Wat is overgangsrecht en welke vormen van overgangsrecht zijn er? In dit artikel wordt op basis van dossieronderzoek het gebruik van het overgangsrecht in Aruba beschreven. Geconstateerd kan worden dat over de vraag of overgangsrecht noodzakelijk is en in welke vorm dit vormgegeven moet worden zeker is nagedacht in verschillende dossiers. Of dat in alle gevallen zo is, valt moeilijk te zeggen. Het vaststellen van overgangsrecht is en blijft maatwerk en is niet alleen afhankelijk van juridische argumenten, maar is zeker ook gebaseerd op uitvoeringstechnische aspecten en politieke overwegingen. |
Zoekresultaat: 1189 artikelen
Artikel |
Overgangsrecht in het Arubaanse recht |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | overgangsrecht, wetgeving, Aruba |
Auteurs | Mr. N. Vleeming-Tromp |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 6 2021 |
Trefwoorden | private label, marktafbakening, eigen merk, branded, co-packing |
Auteurs | Felix Roscam Abbing |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt een overzicht gegeven van de overwegingen die ten grondslag liggen aan de marktafbakening bij de productie van eigen merk (branded), co-packing (merk van een derde) en private label (huismerk). Hierbij zullen zaken en kernoverwegingen uit de beschikkingspraktijk van de Europese Commissie, de ACM en de Britse mededingingsautoriteit CMA worden besproken. Het artikel spitst zicht toe op overwegingen voor het upstream (productie)niveau aan de hand van beschikkingen inzake, met name, levensmiddelen. |
Artikel |
De huurprijsbetalingsverplichting van huurders van middenstandsbedrijfsruimte in coronatijd |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | Coronacrisis, Huurprijsvermindering, Opschorting huur |
Auteurs | Mr. dr. M.V.R. Snel |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt onderzocht of en zo ja onder welke condities de huurder van middenstandsbedrijfsruimte bevoegd is zijn verplichting tot betaling van de huurprijs tijdelijk uit te stellen en/of vermindering van de huurprijs te vorderen indien de coronacrisis tot een verminderd gebruik van het gehuurde heeft geleid. |
Mededinging |
Google Android: mag men een gegeven paard toch in de bek kijken? |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | Google, platforms, machtspositie, misbruik, koppelverkoop |
Auteurs | Mr. A.A.J. Pliego Selie en Mr. B.A. Verheijen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In het Google Android-besluit heeft de Europese Commissie aan Google een recordboete opgelegd wegens misbruik van een economische machtspositie in de zin van artikel 102 VWEU. In het besluit staat Android, het besturingssysteem van Google voor smartphones en tablets, centraal. Google biedt dit aan via een open source-model. Het besluit stelt een machtspositie van Google vast op verschillende digitale markten: (1) de markt voor licenseerbare besturingssystemen voor slimme mobiele apparaten, (2) de markt voor Android appstores en (3) de markt voor algemene zoekdiensten op het internet (Google Search). Volgens de Commissie heeft Google met verschillende gedragingen, waaronder exclusiviteitsbetalingen en koppelverkoop, haar positie op laatstgenoemde markt, waarop zij inkomsten genereert via online advertenties, willen beschermen. De Commissie kwalificeert deze gedragingen als misbruik in de zin van artikel 102 VWEU. De auteurs analyseren het besluit en de inzet van het mededingingsrechtelijke instrument misbruik van een economische machtspositie in deze complexe digitale omgeving. Daarbij gaan zij in het bijzonder ook in op het bijzondere verdienmodel van Google ten aanzien van Android, waarbij innovatieve technologie kosteloos ter beschikking wordt gesteld in ruil voor restricties die erop zijn gericht de Googlediensten die advertentie-inkomsten genereren een zo groot mogelijk bereik te garanderen. |
Artikel |
De gevolgen van de Brexit voor de jaarrekeningvrijstelling ex artikel 2:403 BWOppassen voor groepsmaatschappijen met een moeder uit het Verenigd Koninkrijk |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 10-11 2020 |
Trefwoorden | 403-verklaring, groepsregime, 403-maatschappij |
Auteurs | Mr. E.A. van Dooren |
SamenvattingAuteursinformatie |
Vanaf 1 januari 2021 mag een 403-maatschappij met een moedermaatschappij uit het Verenigd Koninkrijk geen gebruik meer maken van de jaarrekeningvrijstelling ex artikel 2:403 BW. Hoewel er mogelijkheden zijn om toch gebruik te mogen maken van deze vrijstelling, bieden deze niet in alle gevallen op de korte termijn een oplossing. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 10-11 2020 |
Trefwoorden | governance, informatieverschaffing, taakuitoefening, samenstelling bestuur, verantwoording |
