In dit artikel staan werknemersverzoeken tot ontbinding van de arbeidsovereenkomst centraal. In een recente beschikking van 21 januari 2022 heeft de Hoge Raad antwoord gegeven op zowel de vraag welke maatstaf door de rechter dient te worden gehanteerd bij de beoordeling van een ontbindingsverzoek van de werknemer, als de vraag welke maatstaf geldt bij de beoordeling of die ontbinding het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen door de werkgever. De auteur gaat in op de vraag welke plaats deze beschikking inneemt binnen het juridisch kader van ontbinding van de arbeidsovereenkomst op verzoek van de werknemer en wat de door de Hoge Raad gegeven maatstaven voor de praktijk betekenen. |
Zoekresultaat: 1160 artikelen
Artikel |
Kroniek Arbeidsrecht 2022 |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 4 2022 |
Auteurs | Karol Hillebrandt, Christiaan Oberman, Peter Hendriks e.a. |
Redactioneel |
Van de redactie |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 2 2022 |
Artikel |
Werknemersverzoeken: over de maatstaven, een ‘optelsom’ en andere aspecten |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | Werknemersverzoeken, Ontbinding arbeidsovereenkomst, Ernstige verwijtbaarheid, Transitievergoeding, Billijke vergoeding |
Auteurs | mr. Kayleigh Bemelmans |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | Ontslag op staande voet, Ontbinding, Strafbaar feit, Privésfeer, Rechterlijke beoordeling |
Auteurs | mr. Merle van den Berg en mr. Renske van Herpen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad oordeelt in 2010 dat een strafrechtelijke veroordeling niet per definitie een dringende reden voor ontslag oplevert. Ook in deze situatie moet de dringende reden worden beoordeeld aan de hand van alle omstandigheden van het geval. Sindsdien was de lijn in rechtspraak en literatuur lange tijd dat ontslag (al dan niet op staande voet) wegens een strafbaar feit in de privésfeer pas aan de orde kon zijn als (i) er sprake was van een verband tussen het strafbare feit en het werk van de werknemer en (ii) met het strafbare feit een door de werknemer tegenover zijn werkgever na te leven norm was geschonden. |
Artikel |
Kroniek IT-Recht 2021 |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 3 2022 |
Auteurs | Veerle van Druenen, Esther van Genuchten en Robert van Schaik |
De stelling |
Samen krijgen we de kabinetsformatie onder controle, maar niet met maximumtermijnen |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Constitutioneel Recht, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | kabinetsformatie, maximumtermijn, formatieproces, demissionaire status |
Auteurs | J.E. Oldeman |
SamenvattingAuteursinformatie |
De stelling in deze aflevering van TvCR luidt: ‘Kabinetsformaties moeten voortaan aan een maximumtermijn worden onderworpen.’ |
Artikel |
Ook de pachter heeft niet het eeuwige levenArtikel 7:366 lid 3 BW ontrafeld? |
Tijdschrift | AdvoTip, Aflevering 7 2022 |
Auteurs | Prof. mr. J.W.A. Rheinfeld |
Wetenschap en praktijk |
Wat is de invloed van de coronapandemie op due diligence en contractuele afspraken bij mid-market M&A-transacties? |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | M&A, Mid-market, Corona, Due dilligence, contractsbepalingen |
Auteurs | A. Beljaars en G. Güntekin |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel gaan de auteurs in op de invloed van de corona pandemie en de economische gevolgen ervan op het due diligence onderzoek en contractuele afspraken bij mid-market overnames. De corona pandemie heeft geleid tot een nieuwe dimensie voor juristen en een hernieuwde alertheid voor het verrichten van een due diligenceonderzoek en de te gebruiken contractuele bepalingen. Aan de hand van rechtspraak over de afgelopen twee jaar bekijken de auteurs de contractuele en wettelijke bepalingen die worden gebruikt. Ook doen zij tekstvoorstellen voor contractuele bepalingen die in dat verband in overnamecontracten kunnen worden gebruikt. |
