In deze bijdrage bespreekt de auteur het Sumal-arrest, dat verstrekkende gevolgen kan hebben voor de civielrechtelijke handhaving van het Uniemededingingsrecht. Het Sumal-arrest heeft met name een (te) verstrekkende uitbreiding tot gevolg van de kring van aansprakelijken. Ook vergroot dit arrest de toch al ruime mogelijkheden voor forum shopping. Daarnaast heeft de auteur nog enkele andere bedenkingen bij het arrest. |
Zoekresultaat: 1423 artikelen
Artikel |
Rolled into one: de ‘onderneming’ als rechtssubject bij de ‘privaatrechtelijke handhaving’ van het mededingingsrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2022 |
Trefwoorden | artikel 101 VWEU, toerekening, aansprakelijk, schadevergoeding |
Auteurs | Mr. Chr.F. Kroes |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
De eindrekening in Xeikon/RecalcicoAnnotatie bij Hof Amsterdam (OK) 21 september 2021, ECLI:NL:GHAMS:2021:3095 |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2022 |
Trefwoorden | aandeelhoudersgeschil, uitkoopprocedure, Ondernemingskamer, discounted cash flow, peildatum |
Auteurs | Mr. Ph.W. Schreurs en Drs. Ph.M. van Spaendonck |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage bespreken de auteurs de slotsom van de langlopende uitkoopprocedure inzake Xeikon. De Ondernemingskamer beoordeelt aan de hand van het waarderingsrapport alle standpunten van partijen over de elementen die in een discounted cash flow-berekening leiden tot de exacte uitkoopprijs. |
Artikel |
Het initiatiefvoorstel Wet verantwoord en duurzaam internationaal ondernemen in internationale context |
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2022 |
Trefwoorden | duurzaamheid, internationaal maatschappelijk verantwoord ondernemen, ketenaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. O.J.W. Schotel en Mr. J.M. Schepel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Internationaal maatschappelijk ondernemen, in het bijzonder door corporate sustainability due diligence, staat hoog op de (internationale) agenda. In het voetspoor van enkele andere landen in Europa is in Nederland een voorstel gedaan voor een wettelijk raamwerk dat niet op specifieke hoogrisicosectoren van toepassing is, maar op een veel grotere groep ondernemingen. De auteurs plaatsen het Nederlandse wetsvoorstel in internationale context en bespreken de kritiek in de literatuur daarop. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Ondernemingsrecht, Aflevering 3-4 2022 |
Trefwoorden | Zwagerman, aandelenemissie, artikel 2:8 BW, belangenverstrengeling, informatieplicht |
Auteurs | Mr. L.H.K. Peereboom-Bogers en Mr. M. Westra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op een vennootschap rust een bijzondere zorgvuldigheidsplicht jegens al haar aandeelhouders, ook wel de Zwagerman-norm genoemd. In deze bijdrage besteden de auteurs aandacht aan deze bijzondere zorgvuldigheidsplicht van de vennootschap en bieden zij praktische handvatten ten aanzien van de concrete uitwerking van de bijzondere zorgvuldigheidsplicht voor bestuurders. |
Artikel |
Dure redactiefouten in testamenten (deel II, legaten) |
Tijdschrift | AdvoTip, Aflevering 9 2022 |
Auteurs | Mr. dr. G.T.J. Hoff |
Artikel |
Het onderzoek door de advocaat in een veranderd compliance landschap |
Tijdschrift | Boom Strafblad, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | Interne onderzoeken, Compliance, onafhankelijkheid |
Auteurs | Prof. mr. D.V.A. (Dian) Brouwer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Er is veel te doen over ‘onafhankelijk’ onderzoek door advocaten. In de afgelopen 20 jaar lijkt deze vorm van advocatuurlijke dienstverlening uitgegroeid van een absolute nicheactiviteit tot een naar het lijkt vanzelfsprekend stukje advocatuur. Maar er zijn ook hier grenzen aan de groei. Die worden tegenwoordig voor een belangrijk deel bepaald door de publieke opinie. |
Artikel |
Kroniek IT-Recht 2021 |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 3 2022 |
Auteurs | Veerle van Druenen, Esther van Genuchten en Robert van Schaik |
Artikel |
Vergoeding van schade na strafvorderlijk overheidsoptreden in het gemoderniseerde Wetboek van Strafvordering |
