In het arrest Beheermaatschappij Storteboom/Ubbens q.q. oordeelt de Hoge Raad over het verrekenen van regres- en omslagschulden van zeven gefailleerde vennootschappen met een vordering op een van hen. De auteur becommentarieert het arrest en gaat in op de verhouding tussen enerzijds het recht op verrekening als feitelijke zekerheid en anderzijds het regresrecht in de zin van art. 6:10 e.v. BW. |
Zoekresultaat: 183 artikelen
Artikel |
Een feitelijk voorrangsvraagstuk: over verrekening en het geconsolideerd berekenen van de draagplichtBespreking van HR 24 september 2021, ECLI:NL:HR:2021:1359 (Beheermaatschappij Storteboom/Ubbens q.q.) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | redelijkheid en billijkheid, regres, concern, faillissement, verrekeningsrecht |
Auteurs | Mr. dr. C.H.A. van Oostrum |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Dure redactiefouten in testamenten (deel I) |
Tijdschrift | AdvoTip, Aflevering 1 2022 |
Auteurs | Mr. dr. G.T.J. Hoff |
Artikel |
Factuurfraude: wie betaalt de prijs?Bevrijdend betalen na het Devante/Hascor-arrest (HR 28 mei 2021, ECLI:NL:HR:2021:783) |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 11 2021 |
Trefwoorden | internetcriminaliteit, digitalisering, fraude in het betalingsverkeer, artikel 6:34 BW, Kamerman/Aro Lease-arrest |
Auteurs | Mr. D.M.H. de Leeuw |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Devante/Hascor-arrest heeft de Hoge Raad zich uitgelaten over de te hanteren maatstaf bij beantwoording van de vraag of bevrijdend is betaald in het geval van factuurfraude. In dit artikel wordt onder meer ingegaan op de vraag welke omstandigheden een uitzondering op de in dit arrest gegeven hoofdregel kunnen rechtvaardigen en welke concrete handvatten voor het bestuur van vennootschappen uit dit arrest kunnen worden afgeleid. |
Artikel |
Wet franchise: de remedies bij het schenden van precontractuele verplichtingen. Voegt de nieuwe wet wat toe? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | Schenden precontractuele verplichtingen, Onrechtmatige daad, Artikel 3:40 BW, Verbintenis die voortvloeit uit de precontractuele redelijkheid en billijkheid, Wet franchise |
Auteurs | Mr. Y. Hafez |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Wet franchise zijn verschillende precontractuele informatieverplichtingen opgenomen teneinde de rechtspositie van de franchisenemer te verbeteren. In dit artikel wordt betoogd dat de remedies bij het schenden van die verplichtingen onvoldoende uitgekristalliseerd zijn. De toelichting van de wetgever is verre van helder en de structuur van de wet is onvoldoende doorgedacht. De wet kan zodoende tot aardig wat discussie leiden. |
Artikel |
Denken in kansen. Het leerstuk verlies van een kans stevig verankerdBespreking van HR 26 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:461, NJ 2021/127 (ISG/Natwest) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2021 |
Trefwoorden | kansschade, proportionele aansprakelijkheid, bancaire zorgplicht, condicio sine qua non-verband, schade |
Auteurs | Mr. J. den Hoed |
SamenvattingAuteursinformatie |
Onlangs zag de Hoge Raad zich in een zaak over bancaire (bijzondere) zorgplicht gesteld voor de vraag of het leerstuk van verlies van een kans ook van toepassing is ingeval het van gedrag van benadeelde zou hebben afgehangen of de kans zich zou hebben verwerkelijkt. In dit artikel wordt onderzocht of de Hoge Raad met het hier besproken arrest het leerstuk oprekte dan wel een eerder ingezette lijn bevestigde. |
Artikel |
Supercel veroorzaakt geen stormschade, wel een trendbreuk in het verzekeringsrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2021 |
Trefwoorden | uitleg van polisvoorwaarden, causaliteit, dominant cause-leer, leer van de redelijke toerekening, proportionele toerekening |
Auteurs | Mr. M.G. Kos |
SamenvattingAuteursinformatie |
In 2021 zijn door de Hoge Raad drie arresten gewezen over causaliteit in het verzekeringsrecht. Daarin is duidelijk gemaakt dat niet langer ervan kan worden uitgegaan dat de dominant cause-leer als heersende leer moet worden beschouwd. De Hoge Raad maakt duidelijk dat uitleg van de verzekeringsovereenkomst voorop dient te staan, maar dat de redelijkheid daarbij een rol kan spelen. |
Kroniek |
Hoger beroep |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2021 |
Auteurs | Gerard Lewin en Henk Wattel |
Auteursinformatie |
Artikel |
Aansprakelijkheid, verhaal en draagplicht bij de legitieme portie |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | evenredigheid, gelijke delen, inkorting, plaatsvervulling, vereffening |
