In het Google Android-besluit heeft de Europese Commissie aan Google een recordboete opgelegd wegens misbruik van een economische machtspositie in de zin van artikel 102 VWEU. In het besluit staat Android, het besturingssysteem van Google voor smartphones en tablets, centraal. Google biedt dit aan via een open source-model. Het besluit stelt een machtspositie van Google vast op verschillende digitale markten: (1) de markt voor licenseerbare besturingssystemen voor slimme mobiele apparaten, (2) de markt voor Android appstores en (3) de markt voor algemene zoekdiensten op het internet (Google Search). Volgens de Commissie heeft Google met verschillende gedragingen, waaronder exclusiviteitsbetalingen en koppelverkoop, haar positie op laatstgenoemde markt, waarop zij inkomsten genereert via online advertenties, willen beschermen. De Commissie kwalificeert deze gedragingen als misbruik in de zin van artikel 102 VWEU. De auteurs analyseren het besluit en de inzet van het mededingingsrechtelijke instrument misbruik van een economische machtspositie in deze complexe digitale omgeving. Daarbij gaan zij in het bijzonder ook in op het bijzondere verdienmodel van Google ten aanzien van Android, waarbij innovatieve technologie kosteloos ter beschikking wordt gesteld in ruil voor restricties die erop zijn gericht de Googlediensten die advertentie-inkomsten genereren een zo groot mogelijk bereik te garanderen. |
Zoekresultaat: 53 artikelen
Mededinging |
Google Android: mag men een gegeven paard toch in de bek kijken? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | Google, platforms, machtspositie, misbruik, koppelverkoop |
Auteurs | Mr. A.A.J. Pliego Selie en Mr. B.A. Verheijen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Essay |
Verantwoorde implementatie van artificial intelligenceAI biedt kansen voor toezicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | artificial intelligence, AI, kunstmatige intelligentie, algoritmen, zelflerend, toezichthouder |
Auteurs | Daniel Frijters en Jelle Attema |
SamenvattingAuteursinformatie |
Automatische en Intelligente Systemen (IEEE, 2018) rukken steeds verder op in de samenleving. De toepassing ervan is echter niet onomstreden. Er is veel politieke en maatschappelijke onrust, met name over het gebruik van deze systemen door de overheid. Vooral toezichthouders liggen daarbij onder vuur. Snel wordt vergeten dat het gebruik van algoritmes kansen biedt voor het werk van toezichthouders. Daarom is een verantwoorde implementatie van artificial intelligence van groot belang, waarbij de toezichthouder zich verdiept in de werking van de technologie en de eisen die eraan gesteld moeten worden, welke kansen technologie biedt en wat nodig is om deze te realiseren. De toezichthouder moet oog hebben voor de gevolgen van technologie voor de positie van burgers en andere belanghebbenden, voor de veranderingen in verhouding tussen toezichthouder en burgers, en open oog voor (soms onvoorziene) rollen en bijpassende verantwoordelijkheden die op de toezichthouder afkomen als gevolg van het toepassen van technologie. |
Praktijkberichten |
Het Europese mededingingsrechtelijke marktonderzoek gesyndiceerde leningen: oude wijn in nieuwe zakken? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | mededingingsrecht, kartelverbod, gesyndiceerde leningen, financiering, compliance |
Auteurs | Mr. drs. M.C. Brabers en Mr. R.A. Struijlaart |
SamenvattingAuteursinformatie |
Onlangs publiceerde de Europese Commissie de resultaten van het mededingingsrechtelijke marktonderzoek gesyndiceerde leningen. Het rapport onderstreept eens te meer dat er mededingingsrisico’s bestaan wanneer banken samenwerken om een gesyndiceerde lening te verstrekken aan een geldlener. Met het rapport heeft de Commissie een gedetailleerde beschrijving van de markt vanuit mededingingsrechtelijk perspectief in handen, waardoor deze mededingingsrisico’s nu duidelijk op haar radar staan. Banken moeten dus oppassen en hebben daarom baat bij een steekhoudende mededingingsrechtelijke paragraaf in het complianceprogramma. Dit artikel gaat in op het rapport en (compliance)maatregelen die banken en geldleners kunnen nemen om mededingingsrisico’s te ondervangen. |
