In deze bijdrage worden twee van de drie wetsvoorstellen voor een ‘eerlijke economie’ aan een kritische evaluatie onderworpen. Uit de historische en actuele schets die volgt, blijkt dat de wens om tot versterking van de positie van werknemers te komen bijzonder toepasselijk is in het huidige tijdsgewricht, waarin de factor arbeid op verschillende niveaus aan betekenis heeft ingeboet. |
Zoekresultaat: 441 artikelen
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2021 |
Trefwoorden | aandeelhouderskapitalisme, werknemersaandelen, medezeggenschap, structuurregeling, certificering van aandelen |
Auteurs | Mr. J.E. Devilee |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | WAMCA, ontvankelijkheidsbeslissing, class certification |
Auteurs | Pim Wissink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Sinds inwerkingtreding van de WAMCA kent de collectieve actie een procedurele tweedeling in een ontvankelijkheidsfase en een inhoudelijke fase. Inhoudelijke behandeling van de vordering vindt ingevolge art. 1018c lid 5 Rv pas plaats indien en nadat de rechter over de ontvankelijkheid heeft beslist. De vraag is in hoeverre de twee fasen los van elkaar kunnen worden gezien, nu elementen van de ontvankelijkheidstoets nauw zijn verweven met de inhoudelijke beoordeling. De auteur maakt een vergelijking met de Amerikaanse federale class action, die een soortgelijke problematiek kent, en betoogt dat een genuanceerde toepassing van art. 1018c lid 5 Rv aangewezen is. |
Artikel |
Draaien aan de volumeknop: het bepalen van doorberekening en volume-effecten in kartelschadezaken |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | kartelschade, volume-effect, pass-on, schadeberekening, volumeschade |
Auteurs | Nicole Rosenboom en Anna den Boer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Onderdeel van de economische schadeanalyse bij mededingingsinbreuken is de analyse van de doorberekening van de schade naar lager in de keten. Een ander onderdeel van de schadeberekening, dat in de praktijken tot op heden minder belicht is maar zeker een rol speelt, is het volume-effect. Dit betreft de situatie waarin de doorberekening van de kartelopslag naar de indirecte afnemers leidt tot een lagere vraag van deze indirecte afnemers. Dit artikel beschrijft de relevante factoren die de mate van doorberekening en de volumeschade bepalen. |
Artikel |
De Grondwet als basis voor het goede samenleven?Waarom de Grondwet onvoldoende houvast biedt voor de burgerschapsopdracht in het onderwijs |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | Grondwet, burgerschapsopdracht, Burgerschap, burgerschapsonderwijs |
Auteurs | Niek van Steensel |
SamenvattingAuteursinformatie |
The bill to clarify the order of citizenship education explicitly refers to the Constitution as the bearer of the basic values of the democratic constitutional state. However, the Constitution only concerns citizens in a vertical sense, in relation to the government. The Dutch Constitution says nothing about the relationship between citizens and is therefore unsuitable as a basis for citizenship in the broad sense of the word. Because the Constitution does not make these basic values explicit, the government would do well to remove the reference to the Constitution from the bill in line with the advice of the Onderwijsraad. |
Artikel |
Indringender rechterlijke toetsing van AVVOver de processuele consequenties |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | evenredigheidsbeginsel, exceptieve toetsing, bestuursprocesrecht, toetsingsintensiteit, evidence base-toetsing |
Auteurs | Mr. L.A. van Heusden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Als de bestuursrechter algemeen verbindende voorschriften voortaan indringender toetst door de zogenoemde ‘evidence base’ ervan te toetsen, waar loopt hij dan tegenaan in de praktijk? De processuele consequenties van een dergelijke toetsing worden in dit artikel beschreven. Specifiek wordt ingezoomd op het bestuursrechtelijke uitgangspunt van ex-tunctoetsing, het ambtshalve aanvullen van de rechtsgronden en de partijstelling. De auteur concludeert dat ondanks de primaire focus van het bestuursprocesrecht op individuele geschilbeslechting, de Awb evidence base-toetsing mogelijk maakt. Om die toetsing in de praktijk aan effect te doen winnen, is echter ook de wetgever nodig. |
