De auteurs behandelen in deze bijdrage vijf vormen van vrijheid die de overheid heeft bij de besluitvorming op een verzoek om nadeelcompensatie. Aan de orde komen de vrijheid rond advisering door een adviescommissie, de invulling van het normaal maatschappelijk risico, de invulling van de voorzienbaarheid van overheidsmaatregelen, het al dan niet hanteren van de concernbenadering en de invulling van de speciale last. |
Zoekresultaat: 88 artikelen
Artikel |
Vrijheid rond vergoedenOver de (te) losse teugels in het nadeelcompensatierecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2020 |
Trefwoorden | nadeelcompensatie, concernbenadering, speciale last, advisering, normaal maatschappelijk risico |
Auteurs | Prof. mr. J.A.M.A. Sluysmans en Mr. N. van Triet |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Kroniek Aansprakelijkheidsrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 6 2020 |
Auteurs | Caspar Janssens, Mirjam Louws en Stephan Geense |
Auteursinformatie |
Actualia |
Actualia |
Tijdschrift | Afwikkeling Personenschade, Aflevering 1 2020 |
Artikel |
Van Duwbak Linda naar Schietincident Alphen aan den RijnHR 20 september 2019, ECLI:NL:HR:2019:1409 |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 3 2020 |
Trefwoorden | relativiteit, overheidsaansprakelijkheid, onrechtmatige daad, toerekening naar redelijkheid, causaal verband |
Auteurs | Prof. mr. A.J. Verheij |
SamenvattingAuteursinformatie |
De Hoge Raad deed vorig jaar uitspraak in de procedure naar aanleiding van het Schietincident in Alphen aan den Rijn. In deze bijdrage staat vooral het oordeel omtrent de relativiteit centraal, maar tevens wordt aandacht besteed aan het condicio sine qua non-verband en art. 6:98 BW. |
Artikel |
|
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | vertrouwensbeginsel, voorlichting, inlichtingen, taal, rechtsbescherming |
Auteurs | Mr. drs. T.A. Cramwinckel |
SamenvattingAuteursinformatie |
Bij voorlichting aan burgers ‘vertaalt’ de Belastingdienst complexe belastingwetgeving naar begrijpelijke teksten voor burgers. Deze bijdrage behandelt een aantal praktische en fundamentele vragen die zich voordoen bij deze vertaalslag, zoals: wat is de juridische status van voorlichting? Welke ‘ingrepen’ zijn nodig in de vertaling? Is begrijpelijke taal alleen maar ‘goed’, of zijn er ook nadelen? Kunnen burgers rechten ontlenen aan ‘vertaalde’ belastingwetgeving? En wat betekent dat voor de belastingwetgever? Duidelijk wordt dat begrijpelijke taal nodig is, maar dat het juristen ook voor praktische en fundamentele vraagstukken stelt, waarbij burgers niet uit het oog mogen worden verloren. |
Artikel |
Relativiteit, causaliteit en toerekening van schadeBespreking van het proefschrift van mr. D.A. van der Kooij |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | verbintenissenrecht, aansprakelijkheidsrecht, schadevergoedingsrecht, leer Smits, leer Demogue-Besier |
Auteurs | Mr. P.W. den Hollander |
SamenvattingAuteursinformatie |
Van der Kooij ontwikkelt een model om te bepalen wie recht heeft op vergoeding van welke schade. Deze bijdrage gaat met name over de prominente rol voor de relativiteitsleer in dit model, de afschaffing van de correctie-Langemeijer en de inzet van de leren Smits en Demogue-Besier ter nadere begrenzing van aansprakelijkheid. |
Actualia |
Actualia |
Tijdschrift | Afwikkeling Personenschade, Aflevering 3 2019 |
Jurisprudentie |
Relativiteit en causaliteit naar aanleiding van het schietincident Alphen aan den RijnHR 20 september 2019, ECLI:NL:HR:2019:1409 |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | relativiteit, overheidsaansprakelijkheid, causale toerekening, letselschade, veiligheidsnorm |
Auteurs | Mr. drs. I. Haazen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De relativiteit bleek in eerdere jurisprudentie vaak een struikelblok bij overheidsaansprakelijkheid. Vooral bij publiekrechtelijke regelgeving heeft de wetgever zich dikwijls nauwelijks uitgelaten over de bescherming van individuele vermogensbelangen van burgers. De Hoge Raad onderzoekt in het hierna te bespreken arrest het doel en de strekking van de geschonden norm in de zaak over het schietincident in Alphen aan den Rijn. De overtreden norm die ziet op de veiligheid van de samenleving strekt zich ook uit tot de individuele vermogensbelangen van burgers. Bovendien rechtvaardigt een veiligheidsnorm een verregaande toerekening van schade en beperkt zich in beginsel niet tot letsel- en overlijdensschade. |
Artikel |
‘Gelukkig is geen ramp ontstaan’De omgang met slachtoffers na grote branden |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Veiligheid, Aflevering 3-4 2019 |
Trefwoorden | victim needs, social justice, disasters, fires, legal settlement |
Auteurs | Michael Blommers |
SamenvattingAuteursinformatie |