Tijdschrift | Tijdschrift Modernisering Strafvordering, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | Schadevergoeding na strafvorderlijk overheidsoptreden, onrechtmatigheden, vormverzuimen, Modernisering Wetboek van Strafvordering, gronden van billijkheid |
Auteurs | Prof. dr. mr. M.F.H. Hirsch Ballin, Mr. G.C. Nieuwland en Mr. A.W. van Wijk |
Auteursinformatie |
Artikel |
Het MoM-arrest en de aansprakelijkheid voor samengestelde producten |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2022 |
Trefwoorden | productaansprakelijkheid, schadevergoeding, MoM-prothese, vervaltermijn, medische hulpmiddelen |
Auteurs | Mr. dr. J.T. Hiemstra |
SamenvattingAuteursinformatie |
Volgens het recente MoM-arrest van de Hoge Raad ontstaat er geen nieuw product bij de samenvoeging van onderdelen van een heupprothese die door dezelfde fabrikant zijn geproduceerd. De onderdelen kwalificeren als afzonderlijke (eind)producten, waarvoor afzonderlijke vervaltermijnen gelden. In deze bijdrage wordt onderzocht hoe het regime inzake productaansprakelijkheid en het MoM-arrest moeten worden toegepast op de situatie waarin onderdelen van verschillende fabrikanten worden samengevoegd. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2022 |
Trefwoorden | overheidsaansprakelijkheid, zorgplicht, onrechtmatige overheidsdaad, opstalaansprakelijkheid, waterbeheerder |
Auteurs | Mr. E.G.A. van der Werf |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel zet de auteur uiteen in hoeverre de beperkte financiële armslag van de waterbeheerder en de hem toekomende beleidsruimte een concrete rol (zouden moeten) spelen bij de invulling van zijn zorgplicht, dan wel bij de beantwoording van de vraag of de door hem beheerde opstallen gebrekkig zijn. |
Artikel |
Over het toepassingsbereik van de klachtplicht bij nalaten |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2022 |
Trefwoorden | niet-presteren, art. 6:89 BW, art. 7:23 lid 1 BW, toepassingsregel, Brocacef/Simons |
Auteurs | Mr. H. Boom |
SamenvattingAuteursinformatie |
De klachtplicht is niet van toepassing als de schuldenaar niet presteert. In dit artikel onderzoekt de auteur de ratio van deze regel. Daarnaast gaat hij in op de vraag of de klachtplicht van toepassing is bij gedeeltelijke niet-nakoming. |
Annotatie |
Het recht op ononderbroken rust in de Europese ArbeidstijdenrichtlijnHvJ EU 9 maart 2021, C-344/19, ECLI:EU:C:2021:182 (DJ/Radiotelevizija Slovenija) en HvJ EU 9 maart 2021, C-580/19, ECLI:EU:C:2021:183 (RJ/Offenbach am Main) |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | Wachtdiensten, Arbeidstijd, Rusttijd, Consignatie, Handhaving |
Auteurs | Prof. mr. W.L. Roozendaal |
SamenvattingAuteursinformatie |
Veel Nederlanders zijn verplicht zich in wachtdiensten beschikbaar te houden voor oproepen naast hun reguliere werkweek. Volgens een reeks uitspraken van het Europese Hof van Justitie gelden de inactieve uren van deze diensten onder omstandigheden als arbeidstijd, onder andere als de reactietijd na de oproep kort is, of als oproepen veelvuldig voorkomen. In dit artikel wordt betoogd dat bij geschillen hierover meer aandacht moet uitgaan naar het recht op ononderbroken rust na afloop van deze diensten. Anders dan vaak wordt gesteld, kent de Richtlijn wel een derde categorie naast ‘arbeidstijd’ en ‘rusttijd’, namelijk de ‘ononderbroken compenserende rusttijd zonder verplichtingen’. Het recht op ononderbroken rust na een wachtdienst wordt onvoldoende onderkend in het Nederlandse arbeidstijdenrecht. Daardoor is ons recht in strijd met artikel 17 lid 2 en artikel 18 Europese Richtlijn 2003/88, en lopen werknemers met wachtdiensten gezondheidsrisico’s door gebrek aan slaap. Kunnen rechtzoekenden hier iets aan doen? |
Wetenschap |
Pandhouder, ken uw grenzen |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | D-Reizen, faillissement, separatisten, pandrecht, WHOA |
