Artikel 15 aanhef en onder c Richtlijn 2011/95/EU (de Kwalificatierichtlijn) bevat de criteria voor het bestaan van ‘ernstige schade’ met het oog op zogenoemde ‘subsidiaire bescherming’. Subsidiaire bescherming is een van de twee vormen van internationale bescherming; vluchtelingschap is de andere vorm. Subsidiaire bescherming wordt verleend indien aannemelijk is dat bij uitzetting van de vreemdeling gegronde redenen bestaan op een reëel risico om te worden onderworpen aan: (a) doodstraf of executie, (b) folteringen, onmenselijke of vernederende behandelingen of bestraffingen, of (c) ernstige en individuele bedreiging van het leven of de persoon van een burger als gevolg van willekeurig geweld in het kader van een internationaal of binnenlands gewapend conflict. In deze uitspraak bevestigt het Hof van Justitie dat de beoordeling van de vraag of sprake is van een artikel 15c-situatie een algemene beoordeling betreft waarbij de verschillende relevante elementen in samenhang moeten worden beoordeeld. Een beoordeling die alleen ziet op het aantal doden en gewonden wordt in strijd geacht met het Unierecht. Het Hof van Justitie gaat met name in op factoren uit het eerdere arrest Diakité; deze worden in dit arrest nogmaals benadrukt. |
Zoekresultaat: 39 artikelen
Asiel en migratie |
Kwantificeren is geen kwalificeren: de uitspraak van het Hof van Justitie inzake de vaststelling van willekeurig geweld (art. 15c-situaties) |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9-10 2021 |
Trefwoorden | asiel, menselijke waardigheid, gewapend conflict |
Auteurs | M. van Harn LLB en Mr. dr. K.M. Zwaan |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Amerikaanse perspectieven over onderhandelen en bemiddelenInleidend: drie perspectieven van drie Amerikaanse ‘big names’ |
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 4 2021 |
Auteurs | Alain-Laurent Verbeke |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hence it is always interesting to look across the ocean to enrich our thinking and practice in ADR with some fresh insights and perspectives from the USA. As an add-on to my book on Constructive conflict and dispute management (Constructief omgaan met conflicten en geschillen. Inleiding in probleemoplossend onderhandelen en bemiddelen, A.-L. Verbeke & G. Vervaeke, Boomjuridisch Antwerpen 2022, 173 p.; also published in TMD 2021 (25) 2, 14-149), I have requested three American good friends and colleagues of eminent standing in the field, to give a brief reflection on video on a topic of each one of the three chapters of the book. You can watch these interesting perspectives via the QR codes in this article. In the first clip, related to the first chapter on communication, Professor of Practice at Harvard Law School Sheila Heen comments on some aspects of "Difficult Conversations", the best-selling book of which she is a co-author. On the second chapter on negotiation, we focus on the complex question when to negotiate, when to fight when your opposing party feels like a demon. Professor Robert H. Mnookin, author of the best-selling book "Bargaining with the Devil", is our expert guide in the second clip. He is the Williston Professor of Law at Harvard Law School, Director of the Harvard Negotiation Research Project and Emeritus Chair of PON, the famous Program On Negotiation at Harvard Law School. We conclude with comments on the third chapter on mediation, in the third video clip presented by Professor Carrie Menkel-Meadow, who is the Distinguished and Chancellor's Professor of Law at UC Irvine and Emerita A.B. Chettle, Jr. Professor of Dispute Resolution and Civil Procedure at Georgetown University Law Center. |
Artikel |
David versus Goliath; of hoe de Arubaanse burger tegen de overheid moet vechten |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | geschil met overheid, civiel recht, bestuursrecht, strafrecht, hobbels en valkuilen, Civiel recht, Bestuursrecht, Strafrecht |
Auteurs | Mr. A. Balentina |
SamenvattingAuteursinformatie |
De relatie van de burger met de overheid kan op verschillende manieren plaatsvinden: via het civiele recht, het bestuursrecht en zelfs het strafrecht. In dit artikel wordt nader ingegaan op de positie van de procederende burger tegen de overheid waarbij vanuit een praktische invalshoek vooral de hobbels en valkuilen worden belicht, in het bijzonder binnen het bestuursrecht. Ter illustratie worden diverse rechtsgeschillen inzake de Parkietenbos-vuilstortplaats gebruikt. Ten slotte worden aanbevelingen gedaan ter verbetering, opdat de burger een nog betere rechtsbescherming tegen de overheid wordt geboden. |
Sociaal beleid |
Coördinatie van sociale zekerheid en ‘forumshopping’ |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7-8 2021 |