Nationaal |
VSZ 2022/4College van Arbiters KNVB 30 augustus 2021, nr. 1551 (Van de Ven/FC Volendam) |
Tijdschrift | Voetbal- & Sportjuridische Zaken, Aflevering 1 2022 |
Auteurs | Tim Wilms en Niels Jansen |
Auteursinformatie |
Artikel |
Vernietiging en herroeping van een vonnis van de KNVB ArbitragecommissieDe zaak Ceasar Sports Account B.V./Tissoudali |
Tijdschrift | Voetbal- & Sportjuridische Zaken, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | arbitrage, bedrog, herroeping, vernietiging, intermediair |
Auteurs | Eva Milou Moison en Bob Wanders |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het vonnis van de arbitragecommissie van de KNVB in de zaak Ceasar Sports Account B.V./Tissoudali is bij het hof herroepen wegens bedrog. Dat komt niet vaak voor. Dit artikel bespreekt het arrest, de verplichting tot arbitrage en de procedure voor vernietiging en herroeping van arbitrale vonnissen. |
Artikel |
COVID-19-vaccinatie in de topsportDe enige weg naar de finish? |
Tijdschrift | Voetbal- & Sportjuridische Zaken, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | vaccinatie(status), privacy, lichamelijke integriteit, ontslag, loondoorbetaling |
Auteurs | Inge Arts en Irene Francken |
SamenvattingAuteursinformatie |
Voor werkgevers in de topsport is vragen naar en inzien van de vaccinatiestatus van werknemers een ‘hot topic’. Dit overzichtsartikel bespreekt huidige regelgeving en mogelijkheden voor werkgevers, nu het in de topsport vaak niet mogelijk is afstand te houden, er gezamenlijk wordt getraind en reizen naar het buitenland vaak is vereist. |
Impressies |
De beat van het contractenrecht in het auteurscontractenrecht |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | Auteursrecht, Exploitatieovereenkomst, Onredelijk bezwarend beding, Algemene voorwaarden |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 17 december 2021 wees de Hoge Raad het arrest Martin Garrix/Spinnin over artikel 25f Aw. Dit artikel maakt onredelijk bezwarende bedingen vernietigbaar en is tekstueel nagenoeg gelijk aan artikel 6:233 onder a BW. In deze bijdrage bespreekt de auteur het arrest en reflecteert hij op de overeenkomsten en verschillen tussen artikel 25f Aw en artikel 6:233 onder a BW. |
Artikel |
Gestegen grondstofprijzen en contracten: wie betaalt de rekening? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | Prijsstijgingen, onvoorziene omstandigheden, kostenverhogende omstandigheden, vaste prijzen, Prijswijzigingsbeding |
Auteurs | Mr. J. den Hartog en Mr. A.Z. Lankhaar |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het afgelopen jaar kenmerkt zich door hevige prijsstijgingen van grondstoffen en (bouw)materialen. In deze bijdrage gaan wij in op de vraag in hoeverre partijen in tijden van prijsstijgingen gebonden kunnen blijven aan prijsafspraken of prijswijzigingsbedingen. Daarbij wordt stilgestaan bij de mogelijkheden om op grond van onvoorziene omstandigheden of kostenverhogende omstandigheden deze afspraken te omzeilen. Hoewel dit in voorkomende gevallen denkbaar is, zal op de partij die hierop een beroep doet een zware stelplicht en bewijslast rusten. Zoals vaker is voorkomen beter dan genezen en kunnen partijen beter vooraf duidelijke afspraken maken hoe om te gaan met prijsstijgingen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | koopprijsvermindering, ontbinding, vernietiging, dwaling |
Auteurs | Mr. A.J. Rijsterborgh |
SamenvattingAuteursinformatie |
