Het afgelopen jaar kenmerkt zich door hevige prijsstijgingen van grondstoffen en (bouw)materialen. In deze bijdrage gaan wij in op de vraag in hoeverre partijen in tijden van prijsstijgingen gebonden kunnen blijven aan prijsafspraken of prijswijzigingsbedingen. Daarbij wordt stilgestaan bij de mogelijkheden om op grond van onvoorziene omstandigheden of kostenverhogende omstandigheden deze afspraken te omzeilen. Hoewel dit in voorkomende gevallen denkbaar is, zal op de partij die hierop een beroep doet een zware stelplicht en bewijslast rusten. Zoals vaker is voorkomen beter dan genezen en kunnen partijen beter vooraf duidelijke afspraken maken hoe om te gaan met prijsstijgingen. |
Zoekresultaat: 194 artikelen
Artikel |
Gestegen grondstofprijzen en contracten: wie betaalt de rekening? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | Prijsstijgingen, onvoorziene omstandigheden, kostenverhogende omstandigheden, vaste prijzen, Prijswijzigingsbeding |
Auteurs | Mr. J. den Hartog en Mr. A.Z. Lankhaar |
SamenvattingAuteursinformatie |
Annotatie |
Niet-aanvaarding van redelijke wijzigingsvoorstellenHR 11 juli 2008, ECLI:NL:HR:2008:BD1847 (Stoof/Mammoet Transport B.V.), ArA 2008/3, m.nt. J.M. van Slooten |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | Stoof/Mammoet-maatstaf, Goed werknemerschap, Wijziging arbeidsvoorwaarden |
Auteurs | Willem Bouwens |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat de auteur stil bij de betekenis van het Stoof/Mammoet-arrest. Hij bespreekt de daarin gegeven uitwerking van de Taxi Hofman-leer en gaat in op de visie van de Hoge Raad op de verhouding tussen de op goed werknemerschap gebaseerde medewerkingsplicht van de werknemer en art. 7:613 BW. Vervolgens behandelt hij een aspect van de problematiek waarover de Hoge Raad zich in het Stoof/Mammoet-arrest niet, althans niet expliciet heeft uitgelaten, te weten: de gevolgen van een weigering van de werknemer om een redelijk voorstel van de werkgever dat verband houdt met gewijzigde omstandigheden op het werk te aanvaarden, terwijl voor die weigering geen deugdelijke gronden bestaan. In zijn optiek hebben de door de Hoge Raad in het arrest geformuleerde uitgangspunten op dit punt belangrijke consequenties, die in de lagere jurisprudentie na het arrest vaak niet in acht worden genomen. |
Wetenschap en praktijk |
Het vervangen van de zekerhedenagentDe parallel debt revisited |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | trust, zekerheid, security agent, syndicaatslening, overgang |
Auteurs | G. Kreuze en M. Broere |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel bespreken de auteurs de aandachtspunten die spelen bij een vervanging van de zekerhedenagent onder bijzondere titel aan de hand van een syndicaatslening gedocumenteerd op basis van de modellen van de Loan Market Association en gesecureerd door Nederlandsrechtelijke zekerheden. Ter achtergrond komen de volgende onderwerpen aan bod: (a) de invulling van de rol van zekerhedenagent en (b) het vervangen van de zekerhedenagent. Het zwaartepunt van dit artikel ligt op een vervanging van de zekerhedenagent onder bijzondere titel naar Nederlands recht, maar nu bij toe- en uittreding van de zekerhedenagent vaak Engels recht wordt toegepast, hebben we ervoor gekozen om in dit artikel ook aandacht te besteden aan de Engelse trust en een aantal Engelsrechtelijke aspecten van de overgang van de parallel debt en de daarvoor gevestigde Nederlandsrechtelijke zekerheden. |
Artikel |
Collectief ontslag in tijden van (economische) crisis |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | collectief ontslag, flexibele arbeid, overheidsinvloed, steunmaatregelen, ondernemersvrijheid |
Auteurs | mr. dr. Niels Jansen en em. prof. Teun Jaspers |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage onderzoeken auteurs of in de Wmco wel voldoende rekening is gehouden met ontslag in en van de flexibele schil en zo nee, of aanpassing van de Wmco dan gewenst is met het oog op de doelstelling van de Wmco tegen de achtergrond van de huidige flexibele arbeidsmarkt. Daarnaast onderzoeken zij de rol van de overheid bij een collectief ontslag en meer specifiek over de NOW-1 en NOW-2 en de verhouding tot ondernemersvrijheden. De NOW-1 en -2 beperkten namelijk in zekere zin de vrijheid van ondernemingen om beslissingen te nemen over een collectief ontslag en de vraag is hoe die beperkingen ten aanzien van collectief ontslag zich verhouden tot de ondernemersvrijheden. |
