Bij de aanzegplicht is niet altijd duidelijk welke sanctie heeft te gelden, of deze altijd schriftelijk moet plaatsvinden en of sancties kunnen cumuleren. Mede gelet op de korte vervaltermijnen onder de Wwz is eveneens van belang de vraag of een mededeling van de werkgever door de werknemer moet worden opgevat als opzegging of aanzegging. Op basis van de rechtspraak concludeert de auteur dat rechters mondeling aanzeggen mondjesmaat toestaan en dat over de cumulatie van sancties weinig wordt geprocedeerd. De verhouding tussen opzeggen en aanzeggen is volop in ontwikkeling en de lijn lijkt te zijn dat een aanzegging niet een opzegging kan zijn. |
Zoekresultaat: 18 artikelen
Artikel |
Juristen van de 21e eeuw |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 5 2021 |
Auteurs | Erik Jan Bolsius |
Artikel |
Verzendtheorie moet voor elke postbode gelden |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 5 2019 |
Auteurs | Bas Braeken en Marlies Koppenol |
Auteursinformatie |
Artikel |
De aanzegplicht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Ontslagrecht, Aflevering 4 2017 |
Trefwoorden | Aanzeggen, Aanzegplicht, Arbeidsovereenkomst, Bepaalde tijd, 7:668 BW |
Auteurs | mr. Dick van Deventer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Europese harmonisatie van online en op afstand verkoop van zaken en de levering van digitale inhoud (I) |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 3 2016 |
Trefwoorden | Online en op afstand verkoop van zaken, Levering van digitale inhoud |
Auteurs | Prof. dr. M.B.M. Loos |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 9 december 2015 heeft de Europese Commissie onder meer een voorstel ingediend voor een richtlijn voor online of anderszins op afstand gesloten overeenkomsten tot levering van zaken. In dit artikel wordt aandacht besteed aan het toepassingsgebied van de richtlijn, de conformiteit van op afstand gekochte zaken en de remedies bij non-conformiteit. Daarnaast wordt ingegaan op de vraag of de invoering van nog een regeling voor het kooprecht wel werkbaar is voor de rechtspraktijk. |
Artikel |
Digitalisering van de civiele procedure: gevolgen voor de procespraktijk |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2015 |
Trefwoorden | digitaal procederen, kostenbesparing, termijnen, vereenvoudigde indiening processtukken, verzending en ontvangst |
Auteurs | Mr. H.W. Wefers Bettink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het wetsontwerp Vereenvoudiging en digitalisering van het procesrecht, dat op 20 oktober 2014 bij de Tweede Kamer is ingediend, introduceert onder meer een nieuwe basisprocedure in eerste instantie voor het civiele recht en maakt digitalisering van de procedure mogelijk. (Kamerstukken II 2014/15, 34059, 2 (wetsvoorstel) en 3 (MvT). Het wetsvoorstel bevat ook bepalingen om volledig digitaal procederen in het bestuursrecht mogelijk te maken. Deze blijven in deze bijdrage buiten beschouwing.) In 2013 is een voorontwerp als consultatiedocument gepubliceerd. Blijkens de memorie van toelichting heeft de consultatie geleid tot een groot aantal aanpassingen zonder dat overigens het wezen van de voorstellen is aangetast. In deze bijdrage wordt ingegaan op enkele gevolgen van de voorgestelde digitalisering van de civiele procedure voor de procespraktijk. |
Jurisprudentie |
Eenzijdige wijzigingsmogelijkheden jegens gepensioneerden onder de PSW en de PW: van onbeschermd naar beschermd? |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 3 2014 |
Trefwoorden | Onvoorwaardelijke indexatie, Pensioenaanspraken, eenzijdige wijziging, Gepensioneerden, Pensioen |