Auteurs | Mr. M.A.C Appels |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de praktijk komt het voor dat een rechtspersoon fungeert als bestuurder van een andere rechtspersoon. In deze bijdrage wordt vanuit het perspectief van de commissaris stilgestaan bij de figuur van de rechtspersoon-bestuurder en wordt ingegaan op (mogelijke) knelpunten die kunnen spelen bij de taakuitoefening door de toezichthouder. |
Kroniek |
Bewijsrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Ruth de Bock |
Auteursinformatie |
Boekbespreking |
Het kort geding |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 4 2020 |
Auteurs | Floris Bakels |
Auteursinformatie |
Interview |
‘Ik werk alsof het stiekem wordt opgenomen’Prof. Frank Koerselman over de impact van het tuchtrecht op de expertisepraktijk |
Tijdschrift | Afwikkeling Personenschade, Aflevering 3-4 2020 |
Auteurs | Mr. F.Th. Peters |
SamenvattingAuteursinformatie |
In letselschadezaken wordt steeds vaker de stap naar de tuchtrechter gemaakt. Bij de vraag wat voor impact dat heeft op de desbetreffende arts, wordt nauwelijks stilgestaan. |
Discussie |
‘Let op! Hier wordt gehandhaafd’Handhavingsonderzoek in vier decennia Recht der Werkelijkheid |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 2 2020 |
Auteurs | Marc Hertogh |
SamenvattingAuteursinformatie |
Because of the sharp contrast between the law-in-the-books and the law-in-action regulatory enforcement has always been a popular subject in socio-legal research. This paper looks back at forty years of Dutch research on regulatory enforcement, using several key publications in this journal from each decade. First, it is argued that these Dutch studies reveal three general themes: this research can be seen as a time machine that takes us back to some of the most important social and political events of the past decades, these studies emphasize the crucial role of individual enforcement officials, and in everyday enforcement state law only plays a limited role. Next, this review also discusses some of the strengths and weaknesses of Dutch research. Most studies on regulatory enforcement are more interested in the role of the state than in the role of citizens and businesses. As a result, research focuses more on issues of effectiveness and less on questions of legitimacy. Finally, empirical research is seen as more important than theory development. Based on this overview, the author introduces a new research agenda for future research on regulatory enforcement. |
Rechtsbescherming |
De toepasselijkheid van Uniegrondrechten op nationale verdergaande beschermingsmaatregelenNadere afbakening van het toepassingsgebied van Uniegrondrechten in het arrest TSN en AKT |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | Handvest van de grondrechten van de Europese Unie, Uniegrondrechten, algemene beginselen van Unierecht, werkingssfeer van Unierecht, uitvoering van Unierecht |
Auteurs | Mr. dr. M. de Mol |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Uniegrondrechten zijn in beginsel van toepassing op nationale maatregelen die vallen binnen een Unierechtelijke bepaling die aan lidstaten een discretionaire bevoegdheid toekent. Het feit dat de lidstaten niet verplicht zijn om gebruik te maken van de bevoegdheid doet hier niet aan af. Hoe zit het echter met Unierechtelijke bepalingen die de lidstaten de ruimte geven om verdergaande bescherming te geven dan het EU-minimum? Als een lidstaat deze mogelijkheid benut door verdergaande bescherming te bieden, zijn de Uniegrondrechten dan ook van toepassing? Het arrest TSN en AKT geeft hierover duidelijkheid. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | ruimtelijke ordening, Europees recht, pakketbenadering, evenredigheid |
Auteurs | Mr. G.H.J. (Gijs) Heutink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel gaat auteur in op een aantal uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak in navolging op de zaak Appingedam. Auteur bespreekt hoe de Afdeling de ‘pakketbenadering’ toepast in deze jurisprudentie. |
Artikel |
Concurrentie en duurzaamheid gaan hand in hand |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4-5 2020 |
Trefwoorden | duurzaamheid, artikel 101 VWEU, concurrentie, artikel 6 Mw, Mededingingsrecht |
Auteurs | Eric van Damme |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage belicht de auteur de onderwerpen mededinging, duurzaamheid en klimaatverandering vanuit economisch perspectief en probeer hij te duiden wat de bijdrage van de economische wetenschap aan de discussie over mededinging en duurzaamheid zou kunnen zijn. Zijn belangrijkste stelling is dat mededinging niet slechts een instrument is, maar een publiek belang dat bescherming verdient, dat onze Mededingingswet dit belang onvoldoende beschermt en dat de ACM zich sterker als hoeder van dit belang zou moeten opstellen. |