Trending Topics |
Tata Steel, maatschappelijk verantwoord ondernemen en het strafrechtEen nieuwe balans tussen economische welvaart en maatschappelijk welzijn? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | maatschappelijk verantwoord ondernemen, feitelijk leidinggevende, hybride rechtspleging, Tata Steel |
Auteurs | Mr. dr. S.S. Buisman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 19 mei 2021 doet Ficq namens de aangesloten belanghebbenden aangifte tegen de feitelijk leidinggevers van Tata Steel wegens gevaarzetting voor de openbare gezondheid (art. 173a Sr). De bestuurderstop wordt verweten dat hij niet heeft ingegrepen toen Tata Steel jarenlang structureel wet- en regelgeving overtrad, waardoor ernstige en ongerechtvaardigde schade is veroorzaakt voor de gezondheid van mens, dier en milieu. De aangifte tegen Tata Steel past binnen een bredere trend van maatschappelijk verantwoord ondernemen (MVO). Hoewel MVO niet in direct verband lijkt te staan met het strafrecht, kan het strafrecht toch een belangrijke rol spelen bij de bewerkstelliging van MVO. |
Artikel |
Europese ontwikkelingen in het insolventierechtEen civielrechtelijk perspectief |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2021 |
Trefwoorden | harmonisatie, faillissementsrecht, faillissementspauliana, bestuurdersaansprakelijkheid, rangorde van schuldeisers |
Auteurs | Mr. Y. Diamant |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vanuit ‘Europa’ wordt aangestuurd op verdere eenvormigheid van het insolventierecht van de EU-lidstaten. De Europese ontwikkelingen in het insolventierecht worden in dit artikel besproken, waarbij wordt ingezoomd op vier civielrechtelijke onderwerpen: bestuurdersaansprakelijkheid, faillissementspauliana, de positie van zekerheidsgerechtigden en de rangorde van schuldeisers. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 6 2021 |
Trefwoorden | COVID-19, testverplichting, privileges, pandemieclausule, onvoorziene omstandigheden |
Auteurs | Prof. mr. H.N. Schelhaas |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat vanuit het perspectief van de contractsvrijheid de invloed van coronamaatregelen op contracten centraal. Ingegaan wordt op de vraag of contractuele vaccinatie- of testverplichtingen kunnen worden afgedwongen, of en in hoeverre contracten kunnen worden aangepast op grond van onvoorziene coronaomstandigheden, en of in coronaclausules de gevolgen van coronamaatregelen kunnen worden vastgesteld. |
Artikel |
Regionale praktijk onder druk |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 2 2021 |
Auteurs | Stijn Dunk en Kees van de Veen |
Auteursinformatie |
Objets trouvés |
Begrotingswetgeving: vragen bij het wetsvereiste |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | Begrotingswet, Budgetrecht, Tweede Kamer, Corona, wetgevingsproductie |
Auteurs | Mr. dr. P.J.P.M. Van Lochem |
SamenvattingAuteursinformatie |
De vele begrotingswijzigingen ten behoeve van de bestrijding van de coronapandemie en de compensatie van de nadelen ervan hebben geleid tot een nog grotere wetgevingsproductie. De vraag is of de voor begrotingsbeslissingen grondwettelijk voorgeschreven wetsvorm nog wel past bij de huidige betekenis en invulling van het parlementaire budgetrecht. Bij de huidige begrotingsbehandeling handelt de Kamer ritueel en stelt zich niet op als medewetgever, vooral door aan de regering over te laten hoe de voorstellen, neergelegd in moties en amendementen, financieel moeten worden gedekt. Overigens maakt de Kamer gedurende het begrotingsjaar geen enkel gebruik van haar initiatiefrecht. Zolang van medewetgeven geen sprake (meer) is, kan het wetsvereiste voor begrotingsbeslissingen vervallen. |
Artikel |
Een decennium oordelen over doorlopende kredieten: uiteenlopende interpretaties van het contractuele rentewijzigingsbeding |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | rentewijzigingsbeding, kredietovereenkomsten, marktrente, doorlopend krediet, Kifid |
