In deze bijdrage zet de auteur uiteen wat de cyberverzekering inhoudt en licht zij drie specifieke aspecten daarvan uit: incident-responsediensten als directe hulp bij een cyberincident, boetes van de Autoriteit Persoonsgegevens en losgeld bij ransomware. |
Zoekresultaat: 132 artikelen
Artikel |
De cyberverzekering: over incident response, boetes en ransomware |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 2 2022 |
Trefwoorden | cybercriminaliteit, cybersecurity, cyberrisico, privacy, schade |
Auteurs | Mr. dr. N.M. Brouwer |
SamenvattingAuteursinformatie |
Artikel |
Wet franchise: de remedies bij het schenden van precontractuele verplichtingen. Voegt de nieuwe wet wat toe? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | Schenden precontractuele verplichtingen, Onrechtmatige daad, Artikel 3:40 BW, Verbintenis die voortvloeit uit de precontractuele redelijkheid en billijkheid, Wet franchise |
Auteurs | Mr. Y. Hafez |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Wet franchise zijn verschillende precontractuele informatieverplichtingen opgenomen teneinde de rechtspositie van de franchisenemer te verbeteren. In dit artikel wordt betoogd dat de remedies bij het schenden van die verplichtingen onvoldoende uitgekristalliseerd zijn. De toelichting van de wetgever is verre van helder en de structuur van de wet is onvoldoende doorgedacht. De wet kan zodoende tot aardig wat discussie leiden. |
Impressies |
De Wet franchise in de glazen bol van Vranken |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2021 |
Trefwoorden | Art. 7:915 BW, Obliegenheit, Schuldeisersverzuim, Onderzoeksplicht, Franchise |
Auteurs | C. de Looff |
SamenvattingAuteursinformatie |
Volgens standaardjurisprudentie van de Hoge Raad plegen franchisegevers die ondeugdelijke prognoses verschaffen bij het aangaan van franchiseovereenkomsten niet zonder meer een wanprestatie jegens hun franchisenemers. In deze bijdrage wordt stilgestaan bij de vraag of het onderscheid dat de Hoge Raad in dergelijke gevallen maakt, tussen wanprestatie en onrechtmatige daad, (nog) gerechtvaardigd is, daarbij wordt een kritische blik geworpen op de rol van de Obliegenheit binnen het Nederlands verbintenissenrecht en in het verlengde daarvan wordt een visie gegeven op de rol van artikel 7:915 BW binnen de nieuwe Wet franchise. |
Redactioneel |
Redactioneel |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2021 |
Artikel |
Denken in kansen. Het leerstuk verlies van een kans stevig verankerdBespreking van HR 26 maart 2021, ECLI:NL:HR:2021:461, NJ 2021/127 (ISG/Natwest) |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 9 2021 |
Trefwoorden | kansschade, proportionele aansprakelijkheid, bancaire zorgplicht, condicio sine qua non-verband, schade |
Auteurs | Mr. J. den Hoed |
SamenvattingAuteursinformatie |
Onlangs zag de Hoge Raad zich in een zaak over bancaire (bijzondere) zorgplicht gesteld voor de vraag of het leerstuk van verlies van een kans ook van toepassing is ingeval het van gedrag van benadeelde zou hebben afgehangen of de kans zich zou hebben verwerkelijkt. In dit artikel wordt onderzocht of de Hoge Raad met het hier besproken arrest het leerstuk oprekte dan wel een eerder ingezette lijn bevestigde. |
Annotatie |
De mislukte overname van FC Den BoschAnnotatie bij Rb. Oost-Brabant 9 juni 2021, ECLI:NL:RBOBR:2021:2616 |
Tijdschrift | Voetbal- & Sportjuridische Zaken, Aflevering 2 2021 |
Trefwoorden | overname, uitleg overeenkomsten, precontractuele aansprakelijkheid, persoonlijke borgstelling |
Auteurs | Thomas Schelfaut |
SamenvattingAuteursinformatie |
