De Nederlandse regering wil de wetgeving aanpassen om samenwerking in de landbouw te stimuleren. De meest recente Europese PO-regels (2018) zouden de basis moeten zijn, maar deze regels zijn niet duidelijk en niet afgestemd op de uitspraak van het Hof van Justitie in de Franse witlofzaak (2017). In dit artikel werken we uit hoe de Europese benadering uitgelegd kan worden. Het Hof van Justitie spreekt over uitsluiting waardoor bij een PO het kartelverbod niet van toepassing is, terwijl de Europese wetgever alleen een afwijking aangeeft. Dit verschil in benadering en ook de complexe regelgeving maakt het invullen van de regels op nationaal niveau lastig maar niet ondoenlijk. De Nederlandse overheid moet aansturen op verheldering van de Europese PO-regels en kan tegelijkertijd naar het voorbeeld van de Duitse regelgeving haar nationale regels verbeteren. |
Zoekresultaat: 30 artikelen
Artikel |
Samenwerking in de landbouw en de mededingingsregels |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | ProducentenOrganisatie, kartelverbod, Verordening inzake de gemeenschappelijke marktordening, uitsluiting toepassing mededingingsregels, Afwijking kartelverbod |
Auteurs | Maria Litjens en Thomas van Rijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Gevallen helden en geheugenoorlogen in voormalige Sovjetstaten |
Tijdschrift | Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | collective memory, memory-wars, Soviet heroes, nationalism, nostalgia |
Auteurs | Prof. dr. Dina Siegel |
SamenvattingAuteursinformatie |
The relocation or destruction of the monuments of Soviet heroes in our times is in fact a process of replacement of one myth by the other. The commemoration of historical events has become the subject of struggle and manipulation of political power. The Soviet era is today the subject of divergent interpretations, ranging from nostalgia to denial, depending on the cultural, ethnic and socio-economic context in which these memories take place. In this article the processes are analysed, in which Lithuanians and Georgians change the meaning of symbols of their past in the attempt to redefine history and determine the fate of their fallen heroes. |
Jurisprudentie |
Witlofkartelzaak: mededingingsregels niet van toepassing op inherente beperkingen van de taakuitoefening door erkende (unies van) producentenorganisatiesHvJ EU 14 november 2017, zaak C-671/15, Président de l’Autorité de la Concurrence/APVE e.a., ECLI:EU:C:2017:860 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2018 |
Trefwoorden | producentenorganisatie, afwijking, witlofkartel, voorrang, artikel 42 VWEU |
Auteurs | Greetje van Heezik |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het arrest van het Hof van Justitie in de Franse witlofkartelzaak geeft de lang verwachte duidelijkheid over de mededingingsrechtelijke status van de uitoefening van de taken die het gemeenschappelijk landbouwbeleid (GLB) aan zogenoemde (unies van) producentenorganisaties (U)PO’s) opdraagt. Gelet op de pijlerfunctie die (U)PO’s in het GLB vervullen, heeft de taakuitoefening volgens het Hof van Justitie voorrang op de mededingingsregels voor zover de activiteiten van de (U)PO strikt noodzakelijk zijn voor het realiseren van de opgedragen taken. De taakuitoefening van de organisaties betrokken bij het witlofkartel voldoet volgens het Hof van Justitie niet aan deze voorwaarde en profiteert derhalve niet van de voorrangsregel. |
Mededinging |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2018 |
Trefwoorden | gemeenschappelijke marktordening, producentenorganisaties, mededingingsbeperkingen, mededingingsvrije ruimte, prijskartels |
Auteurs | Mr. T.P.J.N. van Rijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Overeenkomsten tussen landbouwproducenten en besluiten van landbouwverenigingen en -organisaties hebben een bijzonder statuut onder het EU-mededingingsrecht. In de gemeenschappelijke marktordening wordt bepaald dat het mededingingsrecht op bepaalde soorten overeenkomsten en besluiten in de landbouw niet van toepassing is. De betreffende artikelen zijn echter niet duidelijk. Het Hof van Justitie heeft in een arrest van 14 november 2017 duidelijkheid geschapen. Besluiten van producentenorganisaties die noodzakelijk zijn ter uitvoering van hun bij wettelijke bepaling opgedragen taken zijn van het kartelverbod uitgesloten. |
Artikel |
Randvoorwaardenkorting: ceci n'est pas une punition? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Randvoorwaardenkorting, Ne bis in idem, criminal charge, Engel (criteria) |