Artikel |
Entrepreneurial Mass Litigation – Balancing the Building BlocksBespreking van het proefschrift van mr. I. Tillema |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | collectieve actie, procesfinanciering, massaschade, proceseconomie, geschilbeslechting |
Auteurs | Prof. mr. drs. T.M.C. Arons |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit proefschrift staat ‘Entrepreneurial mass litigation’ centraal. Dit is door Tillema gedefinieerd als ‘de (gedeeltelijke) financiering van de kosten van collectieve geschilbeslechting door een private partij, die hiervoor in ruil een deel van de opbrengst van de procedure ontvangt of een verhoogd vergoedingspercentage, beide alleen verschuldigd in geval van succes.’ |
Artikel |
Europese productnormen en privaatrechtelijke normstellingBespreking van het proefschrift van mr. G.M. Veldt |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | contractuele verhoudingen, productveiligheid, productaansprakelijkheid, redelijkheid en billijkheid, ongeschreven recht |
Auteurs | Mr. dr. P.W.J. Verbruggen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Productnormen vormen een belangrijke wijze waarop de handel in goederen in de Europese Unie gereguleerd wordt. Deze bijdrage bespreekt het recente proefschrift van Gitta Veldt, waarin zij de betekenis analyseert van Europese productnormen voor contractuele en buitencontractuele verhoudingen tussen gebruikers van het eindproduct en de aanbieders daarvan. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Netherlands Journal of Legal Philosophy, Aflevering Pre-publications 2021 |
Trefwoorden | Geweten, feiten, Scholten, Kierkegaard, naastenliefde |
Auteurs | Jos Vleugel |
SamenvattingAuteursinformatie |
The role that Paul Scholten assigns to conscience in his legal methodology still leads to heated discussions in literature after almost 100 years. Recognizing that in case law the conscience of the judge can be of decisive importance is apparently problematic. It would facilitate political court rulings, make judicial judgment uncontrollable and could be arbitrary for the parties to the legal dispute. Not only Scholten’s view on the role of conscience in judicial decision making is “a stumbling block”. At least as great is the fuss about his representation of conscience. Only Christian lawyers could identify with this. This article attempts to shed new light on the above points of criticism by drawing attention to the following aspects of Scholten’s legal methodology: the role of the facts in establishing the law, the nature of the legal judgment and finally the grounds on which conscience may be determined. |
Vrij verkeer |
De Europese Toegankelijkheidsrichtlijn voor mensen met een handicap: grondrechtenbevordering binnen de Europese interne markt |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | toegankelijkheid, interne markt, personen met een beperking, grondrechten, VN-verdrag handicap |
Auteurs | Prof. mr. dr. S. de Vries en Mr. T. de Sterke |
SamenvattingAuteursinformatie |
Met de in april 2019 aangenomen Europese Toegankelijkheidsrichtlijn wordt gepoogd de toegankelijkheid van producten en diensten voor personen met een beperking te verbeteren. De richtlijn geeft hiermee uitvoering aan het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Dit artikel beschrijft de totstandkomingsgeschiedenis van de richtlijn, de belangrijkste kenmerken ervan en wat de te verwachten toegevoegde waarde van de richtlijn zal zijn. |
Artikel |
Opvang in de Wmo? Alleen als je het echt niet zelf kan!Wet, recht en de gemeentelijke spagaat |
Tijdschrift | Handicap & Recht, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | opvang, dakloos, thuisloos, zelfredzaam, Wmo 2015 |
Auteurs | Mr. E. Klein Egelink, Mr. L. Veenman en Mr. dr. M.F. Vermaat |
SamenvattingAuteursinformatie |
Burgers kunnen dak- of thuisloos raken. Velen lossen dat probleem voor kortere of langere termijn zelf op. Sommigen lukt dat niet. Zij kloppen bij de gemeente aan voor opvang. Dat kan op grond van de Wmo 2015. Maar niet iedereen wordt opgevangen en deel van hen die wel opvang krijgt, wordt na verloop van tijd weer uit de opvang gezet. Zonder huis, thuis of dak boven hun hoofd. Toch vinden gemeenten dat deze mensen ‘zelfredzaam’ zijn. In dit artikel gaan wij in op de vraag wat gemeenten op grond van de Wmo 2015 moet doen en hoe de rechtspraak luidt. Of gemeenten buiten de Wmo ook ingevolge internationale verdragen tot een vorm van opvang zijn verplicht, valt buiten het bestek van dit artikel. |