Op welke wijze dienen de contractuele bepalingen van een overeenkomst te worden uitgelegd ingeval van een overname van een voetbalclub? Het gewicht van de taalkundige betekenis en de bedoeling van partijen. De precontractuele aansprakelijkheid indien een overeenkomst onder opschortende voorwaarde wordt ontbonden. |
Wetenschap |
Meten en wetenOver het gebruik en de beoordeling door de rechtspraak van benchmarkproducten |
Tijdschrift | Onderneming en Financiering, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | benchmark, zorgplicht, renteswap, Index, krediet |
Auteurs | N.A. Campuzano |
SamenvattingAuteursinformatie |
In dit artikel gaat de auteur in op het gebruik van benchmarkproducten en de voordelen van benchmarks. Ook gaat hij in op de vraag in hoeverre de Nederlandse civiele rechter bij de beoordeling van de rechten en plichten van (markt)partijen ten aanzien van benchmarkproducten rekening houdt met de voordelen van benchmarks. |
Artikel |
Verrassingen voorkomen bij commercieel contracteren |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 7-8 2021 |
Trefwoorden | precontractuele fase, uitleg, exoneratiebeding, beknelde tussenschakel, beëindiging |
Auteurs | Mr. D.J. Beenders en Mr. J.J. Valk |
SamenvattingAuteursinformatie |
Het Nederlandse recht stelt partijen die commercieel contracteren wel eens voor verrassingen. Dit wordt geïllustreerd aan de hand van de chronologie van het contract: precontractuele fase, uitleg, exoneratiebedingen en beëindiging. Daarbij wordt besproken hoe partijen deze verrassingen, en de risico’s die daarmee gepaard gaan, zo veel mogelijk kunnen voorkomen of mitigeren. |
Over de grens |
Onredelijk bezwarende algemene voorwaarden in België – gidsfunctie voor Nederland? |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 3 2021 |
Trefwoorden | algemene voorwaarden, onredelijk bezwarend beding, Zwarte lijst, Grijze lijst |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de Nederlandse rechtspraak worden algemene voorwaarden in B2B relaties zelden onredelijk bezwarend beoordeeld. Dit is deels het gevolg van de omstandigheid dat de zwarte en grijze lijsten uitsluitend B2C werken. In België is per 1 december 2020 een regeling over de inhoud van algemene voorwaarden in B2B relaties tot stand gekomen. In deze bijdrage wordt die regeling verkend en gekeken of Nederland van de Belgische wet kan leren. |
Impressies |
Controlled auction in het Nederlandse rechtsbestelDe verhouding tussen de contractsvrijheid en de precontractuele fase |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2021 |
Trefwoorden | controlled auction, contractsvrijheid, precontractuele fase |
Auteurs | W. Hoogeveen en Prof. mr. H. Koster |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage wordt ingegaan op de controlled auction en de positie die de controlled auction heeft in het Nederlandse recht. Daarbij wordt de nadruk gelegd op de verhouding tussen de contractsvrijheid en de precontractuele fase. De auteurs stellen dat door middel van de procedurebrief en het multilaterale karakter van de controlled auction het gerechtvaardigd vertrouwen niet snel aan de orde zal zijn. De precontractuele redelijkheid en billijkheid gaan bovendien pas een prominente rol spelen bij de (uiteindelijke) bilaterale onderhandelingen. De koper in een controlled auction is niet onbeschermd. Uit de jurisprudentie volgt dat heldere communicatie over de procedure essentieel is voor de mogelijkheid om af te wijken van de op voorhand gestelde procedure. Vanuit een economisch perspectief blijkt in de praktijk het optimale aantal bieders bij de verkoop van een onderneming sterk casuïstisch te worden bepaald, wil de veiling maximaal waardegenererend zijn. Derhalve zijn de auteurs van mening dat gelijke informatieverschaffing en gestandaardiseerde regelgeving de effectiviteit van de controlled auction niet zullen bevorderen. De controlled auction krijgt daarmee in het huidige rechtsbestel een juiste behandeling. |
