Met de in april 2019 aangenomen Europese Toegankelijkheidsrichtlijn wordt gepoogd de toegankelijkheid van producten en diensten voor personen met een beperking te verbeteren. De richtlijn geeft hiermee uitvoering aan het VN-verdrag inzake de rechten van personen met een handicap. Dit artikel beschrijft de totstandkomingsgeschiedenis van de richtlijn, de belangrijkste kenmerken ervan en wat de te verwachten toegevoegde waarde van de richtlijn zal zijn. |
Zoekresultaat: 74 artikelen
Vrij verkeer |
De Europese Toegankelijkheidsrichtlijn voor mensen met een handicap: grondrechtenbevordering binnen de Europese interne markt |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 5-6 2020 |
Trefwoorden | toegankelijkheid, interne markt, personen met een beperking, grondrechten, VN-verdrag handicap |
Auteurs | Prof. mr. dr. S. de Vries en Mr. T. de Sterke |
SamenvattingAuteursinformatie |
Opinie |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | financieel toezicht, AFM, DNB |
Auteurs | Arnt Mein |
Auteursinformatie |
Uit het veld |
Nut en noodzaak van toezicht op artificiële intelligentie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | artificiële intelligentie (AI), algoritmes, data, AI-risico’s, ethiek |
Auteurs | Frans van Bruggen en Joep Beckers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artificiële intelligentie (AI) is een revolutionaire technologie die een grote impact heeft op ons leven. Naast de aanzienlijke voordelen die AI ons oplevert, gaan ook significante risico’s met deze ontwikkeling gepaard. Tegen deze achtergrond zien we dat steeds meer toezichthouders zich aantoonbaar bezighouden met AI. De hamvraag voor veel toezichthouders is hoe zij zich moeten verhouden tot AI. Dit is geen eenvoudige zoektocht. Met onze bijdrage hopen wij deze zoektocht te faciliteren door de risico’s die gepaard gaan met AI-toepassingen overzichtelijk op een rijtje te zetten en vervolgens een zestal handvatten aan te reiken die toezichthouders kunnen gebruiken bij het inrichten van hun toezicht op AI. |
Artikel |
|
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | verkeersveiligheid, aansprakelijkheid, verkeersverzekering |
Auteurs | Mr. dr. K.A.P.C. van Wees |
SamenvattingAuteursinformatie |
De huidige technologische ontwikkelingen op het terrein van de voertuigautomatisering stellen het bestaande publiekrechtelijk reguleringsinstrumentarium op de proef. Daarbij spelen met name de snelheid van de ontwikkelingen, de onzekerheid over de veiligheidseffecten en de nieuwsoortige aard van de technologie en de daaraan verbonden risico’s een rol. Een van de vragen die daarbij rijst, is die naar het potentieel van het aansprakelijkheidsrecht om als aanvullend of substituut-reguleringsinstrument te fungeren. Het antwoord op die vraag is, in ieder geval in theorie, positief. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | witwassen, transactiemonitoring, trustsector, banken, accountancy |
Auteurs | J.T. Rakké MSc en Prof. dr. mr. W. Huisman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Toezichthouders hebben ernstige tekortkomingen geconstateerd bij het melden van ongebruikelijke transacties door meldplichtige instanties. Grootbanken zijn zelfs onderwerp van strafrechtelijk onderzoek. Om meer inzicht te verkrijgen in de motivaties van financiële instellingen om een melding te maken, wordt in dit artikel onderzocht welke factoren een rol spelen bij het naleven van de Wwft-meldplicht bij banken, accountancykantoren en trustkantoren. Deze factoren leiden tot economische, sociale en normatieve motieven die hoofdzakelijk aan het naleven van de meldplicht in de weg staan. Dit onderzoek draagt daarmee bij aan inzicht in de oorzaken van de eerder geconstateerde tekortkoming in de naleving van de anti-witwasmeldplicht. |
Artikel |
Energieregulatoren in België: de rol van het parlement en de regering |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2019 |
Trefwoorden | energie, toezichthouder, Grondwet, België, parlement |
