Waarschijnlijk treedt per 1 januari 2021 de Wet franchise in werking. Deze wet brengt nogal wat wijzigingen mee voor de contractspraktijk. In dit artikel wordt bij enkele wezenlijke wijzigingen in de wet stilgestaan en worden denkrichtingen voor de kwalificatie van de overeenkomst, de informatieplicht, de zorgplicht en goodwill en non-concurrentie gegeven. |
Zoekresultaat: 29 artikelen
Actualia contractspraktijk |
Een nieuwe wet, een nieuw geluid – veranderingen voor de franchiseovereenkomst door de Wet franchise |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | franchise, contractenrecht, kwalificatie, goodwill, zorgplicht |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Kroniek Vermogensrecht |
Tijdschrift | Advocatenblad, Aflevering 8 2020 |
Auteurs | Coen Drion, Anna Zwalve, Bastiaan Kout e.a. |
Artikel |
Vrijheid en onvrijheid in het vermogensrecht in en na de Tweede Wereldoorlog |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2020 |
Trefwoorden | partijvrijheid, beknotting, bezetting, publiekrecht, gemeenschapsbelangen |
Auteurs | Prof. mr. C.J.H. Jansen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het artikel analyseert de beknotting van privaatrechtelijke vrijheden tijdens de bezetting en na de bevrijding door middel van publiekrechtelijke en dwingendrechtelijke regels. De rechtvaardiging voor dit wetgevende ingrijpen school vaak in een algemeen belang. Er was daarmee sprake van een grote mate van continuïteit in de beperking van private partijen in hun handelingsvrijheid voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog. |
Boilerplates etc. |
Zorgt een kwijtingsbeding inderdaad voor het definitief kwijtraken van vorderingsrechten? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Kwijtingsbeding, Vaststellingsovereenkomst, Boilerplate, Uitleg |
Auteurs | Prof. mr. H.N. Schelhaas en Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staat het kwijtingsbeding in vaststellingsovereenkomsten centraal. Een ‘boilerplate’, omdat het beding in vrijwel elke vaststellingsovereenkomst voorkomt. Nadat het karakter van een vaststellingsovereenkomst in kaart wordt gebracht, worden de mogelijke rechtsgevolgen en de uitleg van een kwijtingsbeding besproken. |
Actualia contractspraktijk |
Faillissement is niet (altijd) het bankroet van een contract |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | Contract, Faillissement, Nebula, Verrekening, Opzegging |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard en Mr. M.P. Van Eeden-van Harskamp |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage staan de auteurs stil bij de inwerking van de insolventieprocedure op overeenkomsten. Zij bespreken aan de hand van recente rechtspraak de hoofdregel dat het faillissement bestaande overeenkomsten niet beïnvloedt, het recht van de curator om tekort te schieten, de gevolgen van het faillissement voor verplichtingen uit huur-, pacht-, arbeids- en agentuurovereenkomsten en de mogelijkheden tot verrekening. |
Artikel |
Grondrechten, gamechangersOver recente ontwikkelingen op het gebied van de doorwerking van de Europese grondrechten in het vermogensrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2019 |
Trefwoorden | EVRM, EU-handvest, onrechtmatige daad, schadevergoeding |
Auteurs | Mr. dr. J.M. Emaus |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteur gaat in op de doorwerking van Europese grondrechten in het verbintenissenrecht, en bespreekt hierbij zowel het EVRM als EU-handvest. Zij concludeert dat Europese grondrechten gamechangers kunnen zijn, onder meer omdat zij aanleiding kunnen geven tot een vorm van genoegdoening, óók of juist als de nationale rechter oordeelt dat op grond van het nationale recht geen recht op schadevergoeding bestaat |
Artikel |
|
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2019 |
Trefwoorden | Franchise, Precontractuele informatie, Goodwill, Bedenktermijn, Wetsvoorstel |
Auteurs | Prof. mr. H.N. Schelhaas en Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 12 december 2018 publiceerde de wetgever een nieuw voorontwerp voor een wettelijke regeling van de franchiseovereenkomst. Een eerder voorontwerp uit 2017 werd kritisch bejegend door de praktijk. In dit artikel wordt het nieuwe voorontwerp besproken. De auteurs gaan in op de ratio legis, de precontractuele informatieverplichting en de goodwillplicht. Deze onderwerpen bespreken zij tegen de achtergrond van de huidige wettelijke regelingen, doctrine en rechtspraak. |