Anders dan het consumentenrecht kent het algemene contractenrecht geen vordering tot koopprijsvermindering als zelfstandige actie. Gedeeltelijke ontbinding en aanpassing van de overeenkomst ex art. 6:230 lid 2 BW kunnen wel tot koopprijsvermindering leiden. Daar waar dwaling en non-conformiteit voor de koper naast elkaar bestaan, kan hij in beginsel vrijelijk tussen voornoemde grondslagen kiezen om een koopprijsvermindering te bewerkstelligen. De auteur betoogt waarom art. 6:230 lid 2 BW in die gevallen de natuurlijke thuishaven zou moeten zijn. |
Artikel |
De standstillperiode bij het aangaan van de franchiseovereenkomst |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | Franchiseovereenkomst, Standstill-periode, Bedenktijd, Precontractuele fase, Wet franchise |
Auteurs | Mr. A.W. Dolphijn |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Wet franchise is een standstill-periode voor de franchisegever geïntroduceerd voorafgaand aan het sluiten van een franchiseovereenkomst. Deze standstill-periode fungeert als termijn van beraad voor de beoogde franchisenemer, maar wijkt af van andere wettelijke regelingen met een vergelijkbaar doel. In deze bijdrage wordt dit geanalyseerd. |
Redactioneel |
Redactioneel |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2022 |
Artikel |
De plaats van de contractuele beëindigingsvergoeding bij de begroting van de billijke vergoeding |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | beëindigingsvergoeding, Billijke vergoeding, vertrekvergoeding, Transitievergoeding, begroting |
Auteurs | mr. Youssef el Harchaoui en mr. Jan C.T.F Lokin |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het artikel gaat in op de vraag of de contractuele beëindigingsvergoeding betrokken dient te worden bij de begroting van de billijke vergoeding. Om deze vraag te beantwoorden, gaan de auteurs in op de billijke vergoeding, de contractuele beëindigingsvergoeding en de transitievergoeding. Laatstgenoemde vergoeding vertoont gelijkenissen met de contractuele beëindigingsvergoeding en moet volgens de Hoge Raad (New Hairstyle-arrest) bij de begroting van de billijke vergoeding betrokken worden. |
Jurisprudentie |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2022 |
Auteurs | Mr. J. Boonstra, Mr. dr. S.S. Buisman, Mr. A.A. Feenstra e.a. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | beroepsaansprakelijkheid, zorgplicht, onderhandelingen, aanbod en aanvaarding, waarschuwingsplicht |
Auteurs | Mr. L.A. Godwaldt en Mr. E.M. van Orsouw |
SamenvattingAuteursinformatie |
Auteurs bespreken een arrest van de Hoge Raad over de aansprakelijkheid van een juridisch adviseur. Kernvraag was of de adviseur zijn cliënt had moeten waarschuwen voor de risico’s van het doen van een tegenvoorstel tijdens onderhandelingen. Het arrest leidt tot een aantal algemene opmerkingen over de zorgplicht van de juridisch adviseur/advocaat. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2022 |
Trefwoorden | Burgerlijk Wetboek, bewijsmedewerking, geschrift, bewijslast, bewijsstandaard |
Auteurs | Wannes Vandenbussche |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 4 april 2019 werd in België de eerste bouwsteen gelegd van een nieuw Burgerlijk Wetboek. Toen keurde de Kamer van Volksvertegenwoordigers van het federaal parlement de wet goed tot invoering van een Burgerlijk Wetboek en tot invoeging van Boek 8 ‘Bewijs’ in dat wetboek. De eerste grondige hervorming van het Belgische bewijsrecht sinds 1804 was daarmee een feit. Deze bijdrage schetst de vier hoofdlijnen die deze hervorming kenmerken: (1) het toegankelijk maken en codificeren van het geldende recht, (2) het bevestigen van het gereglementeerde bewijsstelsel, maar met de nodige versoepelingen, (3) het bewijsrecht aanpassen aan een moderne samenleving en (4) het verduidelijken van de regels inzake bewijslast en de bewijsstandaard. Tijdens de bespreking van deze hoofdlijnen wordt telkens ook aandacht besteed aan de gelijkenissen en verschillen met het Nederlandse bewijsrecht. |