Trefwoorden | coördinatie sociale zekerheid, aanwijsregels, detachering, forumshopping, uitzendbureaus |
Auteurs | Prof. mr. A.P. van der Mei |
SamenvattingAuteursinformatie |
De centrale vraag in de in deze bijdrage te bespreken arresten is of, en zo ja, onder welke voorwaarden, ondernemingen gebruik kunnen maken van hun recht op verkeer om profijt te trekken uit verschillen in de socialezekerheidsbijdragen die zij voor hun werknemers moeten betalen. De arresten laten zien dat het Hof van Justitie bijzonder huiverig is voor ‘forumshopping’. De in artikel 12 en 13 Verordening (EG) nr. 883/2004 inzake de coördinatie van sociale zekerheid opgenomen aanwijsregels dienen strikt en op een ‘werknemersvriendelijke’ wijze te worden uitgelegd. |
Artikel |
Kiezen of delen?Over de ondeelbare belastingaangifte en una via |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2021 |
Trefwoorden | una via, hetzelfde feit, dubbele bestraffing en vervolging, boete, strafvervolging |
Auteurs | Mr. G.M. Boezelman en Mr. A.C.M. Klaasse |
SamenvattingAuteursinformatie |
Overtredingen van de belastingwet kunnen zowel worden beboet als strafrechtelijk bestraft. Het una-viabeginsel voorkomt dat twee keer wordt bestraft voor hetzelfde feit. Recent is in twee arresten van gerechtshoven aan de orde gekomen of het onjuist invullen van twee posten in één belastingaangifte separaat kan worden bestraft. De auteurs bespreken deze problematiek aan de hand van deze arresten alsmede de rechtspraak van de Hoge Raad en het EHRM en komen tot de conclusie dat de aangifte ondeelbaar is, zodat het opzettelijk indienen van een onjuiste belastingaangifte slechts éénmaal kan worden bestraft. |
Artikel |
De Tijdelijke Experimentenwet rechtspleging nader beschouwd |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | burgerlijk procesrecht, experimentenwet, wetgeving |
Auteurs | Elselique Hoogervorst en Parisa Jahan |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Tijdelijke Experimentenwet rechtspleging is geïntroduceerd ter bevordering van een eenvoudige, snelle, effectieve en de-escalerende geschilbeslechting. De wet maakt een scala aan afwijkingen van het reguliere procesrecht mogelijk. Een experimentele procedure wordt opgenomen in een amvb en heeft een tijdelijk karakter van in beginsel maximaal drie jaar. De wetgever heeft een aantal concrete experimenten voor ogen waaronder een experiment met een toegevoegd deskundig lid in een kamer van een rechtbank of hof en een experiment met een nabijheidsrechter. In deze bijdrage bespreken wij de voorgestelde regeling op hoofdlijnen en plaatsen wij een aantal kanttekeningen bij de wet en de voorgestelde experimenten. |
Artikel |
Vrijheid in het internationaal privaatrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2020 |
Trefwoorden | Partijautonomie, Consumentenbescherming, aansprakelijkheid van multinationals, tweede-generatieverordeningen, Arbeidsovereenkomsten |
Auteurs | Prof. dr. V. Van Den Eeckhout |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden enkele aantekeningen vanuit ipr-perspectief geformuleerd omtrent ‘vrijheid’ én vrijheidsbeperking. Gefocust wordt op diverse actuele thema’s. Daarbij worden zowel directe als indirecte verschijningsvormen van vrijheid blootgelegd. Een verkenning van de verhouding van ‘vrijheid’ tot ‘bescherming van kwetsbare partijen’ blijkt te nopen tot waakzaamheid bij regulering. |
Artikel |
De strafrechtelijke aanpak van fraude op online handelsplatformsModernisering van klassieke strafbaarstellingen in het licht van de digitale wereld |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | online handelsfraude, fraude met nieuwe betaalmethoden, digitalisering, verkopersbedrog |
Auteurs | Mr. dr. S.S. Buisman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Dit artikel bespreekt de mogelijkheden om strafrechtelijke aansprakelijkheid te vestigen voor fraude op online handelsplatforms, in het bijzonder de strafbaarstelling van verkoopfraude op handelsplatforms en het voorstel tot strafbaarstelling van fraude met nieuwe betaalmethoden. Het artikel maakt inzichtelijk hoe onze (analoge) wetgeving steeds verder wordt aangepast op gedragingen die zich afspelen in de digitale wereld, maar laat tevens zien dat deze ‘nieuwe’ gedragingen in de kern niet veel afwijken van de bestaande gedragingen in de offline wereld. |
Artikel |
Beschouwing van de bestaande regeling van commuun internationaal personen-, familie- en erfrecht van de Caribische gebiedsdelen van het Koninkrijk |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | conflictenrecht, gewone verblijfplaats, Caribische gebiedsdelen Koninkrijk |