Artikel |
Beperking van de horizontale natrekking bij landsgrensoverschrijdende opstallen en netwerken |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 12 2017 |
Trefwoorden | natrekking, lex rei sitae, netwerk, zakelijke rechten |
Auteurs | Mr. drs. L.W.J. Hoppenbrouwers, Mr. K.A. de Groot en Mr. dr. M.M.G.B. van Drunen |
SamenvattingAuteursinformatie |
De auteurs bespreken diverse vragen met betrekking tot horizontale natrekking van landsgrensoverschrijdende opstallen en netwerken. Hierbij passeren naast juridisch-dogmatische vragen enige praktijkgerelateerde vragen de revue. De auteurs bepleiten een strikte toepassing van de lex rei sitae, wat leidt tot een beperking van de horizontale natrekking door de landsgrens. |
Praktijk |
Het wetsvoorstel franchise: better think twice! |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2017 |
Trefwoorden | Franchise, Uitleg, Dwaling, NFC |
Auteurs | Prof. mr. H.N. Schelhaas en Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op 12 april 2017 heeft minister Kamp een wetsvoorstel voor de wettelijke verankering van de franchisecode in internetconsultatie gebracht. De schrijvers bespreken dit wetsvoorstel kritisch en menen dat het wetsvoorstel inhoudelijk de toets der kritiek niet kan doorstaan. De wetgever wordt opgeroepen een meer doordacht wetsvoorstel te concipiëren. |
Jurisprudentie |
Jurisprudentieoverzicht |
Tijdschrift | Tijdschrift Erfrecht, Aflevering 4 2017 |
Auteurs | Mr. E.M.A. van Amersfoort |
Jurisprudentie |
Hoger beroep |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 2 2017 |
Auteurs | Mr. drs. F.J.P. Lock |
Auteursinformatie |
Artikel |
Natrekking door onroerende zakenBespreking van het proefschrift van mr. P.J. van der Plank |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2017 |
Trefwoorden | natrekking, bestanddeel, onroerend, opstalrecht, verkrijgende verjaring |
Auteurs | Mr. L.P.W. van Vliet |
SamenvattingAuteursinformatie |
Van der Plank heeft een mooi proefschrift geschreven over onroerende natrekking. Zij stelt het probleem aan de orde dat twee verschillende maatstaven (namelijk art. 3:3/5:20 BW en art. 3:4/5:3 BW) tot onroerende natrekking kunnen leiden en stelt een oplossing voor om deze samenloop te voorkomen. Tevens schrijft zij over de natrekking tussen naast elkaar gelegen grondstukken. |
Artikel |
Profiteren van andermans wanprestatie |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2015 |
Trefwoorden | profiteren van andermans wanprestatie, bijzondere omstandigheden |
Auteurs | Mr. drs. A.M.M. Hendrikx |
SamenvattingAuteursinformatie |
In maart 2014 wees de Hoge Raad arrest in een zaak over het profiteren van andermans wanprestatie. Voorafgaande aan de analyse van het arrest, wordt in deze bijdrage aandacht besteed aan de rechtspraak over het profiteren van andermans wanprestatie. In dat verband zullen de bijzondere omstandigheden die, naast wetenschap van de wanprestatie, vereist zijn voor onrechtmatigheid nader worden beschouwd. |
Artikel |
Een Gemeenschapsregime voor elektronische identificatie |
Tijdschrift | Nederlands tijdschrift voor Europees recht, Aflevering 1/2 2013 |
Trefwoorden | Elektronische handtekening, Elektronische identificatie, Elektronisch rechtsverkeer, Vertrouwensdienst, gekwalificeerd certificaat |
Auteurs | Mr. H.W. Wefers Bettink en Mr. drs. J. Theeven |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het bestaande Europeesrechtelijke kader voor elektronische rechtshandelingen wordt onder meer gevormd door de Richtlijn elektronische handtekening, 1999/93/EG. Deze uit 1999 stammende richtlijn is echter niet toegesneden op de snelle ontwikkeling van nieuwe technologieën en toenemende mondialisering van het handelsverkeer die sindsdien hebben plaatsgevonden. Bovendien heeft de Richtlijn geleid tot uiteenlopende implementatie in de lidstaten. Dat was er volgens de Europese Commissie mede de oorzaak van dat er weinig groei zit in de markt voor grensoverschrijdende transacties binnen de EU. Ook het grensoverschrijdend gebruik van elektronische identificatie in het kader van overheidsdiensten viel de Commissie tegen. Op 4 juni 2012 heeft de Commissie haar voorstel voor een Verordening betreffende elektronische identificatie en vertrouwensdiensten voor elektronische transacties in de interne markt toegezonden aan de Raad, dat hierin moet voorzien. |
