In deze bijdrage wordt het recente voorstel voor de Digital Services Act besproken. De voorgestelde verordening is bedoeld om de digitale interne markt te versterken en, meer specifiek, de activiteiten van aanbieders van onlinediensten die draaien om de doorgifte, opslag en publieke verspreiding van informatie van hun gebruikers – zoals videoplatforms, onlinemarktplaatsen, sociale media en internetaanbieders – beter te reguleren. Het gaat onder meer om hun activiteiten ter bestrijding van illegale inhoud en desinformatie, hun aansprakelijkheid en hun verantwoordelijkheden jegens de gebruikers. We zullen zien dat het DSA-voorstel in verschillende opzichten ambitieus en vernieuwend is, terwijl het op andere punten eerder nuttig-maar-voorspelbaar en behoudend kan worden genoemd. Na een inleiding worden de voorgestelde verplichtingen voor de verschillende onlinedienstverleners achtereenvolgens besproken, gevolgd door enkele algemene opmerkingen. |
Zoekresultaat: 2 artikelen
Digitale markten |
|
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1-2 2021 |
Trefwoorden | Digital Services Act, Wet inzake digitale diensten, Richtlijn elektronische handel, onlinediensten, illegale inhoud |
Auteurs | Mr. dr. F. Wilman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | selectieve distributieovereenkomsten, Coty, onlinemarktplaatsen, luxeproduct |
Auteurs | Elske Raedts en Felix Roscam Abbing |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel wordt getoetst of er door de Coty-uitspraak van het Hof van Justitie een verandering is ontstaan in de toelaatbaarheid van bepaalde verboden binnen selectieve distributieovereenkomsten. Hierbij worden met name de Metro-criteria en bestaande rechtspraak (zoals Pierre Fabre en L’Oréal) vergeleken met de Coty-uitspraak en recente nationale rechtspraak in arresten zoals Asics en Nike. Uiteindelijk wordt geconcludeerd dat recente rechtspraak op een aantal vlakken duidelijkheid heeft gebracht, maar dat er nog steeds onduidelijkheden bestaan over de vragen of vanuit mededingingsrechtelijk perspectief een totaalverbod op verkoop via onlinemarktplaatsen toelaatbaar kan zijn en wanneer een product als luxeproduct kwalificeert. |