraad voor toekenning van instellingsbevoegdheid daarvan aan de curator. |