Auteurs | Mr. J. van der Vegte |
SamenvattingAuteursinformatie |
Staat de toepassing van een ministeriële randvoorwaardenkorting een strafvervolging voor dezelfde feiten in de weg? Deze vraag is door verschillende gerechten in Nederland beantwoord, waarbij de ene keer tot de niet-ontvankelijkheid van het Openbaar Ministerie wordt geconcludeerd en de andere keer niet. Hoe kan het dat de gerechten hier verschillend over oordelen? In dit artikel wordt deze vraag beantwoord. Daarbij wordt met name aandacht geschonken aan de beoordelingscriteria ten aanzien van de vraag of de randvoorwaardenkorting als strafrechtelijk dient te worden aangemerkt, de wijze waarop de criteria in de verschillende uitspraken zijn gewogen en wat daarbij opvalt. |
Praktijk |
Kroniek Nederlands mededingingsrecht 2016 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2017 |
Auteurs | Marc Custers, Marc Wiggers, Robin Struijlaart e.a. |
Auteursinformatie |
Jurisprudentie |
De ‘lange arm’ van ACM bij het bepalen van de boetegrondslagAnnotatie van de uitspraak van het CBb van 24 maart 2016 in zaken 14/251-253, ECLI:NL:CBB:2016:56 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2016 |
Auteurs | Bas van Bockel |
Auteursinformatie |
Artikel |
Better Regulation 2.0 in de Europese Unie: het nieuwe Interinstitutioneel Akkoord en de nieuwe Better Regulation-richtlijnen voor de Europese Commissie |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2016 |
Trefwoorden | Better Regulation, Interinstitutioneel Akkoord, legislative cyclus, Europees wetgevingsbeleid |
Auteurs | Mr. T.J.A. van Golen MA |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds het begin van het nieuwe millennium is er sprake van wetgevingsbeleid in de Europese Unie. Dit wordt met name vormgegeven door de Europese Commissie die verschillende agenda’s heeft vastgesteld om aan dit beleid vorm te geven. Sinds de komst van de commissie-Juncker is er weer een nieuwe agenda gekomen in mei 2015, echter met de oude naam Better Regulation. Twee speerpunten uit deze nieuwe agenda worden in dit artikel besproken. Het nieuwe Interinstitutioneel Akkoord voor beter wetgeven ziet op de samenwerking tussen de drie wetgevende instellingen van de Europese Unie, en heeft een aantal vernieuwingen opgeleverd. Daarnaast wordt de bundeling van de richtlijnen voor de wetgevingsinstrumenten van de Europese Commissie zoals impact assessments en ex-post evaluaties besproken. Van belang is het idee van een ‘legislative cyclus’ dat de Europese Commissie nastreeft: het constant kunnen aanpassen van wetgeving op basis van informatie die verzameld wordt. Hierbij is van belang dat alle instrumenten goed op elkaar aansluiten. Dit artikel beziet of dat gelukt is met de nieuwe Better Regulation-agenda en de instrumenten die daarmee zijn verbonden. |
Artikel |
Aanbodbundeling en gezamenlijke verkoop van primaire landbouwproducten – hoever reikt het kartelverbod? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2015 |
Trefwoorden | GMO, mededingingsrecht, kartelverbod, landbouwsector, producentenorganisatie |
Auteurs | Mr. Eric Janssen en Mr. Sjaak van der Heul |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de vorig jaar in werking getreden GMO-Verordening worden producenten van primaire landbouwproducten gestimuleerd hun producten gezamenlijk af te zetten. Wanneer gezamenlijke afzet tevens centrale prijsstelling en/of aanbodbundeling impliceert, kan een spanningsveld ontstaan met het kartelverbod dat concurrentiebeperkende afspraken zoals prijsafspraken en quotering verbiedt. In deze bijdrage wordt nader ingegaan op de verhouding tussen de GMO-Verordening en het kartelverbod, waarbij de (on)mogelijkheden voor samenwerking in de landbouwsector worden geschetst. |
Artikel |
EU-bestuurlijke regelgeving in de praktijk: het IORP II Richtlijn-voorstel als voorbeeld |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | wetgeving, delegatie, uitvoering, IORP, EU-agentschappen |
Auteurs | Mr. dr. T. van den Brink en Prof. dr. mr. H. van Meerten |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het onderscheid tussen wetgeving en bestuurlijke regelgeving en tussen delegatie en uitvoering uit het EU-Verdrag bepaalt het wetgevingssysteem van de Europese Unie. Aan de hand van de herziening van de IORP-Richtlijn wordt de uitwerking van dit systeem in de praktijk geanalyseerd. Niet alleen geven beide onderscheiden aanleiding tot conflicten tussen vooral nationale en EU-wetgevers, maar ook worden geschillen over de inhoud van EU-regelgeving uitgevochten. Ook biedt het artikel nader inzicht in de rol van EIOPA, het EU-agentschap op het terrein van pensioenen. Richtlijn 2003/41/EG van het Europees Parlement en de Raad van 3 juni 2003 betreffende de werkzaamheden van en het toezicht op instellingen voor bedrijfspensioenvoorziening |