Auteurs | Anton Van Leeuwen |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de vanaf 1 januari 2007 geldende Pensioenwet (PW) is bepaald dat een onvoorwaardelijk recht op indexatie deel uitmaakt van een pensioenaanspraak. Een pensioenaanspraak is volgens de PW in beginsel niet voor wijziging vatbaar. De Hoge Raad besliste in een tweetal arresten uit 2013 impliciet dat een onvoorwaardelijk recht op indexatie onder de tot 1 januari 2007 geldende Pensioen- en Spaarfondsenwet (PSW) wel gewijzigd kon worden. Verder oordeelde de Hoge Raad dat onder de PSW een eenzijdige wijzigingsmogelijkheid jegens gepensioneerden slechts beperkt wordt door het algemeen verbintenissenrecht. Er geldt dus geen beperking, zoals bepaald in artikel 7:613 BW en artikel 19 PW. De praktijk wijst uit dat dit tot onverwachte resultaten kan leiden (zie Hof Amsterdam 23 september 2014, (ECLI:NL:GHAMS:2014:4007)). De arresten van de Hoge Raad worden in deze bijdrage kritisch besproken. |
Artikel |
Stuiting van verjaring per e-mail |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 11 2014 |
Trefwoorden | stuiting, schriftelijkheidsvereiste, e-mail, art. 3:37 BW, ontvangsttheorie |
Auteurs | Mr. E.M. van Orsouw en Mr. A.M. Morssinkhof |
SamenvattingAuteursinformatie |
De praktijkjurist is geneigd vast te houden aan de oude gewoonte om verjaring per brief te stuiten. In dit artikel wordt onderzocht in hoeverre dat noodzakelijk is. Daarnaast worden enkele vragen opgeworpen die in het geval van stuiting van de verjaring spelen in het kader van art. 3:37 BW. Geconcludeerd wordt dat het niet nodig is om e-mail bij stuiting links te laten liggen, mits goed wordt nagedacht over het veiligstellen van bewijs dat de schuldenaar is bereikt. |
Hoofdartikel |
Schikken in het nieuwe ontslagrecht: bedenk eer ge begint |
Tijdschrift | Arbeidsrechtelijke Annotaties, Aflevering 2 2014 |
Trefwoorden | Opzegging met instemming, beëindigingsovereenkomst, bedenktermijn, antistapelingsbepaling, pro forma ontbinding |
Auteurs | Prof. L.G. Verburg |
SamenvattingAuteursinformatie |
De in de Wwz neergelegde regeling van de bedenktermijn heeft grote invloed op het schikken van ontslagzaken. De Wwz maakt een niet uitlegbaar onderscheid tussen de beëindigingsovereenkomst en de opzegging met instemming. Het verschil ziet op de betaling van een transitievergoeding. Dit verschil kan makkelijk tot ongelukken aanleiding geven. Mogelijk zien we bovendien de terugkeer van de pro-forma-ontbinding van de arbeidsovereenkomst. Niet meer voor WW-doeleinden, maar met het oog op het bekorten van de periode van de bedenktermijn. Deze bijdrage behandelt de in dat kader te bewandelen weg en noemt ook een alternatief voor de formele ontbinding. Dit alternatief maakt gebruik van de antistapelingsbepaling in de regeling van de bedenktermijn en voorziet in een soort ‘tweetrapsraket’. Voor een succesvolle aanpak zal tussen beide trappen wel denkruimte voor de werknemer moeten zitten. Het bij ontslagzaken aansturen op een vertrekregeling wordt eens te meer een zaak voor juristen. |
Artikel |
Stuiting van verjaring en de volmacht van de advocaat |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2013 |
Trefwoorden | vertegenwoordiging, omvang volmacht, stilzwijgende volmacht, stuiting, advocaat |
Auteurs | Mr. P. Memelink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Kernvraag in deze bijdrage is hoe ver de vertegenwoordigingsbevoegdheid van de advocaat reikt. Bepleit wordt dat advocaten in beginsel bevoegd zijn tot het in ontvangst nemen van stuitingsbrieven, op grond van hun (stilzwijgende) volmacht of van schijn van vertegenwoordigingsbevoegdheid. Dat is slechts anders in gevallen waarin juist aan de omvang of het bestaan van de volmacht tot passieve vertegenwoordiging moet worden getwijfeld. |
Artikel |
Richtlijn consumentenrechten in eindfase |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 7 2011 |
Trefwoorden | richtlijn consumentenrecht, op afstand gesloten overeenkomsten, buiten verkoopruimten gesloten overeenkomsten, informatieverplichtingen, herroepingsrecht |
Auteurs | Prof. mr. M.B.M. Loos en Mr. J.A. Luzak |
SamenvattingAuteursinformatie |