Auteurs | Laura De Deyne |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het EU-recht vereist dat een toezichthouder binnen de energiesector onafhankelijk is van alle marktpartijen. Dat geldt ook voor de politiek. Het zogenoemde ‘Clean Energy Package’ versterkt deze onafhankelijkheidsvereisten nog verder. In België, maar ook in Nederland, rijzen er vaak discussies over hoe ver deze onafhankelijkheid mag gaan, en hoe een politiek onafhankelijke regulator zich verhoudt tot de grondwettelijke regels. Bij hun oprichting werden in België, maar ook in Nederland, de toezichthouders opgenomen binnen de uitvoerende macht. Dit heeft tot gevolg dat ze onderhevig zijn aan administratief toezicht. Dit toezicht staat evenwel haaks op de Europese (politieke) onafhankelijkheidsvereisten. Wanneer dit administratief toezicht evenwel ontbreekt, dan wordt het nationale grondwettelijke principe van de ministeriële verantwoordelijkheid (en daaruit voortvloeiend ook de parlementaire controle) uitgehold. In het Vlaams Gewest, en nu recent ook op Waals niveau, heeft men deze tegenstelling weggewerkt door de energieregulator institutioneel onder te brengen bij het Parlement. Deze verhuis neemt echter niet weg dat er nog steeds een spanningsveld aanwezig blijft tussen de onafhankelijkheid van de regulator en de politiek. |
Vrij verkeer |
Nieuwe impulsen voor het vrije goederenverkeer |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 9-10 2019 |
Trefwoorden | interne markt, harmonisatie, markttoezicht, wederzijdse erkenning |
Auteurs | Mr. T.P.J.N. van Rijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het functioneren van de interne markt kent een aantal problemen die twee recente verordeningen – nrs. 2019/515 en 2019/1020 – proberen te verhelpen. De eerste verordening schoeit het markttoezicht op de conformiteit van producten die onderwerp zijn van op unieniveau geharmoniseerde normen op een nieuwe leest. De andere verordening introduceert een aantal procedures om de wederzijdse erkenning van niet-geharmoniseerde voorschriften van de lidstaten in de praktijk beter te laten werken. De onderhavige bijdrage geeft een overzicht van de belangrijkste bepalingen van de verordeningen. |
Kroniek |
Kroniek economie in het mededingingsrecht 2018 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2019 |
Auteurs | Nicole Rosenboom, Anna den Boer en Maurice de Valois Turk |
Auteursinformatie |
Artikel |
Deregulering van prestaties in de zorg (wetsvoorstel 34445) – nut en noodzaak |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 5 2018 |
Trefwoorden | Wet marktordening gezondheidszorg, prestatie- en tariefregulering, wetsvoorstel 34445 |
Auteurs | Mr. B.A. van Schelven en mr. drs. C.J. de Boer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het wetsvoorstel Wet deregulering Wmg laat de Wmg beter aansluiten bij de – nog altijd beoogde – marktwerking in de zorg. Onder de huidige omstandigheden komen evenwel weinig zorgsectoren in aanmerking voor deregulering, waardoor het praktische nut van het wetsvoorstel de komende jaren beperkt is. Hamvraag is daarom of op dit moment een krachtig signaal naar verdere deregulering nodig is of dat met het oog op regelrust temporisering gewenst is. |
Artikel |
Marktanalyses in het reguleringstoezicht voor luchthavens: a balanced approach |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | Wet luchtvaart, marktanalyse, luchthaven, geografische markt, aanmerkelijke marktmacht |
Auteurs | Ernst-Jan Heuten |
SamenvattingAuteursinformatie |
In Europa wordt discussie gevoerd over de wenselijkheid van het uitvoeren van marktanalyses om te bepalen welke luchthavens in aanmerking komen voor economische regulering. Daarmee kan het regelgevend kader voor luchthavens meer vergelijkbaar worden met bijvoorbeeld dat van de telecommunicatiesector. In dit artikel wordt ingegaan op het huidige juridische kader voor de economische regulering van luchthavens en de discussie die daarover wordt gevoerd voor wat betreft marktanalyses. Voorts wordt ingegaan op een aantal praktische vraagstukken bij bij het invoeren van marktanalyses. Daarbij wordt de mogelijkheid besproken in de regelgeving sturing te geven aan de bewijsvoering rond de afbakening van geografische markten. |
Artikel |
BV-constructies in de zorgsector: van schijn naar werkelijkheid |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 1-2 2018 |
Trefwoorden | winstverbod, bezoldigingsmaximum, onderaanneming, IGJ, NZa |
Auteurs | Mr. dr. A.G.H. Klaassen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Zijn BV-constructies in de zorgsector in strijd met het verbod op winstuitkering en het bezoldigingsmaximum? Deze vraag kan ontkennend worden beantwoord. Over of het in strijd is met de geest van de relevante wetten kan verschillend worden gedacht. De auteur doet voorstellen tot aanpassing van het wetsvoorstel Wet toetreding zorgaanbieders en de Governancecode Zorg. |