Artikel |
De voorlopige voorziening hangende de bodemprocedure. De reikwijdte van art. 223 Rv |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 3 2012 |
Trefwoorden | Voorlopige voorziening, art. 223 Rv, Exhibitievordering art. 843a Rv, Opheffing beslag, Voorschot |
Auteurs | Mr. J.H. van Dam-Lely |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de jurisprudentie voorkomende 223 Rv vorderingen worden beoordeeld op hun geschiktheid voor een voorlopige voorziening die samenhangt met de hoofdzaak en geldt voor de duur van de procedure. Een voorschot op de hoofdvordering leent zich voor een voorlopige voorziening voor zover de vordering voldoet aan de randvoorwaarden van art. 223 Rv. De vorderingen die geen voorschot inhouden blijken veelal ongeschikt zijn voor een voorlopige voorziening ex art. 223 Rv. Beargumenteerd wordt waarom de exhibitievordering van art. 843a Rv en de vordering tot opheffing van beslag (die geen ‘voorschot’ is) ongeschikt zijn voor de voorlopige voorziening ex art. 223 Rv. |
Artikel |
Onvoorziene omstandigheden en het Nederlandse recht |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2011 |
Trefwoorden | onvoorziene omstandigheden, Nederlands recht, receptief stelsel, artikel 6:258 BW |
Auteurs | Prof. mr. E.H. Hondius |
SamenvattingAuteursinformatie |
In zijn bijdrage beziet de auteur hoe het Nederlandse recht naar Mombergs onderscheiding zou moeten worden gekwalificeerd: als een receptief of als een niet-receptief stelsel. Dit onderscheid door Momberg is gebaseerd op de ‘(al dan niet) ontvankelijkheid van een rechtsstelsel voor erkenning van de juridische relevantie van gewijzigde omstandigheden, waarbij aan de belanghebbende partij in een dergelijk geval de mogelijkheid wordt geboden om te kunnen vertrouwen op een stelsel van rechtsvorderingen’. De auteur meent dat het Nederlandse recht bij de receptieve stelsels moet worden ingedeeld. |
Artikel |
Boek 9 BW - 'Dat uitzonderlijk stuk privaatrecht' |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7/8 2008 |
Trefwoorden | vermogensrecht, wetgeving, burgerlijk recht, intellectueel-eigendomsrecht, handhaving, minister van justitie, winstafdracht, voorstel van wet, auteursrecht, intellectuele eigendom |
Auteurs | N. Hagemans |
Artikel |
Het nieuwe pachtrecht |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 5 2007 |
Trefwoorden | pachter, pacht, verpachter, grondkamer, huur, pachtovereenkomst, voorstel van wet, opzegging, amendement, burgerlijke rechtsvordering |
Auteurs | N.M. van der Horst |
Artikel |
Boek 7 (Bijzondere overeenkomsten): op weg naar volwassenheid en op zoek naar samenhang |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7/8 2003 |
Auteurs | B. Wessels |
Artikel |
De deskundige als rechterOndernemingskamer, Penitentiaire Kamer en Pachtkamer |
Tijdschrift | Recht der Werkelijkheid, Aflevering 1 2010 |
Trefwoorden | deskundigen, betrokkenheid niet-juristen in de rechtspleging, Ondernemingskamer, Penitentiaire Kamer, Pachtkamer, rechtspraak |
Auteurs | Marijke Malsch |
SamenvattingAuteursinformatie |
Experts may be involved in the trial of various types of legal cases. In most cases, they act as an advisor to the court or to the parties. In this model, the so-called ‘advisor model’, the expert writes a report that is used by the court for decision making. Experts may be called to attend the hearing of cases to answer questions that arise regarding their advise. In the other model, the ‘decision model’, the expert forms part of the panel that is in charge of decision making in a case. Decisions in cases are made in co-operation between judges and experts in this model. This model is not used on a large scale; the advisor model is prevailing in Dutch courts.This article discusses advantages and disadvantages of the ‘decision model’. An empirical study to the operation of this model as it is used in a variety of courts is explained. Panels in which experts are included seem to profit from the direct availability of expertise while making decisions in a case. Respondents state that external acceptance of the court decisions is also increased by the involvement of experts in a panel. Participation by experts in these panels is voluminous and they are considered to exert a large influence on the outcomes of decisions. |