Titel |
De verstrekking van juridische voorwaarden in het voorportaal van de cloud |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | account, cloudcontract, algemene voorwaarden, toestemming, gegevensbescherming |
Auteurs | Mr. dr. Evert Neppelenbroek |
SamenvattingAuteursinformatie |
Steeds meer particulieren maken gebruik van een cloudprovider voor het delen of bewaren van documenten. Bij het aanmaken van het account voor de toegang tot deze digitale dienst moeten deze gebruikers akkoord gaan met de juridische voorwaarden. In deze bijdrage wordt de terbeschikkingstelling van deze voorwaarden kritisch bekeken vanuit de regelingen over algemene voorwaarden in het Burgerlijk Wetboek en over toestemming als grond voor gegevensverwerking in de Algemene Verordening Gegevensbescherming. |
Actualia contractspraktijk |
Een nieuwe wet, een nieuw geluid – veranderingen voor de franchiseovereenkomst door de Wet franchise |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | franchise, contractenrecht, kwalificatie, goodwill, zorgplicht |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Waarschijnlijk treedt per 1 januari 2021 de Wet franchise in werking. Deze wet brengt nogal wat wijzigingen mee voor de contractspraktijk. In dit artikel wordt bij enkele wezenlijke wijzigingen in de wet stilgestaan en worden denkrichtingen voor de kwalificatie van de overeenkomst, de informatieplicht, de zorgplicht en goodwill en non-concurrentie gegeven. |
Discussie |
|
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | Pandemic, Cost-benefit analysis, qaly, Opportunity costs, COVID-19 |
Auteurs | Dr. Roel Pieterman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Most countries in the world chose a more or less stringent form of lockdown policy in order to protect citizens from contagion. This essay offers a critical perspective by asking for the Netherlands whether flattening the curve does not cost more healthy life years (qaly’s) than it saves. A cost-benefit analysis is performed discussing four issues. First: how many qaly’s are actually saved by the lockdown measures? Second: what are the opportunity costs of the lockdown? This means investigating how many qaly’s could have been generated if the economic cost of the lockdown had been spent directly into health care. Third: investigating how many qaly’s are lost because of postponing regular care. And fourth: discussing how many qaly’s are at stake because of excess unemployment. While acknowledging uncertainties the conclusion seems unavoidable: lockdown has and will cost more qaly’s than it generates. |
Artikel |
Leven en werken met religieuze gedragsregels |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 10 2020 |
Auteurs | Nathalie de Graaf en Wouter Le Duc |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 6 2020 |
Trefwoorden | vereffening, rekening en verantwoording, uitdelingslijst, verzet, waardering verkrijging erfgenaam |
Auteurs | Prof. dr. S. Perrick |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel besteedt de auteur mede aan de hand van recente beschikkingen van de Hoge Raad aandacht aan de procesrechtelijke aspecten van het verzet tegen een door een vereffenaar gedane rekening en verantwoording of opgemaakte uitdelingslijst. In een van de door de Hoge Raad berechte zaken speelt de waardering van hetgeen een legitimaris krachtens erfrecht verkrijgt een rol. Deze kwestie wordt bij wijze van intermezzo behandeld. |
Praktijkberichten |
‘Eigenlijk doen we voortdurend aan intervisie met elkaar’Een dubbelinterview over landsgrensoverschrijdende zaken |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Herstelrecht, Aflevering 3 2020 |
Auteurs | Mieke Wouters |
Auteursinformatie |
Artikel |
De vechter en de bierkaaiKickboksbiografie in context |
Tijdschrift | Tijdschrift over Cultuur & Criminaliteit, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | kickboxing, criminal and sporting career, biography in context |
Auteurs | Dr. Frank van Gemert |
SamenvattingAuteursinformatie |
Hesdy Gerges is a heavyweight kickboxer whose career was interrupted because of his involvement in an cocaine transport. This article is analyzes the biography of this top fighter, describing the macro context of an expanding market for full-contact martial arts, the meso level of the gym and its relation to the criminal milieu, and the fighter and his body on the micro level. Hesdy is used to set an example, and since it takes more than seven years to reach a verdict, the impact on his private life and his career as a fighter is large. The study is based on participant observation and 33 interviews, twenty of which with the protagonist. |