Artikel |
Het Facebook-besluit van het Bundeskartellamt; een nieuwe kijk op data en dominantie |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 3 2019 |
Auteurs | Pauline Kuipers, Janneke Kohlen en Annelot Kuiper |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 7 februari 2019 heeft de Duitse kartelwaakhond Bundeskartellamt (BKa) het langverwachte besluit bekendgemaakt waarin het vaststelt dat Facebook misbruik maakt van haar dominante marktpositie door op websites van derden gebruikersdata te verzamelen en te verwerken en in strijd handelt met dataprotectiewetgeving. Volgens het BKa geven gebruikers hier geen expliciete toestemming voor of wordt hun geen ‘opt-out’ geboden. Dat geldt ook voor de toestemming voor commercieel gebruik van persoonsgegevens, die door Facebook wordt afgedwongen van haar gebruikers. Het BKa legt Facebook daarom verplichtingen op om dit gedrag binnen twaalf maanden te beëindigen en haar gebruiksvoorwaarden aan te passen. De zaak is een novum, omdat het de eerste keer is dat een mededingingsautoriteit het misbruikverbod handhaaft op grond van overtreding van de dataprotectieregels. In deze bijdrage gaan de auteurs in op het Facebook-besluit, een aantal controversiële standpunten die het BKa inneemt en hoe de zaak past in het bredere debat over mededingingstoezicht in digitale markten. |
Uit het veld |
Beoordeling van datamacht in het mededingingstoezicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2-3 2018 |
Auteurs | Robert Stil, Douwe Meindertsma en Inge van der Linden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het gebruik van data levert belangrijke voordelen voor ondernemingen en consumenten. Het roept echter ook de maatschappelijke vraag op of verzameling en gebruik van data kunnen leiden tot marktmacht (‘datamacht’). Het risico daarop wordt bepaald door: (1) het belang van data als input, (2) de beschikbaarheid en repliceerbaarheid van data, (3) het belang van schaal- en netwerkeffecten en (4) de concurrentiesituatie op de markt waarvoor data een input vormen. Het mededingingstoezicht beschikt over de instrumenten om in specifieke situaties het ontstaan van datamacht als gevolg van concentraties te voorkomen en misbruik van datamacht te beëindigen of te bestraffen. Tot nu toe hebben die situaties zich in de praktijk nog weinig voorgedaan. |
Mededinging |
Gasorba: ‘stating the obvious’ over parallelle handhaving |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2018 |
Trefwoorden | mededinging, Verordening (EG) nr. 1/2003, toezeggingsbesluit, kartelschadeclaims |
Auteurs | Mr. B. Nijhof |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Hof van Justitie oordeelt dat een toezeggingsbesluit ex artikel 9 lid 1 van Verordening (EG) nr. 1/2003 van de Europese Commissie in beginsel niet in de weg staat aan handhaving van Europees mededingingsrecht door nationale rechters en mededingingsautoriteiten ten aanzien van dezelfde feiten waar een toezegginsbesluit op ziet. |
Artikel |
Grenzen aan de uitoefening van een hypotheekrechtOver de implementatie van art. 28 Richtlijn 2014/17/EU (hypothecair krediet) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2017 |
Trefwoorden | hypotheekrecht, kredietovereenkomst, implementatie Richtlijn hypothecair krediet, zorgplicht bank, uitwinning |
Auteurs | Mr. J.W.A. Biemans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Art. 28 Richtlijn hypothecair krediet is ten dele geïmplementeerd in art. 7:128 BW dat de uitoefening van het hypotheekrecht in verschillende opzichten begrenst. In deze bijdrage komen de inhoud en strekking van beide bepalingen aan bod. |