Auteurs | Mr. drs. Ruud van de Meerakker |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recent hebben zowel de Commissie van Beroep financiële dienstverlening als diverse rechters uitspraken gedaan over rentewijzigingsbedingen. Dergelijke bedingen gebruikten kredietverstrekkers van doorlopende kredietovereenkomsten om de variabele rente van die kredieten aan te passen. De uitspraken markeren de verschuiving van een nadruk op contractvrijheid en marktwerking naar de focus op een zekere mate van marktregulering en consumentenbescherming. In deze bijdrage wordt uiteengezet via welke weg deze verschuiving het afgelopen decennium heeft plaatsgevonden en wordt bijzondere aandacht gegeven aan de huidige stand van zaken, waarin twee wegen te herkennen zijn. Door de Commissie van Beroep is het beding uitgelegd – zodat consumenten mochten verwachten dat hun rente in de pas zou blijven met de marktrente. In de rechtspraak is in veel gevallen besloten tot vernietiging van het beding. Geconcludeerd wordt welke van de beide oordelen het meest overtuigt. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Corona crisis, judiciary, ICT, Court delay, Trias politica |
Auteurs | Dr. Frans van Dijk en Mr. dr. Eddy Bauw |
SamenvattingAuteursinformatie |
Four phases of the Corona crisis are distinguished: a first acute phase, the gradual transition to a new normal, the economic downturn and the long run. The article describes what happened in the courts in the first and in the beginning of the second phase, and what is subsequently likely to happen. In the acute phase the court buildings shut down, and adjudication came largely to a halt. The courts were late in opening up, and as a result backlogs of, in particular, criminal cases increased. The courts extended their use of digital tools (e.g. tele-hearings) that, while allowing cases to proceed, did not fully protect the rights of parties. While so far the volume of commercial cases and bankruptcies has not increased, a (rapid) increase is inevitable. Contract breach will be wide spread, and will give rise to fundamental legal issues. For economic recovery it is essential that the courts give clear and consistent guidance in these matters quickly. This requires the courts to reduce the currently long duration of civil cases, and to use the available procedures to get expeditious decisions of the Supreme Court. The courts will also need to develop their ICT-instruments rapidly to guarantee the rights of parties. After a difficult first phase, the courts now face the challenge to effectively guide society through the Corona crisis and its aftermath, and thereby play its role in the trias politica. |
Discussie |
|
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Pandemic, Cost-benefit analysis, qaly, Opportunity costs, COVID-19 |
Auteurs | Dr. Roel Pieterman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Most countries in the world chose a more or less stringent form of lockdown policy in order to protect citizens from contagion. This essay offers a critical perspective by asking for the Netherlands whether flattening the curve does not cost more healthy life years (qaly’s) than it saves. A cost-benefit analysis is performed discussing four issues. First: how many qaly’s are actually saved by the lockdown measures? Second: what are the opportunity costs of the lockdown? This means investigating how many qaly’s could have been generated if the economic cost of the lockdown had been spent directly into health care. Third: investigating how many qaly’s are lost because of postponing regular care. And fourth: discussing how many qaly’s are at stake because of excess unemployment. While acknowledging uncertainties the conclusion seems unavoidable: lockdown has and will cost more qaly’s than it generates. |
Recent |
Einde van een sociaal advocaat |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2020 |
Auteurs | Mark Hüsen |
Artikel |
Alle hens aan dek |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 9 2020 |
Auteurs | Stijn Dunk |
Artikel |
Advocatuur lijkt dans te ontspringen |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 8 2020 |
Auteurs | Stijn Dunk |
Artikel |
Coronacompensatie van zorgverzekeraars voor zorgaanbieders |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2020 |
Trefwoorden | COVID-19, CB-regelingen, financiële ondersteuning, NOW |
Auteurs | Mr. drs. J.J. Rijken |