Jurisprudentie |
Notenkraker bij CBb 13 september 2017, ECLI:NL:CBB:2017:309 (openbaarmaking boetebeleid)Bestuursrechter dwingt AFM om boetebeleid openbaar te maken en rekent haar erop af |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2017 |
Auteurs | Arnt Mein |
Auteursinformatie |
Artikel |
Eerste uitspraak over de rolverdeling tussen de Europese Centrale Bank en nationale toezichthouders binnen het Single Supervisory Mechanism |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2017 |
Trefwoorden | SSM-bankentoezicht, prudentieel toezicht, Europese Centrale Bank, nationale toezichthouders, Administrative Board of Review (ABoR) |
Auteurs | Mr. A.W.M. van Toor |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het eerste arrest over de rolverdeling tussen de Europese Centrale Bank (ECB) en de nationale toezichthouders binnen het Single Supervisory Mechanism (SSM) is van principiële aard. Het Gerecht oordeelt dat het SSM-bankentoezicht een exclusieve bevoegdheid van de ECB is en dat de nationale toezichthouders deze taak ten aanzien van niet-significante banken decentraal uitoefenen. Hoewel dit oordeel voor de hand lag, doet het vragen rijzen over de uitoefening van nationale bevoegdheden door de ECB en over de ministeriële verantwoordelijkheid voor het SSM-toezicht van de nationale toezichthouder. Verder verduidelijkt het arrest de betekenis van de adviezen van de Administrative Board of Review (ABoR) voor de motivering van ECB-toezichtbesluiten. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 1-2 2017 |
Trefwoorden | handhaving, mededinging, toezichtstrategie, informele handhaving, preventieve interventie |
Auteurs | Eva Lachnit |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage worden enkele alternatieve handhavingsinstrumenten geanalyseerd zoals zij gebruikt worden door de Nederlandse Autoriteit Consument en Markt (ACM), de Britse Competition and Markets Authority (CMA) en de Franse Autorité de la Concurrence (de Autorité). Echter, hierbij ligt de focus niet op de individuele, juridische analyse van ieder handhavingsinstrument, maar op de relatie tussen handhavingsinstrumenten, onderliggende strategie, en toezichthouder. Het uiteindelijke doel van deze bijdrage is om te illustreren wat de gevolgen kunnen zijn van een brede toepassing van alternatieve handhavingsinstrumenten vanuit het perspectief van toezicht. Hierbij zullen er, met name in de concluderende paragrafen, conclusies worden getrokken die bruikbaar zijn voor het toepassen van alternatieve handhaving buiten het mededingingstoezicht. |
Artikel |
Delegatie van regelgevende bevoegdheid in Nederland: tijd voor herbezinning |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | delegatie, experimenteerwetgeving, kaderwetgeving |
Auteurs | Prof. mr. L.F.M. Verhey en Mr. C.S. Aal |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat delegatie van regelgevende bevoegdheid in Nederland op het niveau van de centrale overheid centraal. Het lijkt tijd voor een herbezinning op het geldende constitutionele kader voor delegatie. De auteurs merken op dat deze uitgangspunten weliswaar formeel nog worden onderschreven, maar onder druk van maatschappelijke veranderingen wordt daar in de praktijk steeds vaker van afgeweken. De samenleving verandert in technologisch, economisch en cultureel opzicht snel en de regering staat voor de uitdaging om wetgeving die veranderingen bij te laten benen. Dit gebeurt mede door bijvoorbeeld steeds meer gebruik te maken van kaderwetgeving, waarbij op formeel wetsniveau alleen kaderstellende regels worden vastgelegd; de uitwerking vindt plaats in lagere regelgeving. Dit roept echter de nodige vragen op over onder meer de positie van het parlement als controleur en medewetgever. Het is vanwege deze ontwikkelingen dat het volgens de auteurs tijd is voor een herbezinning op het constitutionele kader voor delegatie. |
Artikel |
Naar een verdere modernisering van het tuchtrecht |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 2 2017 |
Trefwoorden | tuchtprocesrecht, harmonisatie, artikel 6 EVRM, wettelijk tuchtrecht, Kaderwet tuchtprocesrecht |