In NTER 2011/5 berichtten wij over de behandeling van het voorstel voor een Richtlijn betreffende consumentenrechten (COM(2008) 614 def)1x Voorstel van de Europese Commissie voor een richtlijn betreffende consumentenrechten, COM(2008) 614 def, online verkrijgbaar op <www.ec.europa.eu/consumers/rights/docs/COMM_PDF_COM_2008_0614_F_NL_PROPOSITION_DE_DIRECTIVE.pdf> (laatstelijk gecontroleerd op 13 juli 2011). door het Europees Parlement en de Raad van Ministers.2x M.B.M. Loos en J.A. Luzak, ‘Ontwikkelingen betreffende het voorstel voor een Richtlijn consumentenrechten: de positie van de Raad en het Europees Parlement’, NTER 2011/5, p. 168-177. Aanmerkelijk sneller dan verwacht is het richtlijnvoorstel in de eindfase beland: het Europees Parlement heeft op 23 juni 2011 een sterk gewijzigde tekst in eerste lezing aanvaard.3x Zie het persbericht van de Europese Commissie van die dag, < www.europa.eu/rapid/pressReleasesAction.do?reference=MEMO/11/450&format=HTML&aged=0&language=NL&guiLanguage=nl> (laatstelijk gecontroleerd op 13 juli 2011). De door het Europees Parlement aanvaarde tekst kan worden gedownload via <www.europarl.europa.eu/sides/getDoc.do?pubRef=-//EP//TEXT+TA+P7-TA-2011-0293+0+DOC+XML+V0//NL&language=NL#BKMD-20> (laatstelijk gecontroleerd op 13 juli 2011). Het is de verwachting dat de tekst in september in verder ongewijzigde vorm zal worden aanvaard door de Raad. In deze bijdrage gaan wij kort in op enkele hoofdpunten uit de definitieve tekst van de richtlijn. Noten
|
Artikel |
Automatisch contracterenProefschrift van mr. M.B. Voulon |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2011 |
Trefwoorden | elektronisch contracteren, consumentenovereenkomst, algemene voorwaarden, totstandkoming overeenkomst, elektronische handtekening |
Auteurs | Mr. H.W. Wefers Bettink |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bespreking van het proefschrift van mr. M.B. Voulon. |
Jurisprudentie |
Kroniek rechtspraak tuchtrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 6 2010 |
Auteurs | Prof. mr. W.R. Kastelein en Mr. E.W.M. Meulemans |
Jurisprudentie |
Kroniek rechtspraak bestuursrecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Gezondheidsrecht, Aflevering 1 2006 |
Auteurs | |
Artikel |
Mededinging & bestuursrecht: 'Als elke dag telt', fatale beslistermijnen in de Mededingingswet |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 7 2001 |
Trefwoorden | beslistermijn, Nederlandse mededingingsautoriteit, opschorting, ontvangsttheorie, verzendtheorie, verstrijking, administratief recht, fatale termijn, schorsing, concentratie |
Auteurs | R.J. van Dam |
Artikel |
Het (elektronisch) opzeggen van verzekeringsovereenkomsten |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2009 |
Trefwoorden | verzekeringsovereenkomsten, opzeggen, elektronische polis, art. 7:940 lid 3 BW |
Auteurs | Mr. S.Y.Th. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het opzeggen van verzekeringsovereenkomsten is om twee redenen een onderwerp dat de aandacht vraagt. Allereerst is in het kader van het wetsvoorstel waarbij de elektronische polis wordt geregeld aan de orde gekomen of de verzekeringnemer de overeenkomst ook niet elektronisch moet kunnen opzeggen. Daarnaast wordt er gediscussieerd over de vraag wat de reikwijdte is van art. 7:940 lid 3 BW. |
Artikel |
Elektronisch handelsrecht. De juridische aspecten van elektronische communicatie in het handelsrechtProefschrift van mr. H.P.A.J. Martius |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2009 |
Trefwoorden | elektronisch handelsrecht, handelsrecht |
Auteurs | Mr. A.R. Lodder |
SamenvattingAuteursinformatie |
Proefschrift besproken mr. A.R. Lodder |
Artikel |
Rechtsvragen bij afbreking internationale onderhandelingenDe uitspraak van de HR 21 september 2001, RvdW 2001, 157 (BUS /Chemconserve B.V.) |
Tijdschrift | Vennootschap & Onderneming, Aflevering 12 2001 |
Trefwoorden | bus, onrechtmatige daad, verdrag, rechterlijke bevoegdheid, rechtsmacht, vennootschap, aanwijzing, toepasselijk recht, uitleg, verbintenis |
Auteurs | R.W. Bax en B.W. Brouwer |
Jurisprudentie |
NMa concentratiecontrole: HAP SNAP HORECA FRANCHISING B.V., zaaknr. 698, 2-9-1998 - Gegrondverklaring bezwaar |
Tijdschrift | Markt & Mededinging, Aflevering 1 1999 |
Trefwoorden | Nederlandse mededingingsautoriteit, ontheffing, franchising, horeca, ontvangstbevestiging, medewerker, ontheffingsverzoek, verzendtheorie, beroepschrift, beschikking |
Auteurs | M. Chatelin en D.J.M. de Grave |