Artikel |
Een decennium oordelen over doorlopende kredieten: uiteenlopende interpretaties van het contractuele rentewijzigingsbeding |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | rentewijzigingsbeding, kredietovereenkomsten, marktrente, doorlopend krediet, Kifid |
Auteurs | Mr. drs. Ruud van de Meerakker |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recent hebben zowel de Commissie van Beroep financiële dienstverlening als diverse rechters uitspraken gedaan over rentewijzigingsbedingen. Dergelijke bedingen gebruikten kredietverstrekkers van doorlopende kredietovereenkomsten om de variabele rente van die kredieten aan te passen. De uitspraken markeren de verschuiving van een nadruk op contractvrijheid en marktwerking naar de focus op een zekere mate van marktregulering en consumentenbescherming. In deze bijdrage wordt uiteengezet via welke weg deze verschuiving het afgelopen decennium heeft plaatsgevonden en wordt bijzondere aandacht gegeven aan de huidige stand van zaken, waarin twee wegen te herkennen zijn. Door de Commissie van Beroep is het beding uitgelegd – zodat consumenten mochten verwachten dat hun rente in de pas zou blijven met de marktrente. In de rechtspraak is in veel gevallen besloten tot vernietiging van het beding. Geconcludeerd wordt welke van de beide oordelen het meest overtuigt. |
Essay |
Christendom en secularisme in Europa en de waarden van de democratische rechtsstaat |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | christendom, Secularisme, Samenleven, democratische rechtsstaat |
Auteurs | Mr. dr. Paul van Sasse van Ysselt |
SamenvattingAuteursinformatie |
Since society was secularized, the values of democracy based on the rule of law seem to have the best (potential) binding force for social cohesion. These values are linked to Christianity however. The relation between both will be explained by a critical review of Larry Siedentops Inventing the individual and Olivier Roy’s l’Europe est-elle chrétienne? |
Artikel |
Homoseksuele leraar op een orthodox-protestantse school? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Religie, Recht en Beleid, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | orthodox-protestants, homoseksualiteit, gelijke behandeling, onderwijs |
Auteurs | Mr. dr. Niels Rijke |
SamenvattingAuteursinformatie |
Whether homosexual teachers can work at an orthodox Protestant school in The Netherlands is regularly subject of societal debate. The Equal Treatment Law (1994) prohibits discrimination on the ground of homosexual orientation. How this works out in practice differs per denomination (type of school) and shifts over time in the direction of increasing acceptance. Within orthodox Protestant schools room is increasing to come out of the closet. Within certain schools there is increasing room for homosexual relationships, although opinions within these schools often differ and hence may also lead to conflict. |
Artikel |
De wetgever die tot zichzelf sprakOver de binding van de wetgever aan procedurele, wettelijke normen |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | organieke wetgeving, zelfbinding, grondwetsinterpretatie, autonomie van de wetgever |
Auteurs | Prof. mr. S.A.J. Munneke |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt de vraag besproken of de wetgever in formele zin gebonden is aan eerdere eigen wetgeving die extra procedurele eisen aan het wetgevingsproces bevat. Die vraag wordt, met een beroep op de autonomie van de wetgever, ontkennend beantwoord. Dat geldt ook als die procedurele wetgeving uitwerking geeft aan grondwettelijke normen. Wel kan de organieke wet een hulpmiddel zijn bij de interpretatie van de achterliggende grondwettelijke norm. Aan die norm is de wetgever uiteraard wel gebonden. |
Register |
Register 2020 |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2020 |
Artikel |
|
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | grondwetsinterpretatie, grondwetsidee |