Auteurs | Mr. dr. R.E. Brinkman |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt ingegaan op de draagplicht en aansprakelijkheid voor de legitieme portie en de verhaalsmogelijkheden van de legitimaris. De stelling wordt verdedigd dat de aansprakelijkheid van de erfgenamen steeds aansluit bij de evenredigheid van de erfdelen en niet bij de draagplicht. Een andere belangrijke conclusie is dat door de erflater gewijzigde draagplicht nooit verder strekt dan door de erflater verleende draagkracht. |
Artikel |
Kroniek Vennootschapsrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 5 2021 |
Auteurs | Lisette van der Gun en Rogier Wolf |
Auteursinformatie |
Artikel |
De csqn-toets bij een nalaten in het licht van het arrest Netvliesloslating: komt bovennormconform gedrag voor rekening van de laedens? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | Causaal verband, Onrechtmatige daad, Schade, Schadevergoeding, aansprakelijkheidsrecht |
Auteurs | Mr. drs. P.A. Fruytier en Mr. L.A. Burwick |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Netvliesloslating-arrest oordeelt de Hoge Raad dat bij een onrechtmatig nalaten binnen de csqn-toets het feitelijke gedrag dat de laedens daadwerkelijk zou hebben vertoond bij nakoming van de norm doorslaggevend is. Dat bevreemdt, omdat de laedens daardoor soms voor méér schade aansprakelijk is dan als hij zuiver normconform zou hebben gehandeld. In dit artikel betogen de auteurs dat die invulling van de csqn-toets niet strookt met de empirisch logische uitgangspunten daarvan. |
Artikel |
De aanvang van de korte verjaringstermijn bij beroepsaansprakelijkheidsvorderingen na het arrest van de Hoge Raad van 9 oktober 2020 |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2021 |
Trefwoorden | beroepsfout, bekendheid, art. 3:310 BW, schadevergoeding |
Auteurs | Mr. M. de Haan en Mr. E.A.L. van Emden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 9 oktober 2020 heeft de Hoge Raad een arrest gewezen over het moment waarop de verjaringstermijn van de beroepsaansprakelijkheidsvordering van de (voormalig) cliënt op zijn adviseur een aanvang neemt. In dit artikel wordt het arrest bekeken in de context van eerdere rechtspraak over dit onderwerp en wordt onderzocht hoe de door de Hoge Raad gegeven norm in de praktijk kan uitwerken. |
Artikel |
Van marxisme naar economisch strafrechtOver een persoonlijke, autobiografische band met een bijzonder rechtsgebied |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | Economisch strafrecht, Karl Marx, scientific occupation with e. cr. law, professional occupation with e. cr. law, sanctions in e. cr. Law. |
Auteurs | Em. prof. mr. Th.A. de Roos |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur presenteert autobiografische bronnen van zijn speciale aandacht voor, en professionele toewijding aan het terrein van economisch strafrecht. Hij werd op dat spoor gezet door de werken van Karl Marx, maar uiteindelijk ontdekte hij dat Marx maar weinig te bieden had als het om het recht gaat. Niettemin bleef zijn fascinatie voor de relatie tussen economie en (straf)recht. De auteur behandelt enkele – tegenwoordig belangrijke en intrigerende – voorbeelden die die fascinatie kunnen rechtvaardigen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | abeidsongeschiktheidsverzekering., schending mededelingsplicht, begrip arbeidsongeschiktheid, claimbehandeling |
Auteurs | Mr. dr. E.J. Wervelman |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur bespreekt de belangrijkste actualiteiten op het terrein van arbeidsongeschiktheidsverzekeringen. Daarbij is in het bijzonder aandacht geschonken aan de rol van deze verzekering binnen de letselschade. Daarnaast komt het karakter van de AOV aan orde, de schending van de mededelingsplicht, het begrip arbeidsongeschiktheid en de claimbehandeling. |
Artikel |
Publieke en private handhaving van het kartelverbod – een convergente toepassing van dezelfde norm? |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | kartel, kartelverbod, publieke handhandhaving, private handhaving |
Auteurs | Ellen Römkens, Anke Prompers, Aron Bouman e.a. |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit tweeluik zal aan de hand van rechtspraak worden geïnventariseerd of ten aanzien van (a) het bewijzen van kartelafspraken en (b) de wijze van toerekening, we op het eerste oog kunnen spreken van een convergente toepassing van het kartelverbod door de Nederlandse bestuursrechter en de civiele rechter. |