Auteurs | Mr. dr. M.V.R. Snel |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Caribische gebiedsdelen geldt met betrekking tot kwesties van personen-, familie- en erfrechtelijke aard als geschreven regel van conflictenrecht dat het daarop toepasselijke recht het recht is van de ‘gewone verblijfplaats’ van betrokkene(n). Bij de praktische toepassing van deze algemeen geformuleerde regel rijzen de nodige vragen. In deze bijdrage worden de belangrijkste daarvan besproken, om vervolgens met enige handreikingen te komen inzake de omgang daarmee. |
Strafrecht |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3-4 2019 |
Trefwoorden | Europees Openbaar Ministerie, EOM, Rechtsbescherming, OLAF, Onderneming |
Auteurs | Mr. Y. de Vries en Mr. S.J. Lopik |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 1 augustus 2018 heeft de Europese Commissie (hierna: Commissie) bevestigd dat Nederland gaat deelnemen aan het Europees Openbaar Ministerie (hierna: EOM). Het EOM is een onafhankelijk vervolgingsorgaan dat, in het kort, bevoegd is om strafbare feiten die ten koste gaan van de EU-begroting te onderzoeken, vervolgen en voor de nationale strafrechter te brengen, een taak die tot dusver was voorbehouden aan de nationale vervolgingsautoriteiten (in Nederland het Openbaar Ministerie). Dit past in een trend waarbij de Unie, die historisch gezien indirect handhaaft, steeds vaker aan directe handhaving doet. Ook past het bij een Unie die steeds meer strafrechtelijke taken naar zich toetrekt: waar strafrechtelijke samenwerking tot het Verdrag van Lissabon nog behoorde tot de derde pijler, bestaan inmiddels meerdere Europeesrechtelijke strafrechtelijke agentschappen, waaronder Eurojust, Europol en OLAF. Er wordt ook wel gesproken van een europeanisering van het Nederlands strafrecht. De ambities van de Commissie voor het EOM strekken echter verder dan alleen het bestrijden van fraude. In deze bijdrage gaan wij in op de achtergrond van het EOM, de inrichting en taken van het EOM en de betekenis daarvan voor personen en ondernemingen die verdacht worden van strafbare feiten die binnen de bevoegdheid van het EOM vallen. |
Ten geleide |
Waarom het Wetsvoorstel straffen en beschermen zijn doel voorbijschiet |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 2 2019 |
Auteurs | Mr. dr. Sigrid Van Wingerden |
Auteursinformatie |
Artikel |
Een Europees Openbaar Ministerie: kansen en risico’s |
Tijdschrift | PROCES, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | Europees Openbaar Ministerie (EOM), Europese Unie (EU), Forumshoppen, Telefoontappen |
Auteurs | Mr. Tom Huisjes |
SamenvattingAuteursinformatie |
By the end of 2020, the European Public Prosecutor’s Office (EPPO) will be operational. The EPPO will be tasked with investigating, prosecuting and bringing to judgement criminal offences against the EU budget. The substantive competence of the EPPO could in the future be extended to terrorism and other serious cross-border crimes. This article will first describe the background, structure and competences of the future EPPO. Then the procedural guarantees will be discussed and the problem of ‘forum shopping for evidence’. This problem entails that the choice in which Member State to conduct an investigative measure could be made on the basis of the less stringent rules in that Member State regarding, for example, the right to privacy. The article will end with a proposal on how to prevent forum shopping for evidence. |
Artikel |
Internationale erfrechtelijke rechtsmacht.Gleichlauf |
Tijdschrift | AdvoTip, Aflevering 5 2017 |
Auteurs | Prof. mr. dr. F.W.J.M. Schols |
Artikel |
The Netherlands Commercial Court - an attractive venue for international commercial disputes? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2016 |
Auteurs | mr. P.E. Ernste en mr. F.E. Vermeulen |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article discusses the Netherlands Commercial Court from the perspective of lawyers and examines whether the NCC will be an attractive venue for international commercial discputes. |
Casus |
De arbitrageovereenkomst in (overname)contracten |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2016 |
Auteurs | Mr. L.J.E. Timmer |
SamenvattingAuteursinformatie |
De geschillenclausule wordt door transactieadvocaten regelmatig behandeld als een boilerplate-bepaling, waar de litigators zich over mogen ontfermen op het moment dat er een geschil ontstaat. De keuze voor arbitrage of overheidsrechtspraak kan echter van enorm belang zijn voor contractspartijen als er een conflict ontstaat. |
Artikel |
Private kwaliteitsborging als wetgevingsvraagstuk |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | private kwaliteitsborging, regulering, toezicht |