Auteurs | Mr. drs. J.J.J. Sillen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De vraag naar de betekenis van de Grondwet voor de wetgever wordt meestal beantwoord met verwijzing naar haar bindende kracht, het toetsingsverbod en de veelvuldige delegatie aan de wetgever. De conclusie is vervolgens dat de Grondwet de wetgever veel vrijheid laat. Ik ben het eens met die conclusie, maar betoog dat deze argumentatie niet het hele verhaal vertelt. Wat ontbreekt is de rol van de Nederlandse grondwetscultuur. Drie elementen van die cultuur worden besproken: het bindende karakter van de Grondwet voor de wetgever, grondwetsinterpretatie en het ontbreken van een visie op welke normen in de Grondwet thuishoren. |
Article |
|
Tijdschrift | Erasmus Law Review, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | law and society, social change, discrimination, non-discrimination law, positive action |
Auteurs | Anita Böcker |
SamenvattingAuteursinformatie |
A question that has preoccupied sociolegal scholars for ages is whether law can change ‘hearts and minds’. This article explores whether non-discrimination law can create social change, and, more particularly, whether it can change attitudes and beliefs as well as external behaviour. The first part examines how sociolegal scholars have theorised about the possibility and desirability of using law as an instrument of social change. The second part discusses the findings of empirical research on the social working of various types of non-discrimination law. What conclusions can be drawn about the ability of non-discrimination law to create social change? What factors influence this ability? And can non-discrimination law change people’s hearts and minds as well as their behaviour? The research literature does not provide an unequivocal answer to the latter question. However, the overall picture emerging from the sociolegal literature is that law is generally more likely to bring about changes in external behaviour and that it can influence attitudes and beliefs only indirectly, by altering the situations in which attitudes and opinions are formed. |
Artikel |
Pro-cycling’s doping pentiti |
Tijdschrift | Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | doping, cycling, cultural criminology, crime facilitative system, organisational crime |
Auteurs | Dr. mr. Roland Moerland en Giulio Soana |
SamenvattingAuteursinformatie |
Throughout the last decade several cyclists have published memoirs in which they account for their doping use. In previous literature such autobiographical accounts have been characterized as attempts of fallen sports stars to sanitize their spoiled public image. In contrast, the analysis in this article will show that the accounts are of relevance when it comes to understanding the problem of doping in professional cycling. Their accounts break the omertà regarding doping, providing insights about the motivation and opportunity structures behind doping and how such structures are endemic to the system of professional cycling. |
Artikel |
Ver weg, toch dichtbijAdvocatenkantoren vinden online hun weg om kennis te delen |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 9 2020 |
Auteurs | Mark van der Heijden |
Artikel |
Italiaanse toestandenInterne en externe deelneming aan een criminele (maffia-)organisatie |
Tijdschrift | Nederlands Tijdschrift voor Strafrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | Italiaans recht, deelneming aan een criminele maffiaorganisatie, strafrechtelijke aansprakelijkheid, facilitators, externe en interne deelneming |
Auteurs | Mr. dr. L.J.J. (Laura) Peters |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Italië kunnen faciliterende beroepsbeoefenaars als louche notarissen, advocaten en rechters, en ook andere facilitators die een maffiaorganisatie ondersteunen zonder daarvan lid te zijn, worden vervolgd wegens ‘externe deelneming aan een criminele maffiaorganisatie’. Die strafrechtelijke aansprakelijkheid is controversieel en leidt al decennialang tot debatten in de rechtspraak en literatuur. Deze bijdrage bespreekt de ontwikkeling van de Italiaanse strafrechtelijke aansprakelijkheid wegens externe en ook interne deelneming aan een maffiaorganisatie, en vervolgens de vraag of facilitators van criminele organisaties naar Nederlands recht vervolgd (zouden kunnen) worden wegens algemene deelneming aan deelneming aan een criminele organisatie. |