Redactioneel |
Changing the narrativeOver veranderende opvattingen, aasgieren en hyena’s |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2017 |
Auteurs | Paul Lugard |
Auteursinformatie |
Praktijk |
Kroniek concentratiecontrole 2016 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2017 |
Auteurs | Gurgen Hakopian en Mieke Reij |
Auteursinformatie |
Artikel |
De Eerste Kamer had het laatste woordOver het interactieve totstandkomingsproces van STROOM en de behandeling in de Staten-Generaal |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2016 |
Trefwoorden | STROOM, horizontale beleidsvorming, wetgevingsproces, wetsbehandeling |
Auteurs | mr. J.B. van Beuningen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 22 december 2015 werd het wetsvoorstel STROOM verworpen door de Eerste Kamer. Het voorstel betrof een herziening van de Gaswet en de Elektriciteitswet 1998, gaf uitvoering aan het Energieakkoord en zou ondersteuning bieden aan de energietransitie. Dit artikel beschrijft het intensieve totstandkomingsproces van het wetsvoorstel dat werd ingericht met transparantie en interactie als uitgangspunten en beschrijft het parlementaire proces dat met STROOM doorlopen werd. Het doel van het totstandkomingsproces was om via horizontale beleidsvorming te komen tot een solide wetsvoorstel, dat door partijen gedragen werd en waarmee het noodzakelijk vertrouwen tussen partijen onderling en in hun verhouding tot de overheid werd hersteld. Uiteindelijk lag er een goed en gedragen wetsvoorstel in de Tweede Kamer, een fair deal, waarbij men op individuele punten had ingeleverd ten behoeve van een groter doel: de energietransitie. Het parlement had echter relatief weinig oog voor de nieuwe beleidsvoornemens, maar focuste zich op de splitsing van de energiebedrijven, een onderwerp dat geen onderdeel had uitgemaakt van het voorbereidingsproces, omdat over de splitsing rechtszaken werden gevoerd. Uiteindelijk is omwille van de splitsing het wetsvoorstel met één stem verschil verworpen. Een onbevredigende uitkomst: de energietransitie liep vertraging op en de splitsingsbepalingen bleven onverkort van toepassing. Hoe kon dat gebeuren? |
Artikel |
De nieuwe Section 5 Statement – in weiter Ferne, so nah? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | Federal Trade Commission, Section 5, Federal Trade Commission Act |
Auteurs | Paul Kreijger |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 13 augustus 2015 publiceerde de Federal Trade Commission een beknopt document met uitgangspunten voor de handhaving van ‘Section 5’ van de Federal Trade Commission Act. Het gaat hier om de handhaving van het verbod op, onder meer, ‘Unfair methods of competition in or affecting commerce’, een bepaling die deels, maar zeker niet volledig overlapt met Section 1 en 2 van de Sherman Act, de Amerikaanse versies van ons kartelverbod en misbruikverbod. Deze korte bijdrage schetst het ‘Statement of Enforcement Principles’ en werpt de vraag op of een ‘Europees Section 5’ aantrekkelijk zou zijn. |
Artikel |
Jurisprudentie inzake misbruik economische machtspositie: de stand van zaken na Intel en Post Danmark II |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2016 |
Trefwoorden | Intel, Post Danmark II, kortingsregeling, artikel 102 VWEU, misbruik |
Auteurs | Erik Pijnacker Hordijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Ruim een jaar geleden wees het Gerecht zijn arrest in de Intel-zaak. In dit arrest haakte het Gerecht aan bij de aloude jurisprudentie van het Hof van Justitie over de beoordeling van conditionele kortingsregelingen onder artikel 102 VWEU. Weliswaar bleef de beschikking van de Commissie in stand, maar de beleidsvernieuwingen die de Commissie heeft geïntroduceerd met de Richtsnoeren van de Commissie uit 2009 voor handhavingsprioriteiten bij de toepassing van artikel 102 VWEU op vormen van uitsluitingsmisbruik werden door het Gerecht deels impliciet, deels zelfs expliciet terzijde geschoven. Onlangs heeft het Hof van Justitie zich in het Post Danmark II-arrest kunnen uitspreken over de toepassing van artikel 102 VWEU op een conditionele kortingsregeling. Doel van deze bijdrage is een uitvoeriger overzicht te geven van de huidige stand van zaken. |