Artikel |
EU Private International Law on the Law Applicable to Cross-border Contracts involving Weaker Contracting PartiesBespreking van het proefschrift van M. Campo Comba LLM |
Tijdschrift | Maandblad voor Vermogensrecht, Aflevering 1 2021 |
Trefwoorden | consumentenbescherming, arbeidsovereenkomsten, toepasselijk recht, partijautonomie, Rome I |
Auteurs | Mr. dr. L.M. van Bochove |
SamenvattingAuteursinformatie |
Campo Comba bespreekt in haar proefschrift de interactie tussen het EU-conflictenrecht en het materiële unitaire recht betreffende de bescherming van zwakkere contractspartijen. De recensent prijst de wijze waarop de auteur de pijnpunten inzichtelijk maakt, maar is van mening dat de aangedragen oplossingen nog een stap verder hadden mogen gaan. |
Artikel |
Een decennium oordelen over doorlopende kredieten: uiteenlopende interpretaties van het contractuele rentewijzigingsbeding |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | rentewijzigingsbeding, kredietovereenkomsten, marktrente, doorlopend krediet, Kifid |
Auteurs | Mr. drs. Ruud van de Meerakker |
SamenvattingAuteursinformatie |
Recent hebben zowel de Commissie van Beroep financiële dienstverlening als diverse rechters uitspraken gedaan over rentewijzigingsbedingen. Dergelijke bedingen gebruikten kredietverstrekkers van doorlopende kredietovereenkomsten om de variabele rente van die kredieten aan te passen. De uitspraken markeren de verschuiving van een nadruk op contractvrijheid en marktwerking naar de focus op een zekere mate van marktregulering en consumentenbescherming. In deze bijdrage wordt uiteengezet via welke weg deze verschuiving het afgelopen decennium heeft plaatsgevonden en wordt bijzondere aandacht gegeven aan de huidige stand van zaken, waarin twee wegen te herkennen zijn. Door de Commissie van Beroep is het beding uitgelegd – zodat consumenten mochten verwachten dat hun rente in de pas zou blijven met de marktrente. In de rechtspraak is in veel gevallen besloten tot vernietiging van het beding. Geconcludeerd wordt welke van de beide oordelen het meest overtuigt. |
Actualia contractspraktijk |
Een nieuwe wet, een nieuw geluid – veranderingen voor de franchiseovereenkomst door de Wet franchise |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | franchise, contractenrecht, kwalificatie, goodwill, zorgplicht |
Auteurs | Mr. drs. J.H.M. Spanjaard |
SamenvattingAuteursinformatie |
Waarschijnlijk treedt per 1 januari 2021 de Wet franchise in werking. Deze wet brengt nogal wat wijzigingen mee voor de contractspraktijk. In dit artikel wordt bij enkele wezenlijke wijzigingen in de wet stilgestaan en worden denkrichtingen voor de kwalificatie van de overeenkomst, de informatieplicht, de zorgplicht en goodwill en non-concurrentie gegeven. |
Artikel |
Nederlands Caribisch financieel recht |
Tijdschrift | Caribisch Juristenblad, Aflevering 4 2020 |
Trefwoorden | Caribisch financieel recht, Toezichtrecht, Centrale Bank van Curaçao en Sint Maarten, Centrale Bank van Aruba |
Auteurs | Mr. K. Frielink |
SamenvattingAuteursinformatie |
In deze bijdrage over het Caribisch financieel recht wordt een overzicht gegeven van de ontwikkelingen op het terrein van wetgeving, rechtspraak en literatuur in de afgelopen 10 jaar. |
Actualia contractspraktijk |
Het non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst anno 2020 |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | franchise, concurrentiebeding, franchiseovereenkomst, postcontractueel, prognose-torpedo |