Based on a retrospective analysis of six large scale and fatal fires in the Netherlands, an improvement in terms of meeting the needs of victims can be seen. A comparison of the legal settlement of these fires shows mayor differences in the fulfilling of different aspects of social justice that are identified in social psychology. Two victim needs commonly associated with retributive justice – financial compensation and a thorough, neutral investigation into the causes of the disaster – were fulfilled to a higher degree after the most recent fires than after those that occurred decades ago. The legal settlement after the New Year’s fire in Volendam (2001) appears – at least on paper – to have been more just from the victim’s point of view than the ones after the other incidents. Empirical research into the experienced social justice after the New Year’s fire can be valuable to assess the factors that can lead to a just settlement after disasters. |
Actualia |
Actualia |
Tijdschrift | Afwikkeling Personenschade, Aflevering 2 2019 |
Artikel |
Wo viel Licht ist, ist starker Schatten?Het recht op een effectieve (civiele) remedie naar Unierecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | effectiviteitsbeginsel, effectieve rechtsbescherming, doorwerking, Unierecht, civiele remedie |
Auteurs | Mr. I.V. Aronstein |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het effectiviteitsbeginsel en het beginsel van effectieve rechtsbescherming vormen het fundament van de doorwerkingsvormen van Unierecht in privaatrechtelijke rechtsverhoudingen. Deze bijdrage geeft globaal inzicht in hoe private partijen Unierecht kunnen inroepen tegen een andere private partij, welke voorwaarden gesteld worden aan civiele remedies en hoe in die context de bovengenoemde beginselen andere beginselen beperken. |
Artikel |
Richtlijnen en privaatrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | implementatie, doorwerking, invloed, ambtshalve toetsing, remedies |
Auteurs | Mr. drs. D.F.H. Stein |
SamenvattingAuteursinformatie |
Richtlijnen zijn niet meer weg te denken uit het privaatrecht. In deze bijdrage gaat de auteur in op verschillende wijzen waarop richtlijnen invloed uitoefenen op het privaatrecht, anders dan door middel van implementatie. De auteur formuleert een antwoord op de vraag in hoeverre richtlijnen voor het Nederlandse én Europese (Unie)privaatrecht als ‘gamechanger’ moeten worden aangemerkt. |
Artikel |
Urgenda en de beoordeling van macro-argumenten |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | Urgenda, Macro-argumenten en macro-effecten, public interest litigation, positieve verplichtingen, rechterlijke risicoregulering |
Auteurs | Mr. dr. E.R. de Jong |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Urgenda-arrest illustreert de vragen die ontstaan ten aanzien van de rol die de civiele rechter kan en wellicht ook moet vervullen bij het vormgeven van het publieke leven van het civiele aansprakelijkheidsrecht. In deze bijdrage wordt ingegaan op de vraag hoe de civiele rechter daarbij om kan gaan met macroargumenten. |
Artikel |
Nationale aansprakelijkheidsbeperking financiële toezichthouders vanuit Unierechtelijk perspectief: een ingekaderde beperkingHvJ EU 4 oktober 2018, C-671/16 (Kantarev) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 4 2019 |
Trefwoorden | overheidsaansprakelijkheid, lidstaataansprakelijkheid, wettelijke aansprakelijkheidsbeperking, toezichthoudersaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. R. Meijer |
SamenvattingAuteursinformatie |
In onderhavig artikel wordt ingegaan op de betekenis van het Kantarev-arrest (HvJ EU 4 oktober 2018) voor het Nederlandse recht op het gebied van de aansprakelijkheid van financiële toezichthouders en in het bijzonder voor de huidige aansprakelijkheidsbeperking die is neergelegd in art. 1:25d Wft. |
Artikel |
Kroniek Aansprakelijkheidsrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 6 2019 |
Auteurs | Petra Chao, Caspar Janssens en Mirjam Louws |
Auteursinformatie |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Bijzonder Strafrecht & Handhaving, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Feitelijk leidinggeven, Exclusieve bestuurstaak, Stichtse Vecht, Pikmeer, Immuniteit |
Auteurs | Mr. dr. M.J. Hornman |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op grond van de Pikmeerjurisprudentie deelt de feitelijk leidinggever in de immuniteit van het openbare lichaam waaraan deze is verbonden. In de literatuur wordt ten onrechte aangenomen dat die immuniteit onverenigbaar is met de Straatsburgse positieve verplichtingen-rechtspraak. Deze rechtspraak verplicht enkel tot vervolging indien de betrokken overheidsfunctionaris een wezenlijk persoonlijk verwijt wegens dood door schuld kan worden gemaakt. In alle gevallen waarin deze aansprakelijkheidsdrempel is gehaald, kan de immuniteit eenvoudig worden omzeild door de betrokkene uit hoofde van ‘eigen daderschap’ te vervolgen. Alleen voor minder ernstige gevallen blijft de immuniteit overeind, maar in die situaties bestaat geen verplichting tot vervolging. |