Auteurs | dr. A.R. Neerhof |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij zowel de Europese als de nationale overheid is er al meer dan twee decennia lang een duidelijke belangstelling voor private kwaliteitsborging als een instrument voor regulering en toezicht naast exclusief overheidsoptreden. Dit past bij de gedachte dat in de samenleving ook veel kan worden gereguleerd zonder dat de overheid daar meteen aan te pas hoeft te komen. De auteur bespreekt dit instrument als wetgevingsvraagstuk. Daarbij komen de modaliteiten van private kwaliteitsborging aan bod en welke aandachtspunten in acht moeten worden genomen als de wetgever kiest voor private kwaliteitsborging. Deze aandachtspunten zijn te ontlenen aan beginselen van de democratische rechtsstaat en beginselen van behoorlijke wetgeving, goed bestuur en de open markt. Aan het slot trekt de auteur enkele conclusies over op welke wijze de overheid rekening moet houden met private kwaliteitsborging bij de totstandkoming van wetgeving. |
Artikel |
Zekere zekerheidHet belang van zekere zekerheid voor de financiering van het bedrijfsleven |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2015 |
Trefwoorden | goederenrechtelijke zekerheidsrechten, kapitaal, banken, leningen, proefprocedures |
Auteurs | Prof. mr. drs. F.E.J. Beekhoven van den Boezem en Mr. R. van den Bosch |
SamenvattingAuteursinformatie |
Goederenrechtelijke zekerheidsrechten bepalen (mede) het kapitaal dat banken moeten aanhouden ten opzichte van de leningen die zij verstrekken. Onzekerheid over de hardheid, houdbaarheid, en uitwinbaarheid van die rechten is kostbaar. Een bank is er dus veel aan gelegen daarover duidelijkheid te krijgen, via proefprocedures die in deze bijdrage worden beschreven. |
Artikel |
Non bis in idem in Europa: de zaken Spasic en M. |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | non bis in idem, artikel 54 Schengenuitvoeringsovereenkomst, artikel 50 Handvest EU, beperking grondrechten Handvest EU, tenuitvoerleggingsvoorwaarde |
Auteurs | Mr. dr. W.F. van Hattum |
SamenvattingAuteursinformatie |
Binnen Schengen en de EU geldt de regel dat iemand die onherroepelijk is berecht niet nog eens mag worden vervolgd of gestraft wegens hetzelfde feit (non bis in idem). Geldt deze bescherming ook wanneer de straf wel definitief is geworden maar nog niet ten uitvoer is gelegd? Artikel 54 van de Schengenuitvoeringsovereenkomst is hierover duidelijk: het stelt tenuitvoerlegging als voorwaarde voor toepassing van de waarborg tegen tweede vervolging of bestraffing. Artikel 50 Handvest stelt deze voorwaarde echter niet. In de zaak Spasic beoordeelt het Hof van Justitie – voor het eerst – de verhouding tussen beide non bis in idem-bepalingen. |
Artikel |
Internationale verkeersongevallen. Waarom niet alle wegen leiden naar Rome |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2014 |
Trefwoorden | internationale verkeersongevallen, Haags Verkeersongevallenverdrag, Rome II-verordening, grensoverschrijdende verkeersongevallen, internationaal privaatrecht |
Auteurs | Mr. A.F. Collignon-Smit Sibinga |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij internationale verkeersongevallen in Europa wordt het toepasselijk recht bepaald aan de hand van ofwel het Haags Verkeersongevallenverdrag ofwel Rome II, afhankelijk in welk land een procedure wordt gestart. In deze bijdrage worden de verschillen tussen Rome II en het Haags Verkeersongevallenverdrag in kaart gebracht. De conclusie is dat toepassing van beide verdragen naast elkaar kan leiden tot toepassing van het recht van verschillende landen. Zolang beide verdragen naast elkaar van toepassing zijn, is sprake van een systeem dat complex en verwarrend is. Dit is in strijd met het doel van Rome II om binnen Europa eenheid en duidelijkheid te creëren. |
Artikel |
Handhaven en balanceren: een tussenstand van privaatrechtelijke handhaving in Europa |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2013 |
Trefwoorden | privaatrechtelijke handhaving, collectief verhaal, kartelschade, richtlijnvoorstel, aanbeveling |
Auteurs | Prof. mr. I.N. Tzankova, Mr. M.J. Plomp en Mr. T. Raats |
SamenvattingAuteursinformatie |
Na een jarenlange politieke strijd heeft de Europese Commissie in het voorjaar van 2013 een pakket aan maatregelen gepubliceerd waarmee zij beoogt het verhaal van schade als gevolg van inbreuken op het mededingingsrecht te faciliteren. In dit artikel gaan wij in op de achtergrond en inhoud van het pakket van maatregelen. Centraal staat de vraag of de Europese Commissie haar doelstellingen met het voorliggende pakket zal bereiken en welke gevolgen de praktijk kan verwachten naar aanleiding van de voorgestelde maatregelen. |