Deze recensie gaat in het bijzonder in op Kolders centrale stelling dat de kwalitatieve aansprakelijkheid van de bedrijfsmatig gebruiker het primaat zou moeten hebben boven die van de bezitter. Daarnaast komt het criterium voor bedrijfsmatig gebruik dat Kolder introduceert aan de orde, evenals diens voorstel voor stroomlijning van de tekst van art. 6:181 BW. |
Zoekresultaat: 7 artikelen
Artikel |
Aansprakelijkheid van de bedrijfsmatige gebruikerBespreking van het proefschrift van mr. A. Kolder |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | bedrijfsmatige gebruiker, kwalitatieve aansprakelijkheid, art. 6:181 BW, opstal, dier |
Auteurs | Mr. P.W. den Hollander |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
In pari delicto; als de pot de ketel verwijt |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2017 |
Trefwoorden | in pari delicto, nemo auditur, unclean hands, eigen schuld, relativiteit |
Auteurs | Prof. mr. A.L.M. Keirse en Mr. dr. B.M. Paijmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het aloude adagium in pari delicto wordt in de jurisprudentie maar zelden in expliciete bewoordingen gebruikt. Het heeft in Nederland echter wel degelijk betekenis. Onbetamelijk gedrag van de benadeelde zou zelfs vaker reeds bij de vestiging van aansprakelijkheid in beeld moeten komen, en niet pas bij de omvang van aansprakelijkheid. |
Jurisprudentie |
Risico, relativiteit, redelijkheidHR 29 januari 2016, ECLI:NL:HR:2016:162 (Imagine, Hangmat II) |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2016 |
Trefwoorden | artikel 6:179 BW, artikel 6:181 BW, Hangmat-regel, relativiteit bij risicoaansprakelijkheid, medebezitters van dieren |
Auteurs | Mr. J.K. Stam en mr. J.H.G. Verweij-Hoogendijk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 29 januari 2016 gaf de Hoge Raad antwoord op drie prejudiciële vragen met betrekking tot de analoge toepassing van het Hangmat-arrest, waarin aansprakelijkheid jegens medebezitters op grond van artikel 6:174 BW is aangenomen, ten aanzien van artikel 6:179 en 6:181 BW. De regel uit het Hangmat-arrest blijkt niet te gelden in de onderlinge verhouding tussen medebezitters van een dier en niet in de onderlinge verhouding tussen bedrijfsmatige medegebruikers van een dier. De derde vraag ten aanzien van de verdeling van de schade behoefde volgens de Hoge Raad geen beantwoording. |
Artikel |
Aansprakelijkheid van medebezitters: een beschouwing van de Hangmat-jurisprudentie en een onderzoek naar haar reikwijdte |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2016 |
Trefwoorden | Hangmat-jurisprudentie, medebezitter, aansprakelijkheid, opstal, dieren |
Auteurs | Mr. drs. P.A. Fruytier |
SamenvattingAuteursinformatie |
Volgens de Hoge Raad zijn medebezitters van gebrekkige opstallen ook jegens elkaar aansprakelijk. Recentelijk oordeelde de Hoge Raad dat zo’n aansprakelijkheid niet geldt voor medebezitters van dieren. De auteur bespreekt en becommentarieert beide arresten. Verder onderzoekt de auteur wat de uitkomst zal zijn bij roerende zaken en bij medebedrijfsuitoefenaars. |
Jurisprudentie |
Geen analoge toepassing van het Hangmat-arrest op artikel 6:179 BWRb. Den Haag 4 maart 2015, ECLI:NL:RBDHA:2015:2443 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid voor dieren, artikel 6:179 BW, Hangmat-arrest, medebezit |
Auteurs | Mr. M. Verheijden |
SamenvattingAuteursinformatie |
Eiseres wordt gebeten door hond Jengo, die gezamenlijk bezit is van haar en haar echtgenoot. Zij spreekt de aansprakelijkheidsverzekeraar van haar echtgenoot aan en vordert 50% van haar schade. Eiseres meent dat de regel uit het Hangmat-arrest voor artikel 6:174 BW ook van toepassing is op de aansprakelijkheid voor dieren (art. 6:179 BW). De rechtbank trekt de lijn van het Hangmat-arrest niet door naar artikel 6:179 BW. De rechtbank overweegt daartoe dat artikel 6:179 en 6:174 BW een andere grondslag kennen en dat de bezitter van een dier ook het ‘profijt’ van het bezit daarvan heeft. |
Jurisprudentie |
Kwalitatieve aansprakelijkheid jegens medebezitterHR 8 oktober 2010, LJN BM6095, RvdW 2010, 1164 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2010 |
Trefwoorden | kwalitatieve aansprakelijkheid, medebezit, hangmat, gebrekkige opstal |
Auteurs | Mevrouw mr. F. Leopold |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 8 oktober 2010 wees de Hoge Raad het baanbrekende Hangmat-arrest, waarin werd geoordeeld dat een vrouw die medebezitter was van een opstal haar echtgenoot die eveneens medebezitter was, kon aanspreken voor 50% van haar schade. In haar noot bij het arrest plaatst de auteur enige kanttekeningen bij het oordeel van de Hoge Raad. Zij gaat daarbij in op het relativiteitsvereiste, de aangenomen gedeeltelijke aansprakelijkheid van de medebezitter en de te verwachten impact van het arrest op ons aansprakelijkheidsrecht en de verzekeringsbranche. Het Hangmat-arrest levert vanuit dogmatisch oogpunt in elk geval het nodige voer voor discussie op. |
Artikel |
Aansprakelijkheid bij medebezit: een ‘relatief’ complex vraagstuk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 2 2009 |
Trefwoorden | aansprakelijkheid, medebezit |
Auteurs | Mevrouw mr. F. Leopold |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het belang voor een benadeelde om het huis van het aansprakelijkheidsrecht binnen te komen, is evident. De selectiecriteria aan de poort zijn echter niet even helder en worden soms wel erg arbitrair toegepast. |