Artikel |
Het Nederlandse stelsel van rechtsbescherming tegen plannen en programma’s getoetstOver het belang van het Verdrag van Aarhus en het Unierecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | omgevingsrecht, strategisch procederen, Aarhus, luchtkwaliteit, rechtsbescherming |
Auteurs | Mr. E.J.H. (Ernst) Plambeck |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage, die een weerslag biedt van de door Lorenzo Squintani gehouden presentatie tijdens de VMR-bijeenkomst op 31 mei 2018, staat de vraag centraal welke eisen het internationaal en Unierecht stellen aan rechtsbescherming tegen plannen en programma’s in het omgevingsrecht, en in hoeverre Nederland daaraan voldoet. Ter beantwoording van deze vraag wordt eerst het Verdrag van Aarhus en de implementatie daarvan in het Unierecht bekeken, waarbij ook de reikwijdte van het begrip ‘plannen en programma’s’ in het EU-milieurecht wordt geschetst. Daarna wordt ingegaan op de toetsing overeenkomstig het Unierecht en de (on)mogelijkheid van exceptieve toetsing. Dit wordt gevolgd door een analyse van het Nederlandse rechtssysteem, waarna geconcludeerd wordt dat dit rechtssysteem op onderdelen tekort lijkt te schieten, gelet op het internationaal en Unierecht. |
Artikel |
Nadeelcompensatie onder de Omgevingswet: hoe een stelselherziening in het omgevingsrecht leidt tot een systeemwijziging van het nadeelcompensatierecht |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Omgevingsrecht, Aflevering 4 2018 |
Trefwoorden | planschade, Omgevingswet, nadeelcompensatie |
Auteurs | Mr. dr. G.M. (Berthy) van den Broek |
SamenvattingAuteursinformatie |
De stelselherziening in het omgevingsrecht heeft consequenties voor de vormgeving van de nadeelcompensatieregeling in de Omgevingswet (Ow). Bij het opstellen van de nadeelcompensatieregeling in de Ow zijn door de minister drie fundamentele keuzes gemaakt, die afwijken van de keuzes die de Awb-wetgever in 2013 heeft gemaakt. De eerste keuze is dat art. 15.1 Ow een wettelijke, limitatieve lijst van schadeoorzaken bevat, waarop uitsluitend besluiten zijn vermeld die rechtstreeks bindend zijn voor burgers. Een tweede keuze is dat bij ‘indirecte schade’ de peildatum voor de schadevergoeding wordt verschoven van het omgevingsplan naar de verlening van de omgevingsvergunning of de start van de vergunningsvrije activiteit. Een derde keuze is dat in art. 15.5 t/m 15.7 Ow materiële bepalingen zijn opgenomen die afwijken van de in de jurisprudentie ontwikkelde criteria. Naar aanleiding van de consultatiereactie en het advies van de Raad van State worden deze keuzes in dit artikel nader besproken. |
Artikel |
|
Tijdschrift | RegelMaat, Aflevering 5 2018 |
Trefwoorden | Landbouwvliegers-maatstaf, rechtsvormende taak, wetgevingsbevel, rechtstreekse werking, bijna-risicoaansprakelijkheid |
Auteurs | Mr. L.A.D. Keus |
SamenvattingAuteursinformatie |
De wet dwingt de rechter tot een terughoudende opstelling jegens de wetgever. Recente rechterlijke uitspraken hebben (opnieuw) de vraag opgeroepen of de verlangde terughoudendheid uit internationaalrechtelijk oogpunt houdbaar is. In zijn bijdrage bespreekt de auteur de stand van de rechtspraak van de Hoge Raad. Zijn conclusie is dat nog altijd terughoudendheid wordt betracht en dat deze niet onhoudbaar is. Wel signaleert hij een verschuiving in de opvatting van het grondwettelijke begrip ‘eenieder verbindende bepalingen’, alsmede een ruimere overheidsaansprakelijkheid voor niet-onverbindende wetgeving, onder meer in geval van onverenigbaarheid met Europese richtlijnen. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Tijdschrift voor Vergoeding Personenschade, Aflevering 3 2018 |
Trefwoorden | secundaire aansprakelijkheid, Alphen aan den Rijn, schietpartij, relativiteit, zorgplicht |
Auteurs | Mr. K.L. Maes |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 27 maart 2018 is de politie door het Gerechtshof Den Haag aansprakelijk gehouden voor de door de slachtoffers en nabestaanden geleden letsel- en overlijdensschade vanwege het ten onrechte verstrekken van de wapenvergunning aan Tristan van der V., nadat deze aansprakelijkheid eerder op relativiteitsgronden strandde bij de Rechtbank Den Haag. In het onderhavige artikel worden beide uitspraken besproken en de afwijkende oordelen tegen elkaar afgezet. De kritieken waarmee met name het vonnis is ontvangen, geven bovendien aanleiding om de daarmee verweven secundaire aansprakelijkheidsproblematiek nader onder de loep te nemen. Want waarom hield de rechtbank de aansprakelijkheidsdeur zo krampachtig dicht, en zet het hof deze desondanks (meer) open? |