Artikel |
Het Europees ‘Betaalpakket’ – Gevolgen voor de interne markt en het betalingsverkeer in Nederland |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 4 2015 |
Trefwoorden | markt, Betaaldienstenrichtlijn, IV Verordening, MasterCard, interbancaire vergoedingen |
Auteurs | J.D. Mathis, LL.M. Mr. |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het ‘Betaalpakket’ zal de nodige harmonisatie en rechtszekerheid bieden voor de verwezenlijking van een ware ‘interne betaalmarkt’ voor girale transacties binnen de EU. Door de invoering van ‘caps’ van 0,2 procent en 0,3 procent op interbancaire vergoedingen voor debit- en creditcardtransacties zullen de kosten van acceptatie op Europees niveau dalen. Deze ‘caps’ en aanvullende maatregelen in de herziene Betaaldienstenrichtlijn zullen op Europees niveau onder andere een gelijk speelveld creëren voor betaaldienstaanbieders en de toetreding van nieuwe spelers bevorderen. Naar verwachting zal de efficiëntie van het Europees betalingsverkeer als gevolg daarvan toenemen ten voordele van de consument en de handel. |
Praktijk |
Kroniek concentratiecontrole 2014 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | kroniek, concentratiecontrole, ACM, concurrentie |
Auteurs | S.M.M.C. Vinken, M.J. van Joolingen en M.W.J. Jongmans |
Auteursinformatie |
Praktijk |
De Nederlandse Vereniging voor Criminologie en de ontwikkeling van het vakgebied tussen 1974 en 2014 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Criminologie, Aflevering 3 2014 |
Auteurs | René van Swaaningen |
SamenvattingAuteursinformatie |
For the occasion of the 40 th anniversary of the Netherlands’ Society of Criminology the author has analysed the Society’s archive and related the development of this professional organisation to the development of Dutch criminology in the period between 1974 and 2014. He distinguishes five turning points in this respect: between 1965 and 1974 we witnessed the emancipation of criminology as an autonomous discipline; the period 1978-1985 is characterised by a downfall of criminology at the universities; between 1992 and 1995 a period of restoration started, that is characterised by a focus on criminology’s policy-relevance; from 1999 to 2010 we can witness a recovery, in which academic criminology raised like a phoenix from its ashes; and from that time on we see the discipline broadening up again, in which the dominance of positivist research agendas is countered by a cultural criminology and a more critical attitude towards the production-oriented research policy in general. The bottom line is that the Society followed these trends imperceptibly: it was active when criminology did well and was ‘in rest’ when it did not. The article concludes with the question whether the Society has an active role to play in the public debate about the role of science and crime and punishment. |
Artikel |
Hypothecair krediet: de klant centraal of soms toch niet?De invloed op de civielrechtelijke verhouding tussen particulier en hypothecair financier van overheidsregulering voor de precontractuele fase |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2014 |
Trefwoorden | Wft, (hypothecair) krediet, zorgplicht, AFM, overkreditering |
Auteurs | Mr. drs. M. van Eersel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Publiekrechtelijke regels hebben een significante invloed gekregen op de civielrechtelijke verhouding tussen partijen in de financiële sector. Dit geldt ook voor de relatie tussen banken en consumenten die de aankoop van een eigen woning willen financieren. In deze bijdrage wordt ingegaan op de betekenis hiervan in de precontractuele fase. |