Auteurs | Mr. D.J. Hesemans en Prof. mr. N.J.H. Huls |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het tuchtrecht heeft in de afgelopen twee decennia een aantal ontwikkelingen doorgemaakt, met name op het terrein van harmonisatie van het tuchtprocesrecht. De ambitie daarbij was telkens om een kader voor alle tuchtprocedures te scheppen bij alle wettelijk geregelde tuchtcolleges, maar die ambities zijn niet allemaal gerealiseerd. In de afzonderlijke tuchtrechtsystemen zijn in de tussentijd wel de nodige moderniseringen doorgevoerd. Die ontwikkeling lijkt nog niet ten einde. Het tuchtrecht staat dan ook nog steeds in de belangstelling en is volop in beweging. Het wordt nog steeds gezien als een waardevol middel om normen te handhaven die voor de uitoefening van specifieke beroepen gelden, en in die zin is het een bruikbaar instrument om de kwaliteit van de uitoefening van die beroepen te bevorderen. Mocht het ooit komen tot een Kaderwet tuchtprocesrecht, dan wordt in deze bijdrage een aantal elementen aangereikt en besproken, die in ieder geval aandacht behoeven. Naast de harmonisering van het wettelijk tuchtprocesrecht zijn ook andere ontwikkelingen waarneembaar. Zo worden ook buiten de gereglementeerde beroepen vaker elementen van het tuchtrecht toegepast, bijvoorbeeld ten aanzien van bankiers. |
Praktijk |
Kroniek Nederlands mededingingsrecht 2016 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 2 2017 |
Auteurs | Marc Custers, Marc Wiggers, Robin Struijlaart e.a. |
Auteursinformatie |
Artikel |
Samenwerking tussen inspecties over de grenzen heen: vormen, redenen, uitdaging en strategie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Europese regelgeving, samenwerken, inspectiediensten, internationaal |
Auteurs | Prof. dr. Martijn Groenleer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In vrijwel alle beleidssectoren is sprake van afstemming tussen nationale inspecties over de wijze waarop ze toezicht houden op de uitvoering van Europese regels. In sommige gevallen wordt verregaand Europees samengewerkt tussen inspecties of vindt zelfs centralisering van toezicht plaats op Europees niveau. De vraag is dus niet zozeer of nationale inspecties samenwerken, veel meer in welke vorm ze dat doen en met welke redenen. Deze vragen staan centraal in dit artikel. Het artikel maakt een eerste inventarisatie en classificatie van de institutionele vormgeving van Europese samenwerking en ontwikkelt een voorlopige typologie van de overwegingen die inspectiediensten hebben voor zulke samenwerking. |
Artikel |
Publieke belangen in de zorg:Wie borgt ze, wie vult ze in? |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Toezicht, Aflevering 2 2016 |
Trefwoorden | zorg, publiek belang, semipublieke instelling, intern toezicht, experimentalist governance |
Auteurs | Mr. drs. Leonie Schakel, dr. Annemiek Stoopendaal en Prof. dr. Roland Bal |
SamenvattingAuteursinformatie |
Na verschillende incidenten in de semipublieke sector is de overheid actief op zoek naar betere borging van publieke belangen door semipublieke instellingen. Dit artikel brengt focus aan in de discussie over het dienen van publieke belangen door in te zoomen op het borgen van publieke belangen door zorgaanbieders. In aanvulling op de zoektocht van de overheid naar heldere definities en verantwoordelijkheidsverdeling van publieke belangen en versterking van de governance van semipublieke instellingen, biedt dit artikel een aanzet voor het verkennen van het nastreven van publieke belangen door overheid en zorgaanbieders gezamenlijk. |
Artikel |
Private kwaliteitsborging als wetgevingsvraagstuk |
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | private kwaliteitsborging, regulering, toezicht |
Auteurs | dr. A.R. Neerhof |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij zowel de Europese als de nationale overheid is er al meer dan twee decennia lang een duidelijke belangstelling voor private kwaliteitsborging als een instrument voor regulering en toezicht naast exclusief overheidsoptreden. Dit past bij de gedachte dat in de samenleving ook veel kan worden gereguleerd zonder dat de overheid daar meteen aan te pas hoeft te komen. De auteur bespreekt dit instrument als wetgevingsvraagstuk. Daarbij komen de modaliteiten van private kwaliteitsborging aan bod en welke aandachtspunten in acht moeten worden genomen als de wetgever kiest voor private kwaliteitsborging. Deze aandachtspunten zijn te ontlenen aan beginselen van de democratische rechtsstaat en beginselen van behoorlijke wetgeving, goed bestuur en de open markt. Aan het slot trekt de auteur enkele conclusies over op welke wijze de overheid rekening moet houden met private kwaliteitsborging bij de totstandkoming van wetgeving. |