Auteurs | M.P.R. Sardjoe |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt ingegaan op de bijzondere positie van pandhouders ten opzichte van andere crediteuren (ook in faillissement) en mogelijke begrenzingen van die positie, bijvoorbeeld op grond van de Faillissementswet en de Wet homologatie onderhands akkoord. Daarnaast wordt een specifiek voorbeeld van een begrenzing besproken uit het vonnis in het D-Reizen-faillissement van 28 mei 2021, waarbij de rechtbank toetst of sprake is van misbruik van bevoegdheid door de pandhouder. Dit vonnis wordt eveneens besproken in het licht van andere rechtspraak over dit onderwerp, met als algemene conclusie dat de (separatisten)positie van pandhouders niet onbegrensd is. |
Artikel |
Kroniek Burgerlijk Procesrecht 2021 |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 2 2022 |
Auteurs | Robert Hendrikse, Floris-Jan Werners, Judith van der Linden e.a. |
Artikel |
Gezien |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 2 2022 |
Auteurs | Kees Pijnappels |
Artikel |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | koopprijsvermindering, ontbinding, vernietiging, dwaling |
Auteurs | Mr. A.J. Rijsterborgh |
SamenvattingAuteursinformatie |
Anders dan het consumentenrecht kent het algemene contractenrecht geen vordering tot koopprijsvermindering als zelfstandige actie. Gedeeltelijke ontbinding en aanpassing van de overeenkomst ex art. 6:230 lid 2 BW kunnen wel tot koopprijsvermindering leiden. Daar waar dwaling en non-conformiteit voor de koper naast elkaar bestaan, kan hij in beginsel vrijelijk tussen voornoemde grondslagen kiezen om een koopprijsvermindering te bewerkstelligen. De auteur betoogt waarom art. 6:230 lid 2 BW in die gevallen de natuurlijke thuishaven zou moeten zijn. |
Artikel |
De standstillperiode bij het aangaan van de franchiseovereenkomst |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | Franchiseovereenkomst, Standstill-periode, Bedenktijd, Precontractuele fase, Wet franchise |
Auteurs | Mr. A.W. Dolphijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Wet franchise is een standstill-periode voor de franchisegever geïntroduceerd voorafgaand aan het sluiten van een franchiseovereenkomst. Deze standstill-periode fungeert als termijn van beraad voor de beoogde franchisenemer, maar wijkt af van andere wettelijke regelingen met een vergelijkbaar doel. In deze bijdrage wordt dit geanalyseerd. |
Kroniek |
Kroniek civiele rechtspraak mededingingsrecht 2021 |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 2022 |
Auteurs | Stefan Tuinenga en Reinier Lamberti |
Auteursinformatie |
Artikel |
De notaris en het Europese consumentenrechtMag de notaris een akte verlijden die een (mogelijk) oneerlijk beding bevat? |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2022 |
Trefwoorden | beroepsaansprakelijkheid, ministerieplicht, waarschuwingsplicht, informatieplicht, consumentenbescherming |
Auteurs | Mr. E.A.L. van Emden en Mr. L.H. Rijpkema |
SamenvattingAuteursinformatie |
De richtlijn oneerlijke bedingen beoogt consumenten te beschermen tegen oneerlijke contractsvoorwaarden. Wat nu als de notaris wordt gevraagd om een akte te verlijden waarin een (mogelijk) oneerlijk beding staat? Dit artikel onderzoekt of de notaris gehouden is om de akte dan te verlijden, en of hij dan een waarschuwingsplicht respectievelijk inlichtingenplicht heeft ten aanzien van het (mogelijk) oneerlijke karakter van het beding. |
Artikel |
Het productbegrip bij productaansprakelijkheid aan de hand van drie arresten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | kanalisatie, software, AI, informatie, product |
Auteurs | Mr. dr. G.M. Veldt |
SamenvattingAuteursinformatie |
In een drietal recente arresten komt het productbegrip uit de richtlijn productaansprakelijkheid (85/374/EEG) aan de orde. De arresten laten zien dat wat een product is lang niet altijd eenduidig valt te beantwoorden, hetgeen consequenties kan hebben voor het verhaal van schade door letselschadeslachtoffers op grond van de regeling productaansprakelijkheid. Reden genoeg om deze arresten te bespreken, aan de hand daarvan bepaalde aspecten van het productbegrip uit te lichten en in te gaan op welke voor de letselschadepraktijk relevante aanpassingen in het verlengde van die drie uitspraken mogelijk in de toekomst ophanden zijn. |