Op 12 december 2018 publiceerde de wetgever een nieuw voorontwerp voor een wettelijke regeling van de franchiseovereenkomst. Een eerder voorontwerp uit 2017 werd kritisch bejegend door de praktijk. In dit artikel wordt het nieuwe voorontwerp besproken. De auteurs gaan in op de ratio legis, de precontractuele informatieverplichting en de goodwillplicht. Deze onderwerpen bespreken zij tegen de achtergrond van de huidige wettelijke regelingen, doctrine en rechtspraak. |
Zoekresultaat: 5 artikelen
Artikel |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Franchise, Precontractuele informatie, Goodwill, Bedenktermijn, Wetsvoorstel |
Auteurs | Prof. mr. H.N. Schelhaas en Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Over de grenzen in de Gelderse vallei |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 7 2017 |
Auteurs | Jolenta Weijers en Jan Adelaar |
Jurisprudentie |
Hoger beroep |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2013 |
Trefwoorden | Hoge Raad |
Auteurs | Mr. F.J.P. Lock |
SamenvattingAuteursinformatie |
Verschenen arresten van de Hoge Raad over de omvang van de rechtsstrijd in hoger beroep en de devolutieve werking. |
Jurisprudentie |
Het zal je stiefkind maar wezen |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | stiefkind, rechten van gebruik en bewoning, uitleg, legaat tegen inbreng |
Auteurs | Prof. mr. E.A.A. Luijten en mw. prof. mr. W.R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt een uitspraak van de volgende casus besproken: de erflaatster had twee dochters uit haar eerste huwelijk. Zij hertrouwde en overleed op 27 september 2001. In haar laatste uiterste wil had zij aan haar echtgenoot twee legaten gemaakt. Het eerste betrof de goederen die hij zou verkiezen, tegen inbreng van de waarde daarvan. Daarnaast legateerde erflaatster hem de zakelijke rechten van gebruik en bewoning van haar woonhuis. Erflaatster benoemde vervolgens ‘onder de last van gemelde legaten’ tot haar enige erfgenamen, tezamen en voor gelijke delen haar echtgenoot en haar dochters.De weduwnaar vorderde op grond van het hem gemaakte tweede legaat medewerking aan de vestiging van de rechten van gebruik en bewoning, alsmede – op grond van het eerste legaat – levering van het blote-eigendomsrecht van de woning tegen inbreng van de waarde, nu hij dit goed ingevolge het hem gemaakte keuzelegaat gekozen had, waardoor hij het volle eigendomsrecht van de woning zou verkrijgen tegen betaling van de waarde van de ‘blote eigendom’. |
Artikel |
Het nieuwe pachtrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2007 |
Trefwoorden | pachter, pacht, verpachter, grondkamer, huur, pachtovereenkomst, voorstel van wet, opzegging, amendement, burgerlijke rechtsvordering |
Auteurs | N.M. van der Horst |