Artikel |
De huurprijsbetalingsverplichting van huurders van middenstandsbedrijfsruimte in coronatijd |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Coronacrisis, Huurprijsvermindering, Opschorting huur |
Auteurs | Mr. dr. M.V.R. Snel |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt onderzocht of en zo ja onder welke condities de huurder van middenstandsbedrijfsruimte bevoegd is zijn verplichting tot betaling van de huurprijs tijdelijk uit te stellen en/of vermindering van de huurprijs te vorderen indien de coronacrisis tot een verminderd gebruik van het gehuurde heeft geleid. |
Artikel |
Leiden bedingen die de vennootschap als enig opdrachtnemer aanwijzen tot uitsluiting van persoonlijke aansprakelijkheid van de beroepsbeoefenaar, en kan dat? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2020 |
Trefwoorden | beroepsaansprakelijkheid, exoneratie, kanalisering, opdrachtnemerschap |
Auteurs | Mr. E.A.L. van Emden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Beroepsbeoefenaars kunnen met hun opdrachtgever overeenkomen dat het kantoor waaraan zij zijn verbonden als enig opdrachtnemer heeft te gelden. De vraag is in hoeverre daarmee ook de persoonlijke aansprakelijkheid van de beroepsbeoefenaar kan worden uitgesloten. Daarnaast wordt ingegaan op de vraag in hoeverre het uitsluiten van persoonlijke aansprakelijkheid door beroepsbeoefenaars mogelijk is. |
Artikel |
Langverwachte (on)duidelijkheid over de (on)redelijkheid van aansprakelijkheid van de hulpverlener voor het gebruik van medische hulpzaken |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 10 2020 |
Trefwoorden | state of the art, ontwikkelingsrisico, gebrekkige implantaten, aansprakelijkheid arts en ziekenhuis, CE-markering |
Auteurs | Mr. dr. R.P. Wijne |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 19 juni 2020 deed de Hoge Raad uitspraak in twee kwesties waarin de aansprakelijkheid van de hulpverlener voor het gebruik van een ongeschikte medische hulpzaak centraal stond. De auteur gaat in op de betekenis van deze uitspraken in het licht van eerdere jurisprudentie op dit terrein en geeft haar visie op de bruikbaarheid van de uitspraken in de praktijk. |
Jurisprudentie |
Kansschade: een bewogen leerstukHR 19 juli 2019, ECLI:NL:HR:2019:1223 en Rb. Den Haag 8 januari 2020, ECLI:NL:RBDHA:2020:4 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | (letsel)schade, kansschade, zorgvuldigheidsnorm, proportionele aansprakelijkheid, condicio sine qua non-verband |
Auteurs | Mr. J. den Hoed |
SamenvattingAuteursinformatie |
Zowel in het Srebrenica-arrest als in het Faro-vonnis, twee tamelijk verschillende zaken, is een veroordeling tot vergoeding van kansschade uitgesproken voor onzorgvuldig handelen. In zijn Srebrenica-uitspraak stelde de Hoge Raad de kleine, maar niet verwaarloosbare kans voor de bewuste groep mannelijke vluchtelingen om uit handen te blijven van Bosnische Serviërs (als Dutchbat naar behoren zou zijn opgetreden) vast op 10%, waar het hof nog was uitgekomen op 30%. De rechtbank kwam in de Faro-zaak tot een kleine, maar niet verwaarloosbare kans van 20% op een beter resultaat bij de destijds met Martinair gevoerde onderhandelingen als de Raad voor de Luchtvaart niet onzorgvuldig zou hebben gehandeld. Een algemeen, voor alle gevallen toepasbaar, minimumpercentage voor kansschade lijkt niet aanwijsbaar. |
Artikel |
Kroniek Vermogensrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 8 2020 |
Auteurs | Coen Drion, Anna Zwalve, Bastiaan Kout e.a. |
Titel |
De Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade van De Letselschade Raad past naadloos in rechtspraak en regelgeving |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | rekenmodel, overlijdensschade, rekenmethodiek, Denktank, De Letselschade Raad |
Auteurs | Mr. Chr.H. van Dijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Richtlijn Rekenmodel Overlijdensschade kan rekenen op een breed draagvlak. Over de Richtlijn bestaat nog betrekkelijk weinig jurisprudentie, maar uit wat er is aan gepubliceerde uitspraken lijkt de conclusie te mogen worden getrokken dat de Richtlijn ook door de rechtspraak wordt omarmd en zonder veel omhaal van toepassing wordt geacht op overlijdenszaken. In de praktijk bestaat nog wel eens discussie over het antwoord op de vraag of de Richtlijn wel past in de door de Hoge Raad over overlijdensschade gewezen rechtspraak en in het wettelijk kader. De auteur betoogt in dit artikel dat dit wel het geval is. |