SamenvattingAuteursinformatie |
De CB-regelingen waarmee branchevereniging Zorgverzekeraars Nederland zorgaanbieders financieel ondersteunt, zijn ontstaan tegen de achtergrond van een maatschappelijke crisis, waarin de gezondheidszorg werd gezien als de frontlinie van een nationale strijd tegen COVID-19. Nu de kruitdampen van de eerste uitbraak enigszins zijn opgetrokken, onderzoekt deze bijdrage hoe de CB-regelingen zich verhouden tot de juridische regels die vorm geven aan ons stelsel van curatieve zorg. |
Essay |
HebzuchtOver de normalisering van een exces |
Tijdschrift | Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Greed, Profit, Trade, Interest |
Auteurs | Dr. Jeroen Linssen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In this article the ways in which philosophers have thought about greed are discussed. From antiquity until the Renaissance greed was considered to be a sin. This immoderate desire had to be stopped because it constitutes a threat to the wellbeing of both an individual and society as a whole. This changed since the beginning of the modern era, when a more positive attitude towards this excessive desire arose. The new opinion was: private vices lead to public benefits, and thus the normalization of an excess came about. Greed no longer was considered to be a sin or vice, but instead to be a harmless passion that had a good effect on the welfare of society. The financial crisis of 2008 may have induced some doubts concerning the idea that greed is good, but a real change in opinion has not yet occurred. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 7 2020 |
Trefwoorden | artificial intelligence, machine learning, bestuurstaak, bestuurdersaansprakelijkheid, risicobeheer |
Auteurs | Mr. S.W. van de Ven |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het gebruik van artificial intelligence (AI) door vennootschappen zal de komende jaren een vlucht nemen, met ingrijpende veranderingen voor de bestuurstaak tot gevolg. Dit artikel bespreekt de noodzaak voor bestuurders tot het voeren van deugdelijk AI-risicobeheer alsmede de manier waarop deze vorm van risicobeheer de maatstaf voor bestuurdersaansprakelijkheid dient in te kleuren. |
Annotatie |
Gedeeltelijke beëindiging en het toetsingsmoment in ontslagzakenHR 21 februari 2020, ECLI:NL:HR:2020:283 (werkneemster/Schoonmaakbedrijf Victoria B.V.) en ECLI:NL:HR:2020:284 (werknemer/werkgever) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | Gedeeltelijke ontbinding, Ex tunc, Ex nunc, Vermindering arbeidsduur, Wijziging arbeidsvoorwaarden |
Auteurs | Mr. dr. D.M.A. Bij de Vaate |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 21 februari 2020 wees de Hoge Raad een tweetal beschikkingen waarin de vraag naar de mogelijkheid van gedeeltelijke ontbinding en het toetsingsmoment van ontbindingsbeschikkingen in hoger beroep centraal stond. Op beide punten was nadere richting gewenst. De Kolom-beschikking kon vermoeden dat een belangrijke stap gezet was richting de mogelijkheid van een gedeeltelijke ontbinding. Niets blijkt minder waar, getuige het oordeel in de Victoria-beschikking, of toch…? Ook de vraag naar het toetsingsmoment van ontslagzaken in hoger beroep heeft de gemoederen beziggehouden. De Hoge Raad komt niet tot een uniform antwoord. Gaat het om een afgewezen ontbindingsbeschikking, dan is de toetsing in hoger beroep ex nunc; gaat het om een toegewezen ontbindingsbeschikking, dan is de toetsing ex tunc. Deze bijdrage onderwerpt de twee beschikkingen aan een nadere analyse. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Justitiële verkenningen, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | Corona crisis, crime opportunities, fraud, scenarios, future development |
Auteurs | Dr. Clarissa Meerts en Dr. Wim Huisman |
SamenvattingAuteursinformatie |
This contribution contains several concrete examples of ‘Corona crime’ thereby showing how the current crisis is creating new opportunities for committing crimes. The authors revert to an analysis framework that was previously used to interpret new forms of crime during the banking crisis. It consists of four scenarios that are briefly described. The future will have to show what effects the corona pandemic has had on fraud and other financial and economic crime. |