Auteurs | Mr. J.H. Kolenbrander |
SamenvattingAuteursinformatie |
Deze reeks artikelen betreft een overzicht van jurisprudentie ter zake het postcontractuele non-concurrentiebeding in de franchiseovereenkomst. In deze aflevering komen onder andere de redelijkheid en billijkheid, de pre-emptive strike en betrokken derden aan de orde. |
Artikel |
(Potestatieve) voorwaarden in overnamecontracten: van theorie naar praktijk |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 2 2020 |
Trefwoorden | potestatieve voorwaarde, opschortende voorwaarde, goedkeuringsvoorbehoud, koopovereenkomst, SPA |
Auteurs | Mr. R.P. Schrooten en Mr. B.C. Elion |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de (internationale) overnamepraktijk wordt in overnamecontracten veelvuldig gecontracteerd onder één of meer opschortende voorwaarden. Veel van de opschortende voorwaarden die partijen overeenkomen, bevatten een potestatief element: de vervulling van de voorwaarde is (grotendeels) afhankelijk van de wil van een van de contractspartijen. In dit artikel bespreken de auteurs veelgebruikte voorwaarden uit de praktijk. De auteurs gaan in op de vraag of deze voorwaarden potestatief zijn en wat het effect daarvan zou zijn op (verbintenissen uit) het overnamecontract. De auteurs sluiten af met enkele aanbevelingen voor het gebruik van voorwaarden in de praktijk. |
Artikel |
|
Tijdschrift | Nederlands-Vlaams tijdschrift voor mediation en conflictmanagement, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | zelfverrijking, onafhankelijkheid, onpartijdig, rechtsmisbruik |
Auteurs | Matthias Meirlaen |
SamenvattingAuteursinformatie |
Every mediator has to act independently and impartially. These are core values of mediation. However, what if a mediator tries to enrich himself? The aim of this contribution is to shed light on some correction mechanisms under the Belgian law of obligations, focusing on the latest developments in the case law of the Belgian Supreme Court. |
Kroniek |
Mediation |
Tijdschrift | Tijdschrift voor Civiele Rechtspleging, Aflevering 1 2020 |
Auteurs | Paula Boshouwers, Hester Uhlenbroek en Nelleke van Thiel-Wortmann |
Auteursinformatie |
Artikel |
Plas/Valburg na CBB/JPO?Een netwerkanalyse van rechtspraak over afgebroken onderhandelingen in de precontractuele fase |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2020 |
Trefwoorden | precontractuele fase, aansprakelijkheid, CBB/JPO, Plas/Valburg, netwerkanalyse |
Auteurs | Prof. mr. dr. G. van Dijck en Mr. J. Cleuters |
SamenvattingAuteursinformatie |
In de literatuur wordt betoogd dat CBB/JPO het leidende arrest is bij afgebroken onderhandelingen, en niet langer Plas/Valburg. Uit een uitgevoerde netwerkanalyse volgt dat Plas/Valburg minder vaak, maar nog altijd geregeld is aangehaald nadat CBB/JPO is gewezen. Een nadere inspectie laat zien dat er een tweedeling in de lagere rechtspraak bestaat: een groep uitspraken stelt onaanvaardbaar afbreken als voorwaarde voor de mogelijkheid om gemaakte kosten voor vergoeding in aanmerking te laten komen, in een andere groep uitspraken geldt die voorwaarde niet. Plas/Valburg wordt met name in de laatstgenoemde groep uitspraken geciteerd. Geconcludeerd wordt dat drie situaties denkbaar zijn: (1) afbreken staat vrij, geen verplichting tot het vergoeden van schade; (2) afbreken staat vrij, maar niet zonder vergoeding; en (3) afbreken is onaanvaardbaar. Plas/Valburg biedt voor geen van de situaties handvatten. CBB/JPO is leidend voor de laatste categorie, maar niet om te beoordelen of sprake is van welke van de twee andere scenario’s. |
Redactioneel |
Redactioneel |
Tijdschrift | Contracteren, Aflevering 1 2020 |