Artikel |
Meer ruimte voor producentenorganisaties door hervorming Europees landbouwbeleid |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2014 |
Trefwoorden | Landbouwbeleid, producentenorganisaties, hervorming, Gemeenschappelijke Marktverordening, GMO, EU |
Auteurs | Mr. ir. Maria E.G. Litjens |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de nieuwe GMO-verordening prevaleren de producentenorganisatieregels binnen bepaalde grenzen boven de mededingingsregels. Evenals vroeger zijn de grenzen van de vrije ruimte in de verordening in algemene bewoordingen geformuleerd. Dit leidt tot een groot grijs gebied en daarmee tot grote onzekerheid over toelaatbaarheid van handelen. De ruimte voor meer samenwerking geldt niet alleen voor producentenorganisaties, maar voor elke andere vorm van samenwerking in de land- en tuinbouw. |
Artikel |
Een autonome en uniforme uitleg van opzet binnen de Europese Unie. Een commentaar bij HvJ EU 27 februari 2014, zaak C-396/12 |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 6 2014 |
Trefwoorden | gemeenschappelijk landbouwbeleid, betekenis opzettelijke niet-naleving, toerekening van verwijtbaar gedrag aan derden |
Auteurs | Mr. dr. J.M. ten Voorde |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn arrest van 27 februari 2014, zaak C-396/12, heeft het Hof van Justitie uitleg gegeven over de betekenis en de ondergrens van het bestanddeel ‘opzettelijke niet-naleving’ in Verordening 2005/1698/EG en aangegeven hoe toerekening van verwijtbaar gedrag door ondergeschikten in het kader van deze verordening dient plaats te vinden. In deze bijdrage worden de centrale overwegingen van het arrest geanalyseerd. |
Jurisprudentie |
Een gemengde sla van ondernemingsbegrip, toerekenbaarheid, beboeting en landbouwbeleidBesluit van de NMa van 15 mei 2012, zaak 7036 (Paprika) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2013 |
Auteurs | Mr. P.V.F. Bos en Mr. M.J. Plomp |
Auteursinformatie |
Artikel |
Kroniek Nederlands mededingingsrecht 2012 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | kroniek, regelgeving, mededingingsafspraken, machtspositie, procedurele aangelegenheden |
Auteurs | Mr. A.R. Bosman, mr. E. Oude Elferink, mr. R.N.A. Nieuwmeyer e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2012 viel op het gebied van het nationaal mededingingsrecht het nodige te beleven. In deze kroniek passeren de interessantste zaken en ontwikkelingen de revue. Zoals gebruikelijk beperken de auteurs zich tot de bespreking van besluiten van de NMa en zaken die hun oorsprong vinden in een besluit van de NMa of daarmee verband houden. |
Artikel |
Over verwatering en politisering van het mededingingstoezicht |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | mededinging, toezicht, publieke belangen, politisering, ACM |
Auteurs | Prof. dr. B.E. Baarsma |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het mededingingstoezicht is volop in beweging en daarin schuilen kansen, maar ook bedreigingen. De binnenlandse omgeving is het afgelopen decennium vijandig geweest ten aanzien van marktwerking en mededinging. Tegelijk ziet het ernaar uit dat de toezichthouder zich heeft aangepast aan de veranderende omgeving, en heeft hij aangegeven ook andere publieke belangen dan mededinging te willen meewegen in de beoordeling van concentraties, kartels en misbruikzaken. Hierin schuilt het gevaar van verwatering en verdere politisering van het mededingingstoezicht. |
Article (peer reviewed) |
|
Tijdschrift | Netherlands Administrative Law Library, januari 2013 |
Auteurs | Claartje van Dam |
SamenvattingAuteursinformatie |