Artikel |
De Richtlijn woningkredietovereenkomsten: een Europese oplossing voor de crisis op de woningmarkt?Oriënteren moet je leren |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5 2014 |
Trefwoorden | hypotheken, woningkredietovereenkomsten, ESIS, consumentenrecht |
Auteurs | Mr. drs. N.M. Giphart |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 4 februari 2014 is de Richtlijn woningkredietovereenkomsten vastgesteld. Deze richtlijn geeft een nieuw kader voor verschillende aspecten rondom het adviseren en het verstrekken van hypotheken en andere woningkredietovereenkomsten. Hoewel de hypotheekmarkt in Nederland al vrij gereguleerd is, zal de richtlijn op bepaalde onderdelen tot wijziging van de regels leiden. Een en ander hangt ook af van de keuzes die de wetgever op tal van onderwerpen zal moeten maken.In deze bijdrage zullen eerst enkele algemene onderwerpen uit de richtlijn aan de orde komen, zoals achtergrond, doelstelling en reikwijdte. Daarna komen inhoudelijke onderwerpen aan bod, waarbij wat langer zal worden stilgestaan bij onderwerpen die voor de praktijk de meeste gevolgen zullen hebben. Hierna volgt een korte conclusie waarbij gekeken wordt in hoeverre deze richtlijn bijdraagt aan het oplossen van de crisis op de woningmarkt in Nederland.Richtlijn 2014/17/EU van het Europees Parlement en de Raad van 4 februari 2014 inzake kredietovereenkomsten voor consumenten met betrekking tot voor bewoning bestemde onroerende goederen en tot wijziging van de Richtlijnen 2008/48/EG en 2013/36/EU en Verordening (EU) nr. 1093/2010, Pb. EU 2014, L 60. |
Artikel |
Inrichting van meervoudig toezicht op marktwerking |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | marktwerking, semipublieke sectoren, afbakening, algemeen mededingingstoezicht, sectorspecifiek toezicht |
Auteurs | Mr. dr. E.M.H. Loozen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In semipublieke sectoren is naast het algemene mededingingstoezicht krachtens de Mededingingswet ook sprake van aanvullend, sectorspecifiek toezicht op marktwerking. De reden daarvoor is dat de algemene mededingingsbevoegdheden niet altijd toereikend zijn om zeker te stellen dat marktwerking in deze sectoren ook daadwerkelijk het algemeen belang dient. Het AMM-instrument, dat de mogelijkheid biedt om ondernemingen die beschikken over ‘aanmerkelijke marktmacht’ ex ante te reguleren, beschermt het publieke mededingingsbelang. Sectorspecifiek fusietoezicht is gericht op de bescherming van andere publieke belangen. In deze bijdrage wordt de afbakening tussen het aanvullende toezicht en het algemene mededingingstoezicht besproken. |
Artikel |
Het arrest van het Hof van Justitie in de zaak AstraZeneca: een beoordeling ‘on the merits’ |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1/2 2013 |
Trefwoorden | Misbruik, Machtspositie, Geneesmiddelen, Farmaceutisch, Misleiding |
Auteurs | Mr. E. Oude Elferink en Mr. R.N.A. Nieuwmeyer LLM |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2000 bedroeg de omzet van het geneesmiddel Losec, een geneesmiddel tegen onder andere maagzweren, meer dan 16 miljoen euro per dag. Losec gold daarmee als best verkochte geneesmiddel ter wereld. Het verbaast niet dat de producent, het concern AstraZeneca, de inkomsten uit Losec coûte que coûte wilde beschermen. Hierbij werd in de periode van 1993 tot 2000 hoog aan de wind gezeild. Volgens de Europese Commissie te hoog. Bij beschikking van 15 juni 2005 legde zij aan AstraZeneca een geldboete op van in totaal 60 miljoen euro voor een schending van het verbod om misbruik te maken van een economische machtspositie. |
Redactioneel |
Bespiegelingen over mededinging toen en nu (2) |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 5 2012 |
Auteurs | Prof. mr. T.R. Ottervanger |
Auteursinformatie |