This article examines the actual application of European administrative soft law in light of the Dutch principle of legality. European administrative soft law is not legally binding. However, European administrative soft law can generate judicial binding effects for the Member States on the basis of the jurisprudence of the Court of Justice. Moreover, the research on the actual application of administratice soft law in the field of European subsidies shows that it can also have a 'de facto' binding effect for the Member Sates. The (legal and actual) binding effects of European administrative soft law are problematic in light of the principle of legality, according to which binding norms must be laid down in hard law. The article argues that with the application of administrative soft law, three functions of the principle of legality (the principle provides legal certainty and legitimacy and serves as a safeguard against public authorities) are not sufficiently met. Several possible solutions that may resolve this tension are proposed. |
Artikel |
Producentenorganisaties in het Europees landbouwbeleid en het mededingingsrecht |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2012 |
Trefwoorden | mededingingsrecht, Europees landbouwbeleid, producentenorganisaties, PO, Gemeenschappelijke Marktordening |
Auteurs | B.P.T. van Wonderen LLM MA |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Gemeenschappelijk Europees landbouwbeleid (GLB) voorziet landbouworganisaties, en in het bijzonder producentenorganisaties (PO’s), van een economische functie in het organiseren van de landbouwmarkten. De vraag hierbij is of de economische functie van PO’s op gespannen voet staat met de Europese mededingingsregels. In dit artikel betoog ik dat de economische rol van PO’s in het landbouwbeleid in samenhang moet worden gezien met de uitzonderingsbepaling voor de landbouw, die is neergelegd in Verordening 2006/1184/EG en in artikel 175 en 176 van Verordening 2007/1234/EG. Op basis van deze uitzonderingsbepaling zouden uitzonderingen op het kartelverbod mogelijk zijn ten behoeve van horizontale samenwerking in PO’s. |
Jurisprudentie |
The Greenery/Oussoren |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2012 |
Trefwoorden | coöperatie, exclusieve leveringsplicht (oud-)leden, verticale beperkingen en cumulatief effect, afweging concurrentiebeperkende tegen concurrentiebevorderende effecten, rule of reason? |
Auteurs | Mr. P.J. Kreijger |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze zaak oordeelt het Gerechtshof Den Haag over een door landbouwcoöperatie The Greenery met een van haar voormalige leden gemaakte afspraak tot exclusieve levering. Anders dan de rechtbank in eerste aanleg ziet het gerechtshof geen strijd met artikel 101 VWEU en/of artikel 6 Mw. Daartoe maakt het gerechtshof onder meer een afweging tussen de concurrentiebeperkende gevolgen en de concurrentiebevorderende effecten van de leveringsverplichting, zonder deze afweging binnen het kader van artikel 6 lid 1 Mw/artikel 101 lid 1 VWEU te plaatsen. Aanvaardt het gerechtshof hier in feite een, door de Luxemburgse rechtspraak categorisch afgewezen, rule of reason? |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 2 2012 |
Trefwoorden | Dutch Industrial Organisation, religious and philosophical roots |
Auteurs | René Guldenmund |
SamenvattingAuteursinformatie |
The Dutch Industrial Organisation is a public-law system of product boards and industrial boards, which are authorized to lay down general rules and impose levies on the companies under their jurisdiction. It was established in 1950 on a firm theoretical ground, where three principles coincide: the socialist principle of ‘functional decentralisation’, the protestant concept of ‘sovereignty within the communal spheres’ and the Roman Catholic concept of ‘subsidiarity’. The papal encyclical Quadragesimo Anno (1931) added greatly to the philosophical basis of this system and to the ‘collective bargaining economy’, which is so characteristic for the political culture of the Netherlands. |
Article (peer reviewed) |
|
Tijdschrift | Netherlands Administrative Law Library, juni 2012 |
Auteurs | Jacobine van den Brink |
SamenvattingAuteursinformatie |
The central issue of this article is which European requirements apply when European and national authorities divide European grants among the applicants. Mostly, the European money which is available for awarding European grants is scarce. In this article, two questions come up for discussion. First: which distribution system has to be chosen? Second: to what extent the principles of equal treatment and transparancy – derived from the European procurement rules – are applicable to the distribution of European grants? This article will conclude that there is a difference between European grants awarded by the European Commission, European agencies and the so-called national agencies on the one hand, and European grants awarded by national authorities on the other. |